vrijdag 25 september 2020

RATIONALITEIT EN STOÏCIJNSE VRIENDELIJKHEID

 

Stoïcijnen proberen zo redelijk en rationeel mogelijk in het leven te staan. Veel mensen zijn bang voor deze stoïcijnse rationaliteit. Ze vinden mensen die zich in de eerste plaats door hun rede laten leiden vaak kil en ongevoelig. Gevoelige en emotionele mensen worden doorgaans inderdaad aardiger en sympathieker gevonden. Maar zou de wereld nu echt beter af zijn als we allemaal gevoeliger en emotioneler zouden worden? Vraag uzelf eens eerlijk af of de wereld op dit moment lijdt aan een overmaat aan rationaliteit? En hoe zit dat met uzelf? Zijn u en de wereld echt beter af als u emotioneel reageert op de problemen waar u mee geconfronteerd wordt? Natuurlijk niet! Een objectieve kijk op de werkelijkheid is een veel beter uitgangspunt om de wereld tegemoet te treden. Ook de stoïcijnse keizer Marcus Aurelius riep zichzelf in zijn dagboek op om iedere keer dat hij met een probleem geconfronteerd werd voor een rationele aanpak te kiezen:

Alles wat je overkomt moet je voor jezelf omschrijven, zodat je los van de omstandigheden in detail ziet wat het werkelijk is. Noem het bij de naam en ontleed het in de onderdelen waar het uit is opgebouwd. Er is niets dat je geestelijk sterker maakt dan je vermogen om alles wat er in je leven gebeurt systematisch en eerlijk te onderzoeken. Zo kun je onderzoeken welke plaats het in het universum inneemt, wat het betekent in het grote geheel en voor de mens als deel van dat universum. Ik onderzoek wat het werkelijk is dat nu die problematische voorstelling in mijn brein opwekt, waaruit het is samengesteld, hoe lang het blijft bestaan en welke deugd ik kan aanspreken om er mee om te gaan. Dingen als bijvoorbeeld: zachtmoedigheid, moed, waarheidsliefde, betrouwbaarheid, eenvoud, onafhankelijkheid en al die andere deugden. Zeg iedere keer weer tegen jezelf: ‘Dit komt uit de natuur en is het gevolg van de onderlinge verbonden natuurwetten, van de verknoping van alles met alles. En dit komt van mijn soortgenoten, verwanten en medemensen ook al zijn ze zich er niet van bewust dat de natuur hen aanstuurt. Maar ik weet dat wel en daarom behandel ik ze mild en rechtvaardig volgens de natuurwet van de medemenselijkheid. Ik besef dat die dingen in wezen noch goed, noch slecht zijn, maar zorg er toch voor dat ieder van mij krijgt wat hij verdient. (Marcus Aurelius; Dagboeken; boek 3, paragraaf 11)

In dit citaat roept Marcus u op om problemen systematisch en eerlijk te onderzoeken. Dat geldt des te meer voor problemen met of veroorzaakt door uw medemensen. De anderen zijn nu eenmaal niet de minste bron van problemen. Hij wil dat u op een rationele manier naar de feiten kijkt. Feiten spreken niet voor zichzelf ze moeten met behulp van uw redelijke vermogens worden geïnterpreteerd. Niets helpt u beter bij het aanpakken van de uitdagingen waar het leven u voor stelt dan het innemen van een dergelijk rationeel perspectief. Onze stoïcijnse keizer wil dat u ieder probleem dat de wereld op u los laat ontleedt en onderzoekt wat voor rol dat in het grotere geheel speelt. Welke plek neemt het in, in ruimte en tijd? Welke rol speelt het in de menselijke geschiedenis? Wat betekent het voor de maatschappij? Wat betekent het voor uw relaties en de rollen die u speelt? En wat betekent het voor uzelf? Hoe past het binnen de dingen die u persoonlijk belangrijk vindt? Om dat een beetje makkelijker te maken hanteren de stoïcijnen een vierstappenplan om met problemen om te gaan:

1.      Onderzoek het probleem en beschrijf het op een zo objectief mogelijke manier.

2.      Doe een stapje achteruit en zet het probleem in perspectief. Welke rol speelt het in een maatschappelijk, historisch of zelfs kosmisch perspectief?

3.      Bedenk welke van je persoonlijke waarden en deugden een rol spelen bij het probleem.

4.      Beslis welke acties je gaat ondernemen en wat voor zin die acties hebben.

Als laatste stap moet u dus beslissen of er bepaalde acties zijn die u zou willen, of misschien in het licht van uw persoonlijke deugden, zelfs zou moeten ondernemen? Vraag u ook af of de acties die u overweegt te ondernemen wel zinvol zijn. Sommige dingen waar u naar verlangt en die u wilt ondernemen zijn nu eenmaal onbereikbaar. Zo is het bijvoorbeeld onvermijdelijk dat u lastige en vervelende mensen zult ontmoeten. Mensen die u dwarszitten en soms zelfs bewust kwaad willen doen. Het heeft geen nut om u daar druk om te maken. Marcus zegt over dit soort zaken: ‘Een bittere augurk? Gooi hem in de prullenbak. Doornstruiken op je pad? Loop er om heen. Dat is genoeg. Je hoeft je niet af te vragen waarom dit soort dingen bestaan’. Het leven is al moeilijk genoeg zonder dat u zich druk maakt over dingen die u toch niet kunt voorkomen. U hoeft er niets mee. Er is geen enkele reden om in actie te komen. Doe niets en mik alle vervelende en zinloze gedachten in de denkbeeldige vuilnisbak waar uw overbodige en akelige emoties thuishoren.

Onderzoek dus of de acties die u wilt ondernemen nut hebben. Niet alleen voor uzelf, maar ook voor de mensheid in het algemeen. U maakt deel uit van wat de stoïcijnen de ‘kosmopolis’ noemen: de wereldstad van de mensheid, een diersoort waar we als lid trouw aan verschuldigd zijn. U handelt niet alleen voor uzelf. Al uw acties hebben ook consequenties voor anderen. Alles wat u doet of nalaat heeft gevolgen voor andere mensen. Mensen uit uw omgeving, mensen aan de andere kant van de planeet, maar ook mensen in de toekomst. Het voedsel dat u eet, de kleding die u draagt, de keuzes die u maakt, al uw acties hebben consequenties voor anderen. Anderen waar u rekening mee moet houden. Niets wat u doet is vrijblijvend. Niet iedereen zal altijd begrijpen hoe de natuur in elkaar steekt en zal ook zijn verantwoordelijkheid tegenover zijn medemens niet altijd inzien. Het is haast onmogelijk om al de consequenties van uw acties te kunnen overzien en ook van anderen kunt u dat niet steeds verlangen. Dat is volgens Marcus voor iemand die net iets beter inziet wat echt belangrijk is, een reden te meer om zijn medemensen met mildheid en vriendelijkheid tegemoet te treden. Ook voor uzelf mag u mild zijn. Niemand is perfect en u mag noch van uzelf, noch van anderen perfectie eisen. Dit is de stoïcijnse rationaliteit in actie. Is die stoïcijnse rationaliteit in uw ogen nog steeds zo kil en afstandelijk?

 

 

dinsdag 15 september 2020

UW WERKELIJKHEID IS EEN GLAZENBOL

 

U kijkt naar een scherm met een ronddraaiend masker. Aan de voorkant zitten een neus, de ogen en de lippen, en de achterkant is hol. Daar is niets bijzonders aan, of toch wel? Gek genoeg zien bijna alle mensen op het moment dat de holle achterkant langs komt toch weer het gezicht van de voorkant. Op de één of andere manier lukt het uw brein niet om de holle achterkant van het masker te zien. Hoe u ook uw best doet om de realiteit te zien, uw hersenen schotelen u telkens weer het gezicht voor. Dit is één van de illusies waarmee wordt aangetoond dat uw hersenen u niet laten zien wat er echt in de wereld buiten u gebeurt, maar wat ze verwachten dat er gaat gebeuren. Uw brein is als het ware al een soort plaatje van het gezicht aan het maken op het moment dat de holle kant van het masker naar u toedraait. Dit experiment toont ook aan dat uw brein is voorgeprogrammeerd om overal gezichten in te herkennen. U hebt de neiging om overal om u heen gezichten of ook dieren in te herkennen. Het gezicht van u schoonmoeder of een beertje in de wolken, gezichten of kleine beestjes in de foto’s van het oppervlak van Mars en zelfs een haakje met twee puntjes op een beeldscherm wordt herkent als een lachend gezichtje. Gezichten en verborgen dieren zijn zo belangrijk voor het overleven van de menselijke soort dat uw hersenen ze overal en nergens denken te ontwaren.

Dit soort proefjes bewijzen dat u niet alleen met uw ogen kijkt maar voor een belangrijk deel met uw brein. Het zijn niet uw ogen die als een soort camera alles registreren wat er om u heen gebeurt. Nee, het zijn uw hersenen die uw waarnemingen interpreteren en er een voor uw overleven belangrijk beeld van maken. Hetzelfde geldt voor al uw andere zintuigen. Uw brein registreert beeld, geluid, gevoel, geur en smaak niet objectief en passief, maar vormt actief een model van de buitenwereld. Een model dat wordt ingekleurd door de verwachtingen die uw brein heeft van wat er gaat gebeuren. En daar blijft het niet bij, uw brein knoopt er ook alvast een gevoel aan vast. Door alvast dingen in te vullen die er nog niet zijn en daar direct al een emotie aan te verbinden bent u misschien net iets beter voorbereid op die in de bosjes verborgen sabeltandtijger, of ziet u net iets eerder dat dat hert u in de gaten heeft. Uw brein is een voorspellingsmachine, een soort glazenbol die u voorbereid op dingen die mogelijk staan te gebeuren. Het voorspellend vermogen van uw brein geeft u een enorm evolutionair voordeel. Als u in staat bent gebeurtenissen in de wereld om u heen te voorspellen dan kunt u ook sneller en adequater reageren op het gedrag van andere mensen en dieren. Een sabeltandtijger mag dan sneller kunnen rennen en een grotere en krachtigere bek hebben dan een mens, als u het gedrag van dit roofdier kunt voorspellen weet u meteen ook wat u moet doen om niet in zijn bek terecht te komen.

Een brein als glazenbol betekent niet alleen dat u sneller de juiste conclusies kunt trekken over de toestand in uw omgeving, het betekent ook dat u veel meer dingen op de automatische piloot kunt doen. Dat scheelt kostbare energie die dan weer aan andere belangrijkere dingen kan worden besteed. Zo kon ik altijd blindelings de deurknoppen in mijn huis vinden, tot de aannemer een week geleden de deuren opnieuw, en beter, had opgehangen. De eerste keren greep ik telkens mis, het automatisme was verstoord. Dergelijke kleine ‘ongelukjes’ laten zien dat het ons brein is dat bepaalt hoe ons model van de werkelijkheid er uit ziet en niet de werkelijkheid.

Een adequaat, maar wel ingekleurd model. Een model dat daardoor niet persé kloppend is. Het is bovendien een emotioneel model. De glazenbol van uw brein laat u niet alleen in plaats van de realiteit een toekomstvoorspelling zien, maar plakt daar meteen ook een gevoel aan vast. Het schaduwspel in de struiken wordt u voorgeschoteld als een sabeltandtijger met de emotie angst als toegift. Prettig als u in de wildernis wilt overleven, maar in de hedendaagse stadswildernis vooral lastig en dikwijls zelfs vervelend.

De oude stoïcijnen wisten hier natuurlijk niets van af. Toch hadden ze wel een intuïtief beeld van de werking van het menselijk brein. Hun veronderstelling dat onze indrukken uit de buitenwereld gekleurd zijn en lang niet altijd kloppen blijkt tweeduizend jaar na dato aardig te kloppen. Wat ook klopt is de stoïcijnse stelling dat we dan weliswaar niets kunnen doen aan de eerste indruk, maar dat ons brein ook gebruikt kan worden om in tweede instantie een correctie op die eerste indruk uit te voeren. Na een eerste verassingsmoment was de veranderende hoogte van de deurkrukken voor mijn brein geen enkel probleem meer. Hetzelfde geldt voor alle andere soorten indrukken. We zijn weldegelijk in staat datzelfde brein dat ons een gekleurd model van de werkelijkheid voorschotelt te gebruiken om dat model aan te passen en realistischer te maken. U kunt er niet om heen dat uw brein u met een voorspellend en emotioneel ingekleurd model van de werkelijkheid opzadelt, maar u kunt dat zelfde brein ook inzetten om dat model een beetje rationeler en realistischer te maken. En dat is nu precies wat de stoïcijnen willen dat u doet.

 

vrijdag 11 september 2020

LEVEN OM TE STERVEN

Sterven is niet moeilijk. Het is inslapen, wegglijden, het langzaam wegvloeien van het bewustzijn. Het sterven zelf is eigenlijk best aangenaam. Het bewustzijn is weg en tegelijkertijd is ook het lijden verdwenen. Door het verdwijnen van alle bewustzijn en alle rede is ook alle pijn onmogelijk geworden Alleen de achterblijvers, familie en vrienden, lijden. Zij zijn verdrietig, weten dat ze het gezelschap van de dode moeten missen en worden weer eens met hun neus op het feit van hun eigen sterfelijkheid gedrukt. Voor de overledene is het makkelijk alle lijden is voorbij.

De dood zelf is niet het probleem, het probleem ligt in het besef te moeten sterven, te weten dat u moet sterven en te moeten leven met deze kennis. De stoïcijnen weten dat ze geen enkele invloed hebben op de werkelijkheid van hun sterfelijkheid. Die materiële werkelijkheid zelf is fundamenteel ontoegankelijk, maar de beelden die we ons er van vormen kunnen we wel beïnvloeden. Het zijn alleen de beelden die we in ons hoofd vormen van de buitenwereld waar we toegang toe hebben. Weten dat u moet sterven is zo’n beeld. U kunt u een voorstelling maken van uw sterven, maar van uw dood zelf kunt u dat niet. U kunt uzelf alleen maar een voorstelling van uw eigen dood maken door gebruik te maken van capaciteiten waarover alleen de levenden beschikken. U hebt er uw vijf zintuigen en een helder en goed functionerend bewustzijn en verstand voor nodig. Capaciteiten waar u als u eenmaal gestorven bent per definitie niet meer over beschikt. Als u dood bent zijn de middelen om u iets voor te stellen verdwenen en daarmee dus ook de middelen om pijn en lijden te ondergaan.

De stoïcijnen raden u dan ook aan om, zolang u nog tijd hebt, tijdens uw leven over de dood na te denken. Leef niet alsof u nooit zult sterven, geloof niet dat de dood alleen anderen aan gaat en van latere zorg is. Iets voor in een verre toekomst. Treed de dood, nu het nog kan, in optimale conditie tegemoet en niet op een later tijdstip gedwongen door ouderdom, ziekte of een plotselinge doodstrijd. Grijp daarbij terug op wijsheden van stoïcijnse filosofen die zelf inderdaad al heel lang dood zijn: De dood zelf is niet slecht, maar slecht leven wel. U hoeft de dood niet te vrezen: als de dood er is bent u er niet, als u er bent is de dood er niet. Verdrietig zijn om wat u in de toekomst niet zult beleven is net zo belachelijk als verdrietig zijn om al die dingen die u in het verleden niet hebt meegemaakt. U bent toch ook niet verdrietig dat u de Middeleeuwen niet hebt meegemaakt? Waarom zou u dan verdrietig zijn omdat u de tweeëntwintigste eeuw nooit zult meemaken? In vergelijking met de eeuwigheid zijn alle levens kort. Waarom zou u het dan nog dat ene kleine beetje willen verlengen? De dood treft iedereen. Miljarden voor ons zijn gestorven en miljarden na ons zullen sterven. Waarom zou u die ene uitzondering moeten zijn? Als u een goed en prettig leven hebt gehad valt er niets te vrezen. Als uw leven slecht of zelfs akelig is, waarom zou u uw lijdensweg dan willen verlengen? Het is egoïstisch om eeuwig te willen leven. Waarom gunnen we de mensen na ons geen plaats, net zoals de mensen voor ons ruimte voor ons hebben gemaakt? Een onsterfelijk leven zou een straf zijn. Inderdaad het lijkt een rijtje oude tegeltjeswijsheden uit een grijs verleden, maar ze zijn daarom nog niet minder waar. Het probleem is niet veranderd dus waarom zouden remedies dan wel moeten veranderen?

Misschien dat de dood voor u nog geen acuut probleem is. U hoeft nog niet onmiddellijk te sterven, u heeft nog tijd. Althans dat denkt u. Toch zult u hoe dan ook moeten leven met het besef van uw eigen sterfelijkheid. Wees u bewust van de werkelijkheid zoals die is. Stromend, vloeiend, constant in beweging en onderweg naar de dood. Dat geldt voor alles en iedereen. Als u eenmaal doordrongen bent van de noodzaak van uw dood, dan doemt onmiddellijk een andere noodzakelijkheid op. De noodzaak om iets van uw leven te maken. Haal uit het beetje leven dat u nog rest, wat er uit te halen valt! Woeker met uw talenten en onderzoek al uw mogelijkheden! Leef uw leven ten volle!

  

woensdag 9 september 2020

ECHTE STOÏCIJNEN ZIJN HEDONISTISCHER DAN EPICURISTEN

 Eigenlijk staan vooral de epicuristen er om bekend hedonistisch te zijn. De stoïcijnen worden doorgaans als saai, sober en streng gezien. Het zijn de calvinisten van de Oudheid. Dit beeld klopt van geen kanten. Stoïcijnen waren niet minder hedonistisch dan de epicuristen. De epicuristen waren natuurlijk wel de grootste concurrenten van de stoïcijnen. In het oude Rome stuurde de beter gesitueerde Romein hun zonen (meisjes telden niet mee) of naar een stoïcijnse, of naar een epicuristische ‘universiteit’. Ambitieuze ouders die een carrière in de senaat voor hun kroos in gedachten hadden kozen voor de stoïcijnen, en ouders die hun kind een wat rustigere en veiligere toekomst toewensten kozen voor de epicuristen. Je zou denken dat er daarom een wereld van verschil tussen die twee scholen zou moeten bestaan. Als je de twee scholen wat van dichterbij bekijkt blijkt dat verschil nog al mee te vallen.

Bij nadere beschouwing blijkt de tegenstelling tussen stoïcisme en epicurisme vooral kunstmatig te zijn. De bekende filosoof en politicus Cicero heeft er, vaak om politieke redenen, veel aan bijgedragen om de verschillen tussen de scholen uit te vergroten. Seneca was een stuk objectiever en in zijn ‘Brieven aan Lucilius’ spelen Epicurus en zijn filosofie een belangrijke rol. Volgens Seneca is het gewoon dom om andere bronnen van wijsheid te negeren om de enkele reden dat ze van een concurrent afkomstig zijn. Hij ziet er dan ook geen enkel probleem in om de ideeën van Epicurus te gebruiken als hem dat zo uitkomt. Zijn brieven staan dan ook vol met citaten en verwijzingen naar het epicurisme.

Over onderwerpen als de dood, euthanasie en het leiden van een sober en gelukkig leven hebben de zuilengalerij en de tuin van Epicurus dezelfde mening. De dood raakt ons niet, zolang we leven is de dood er niet, en als we dood zijn is het leven er niet. Elke leeftijd, ieder moment is geschikt om te filosoferen. Alle pijn is dragelijk, als het te erg wordt sterven we er aan. Sommige begeertes zoals honger en dorst zijn natuurlijk en noodzakelijk, andere begeertes, zoals seks, zijn natuurlijk, ze vallen te prefereren maar zijn niet persé noodzakelijk. Tenslotte zijn er begeertes, zoals het verlangen naar rijkdom, die noch noodzakelijk, noch natuurlijk zijn. Dit soort begeertes kan je maar beter helemaal links laten liggen. Dit zijn uitspraken van Epicuristen, maar ze hadden net zo goed door een stoïcijn gezegd kunnen zijn. Toch staat alleen Epicurus bekend om zijn hedonisme. Het woord epicurisme is zelfs synoniem aan een leven gericht op genot en plezier. Het gaat Epicurus echter vooral om het vermijden van onnodig leed en het daardoor leiden van een zo prettig en gelukkig mogelijk leven. De stoïcijnen streven in de eerste plaats naar het leiden van een virtuoos leven. Een levenswijze die volgens hen dan weer wel een prettig en gelukkig leven tot gevolg heeft. Stoïcisme is daarmee nauwelijks minder op geluk gericht dan het epicurisme. Zelfs de stoïcijnse gedachte dat leed en pijn niet iets objectiefs zijn, maar een subjectieve en geconstrueerde waarneming heeft een hedonistische achtergrond. De werkelijkheid is een door ons zelf gecreëerd beeld, een beeld waar we invloed op hebben. Zelfs als die invloed niet absoluut is, dan is die toch voldoende om een heleboel pijn en leed te verzachten en zo ondanks allerlei tegenslag een zekere mate van sereniteit te bereiken.

Het is vooral de stoïcijn Epictetus die de nadruk legt op zaken waar we wel macht over hebben en zaken waarover we dat niet hebben. Het heeft geen enkele zin om je druk te maken of boos te worden over de dingen die aan je wil ontsnappen. Je bent beter af als je jezelf aanleert om deze dingen gewoon te ondergaan en doorstaan zonder er op te reageren. De scheiding tussen een deel van de wereld waar je het maar mee moet doen en een deel van de wereld waar actie op mogelijk is voorkomt overbodig leiden en is daarmee eigenlijk behoorlijk hedonistisch. Sommige stoïcijnen gaan nog een stap verder en beweren dat het ondergaan van pijn zelfs een positieve kant heeft omdat het een manier is om je eigen kracht op de proef te stellen. Dat zou Epicurus nooit gezegd hebben, maar dat neemt niet weg dat deze gedachte voor sommige mensen weldegelijk troostend zou kunnen werken.

Er zijn natuurlijk ook belangrijke verschillen tussen de epicuristen en stoïcijnen. Epicurus gelooft in het bestaan van de goden, de stoïcijnen zijn pantheïsten die alleen in de natuur geloven. Volgens Epicurus bestaat de wereld uit atomen die zich volstrekt toevallig en willekeurig bewegen. De stoïcijnen zijn energetisch materialisten die denken dat de natuur zich volgens bepaalde wetten ontwikkelt. De epicuristen willen zich terugtrekken uit de maatschappij. De stoïcijnen weten dat dat geen zin heeft, de maatschappij weet je ook in de tuin van Epicurus te vinden. Voor een epicurist staat het vermijden van leed voorop. Een stoïcijn weet dat dat altijd op een teleurstelling uitloopt en richt zich op het leiden van een virtuoos leven. Dat maakt een stoïcijn niet minder hedonistisch, maar wel een stuk realistischer dan een epicurist.

Stoïcisme heeft niets met ascetisme te maken en een stoïcijn is geen monnik. Veel mensen denken ten onrechte dat een leven als stoïcijn betekent dat je hard moet werken en sober en spaarzaam in een klein koud kamertje deugdzaam moet zitten wezen. Stoïcisme wordt vaak gezien als een strenge en sobere filosofie waarbij je de geneugten van het leven wel kan vergeten. In werkelijkheid zijn stoïcijnen nauwelijks minder hedonistisch dan epicuristen. Ze zijn echter wel een stuk realistischer en hanteren technieken die effectiever zijn en een grotere kans op het leiden van een gelukkig en goed leven bieden.