vrijdag 19 oktober 2018

VRIJE WIL OF NOODLOT?


Het stoïcijnse determinisme en de menselijke autonomie lijken elkaar uit te sluiten. De wetenschap probeert alle natuurlijke verschijnselen te verklaren als het gevolg van causale processen. Alles wat er gebeurt is het resultaat van voorafgaande oorzaken. De moderne wetenschap stelt dat de beweging van objecten in de natuur wordt veroorzaakt door van buitenaf inwerkende doelloze krachten. Ze stelt vast dat indien zich bepaalde oorzaken voordoen zich ook bepaalde gevolgen zullen gaan manifesteren. Als je alle oorzaken zou kennen zou je in principe alle gebeurtenissen in de werkelijkheid kunnen voorspellen. Maar als dit ook geldt voor het menselijk bewustzijn, zijn alle menselijke keuzes van te voren gedetermineerd door oorzaken als biologische behoeften, opvoeding en maatschappelijke verwachtingen. Als het determinisme waar is wordt uw wil volledig bepaalt door uw aangeboren karakter en biologische drijfveren. Uw keuzes zijn daarmee dus voorspelbaar en daarmee komt er een abrupt einde aan de zo geliefde menselijke vrije wil. U bent dan ook niet langer verantwoordelijk voor uw handelen. Om verantwoordelijk te zijn zou u immers invloed moeten kunnen uitoefenen op wat u wilt en doet. De mens degradeert zo van een autonoom subject tot niet meer dan een object dat net als alle andere natuurverschijnselen causaal beïnvloed wordt. Hij wordt een soort biologische robot die niets anders kan doen dan zijn programma afdraaien.

Een dergelijke redenering is onverenigbaar met het bestaan van de menselijke vrije wil. Sommige filosofen denken dat die onverenigbaarheid op een spraakverwarring berust. Vrije wil heeft twee fundamentele kenmerken, zeggen ze. De eerste is het gevoel om in controle te zijn. U bent de oorzaak van deze gebeurtenis. De tweede is het gevoel dat u het anders had kunnen doen. U had een andere keuze kunnen maken. In een volledig gedetermineerde wereld hebt u geen enkele invloed op uw handelen. U bent noch zelf de oorzaak van wat u doet, noch had u iets anders kunnen kiezen. Maar doet dat er wel toe? In het normale spraakgebruik zeggen we dat iemand vrij is als niets er aan in de weg staat dat hij de dingen doet die hij wil doen. Dat is helemaal niet in tegenspraak met het idee dat de dingen die hij wil doen het gevolg zijn van voorafgaande oorzaken. Het feit dat ik nu een slok thee wil nemen uit de mok die hier voor me op tafel staat wordt veroorzaakt door mijn dorst. Maar dat mijn wil een oorzaak heeft maakt mijn wil niet minder vrij. Het is helemaal geen onlogisch idee dat ook mijn verlangens en ideeën een daar aan voorafgaande oorzaak hebben. Integendeel de gedachte dat iets volkomen zonder oorzaak uit het niets verschijnt is juist vreemd en onlogisch. Een wereld waarin van alles gebeurt zonder oorzaak is pas echt gek. Volgens deze redenering wordt u dus niet door externe factoren belemmerd in uw gedachten. U hebt de mogelijkheid om te willen wat u wil en te verlangen wat u verlangt. Dat betekent echter nog niet persé dat die wil en dat verlangen zelf volkomen vrij zijn, dat u zelf kunt kiezen wat u denkt, wilt of verlangt. Ook uw ‘vrije’ wil heeft immers een oorzaak. U kunt dan misschien wel doen wat u wil, maar kunt niet ook willen wat u wilt.

Spraakverwarring of niet de vrije wil staat daarmee nog steeds op losse schroeven. Het is dan ook de moeite waard om toch nog even wat dieper in te gaan op het probleem van die vrije wil. Wat zegt de wetenschap over onze vrije wil? We denken natuurlijk graag aan onszelf als zelfstandige denkende wezens. U hebt immers een levendig bewustzijn van uw subjectieve ervaringen en het gevoel dat u kunt kiezen hoe u wilt handelen. Met andere woorden, u bent er van overtuigd dat het uw bewustzijn is dat uw gedrag veroorzaakt. U kunt immers achteraf uitleggen wat u gedaan hebt en waarom u het gedaan hebt. Maar het achteraf rechtvaardigen van uw handelingen is iets anders dan het zelfstandig en onafhankelijk beslissen wat u al dan niet gaat doen. Wacht even, zult u nu denken, hoe zo achteraf? Ik beslis van te voren of ik iets al dan niet doe. Dat blijkt echter niet te kloppen, uw bewustzijn doet niets anders dan het achteraf reageren op de dingen die u al gedaan hebt. Volgens de moderne wetenschap is dat zelfs het enige waar uw bewustzijn toe in staat is. Het achteraf rechtvaardigen van wat u denkt en doet.

De Amerikaanse neurofysioloog Benjamin Libet ontdekte dat er zoiets als een ‘bewustzijnsvertraging’ bestaat. Uit zijn onderzoek blijkt dat we ons pas nadat een handeling heeft plaatsgevonden bewust worden van die handeling. We krijgen pas het gevoel dat we iets willen nadat we het al gedaan hebben. Libet ontdekte dat het signaal naar onze spieren om op een knop te drukken al vertrokken is op het moment dat we ons bewust worden van de wil om op die knop te gaan drukken. Dat betekent dat handelen vooraf gaat aan denken. Het blijkt dat onze waarneming van bewuste controle een illusie is. Een achteraf door onze hersenen geconstrueerd beeld. Ook veel andere neurowetenschappelijke en psychologische studies bevestigen dat het doorgaans de 'automatische piloot' van uw hersenen is die achter het stuur zit. Die ‘automatische piloot’ heeft er weinig of geen behoefte aan om ‘u’ op de hoogte te houden van wat er speelt. Vreemd genoeg hebben we ook in de situatie dat de ‘automatische piloot’ aan de knoppen zit het intense gevoel dat wij zelf de controle hebben over wat we doen. Als dat niet zo is, waar komt dit gevoel dan vandaan? Het komt in ieder geval niet doordat u rechtstreeks toegang hebt tot de hersenprocessen die uw acties onderbouwen. U heeft immers geen enkel inzicht in de elektrochemische details van hoe uw zenuwen elektrische signalen afvuren of van de wijze waarop neurotransmitters en hormonen door uw hersenen en bloedvaten stromen. In plaats daarvan lijkt onze ervaring van controle afkomstig uit afleidingen die we maken over de oorzaken van onze acties, gebaseerd op ruwe zintuiglijke gegevens. En, net als bij elk soort perceptie, kan onze ervaring misleid worden.

U kent allemaal wel die afbeeldingen die eerst op een konijn lijken, maar een paar seconde later ook als een eend kunnen worden gezien. Of het bekende plaatje van een mooie jonge dame die even later ook als een oude vrouw kan worden aangemerkt. Het is hetzelfde met uw ervaring van controle en vrije wil. Ook die perceptie zou verkeerd kunnen zijn en uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dus dat het dat meestal ook is. Zo blijkt uit experimenten dat het helemaal niet zo moeilijk is om iemand te laten geloven dat hij iets doet terwijl het in werkelijkheid een ander is die handelt. Net zo makkelijk is het om iemand te laten geloven dat iemand anders iets doet terwijl hij het eigenlijk zelf is die de handeling uitvoert.

Dergelijke illusies zijn niet beperkt tot zeer gecontroleerde laboratorium situaties. Neem bijvoorbeeld de bekende rubberen hand illusie. Een proefpersoon legt beide handen plat op een tafel. Zijn linkerhand ligt buiten het zicht door een houten schot, maar naast het schot ligt een rubberen nep hand. De proefpersoon ziet dus naast zijn eigen rechterhand een rubberen nep hand liggen. Nu strijkt iemand met een kwastje over de nep hand en doet dat gelijktijdig over de verborgen linkerhand. Na een tijdje krijgt de proefpersoon het gevoel dat de nep hand bij zijn eigen lichaam hoort. Als iemand met een hamer op de nep hand slaat, trekt de proefpersoon in een reflex zijn echte hand terug. De rubberen hand wordt in zijn perceptie een onderdeel van zijn lichaam en de verborgen echte hand bestaat niet meer. U kunt dit in dit filmpje nog eens nakijken.

Dergelijke waarnemingen wijzen op het bestaan van een fundamentele paradox in wat we menen te weten over onze vrije wil. We hebben de sterke indruk dat we zelf van te voren kiezen wat we doen. We houden onszelf en andere mensen dan ook verantwoordelijk voor hun acties. Toch doen we maar heel weinig dingen echt bewust. Bijna alles wat we in de wereld tegenkomen en bijna al onze reacties op die wereld vereisen geen echte bewuste verwerking en worden op de automatische piloot gedaan. Het gevoel dat u controle hebt over wat u denkt en doet is dan ook diep misleidend. Het is slechts schijn. Een schijn die u als alles al achter de rug is door uw brein krijgt voorgeschoteld.

Als uw ervaring van controle over wat u denkt en doet niet echt is, hoe zit het dan met de vrije wil? Ook de stoïcijnen dachten dat het gevoel van controle grotendeels misleidend is. Als de wereld een complex netwerk van onderling verbonden oorzaken en gevolgen is en dus volledig gedetermineerd is en als er daardoor werkelijk niet zoiets als vrije wil bestaat waarom willen de stoïcijnen dan dat u probeert een virtuoos leven te leiden. Het stoïcijns determinisme is in tegenspraak met de stoïcijnse vrije wil. Als alles gedetermineerd is heeft het toch zeker geen enkel nut meer om te proberen gelukkig en virtuoos te worden? Wat voor zin heeft het nog om naar uw stoïcijnse leraar te luisteren als hij u aanraadt om A te doen omdat dat tot een virtuozer leven leidt? Als van te voren vast staat dat u niet A maar B zult doen heeft toch geen enkel advies nut. U gaat gewoon doen waartoe u gedetermineerd bent. Het heeft geen zin meer om te proberen wat dan ook te ondernemen. Waarom zou u als u ziek bent nog naar de dokter gaan? Het staat toch al vast of u zult genezen of niet. Chrysippus was het niet eens met deze zogenaamde ‘redenering van de luilak’. Hij zei: ‘het kan dan wel zo zijn dat het gedetermineerd is of je zult genezen of niet, maar het zou heel goed kunnen zijn dat je alleen geneest door bij de dokter een behandeling te ondergaan’. Gebeurtenissen hebben vaak meerdere oorzaken en sommige oorzaken komen tot stand door de dingen die je doet. De redenering van de luiaard houdt dus geen stand en het determinisme is geen excuus om op de bank te blijven liggen.

Chrysippus redenering over meerdere oorzaken voor één gebeurtenis verandert niets aan het probleem van het determinisme. Dat uw genezing mede veroorzaakt wordt door uw gang naar de huisarts maakt dat bezoek nog niet minder gedetermineerd. Het feit dat de meeste gebeurtenissen meerdere oorzaken hebben werkt dan misschien tegen het argument van de luiaard, maar zegt nog niets over de vrije wil. Ondanks dat ze geloofden dat het universum vooraf bepaald wordt door de wetten van de natuur, wilden de stoïcijnen toch het idee van vrije wil niet volledig opgeven. Voor een stoïcijn bent u meer dan een biologische voorgeprogrammeerde robot.

Maar ook daarmee schiet u nog niet zo heel veel op. De door de stoïcijnen gekoesterde vrije wil is nog steeds niet gered uit de klauwen van hun eigen determinisme. De stoïcijnen denken echter nog een andere oplossing voor het vraagstuk van de vrije wil te hebben gevonden. Chrysippus komt nu met het voorbeeld van een cilinder die van een helling wordt afgeduwd. Het naar beneden rollen van die cilinder heeft volgens hem twee verschillende soorten oorzaken. In de eerste plaats is er de externe oorzaak. Iemand heeft de cilinder een duwtje gegeven waardoor die in beweging is gekomen. In de tweede plaats is er de interne oorzaak. De cilinder rolt alleen naar beneden door zijn cilindrische vorm. Als het een kubus was geweest zou die misschien een klein stukje zijn verschoven, maar niet naar beneden zijn gerold.

Er bestaan volgens Chrysippus dus twee soorten oorzaken: externe oorzaken, het duwtje tegen de cilinder, en interne oorzaken, de ronde vorm van de cilinder. Beide oorzaken zijn causaal gedetermineerd, maar ze zijn toch wezenlijk verschillend. Vervolgens past hij dit voorbeeld toe op een mens. Stel, zegt hij, u ziet een taart op tafel staan. In wezen velt u dan het oordeel dat uw zintuigen u de indruk geven dat er iets dat u herkent als een taart op tafel staat. Uw stemt in met de indruk dat er een taart is. Dit hele proces is de externe oorzaak van uw bevestiging dat er een taartachtig iets op tafel staat. Het is de duw die de cilinder in beweging bracht. Chrysippus gaat verder en zegt dat dat nog niet alles is. Er is nog meer nodig om dit mogelijk te maken. Minstens zo noodzakelijk is het bewustzijn van de persoon die instemt met de indruk van de taart. Zonder een bewustzijn, een ‘hegemonikon’ dat kan verlangen, willen en oordelen is er helemaal niets dat met de aanwezigheid van de taart kan instemmen. Dat bewustzijn is de interne oorzaak, de vorm van de cilinder. En op de vorm van de cilinder heeft u volgens Chrysippus weldegelijk invloed. U kunt uw karakter, uw ‘hegemonikon’, trainen en aanscherpen. U schaaft dan als het ware aan de vorm van de cilinder. U maakt hem aan de ene kant wat gladder en aan de andere kant wat ruwer om zo de manier waarop hij rolt te beïnvloeden. Aan de externe oorzaak, het noodlot, kunt u niets veranderen, maar aan de interne oorzaak, uw karakter, kunt u wel wat veranderen. Wat er gebeurt ligt buiten uw sfeer van invloed, maar hoe u daar dan vervolgens mee omgaat niet.

“Het noodlot leidt de willige, maar sleept de onwillige over de grond mee”. (Seneca, Brieven aan Lucilius 107).

Dit bekende gezegde van Seneca illustreert de tegenstelling tussen voorbeschikking en vrije wil nog eens extra. Aan het noodlot, de externe oorzaken, kunt u niets veranderen, maar u kunt wel vrijelijk besluiten om u neer te leggen bij wat u overkomt. Het interne oordeel dat u velt over wat er in de externe wereld gebeurt is volkomen vrij. Het ‘hegemonikon’ kan het verloop van de natuurwetten niet veranderen, maar is wel vrij in wat hij daar over denkt. Een mens is geen biljartbal die volgens de wetten van de dynamica beweegt als het een zetje krijgt. Een mens kan met zijn ‘hegemonikon’ kiezen om al dan niet in te stemmen met de indruk die zijn zintuigen hem voorleggen. Chrysippus zegt dat deze menselijke vrije wil bestaat doordat zijn bewustzijn (‘hegemonikon’, rede, logos of hoe u het ook maar wilt noemen) een heel klein stukje van het universele bewustzijn vormt. Doordat ieder mens een minuscuul partje van het alomvattende kosmisch bewustzijn is kan hij een heel klein beetje mee bepalen wat er in die kosmos gebeurt. Het zelfbewustzijn is de innerlijke oorzaak, de vorm van de cilinder, die maakt dat de mens een vrij wil heeft. De menselijke natuur die dit mogelijk maakt is op zijn beurt natuurlijk ook weer het gevolg van causale processen. Dat staat er volgens Chrysippus niet aan in de weg dat het ‘hegemonikon’ vrij is om zijn keus te maken. De menselijke vrije wil in een deterministisch universum is daarmee gered. Of misschien toch nog niet helemaal?

Er valt nog wel wat af te dingen op Chrysippus’ scherpzinnige redeneringen. Ook de menselijke natuur is uiteindelijk door causale processen gevormd. Het is nog maar de vraag hoe veel je wint met het onderscheid tussen externe en interne oorzaken. Eén ding is in elke geval wel zeker. Het voelt wel alsof we een vrije wil hebben. De meeste mensen zijn daar van overtuigd. Als u een stukje van de taart uit het vorige voorbeeld wilt proeven, dan ervaart u dat als uw persoonlijke keuze. Als u geen vrije wil zou hebben zou het alternatief zijn dat uw hand zomaar uit het niets naar voren schiet om een stuk taart te grijpen. Het zou ook nog kunnen dat u een bewustzijn bent dat geen enkele invloed heeft op wat uw lichaam doet. U bent dan niet meer dan een toeschouwer die vast zit in een biologische robot die geheel gedetermineerd zijn programma afdraait. Een minstens net zo onprettig idee als de gedachte dat ook ons ‘hegemonikon’ niet meer dan een illusie is. De redenering van Chrysippus is dan misschien wel niet helemaal vlekkeloos, maar voor mij valt die voorlopig nog wel te prefereren boven de alternatieven.