dinsdag 16 december 2014

DOELEN EN WAARDEN

Ik heb altijd gedacht dat het belangrijk was om in je leven doelen na te streven. Zonder doelen geen verandering en al helemaal geen vooruitgang. Als je jezelf geen doelen stelt dan bereik je ook nooit iets. Iedere managementgoeroe kan je vertellen dat je bewust moet plannen wie en wat je wilt worden. Je kunt je leven niet aan het toeval overlaten zonder het risico te lopen een nietszeggend onbeduidend persoon te worden. Zonder doelen zul je altijd de kleine gestreste mislukkeling blijven die je nu bent. Jaloers op al die anderen die het wel gemaakt hebben. Je zult ontevreden zijn over het verleden en bang zijn voor de toekomst.

Zo dacht ik en zo denken de meeste mensen.Volgens de stoïcijnen zul je echter door het nastreven van doelen nooit je gedroomde perfecte mens worden. Je zult zelfs niet tevreden of gelukkig worden. Want juist in een door doelen gericht leven ligt stress en bezorgdheid over de toekomst op de loer. Een doelgericht mens is altijd ergens anders met zijn gedachten. Hij is altijd maar bezig met een gedroomde toekomst. In plaats zich bewust te zijn van het hier en nu.

Je hecht waarde aan het nastreven van doelen omdat je vindt dat je niet helemaal in orde bent. Er ontbreekt het één en ander aan je persoon dat nodig moet worden bijgesteld. Je ziet jezelf dan wel niet als een slecht mens en waarschijnlijk streef je er ook niet naar om perfect te worden, maar je denkt toch dat er altijd nog wel iets aangepast kan worden. Dat kan ook haast niet anders in een maatschappij die verwacht dat je jezelf continu ontwikkelt en verandert. Je moet groeien, iets van je leven maken, carrière maken, meer geld verdienen en natuurlijk vooral meer consumeren. We denken dat we een beter mens worden als we vloeiend Frans leren spreken, piano kunnen spelen, maar vooral als we rijk en beroemd worden, een mooi huis en een mooie auto hebben.

Neem een doel als het leren pianospelen. Wanneer heb je dat doel bereikt? Wanneer je de Mondsheinsonate redelijk acceptabel kunt spelen, wanneer je als barpianist een leuk centje bij kunt verdienen, of pas wanneer je het niveau van een Horowitz hebt bereikt? Onze doelgerichte persoon moet wel beseffen dat er na het behalen van een extern doel onmiddellijk weer een ander doel opduikt. De ontevredenheid slaat direct weer toe. Pas het inzicht dat je met al je onvolkomenheden al een volkomen mens bent kan je van deze eeuwige ratrace bevrijden. Ook als je in de ratrace een overwinning behaalt blijf je toch nog steeds een rat. Een rat die meteen weer aan een volgende race begint.

Een mensenleven is nu eenmaal niet een Zwitsers uurwerk dat altijd netjes de juiste tijd aangeeft. De natuur is er niet op gericht om doelen te bereiken. Het leven is sowieso al veel te kort om alle doelen die je jezelf gesteld hebt te kunnen realiseren. Het is zonde om dingen en mensen te zien als middel tot een doel. Een doel staat er aan in de weg dat je blij bent met wat je hebt en wie je bent. Het is misschien verwarrend, maar een leven zonder duidelijk omschreven doel, een leven waarvan je niet weet waar het je naartoe voert, zou wel eens een stuk prettiger kunnen zijn dan een doelgericht leven.

De meeste van je doelen zijn niet eens realistisch. Het zijn gedachteconstructies uit een fantasiewereld. Een sprookjeswereld uit films en romans, die maar bar weinig met de realiteit te maken heeft. Iedereen kan alles zijn wat hij maar wil, roepen de tv en de goeroe ons vol vuur toe. En als het je toch een keer lukt om één van je doelen te realiseren, dan zul je al gauw merken dat het gedroomde geluk toch nog niet bereikt is. Er doemt onmiddellijk weer een nieuw doel op. Een nieuwe uitdaging die je uiteindelijk echt tot een gelukkig en volkomen mens zal maken. Of toch ook weer niet? Door je op een doel te concentreren maak je je blind voor de dingen die wel mogelijk zijn. Als je je laat meevoeren op de levensstroom zul je vanzelf reële kansen en mogelijkheden tegenkomen. Kansen die je misschien wel ongemerkt aan je voorbij laat gaan omdat je je teveel concentreert op je imaginaire doelen.

Maar is een doelloos leven dan niet letterlijk een doelloos en zinloos leven? Je moet er toch over nadenken wat je met leven wilt. Willen de stoïcijnen je hier vertellen dat je er maar op los moet leven, dat je je leven maar zomaar voorbij moet laten drijven.

Het is natuurlijk goed om er bij stil te staan wat je als een geslaagd leven beschouwt. Ook de stoïcijnen vinden dat je je leven niet helemaal aan de luimen van het toeval kunt overlaten. We zijn geen wezens die door alleen op hun instinct te vertrouwen een goed leven kunnen leiden. We hebben een soort richtlijn nodig. Maar ook zonder een welomschreven doel kun je dingen in het leven bereiken. Ook zonder doel kun je een zinvol en nuttig leven leiden, kun je nieuwe dingen leren je ontwikkelen en groeien. Een stoïcijn vervangt doelen door waarden. Principes en deugden zouden je moeten leiden en motiveren. Een stoïcijn vraagt zich niet af of een bepaalde handeling naar een vooropgezet doel leidt. Nee hij vraagt zich af of die handeling in overeenstemming is met de waarden die hij aanhangt.

Maar wat zijn dat dan die waarden, die een levensdoel zouden moeten vervangen? Waarden moeten goed onderscheiden worden van doelen. Doelen zijn extern en gaan over iets wat al dan niet bereikt kan worden door de dingen die je doet. Iets waar je mee klaar kunt komen. Iets wat af kan zijn. Ze zijn het gevolg van de dingen die je doet. Bijvoorbeeld het bereiken van je ideale gewicht door een dieet te volgen, of het halen van een diploma door een studie te volgen. Waarden zijn intern en gaan over de manier waarop je iets doet. Het zijn karaktereigenschappen. Niet iets wat je in de toekomst bereikt, maar iets dat in het hier en nu gebeurt. Zoals bijvoorbeeld vrijgevig, vasthoudend of geduldig zijn.

Ik kan niet genoeg benadrukken dat het woord deugd of waarden hier in de antieke betekenis wordt gebruikt en niets met netjes en braaf zijn te maken heeft. Het heeft een heel andere betekenis dan de christelijke deugdzaamheid. De stoïcijnse deugd gaat over excelleren, het leiden van een plezierig leven en karakterkracht. Het is eigenlijk een veeg teken dat geen enkele moderne westerse taal een goed woord voor het oude begrip areté (Grieks) of virtus (Latijn) heeft.

Een waarde of deugd beperkt de speelruimte van je handelingsmogelijkheden lang niet zoveel als een doel. Een doel vertelt je wat je moet doen om iets te bereiken. Om iets te leren, om een bepaald object uit de buitenwereld te verkrijgen waardoor je dan denkt gelukkiger te worden. Een waarde vertelt je, daarentegen, of je iets doet waar je achter staat. Of het iets is dat met je wezen als mens overeenstemt. Volgens Seneca heeft alles wat je doet zijn doel al bereikt als de handeling in overeenstemming met je waarden is. Het uiteindelijke resultaat van je handelingen doet er niet meer toe, zolang de intentie maar deugt.

Als je je van de dwang van een doelgericht leven kunt bevrijden en kunt handelen in overeenstemming met je waarden en idealen kan alles wat je doet bevredigend zijn. Zelfs een in wezen onaangename handeling die in overeenstemming met je waarden is, kan op die manier vervulling brengen.

maandag 17 november 2014

Niets en niemand kan je tegenhouden

“Kan iemand je dwingen om iets te doen wat je niet wilt?”
‘Ja, natuurlijk. Als iemand me met de dood of iets anders bedreigt dan kan hij me laten doen wat hij maar wil.’
“Wat als de dood of geweld je koud zouden laten? Zou je je dan nog tot iets laten dwingen?”
‘Nee, dan niet meer.’
“Is het al dan niet verachten van dood en geweld iets wat in je macht ligt, of ligt het in de macht van een ander?”
‘Het ligt in mijn macht.’

Epictetus boek IV, hoofdstuk 1



Epictetus is hier in gesprek met één van zijn studenten. Net als de meesten van ons denkt de student dat andere mensen ons kunnen dwingen om dingen te doen die we eigenlijk helemaal niet willen doen. Maar Epictetus vertelt de student dat dat helemaal niet klopt.

Toen we klein waren werd ons al gezegd dat we dingen moesten doen die we eigenlijk niet wilden doen. Het waren vooral dingen die we onzinnig en vervelend vonden. Maar als we niet braaf en gehoorzaam waren werden we gestraft. Hoewel de meeste ouders en scholen zullen zeggen dat ze hun kinderen zo willen opvoeden dat ze sterk en onafhankelijk worden, is de opvoeding die ze in werkelijkheid geven daar mee in tegenspraak.

Als volwassenen hebben die kinderen van hun ouders en school geleerd dat het beter is om gehoorzaam en volgzaam te zijn. Zelfs als er niet één of andere autoriteit op je vingers staat te kijken hebben de meesten van ons de neiging om toch maar aan de veilige kant te blijven en te doen wat je denkt dat de meeste mensen zouden doen.

Epictetus probeert de student duidelijk te maken dat hij afstand moet nemen van zijn aangeleerde twijfels en angsten. De student moet de levenslange indoctrinatie om braaf te zijn van zich afschudden. Het is een extreem voorbeeld, maar Epictetus gebruikt vaak nogal extreme voorbeelden, met dood en geweld. Wat onder extreme omstandigheden geldt, zal in een normale situatie zeker ook gelden.

“Kan iemand je dwingen om naar iets te verlangen dat je niet wilt hebben?“
‘Niemand kan dat.’
“Of kan iemand je dwingen om ergens een bepaalde mening over te hebben of om iets te willen?”
‘Nee dat ook niet. Maar hij kan me wel tegenhouden in wat ik wil doen.’
“Als je iets wilt dat intern aan je wezen is, dat in je eigen macht ligt, hoe zou hij je dan kunnen tegenhouden?”
‘Helemaal niet.’
“Hoe kom je er dan bij dat je vrij kunt zijn als je je zinnen zet op iets wat extern aan je is?”

Epictetus boek IV, hoofdstuk 1


We beperken onze vrijheid vaak meer dan nodig is. Bijvoorbeeld door iets te willen wat extern aan ons is. Iets wat niet in onze macht, maar in de macht van een ander ligt. In plaats van je op jezelf te richten, richt je je dan op anderen. 

Waarom zou je jezelf zo beperken? Wat houd je tegen? Wie of wat zou je kunnen stoppen? Als je een bepaald persoon wilt zijn, als je iets wilt bereiken, waarom begin je daar dan niet meteen aan? Je weet wat in je macht ligt en wat niet. Ga dus koppig door met te worden wat en wie je wilt zijn. Niets en niemand kan je tegen houden.Wees dat akelige kindje dat maar steeds blijft vragen: waarom? En daarna opnieuw waarom? Waarom? Waarom? Tot je uiteindelijk de echte reden van iets hebt gevonden. En zelfs dan moet je nog vragen waarom. Want de kans is groot dat ook de echte reden niet klopt.



donderdag 30 oktober 2014

MET DE DOOD VOOR OGEN



Op een dag zult u sterven. Daar bestaat geen enkele twijfel over. De natuur overspoelt ons met het bewijs van de sterfelijkheid van alle levende wezens. Voor een Stoïcijn is het belangrijk om dat feit regelmatig onder ogen te zien. Het gezegde ‘memento mori’ (denk er aan dat je sterfelijk bent) werd tijdens een triomftocht door een slaaf in het oor van de zegevierende Romeinse generaal gefluisterd. Doodsangst kan je geluk en gemoedsrust behoorlijk verstieren. Het is dan ook erg belangrijk daar iets op te vinden.

Epictetus leerde zijn studenten dat het niet de dood zelf is die je gemoedsrust verstoord maar de angst voor de dood. De enige manier om je echt te bevrijden van de slavernij van de passies is het overwinnen van je doodsangst. Alleen dan kun je je zelf echt vrij noemen. Hij formuleerde het als volgt:

‘Kijk, dat is het soort dingen waarin je je moet bekwamen: zorgen dat je weet waar je naar streeft en wat je wilt vermijden, en je daarvan door niets en niemand af laten brengen. Eens moet ik sterven: moet het nu meteen, dan sterf ik nu. Als het straks moet, dan eet ik eerst iets, omdat het nu etenstijd is, en dan sterf ik daarna wel. Hoe? Als iemand die teruggeeft wat van een ander is’.

Sterven is voor Epictetus het teruggeven van het leven dat je van de natuur te leen hebt gekregen. De dood is iets natuurlijks en onvermijdelijks. Je moet er op voorbereid zijn en het dan ook niet als iets onverwachts beschouwen. Wees er klaar voor om je lening op ieder moment op een waardige manier af te lossen. In paragraaf 17 van boek twee zegt Marcus Aurelius het zo:

Wat je overkomt en toebedeeld wordt moet je aanvaarden, alleen al omdat je weet dat het daarvandaan komt, vanwaar je zelf gekomen bent. Je moet vooral de dood in vredige gezindheid afwachten, in de overtuiging dat die niets anders is dan het uiteenvallen van de elementen waaruit ieder levend wezen is opgebouwd. Als er voor de elementen niets angstaanjagends is in het voortdurend overgaan van de ene toestand in de andere, waarom zou je dan opzien tegen de verandering en het uiteenvallen van het geheel? Dat is toch volgens de natuur en wat volgens de natuur is, is nooit slecht".

Mediteren op de eigen dood is dan ook één van de belangrijkste stoïcijnse oefeningen. Het is een psychologische en ethische oefening die uw manier van denken en handelen op een fundamentele manier overhoop kan halen. Je hoort vaak dat mensen die oog in oog hebben gestaan met de dood hun leven volledig hebben omgegooid. De stoïcijnse meditatie op de dood beoogt een zelfde effect te bewerkstelligen. Door een stoïcijnse houding te leren aannemen tegen over uw eigen dood zal uw hele levenshouding veranderen.

Het klinkt allemaal wat somber en voor sommige lezers misschien zelfs wel morbide om zoveel aandacht aan je eigen sterfelijkheid te moeten schenken. Maar een stoïcijn is juist gek op het leven. Hij geniet met volle teugen van elk ogenblik dat hem gegeven is. Maar dat neemt niet weg dat hij altijd klaar is om te sterven. Hij accepteert zijn sterfelijkheid en aanvaardt zijn onvermijdelijke dood met waardigheid. Paradoxaal genoeg kun je niet echt leven als je beheerst wordt door angsten. En dat geldt in het bijzonder voor doodsangst. Je bent een speelbal van het lot zolang je je doodsangst niet kunt controleren.

maandag 24 maart 2014

WAT HEBBEN GEURTJES MET HET STOICISME TE MAKEN?


Of u het nu leuk vindt of niet u bent en blijft een menselijk wezen. Menselijke wezens hebben bepaalde geuren, maken bepaalde geluiden en hebben een bepaalde haargroei. Menselijke wezens verliezen hun haar kleur (of hun haar) en krijgen rimpels als ze ouder worden. De maatschappij en de cosmetica-industrie hebben echter heel bijzondere ideeën over de menselijke conditie. Schaamt u voor deze menselijke kenmerken, zeggen ze. Probeer ze te maskeren. Verberg uw werkelijke ik. Zorg dat niemand merkt dat u de dertig gepasseerd bent. Accepteer niet hoe u bent en gebruik ons product om uw ware aard te verbloemen.
U kunt geen avond televisie kijken, geen uurtje op internet surfen zonder met deze boodschap te worden gebombardeerd. Advertenties vertellen u dagelijks dat u u moet schamen voor de lucht uit uw mond, oksels, voeten, huid en zelfs uw genitaliën. ‘Gebruik ons product en u voelt zich weer echt en natuurlijk’. Dus ontsmet u alle uw daarvoor in aanmerking komende openingen met spul dat precies goed ruikt, smeert u zich in met crème die u er tien jaar jonger laat uitzien en sleept u zich na een dag hard werken met tegenzin naar de sportschool. De culturele boodschap is duidelijk. Scheer je benen, oksels en schaamhaar, ontsmet je overal, parfumeer je lichaam met vreemde geurtjes, steriliseer je mond, train je lichaam en bezoek de plastisch chirurg.
Alsof het menselijk lichaam onnatuurlijk zou zijn en je chemische geurtjes moet uitzenden om natuurlijk te zijn. Uit dit alles volgt dat uw natuurlijke ik, uw essentiële menselijke ik, iets onaangenaams heeft. Dat je alleen door kunstgrepen en chemische middeltjes aantrekkelijk kunt zijn. Het eindproduct is een frauduleus ik, een leugen die de plaats inneemt van het natuurlijke zelf dat u werkelijk bent.

Mens zijn betekent nu eenmaal veel natuurlijke lichaamsgeuren hebben. Mens zijn betekent dat uw lichaam verandert als u ouder wordt. Waarom zou u uw werkelijke ik verwerpen. Stoïcijn zijn betekent dat u uw lichaam accepteert zoals het is. Een stoïcijn gaat niet mee met de laatste cosmetische mode. Hij zal zijn lichaam schoon en in conditie houden, maar hij verwerpt de culturele verplichting om altijd brandschoon, ‘mooi’ en fit te zijn.

zondag 23 maart 2014

De metgezel met een big smile


Kijk eens achterom. U zult een voortdurende metgezel zien: Uw eigen dood. U kunt deze metgezel vrezen of hem tot uw eigen voordeel gebruiken. De keus is aan u. Onze dagen zijn geteld. Iedere minuut worden er duizenden mensen geboren. Sommigen zullen maar een paar dagen leven anderen zullen honderd worden. Maar of we maar een dag of misschien honderd jaar te leven hebben. De vraag blijft: wat maakt ons leven zinvol? De zin van ons bestaan is, zoals we eerder al hebben vastgesteld, de zoektocht naar geluk.
Daar de dood een eeuwigdurend gegeven is en het leven adembenemend kort, moet u uzelf eens afvragen: ‘Moet ik dingen laten die ik eigenlijk doen wil? Moet ik mijn leven leiden zoals anderen dat van mij verwachten? Is bezit vergaren echt zo belangrijk als de maatschappij me wil doen geloven?’ U kunt vruchteloos de dood vrezen of u kunt hem gebruiken om te leren effectief te leven.

De volgende keer dat u wikt en weegt en u afvraagt wanneer u eindelijk eens het heft van uw leven in eigen hand zult nemen stelt u dan eens de volgende vraag: ‘Hoe lang zal ik dood zijn en hoe lang ben ik dood geweest? Het antwoord zal zijn eeuwig. De eeuwen voor uw geboorte heeft u niet bestaan en de eeuwen van uw dood zult u opnieuw niet bestaan. Met dat eeuwige perspectief voor ogen kunt u nu een eigen keus maken en al dat getob, de angst, de vraag of u het u al dan niet kunt veroorloven en al uw schuldgevoelens overlaten aan hen die wel het eeuwige leven hebben.
Als u dergelijke stappen niet gaat zetten, staat u te wachten dat u uw leven uw hele leven zult leiden zoals anderen zeggen dat u leven moet. Uw verblijf op Aarde is slechts kort. Het is uw leven doe ermee wat u wilt.

dinsdag 18 februari 2014

GEDACHTEN KUNNEN JE PIJN DOEN


Het ene moment lijkt alles nog koek en ei en ben je eigen beste vriend, en even later ben je eigen ergste vijand. Je gedachten hebben zich tegen je gekeerd. Als je gedachten je voortdurend vertellen dat de hele wereld tegen je is, wordt iedere ontmoeting of waarneming al gauw een kwelling. In een lange stoet trekken je gedachten door je hoofd, ze buitelen over elkaar heen en brengen allemaal hun eigen schaduwen met zich mee. Je gedachten hebben zich tegen je gekeerd en ook in de buitenwereld gaat alles mis nu je innerlijke wereld totaal ontregeld is.
Bekijk je de tendens van je dagelijkse gedachten wat nauwkeuriger dan zie je hoe ze de innerlijke film kleuren die je op de buitenwereld projecteert. Zo schrikt een angsthaas van iedere onverwachte beweging. Als hij met het vliegtuig gaat is hij er van overtuigd dat het toestel zal neerstorten. Gaat hij naar de huisarts dan weet hij al haast zeker dat hij kanker heeft. Iemand die jaloers is vindt elk uitje van zijn of haar geliefde verdacht, elk lachje naar een ander is een dolksteek in de rug. In de hoofden van deze types (en in die van de driftkikkers, de gulzigaards, de seksmaniakken en de geldwolven onder ons) wakkeren de gedachten dagelijks aan tot een enorme storm. En dat heeft heel wat gevolgen voor hun levensvreugde en die van hun naasten.
Toch is die knoop in je darmen en die brok in je keel niet het gevolg van een oneerlijke echtgenoot of van wie of wat dan ook in de buitenwereld. Je eigen gedachten zijn de oorzaak. Zo’n verkramping is het resultaat van je eigen denkactiviteiten, die door vermenigvuldiging en uitkristallisering de indruk wekken dat ze van buiten komen en voortkomen uit de realiteit.
Het absolute onvermogen om je gedachten in bedwang te houden is de belangrijkste oorzaak van je lijden. Als je ophoudt je verstorende gedachten zo’n belangrijke plaats te geven, zou dat een enorme stap in de richting van innerlijke rust zijn. Je gedachten zijn het enige waar je volledige controle over kunt uitoefenen. Een oude man die naar spelende kinderen kijkt weet heel goed dat wat er gebeurt maar spel is en helemaal niet belangrijk is. De kinderen nemen hun spel wel heel serieus voor hen is het spel de werkelijkheid. Wij doen precies hetzelfde met onze gedachten. Net als kinderen verwarren we onze gedachten met de werkelijkheid. We moeten worden als de oude man die glimlachend naar het kinderspel van onze gedachten kijkt.

maandag 6 januari 2014

The Epictetus Rap

The Epictetus Rap
(From The Epictetus Club by Jeff Traylor)

My name is Epictetus, here's what I'm puttin' down,
If you ain't got your cog[nitive] skills, you're nothin' but a clown....
You know I was a prisoner, you know I was a slave,
It took all of my mind to control how I behave.
But I used my brain to live, I used my brain to get through,
I let go of entitlement, thinking I was due
Whatever I wanted, whatever anyone had,
I learned to focus elsewhere, then I didn't feel so bad.
I took my better feelings and opened up my mind,
I saw I used closed thinking, I saw that I was blind
To all my choices, all my options, all my possibility
And I made a vow right then that I knew I could be free
In my mind and in my heart
And in my thoughts is where to start.

So let me tell you what to do if you truly want to live
A life you can be proud of, a life where you can give
Instead of taking all the time, doing booze and drugs and
Clear your head, clear your conscience,
Clear your record, clear your mind,
Ain't no satisfaction in immediate grati-faction.

Now I know you think your circumstance
Is the reason for your victimstance,
But you know it ain't like that
You can survive like a cat.
Turn it on its ear, turn it upside down,
Instead of being crushed, ask how you can turn it 'round.
Don't just do the time, don't be a stupid fool,
This here is a place where if you play it cool,
You'll be stronger in your thinking, stronger in your heart,
When you come up out of here, you'll now know where to
To live a life of purpose, to live the life you need,
To let go of your past, your demands and your greed.

Instead of robbin' in the hood, but sayin' you are good,
Get yourself on home, forget that Robin Hood syndrome.
Don't be makin' no excuses, don't be blamin' no one else,
Take responsibility and be Master of Yourself.

DE REDE ALS EMOTIE


Mensen zijn net als alle andere levende wezens uitgerust met een genetisch vastgelegd pakket van fysieke en gedragskenmerken nodig om te kunnen overleven. Affecten (emoties en gevoelens) als honger, geilheid en saamhorigheid leveren bij vervulling een gevoel van genot op. De mens streeft van nature naar genot en probeert pijn te vermijden. Net als ieder ander levend wezen trachten wij op deze wijze te overleven. Hiertoe streven we, gedreven door onze emoties, het leven bevorderende zaken als gezondheid, macht, schoonheid en welvaart na. Onze egoïstische genen dingen daar nog het een en ander op af door het streven naar genot te laten samenvallen met de drang zo veel mogelijk van ons genetisch materiaal te verspreiden. Dit leidt tot gedrag dat niet altijd strookt met de belangen van het individu, maar meer met de belangen van de soort of de stam. Dat noemen we dan sociaal of altruïstisch.

Het toegeven aan je affecten levert genot op. Dat dit niet altijd het belang van het voortbestaan van het individu bevordert doet hier niet aan af. De neiging tot genot lijkt welhaast onweerstaanbaar, maar het eenmaal bereikte genot leidt al gauw tot verveling. Bij het nuttigen van junkfood en bij het snel er op en eraf wordt het zelfde biologische genotsgevoel ervaren als bij de meer gecultiveerde vormen van voeding en sex. Het simpel en snel te verkrijgen genot wordt al snel saai en vervelend. Alleen door de rede bij het genot te betrekken kan verveling voorkomen worden. Zo kan voeding in gastronomie en sex in erotiek veranderen. Voor een gelukkig leven is dan ook meer nodig dan biologisch genot alleen. Maar ook een gecultiveerd en beheerst genot is niet voldoende voor een gelukkig leven.

Het meest efficiënte overlevingsaffect waar de mens over beschikt is zijn rede, zijn vermogen tot reflectie en beoordeling. Veel beter dan welke snuit om in de modder naar wortels te zoeken of welk ingebouwd overlevingsgedrag dan ook is de rede in staat het overleven van het menselijk individu te bevorderen. De rede stelt de mens in staat onder de meest uiteenlopende omstandigheden voedsel en beschutting te vinden. Hij stelt hem in staat roofdieren af te weren, prooidieren te bejagen die zijn fysiek in principe ver te boven gaan, voedsel te verbouwen en zelfs onder extreme kou warmte en beschutting te vinden. Toch is de rede, hoe succesvol ook, in oorsprong niets anders dan een evolutionair ontwikkelde overlevingstactiek. En als zodanig in niets verschillend van andere emoties.