vrijdag 25 februari 2022

Verzinsels en realisme

 Onze wereld hangt van ficties aan elkaar en dat is maar goed ook. Verzinsels zijn nodig om te kunnen samenwerken. Zonder verzinsels als besloten vennootschappen, voetbalclubs, religies of landen zouden we nog steeds in kleine groepjes jager-verzamelaars over de Aarde rondzwerven. Die ficties zijn dus van groot belang. Uw geestelijke en lichamelijke vermogens als mens zijn niet veel anders dan die van uw prehistorische voorouders. Toch zijn uw levensomstandigheden onvergelijkbaar anders. Uw vermogen om een web van verhalen en verzinsels te creëren stelt u echter in staat om in grotere verbanden dan kleine familiegroepjes samen te werken.


Het klinkt misschien wat gek om allerlei imaginaire entiteiten als landen en bedrijven op te voeren die dingen als steden gaan bouwen, handel gaan drijven en oorlogen gaan voeren, maar zonder dergelijke verzinsels zouden we nooit in grotere verbanden kunnen samenwerken. We zeggen, bijvoorbeeld, dat Amerika de atoombom heeft uitgevonden, en dat Google de maker van de grootste internet zoekmachine is, terwijl dat in werkelijkheid natuurlijk helemaal niet zo is. Het zijn bepaalde individuele geleerden en werknemers die dat allemaal gedaan hebben. Zoiets als Amerika of Google bestaat in de werkelijkheid helemaal niet. Het is een verzinsel dat we gebruiken om in grote groepen mensen te kunnen samenwerken.


Verzinsels helpen ons om beter samen te kunnen werken. De prijs die we daarvoor betalen is jammer genoeg nog al hoog. We hebben de neiging om te veel belang te gaan hechten aan die verzinsels. Het gaat echt goed mis als we die verzinsels de einddoelen van onze samenwerking gaan laten bepalen. Dergelijke verzinsels gaan zich dan als een doel op zich gedragen. Het is maar de vraag of dat ook in het belang van u als individu of van een samenleving als zodanig is. Menselijke samenwerkingsverbanden beoordelen zichzelf meestal aan de hand van door hen zelf opgestelde maatlatten. Imaginaire entiteiten als religies, naties en bedrijven beoordelen hun succes of falen vaak aan de hand van maatstaven die de materiële, sociale, psychologische en intellectuele behoeften van mensen ondergeschikt maken aan hun eigen doelstellingen. Een religie is succesvol als zoveel mogelijk mensen de goddelijke geboden tot op de letter volgen, een natie is glorieus als ze andere landen aan zich onderwerpt en een bedrijf floreert als het veel geld verdient.


Van een stoïcijn wordt verwacht dat hij de werkelijkheid zo realistisch mogelijk bekijkt. Het is dan ook raadzaam om de zaken zo nu en dan eens te bekijken vanuit het standpunt van werkelijk bestaande entiteiten. Maar, hoe weet u of iets werkelijk bestaat? Heel makkelijk. Vraag uzelf af of het iets is dat een eigen bewustzijn heeft. Als de tempel van Zeus wordt platgebrand, lijdt Zeus daar dan onder? Overlijdt er iemand op het moment dat een bedrijf failliet gaat? Heeft een land pijn als het een oorlog verliest? Wordt een club vrolijk als het een wedstrijd wint? Nee natuurlijk niet! Het zijn de gelovigen, werknemers, soldaten en supporters die werkelijk voelen wat er gebeurt. Het zijn de bewuste wezens die de gevolgen ondervinden niet de imaginaire entiteiten.


Natuurlijk kan er ook leed veroorzaakt worden door ons geloof in verzinsels. Het geloof in religieuze en nationalistische fantasieën kan leiden tot oorlogen waarin miljoenen mensen worden gedood. De oorzaak van die oorlogen is fictief maar het leed is heel reëel. Dat is dan ook precies de reden waarom stoïcijnen hun best moeten doen om zoveel mogelijk het onderscheid tussen fictie en werkelijkheid te maken. Fictie is niet slecht. Het is zelfs van vitaal belang. Zonder algemeen geaccepteerde ficties als geld, bedrijven en staten kan een complexe maatschappij als de onze niet functioneren. Zonder bedachte regels kunnen we niet profiteren van onderwijs, supermarkten en rechtbanken. Zaken die trouwens zelf ook weer van die verzinsels zijn. Maar we moeten nooit vergeten dat die verzinsels werktuigen zijn. Ze moeten geen doel op zich worden. Zodra we vergeten dat het pure fictie is verliezen we de realiteit uit het oog. Dan beginnen we oorlogen vanwege onze religie of om de belangen van ons land te beschermen. Dan buiten we mensen uit om de winstcijfers van ons bedrijf omhoog te krikken.


Bedrijven, geld, religies en naties bestaan alleen in onze verbeelding. We hebben ze bedacht omdat ze ons van dienst zijn. Zorg er voor dat dat zo blijft en dat u zichzelf niet in dienst stelt van die ficties. U bent een autonoom bewust individu, laat uw leven niet beheersen door allerlei verzinsels. 


zaterdag 19 februari 2022

De biochemie en algoritmes van uw emoties

Uw emoties zijn niets meer dan biochemische algoritmes. Het klinkt misschien wat raar om iets dat door veel mensen als wezenlijk aan het menszijn wordt beschouwd aan te duiden met zo'n kille aan de informatica ontleende term. Toch zijn emoties niet één of ander geheimzinnig spiritueel fenomeen dat u op mysterieuze wijze in contact brengt met het 'hogere'. Emoties zijn meer dan het vermogen om hoofse liefde te voelen, gevoelige gedichten te kunnen schrijven of andere vormen van kunst te produceren. Nee, emoties zijn biochemische algoritmen die cruciaal zijn voor uw overleven en vermogen tot voortplanten. Emoties zijn dan ook niet uniek voor mensen. Alle zoogdieren, vogels, reptielen en waarschijnlijk ook vissen en amfibieën hebben in de loop van hun evolutie dergelijke behoeften en vermogens ontwikkeld. Laten we eerst eens kijken wat een algoritme voor iets is en hoe ze samenhangen met onze emoties. Volgens het woordenboek is een algoritme een methodische reeks stappen die gebruikt wordt om berekeningen te maken, problemen op te lossen of beslissingen te nemen. Een algoritme is dus niet zelf een berekening, maar een methode die gevolgd wordt om een berekening te maken. Als u bijvoorbeeld het gemiddelde van twee getallen wilt bereken telt u die getallen bij elkaar op en deelt ze door twee. Dit is een algoritme, maar ook het recept voor het maken van uiensoep is een algoritme. Snipper tien uien. Doe een scheut olie in een pan. Fruit de uien. Voeg anderhalve liter bouillon toe. Enzovoort, enzovoort. Je kunt hetzelfde algoritme telkens weer opnieuw toepassen. Je kunt zelfs de ingrediënten aanpassen om een andere soort soep te maken. Maar het algoritme blijft hetzelfde.Een recept kan geen soep maken. Daar heb je een mens voor nodig, maar je kunt ook een machine bouwen die de stappen van het algoritme nauwgezet volgt en zo soep maakt. Er zijn niet veel soepmachines in de wereld, maar u bent waarschijnlijk wel bekend met het fenomeen koffieautomaat. Ook mensen zijn algoritmen. Toegegeven heel wat ingewikkeldere algoritmen dan koffiezetapparaten, maar niettemin een algoritme. Ook het biochemisch algoritme mens kan een kopje koffie produceren, maar in wezen is het menselijk algoritme vooral gericht op het maken van kopieën van zichzelf. Koffiezetapparaten werken door mechanische structuren en elektronische impulsen, mensen werken via zintuiglijke indrukken, gedachten en emoties. Neem het volgende overlevingsprobleem. Een oermens ziet een boom met sappige appels staan, maar hij ziet ook dat er een sabeltandtijger in het struikgewas ligt. Moet hij zijn leven riskeren voor de appels? Deze vraag komt neer op een wiskundige kansberekening. De kans dat hij omkomt van de honger tegenover de waarschijnlijkheid dat hij eindigt als lunch voor een sabeltandtijger. Om dit probleem op te lossen moet onze oermens een hele berg data doorworstelen. Hoe ver ben ik van de boom? Hoe ver is de tijger? Hoe hard loop ik en hoe snel kan dat monster lopen? Ziet hij er hongerig uit of slaapt hij? Hoeveel honger heb ik zelf eigenlijk? Om al die kansen en variabelen tegen elkaar af te wegen heeft onze oermens een heel reeks complexe algoritmen nodig. De beloning voor een correcte berekening is immens: het overleven van onze oermens. Maar ook de straf voor een foutieve berekening is desastreus: de dood. Een voorzichtige en angstige oermens loopt de kans van de honger om te komen en geeft zo zijn genen niet door. Een overmoedig exemplaar eindigt in de maag van de tijger en komt al evenmin aan voortplanting toe. Alleen iemand met een kloppend algoritme zal overleven en zijn genen aan een volgende generatie doorgeven. Deze algoritmen ondergaan een constante en rigoureuze kwaliteitscontrole door natuurlijke selectie. Alleen mensen die een juiste berekening kunnen maken zullen nakomelingen nalaten. Hoe berekent onze oermens zijn kansen? Hij haalt niet pen en papier uit zijn achterzak om loopsnelheden en energieniveaus met zijn rekenmachine te gaan uitpluizen. In feite is hij zelf de rekenmachine. Wat wij emoties en sensaties noemen zijn in wezen algoritmen. Onze oermens voelt zijn maag knorren als hij honger heeft, bibbert als hij bang is voor de sabeltandtijger en voelt het water in zijn mond lopen als hij de sappige appels ziet hangen. Binnen een fractie van een seconde wordt hij overspoeld door een heel scala aan emoties die in feite het rekenproces van zijn algoritme vormen. Ook de uitkomst is een emotie. Als hij besluit om het er op te wagen voelt hij zich krachtig en stoer. Hij kan het. Hij gaat ervoor. Op naar de appels! Of hij raakt overmand door angst. Zijn schouders gaan hangen zijn knieën knikken. Help, een tijger! Wegwezen! Het blijft natuurlijk niet bij het oplossen van overlevingsproblemen. Om zijn genen door te geven moeten er ook kopieën gemaakt worden. Ook daar zijn algoritmen voor nodig. De natuurlijke selectie heeft verlangen en afkeer geschapen om voortplantingskansen te berekenen. Schoonheid en status staan voor een goede kans op succesvol nageslacht. Als een vrouwtjes mens een mannetjes lichaam ziet treden er extreem effectieve algoritmen in werking die door miljoenen jaren van evolutie zijn geperfectioneerd. Binnen een paar milliseconden converteren deze algoritmen feitjes over het uiterlijk van dit mannetje naar voortplantingskansen. Dit is een sterk en gezond mannetje met goede genen en een grote kans op voortplantingssucces. Als ik met hem paar krijgt mijn nageslacht ook goede genen. Die conclusie wordt natuurlijk niet uitgedrukt in woorden en cijfertjes maar in het brandende verlangen dat wij verliefdheid noemen. We hebben eerder al gezien dat uw emoties een evolutionaire oorsprong hebben en dat ze een belangrijke rol speelden bij uw overleven. Die voor een jager-verzamelaar essentiële gevoelens zijn in de moderne tijd vaak een last geworden. Emoties die in de oertijd heel zinnig en nuttig waren, vallen nu totaal uit de toom en zijn volstrekt overbodig. Zonder duidelijke en rationele rede voelt u zich op het ene moment vrolijk of zelfs uitgelaten, maar op een ander moment ronduit rot. Uw humeur fluctueert nogal en dat is eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. De meeste mensen schieten in een oogwenk van vrolijk en opgewekt naar chagrijnig of kwaad. Stoïcijnen willen echter graag dat u zich stabiel goed en prettig voelt. Om te weten hoe ze dat voor elkaar willen krijgen is het goed om eerst eens te kijken wat al die fluctuerende gevoelens nu eigenlijk zijn. In uw computer zijn het elektrische stroompjes en geïntegreerde schakelingen die de algoritmen vormen. Maar hoe zit dat in uw levende lichaam? Biologen leggen een verband tussen emoties en genetische factoren. Maar ook dat zegt nog niets over wat emoties nu eigenlijk zijn. Volgens diezelfde biologen is onze emotionele en mentale toestand het gevolg van door de evolutie gevormde biochemische processen. Het zijn in hun ogen niet bepaalde externe factoren die bepalen hoe we ons voelen. Nee onze gemoedstoestand is het resultaat van de werking van hormonen en neurotransmitters als dopamine, serotonine en oxytocine. U wordt niet gelukkig van het vinden van uw grote liefde, het winnen van de loterij of het verkrijgen van die belangrijke order. U wordt alleen gelukkig van door bepaalde stofjes opgewekte aangename gevoelens in uw lichaam. U voelt u gelukkig door een storm van elektrische stroompjes die door uw hersenen heen en weer flitsen en door allerlei hormonen die daardoor in uw bloedbaan worden losgelaten. Emoties zijn dan ook lichamelijk, het zijn veranderingen in uw lichamelijke toestand. Als u emoties hebt ervaart u dingen als hartkloppingen, rillingen, buikpijn, of u wordt duizelig, loopt rood aan, krijgt knikkend knieën, voelt vlinders in uw buik. Kortom emoties gaan gepaard met een heel scala aan meer of minder aangename en onaangename lichamelijke sensaties. Deze aandoeningen zijn het directe gevolg van die hormonen en neurotransmitters. Hormonen en neurotransmitters zijn chemische stofjes die allerlei lichamelijke processen in werking zetten en besturen. Ze zijn het biochemische equivalent van uw emoties. Zo is adrenaline een stresshormoon dat vrijkomt in levensbedreigende situaties en het lichaam in staat van paraatheid brengt om te vechten of vluchten. U krijgt een versnelde ademhaling, verhoogde hartslag en bloeddruk, verwijde pupillen en u bent extra alert. Het gaat gepaard met emoties als woede en angst. Cortisol is ook een stresshormoon, maar dan één dat vrijkomt in spannende maar niet direct levensbedreigende situaties. Het gaat om het soort spanning dat u voelt bij een sollicitatiegesprek of bij het betreden van een nogal wilde kermisattractie. Het gaat gepaard met emoties als irritatie, nervositeit en prikkelbaarheid. Dopamine komt onder prettigere omstandigheden om de hoek kijken, het wordt ook wel het gelukshormoon genoemd. Het geeft een goed gevoel en komt bijvoorbeeld vrij bij het luisteren naar muziek, sport en bij een orgasme. Het leidt tot gevoelens van blijdschap, genot en verlangen, maar het kan ook tot obsessies en verslaving leiden. Endorfine is een verzachtend hormoon. Het stilt pijn na zware lichamelijke inspanning en geeft gevoelens van plezier en vrolijkheid. Een ander bekend hormoon is oxytocine, ook wel het knuffelhormoon genoemd. Het komt vrij bij sociaal contact en bij dingen als knuffelen, verzorgen en seks. Het leidt tot gevoelens van liefde en vertrouwen, maar ook tot jaloezie en liefdesverdriet. Serotonine is een neurotransmitter die gevoelens van trots en zelfvertrouwen opwekt en het bekende testosteron is één van de chemische verbindingen die voor uw geslachtsdrift zorgt. Dit is nog maar een deel van de bekende hormonen en neurotransmitters die verantwoordelijk zijn voor uw emoties. Bovendien ligt het allemaal nog een stuk complexer dan dit overzichtje lijkt te suggereren. De verschillende stoffen werken op elkaar in en verschillende combinaties en concentraties leveren allemaal ook weer verschillende emotionele toestanden op. Het zijn deze biochemische algoritmen van uw lichaam die bepalen wat u doet en hoe u zich voelt. Emotionele toestanden die van cruciaal belang zijn voor uw leven en overleven als mens. Ze zorgen ervoor dat uw lichaam adequaat reageert op prikkels uit de buitenwereld. Het zou best kunnen dat ze uw leven al een paar keer gered hebben. Ze bepalen voor een belangrijk deel wat u doet en hoe u zich voelt. Zonder een flinke adrenalinestoot was u misschien niet op tijd opzij gesprongen voor die aanstormende vrachtwagen, en zonder een flinke stoot oxytocine was u waarschijnlijk nooit verliefd geraakt op uw huidige partner. Uw biochemische algoritmen zijn het materiaal waarmee u als stoïcijn moet werken. De hele stoïcijnse levenskunst is er op gericht om hierin een voor u zo prettig mogelijk evenwicht te realiseren. Gelukkig beschikt u over een vermogen waarmee u invloed kunt uitoefenen op uw persoonlijke biochemie. De uitkomsten van uw persoonlijke biochemische algoritmen zijn te beïnvloeden. Uw rede is het instrument waarmee u het al dan niet vrijkomen van de hormonen en neurotransmitters die uw gevoelens dicteren kunt sturen. Dat zal lang niet altijd goed gaan en zal ook niet altijd het gewenste effect hebben, maar het is het wel enige middel dat tot uw beschikking staat om uw leven wat aangenamer te maken.

zaterdag 5 februari 2022

9.4 Een schema

 In de vorige paragrafen hebt u geleerd dat de wereld in twee delen uit elkaar valt. Een deel waar u een onbeperkte en volledige controle over hebt en een deel waar u geen of niet meer dan een beperkte en gedeeltelijke controle over hebt. Schematisch zou dat er als volgt uit kunnen zien:



DIRECT EN VOLLEDIG - OORDEEL
- WIL
- VERLANGEN

CONTROLE

INDIRECT EN BEPERKT AL HET OVERIGE



De dingen waar u geen volledige controle op kunt uitoefenen

Beperkte of geen controle

Eigenschappen

Gevolgen

  • Uw lichaam

  • Andere personen

  • Bezittingen

  • Reputatie

  • Status (baan)

  • Alles wat los van u staat, wat extern is aan uw wezen

  • Van nature onderworpen

  • Beperkt

  • Afhankelijk van anderen

  • Zwak

  • U zult beperkingen ondervinden

  • U zult verdriet en ergernis ondergaan

  • U zult zich zorgen maken

  • U zult het noodlot en andere mensen beschuldigen


De dingen waar u volledige controle over hebt

Volledige controle

Eigenschappen

Gevolgen

  • Uw mening (oordeel en overtuigingen)

  • Uw bedoelingen en wil om te handelen (intentie)

  • Uw verlangens en aversies (gevoel en emotie)

  • Van nature vrij

  • Onbeperkt

  • Sterk

  • Volledig onder uw controle

  • U zult nergens toe gedwongen kunnen worden

  • Niemand zal u kunnen hinderen

  • U zult niets en niemand ergens de schuld van geven

  • U zult nooit iets tegen uw wil doen

  • U zult geen vijanden hebben

  • U zal geen kwaad kunnen overkomen



U heeft dus een volledige controle over de doelen die u zichzelf stelt. U bent bijvoorbeeld volledig vrij om te beslissen dat u keizer van China wilt worden, miljonair of de nieuwe Einstein. Of u uw doel ook echt zult bereiken ligt echter niet helemaal binnen uw sfeer van invloed. U hebt ook volledige controle over uw waarden, over de dingen die u waardevol of juist verwerpelijk vindt. Waar hecht u belang aan? Uw gezin, uw tuin, land, postzegelverzameling of misschien uw levensfilosofie. Dat ligt volkomen aan uzelf. Niemand anders kan dat voor u bepalen. Daarnaast heeft u ook nog de volledige controle over uw mening, over wat u ergens van vindt. Misschien vindt u Beethoven de beste componist ooit of zijn het voor u juist de Beatles, of u vindt dat god groot is of dat twee en twee vijf is. Hoe zinnig of onzinnig uw meningen ook zijn, ze zijn helemaal van u en alleen u bepaalt wat u vindt. Dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat u gelijk hebt en dat uw mening ook met de werkelijkheid overeenstemt. Dat is weer iets waar u geen volledige invloed op hebt.

Het is u ondertussen misschien opgevallen dat de stoïcijnen drie soorten dingen onderscheiden waar we controle over hebben. Een daarvan is onze 'instemming', onze mening, ons oordeel over dingen. Dit is onze capaciteit om te onderkennen dat iets waar of onwaar is. Dit vermogen gebruiken we ook wanneer we er al dan niet voor kiezen om een bepaalde emotie te voelen (een pre-emotie is zoals we zagen weer een ander verhaal). Over dit oordeelsvermogen hebben we altijd een volledige controle. Hoe we de dingen beoordelen is volkomen onze eigen zaak. Zelfs als we ons vergissen of het slachtoffer van bedrog zijn, ligt ons uiteindelijke oordeel over de vraag wat iets is volledig binnen onze eigen controle (hoewel dit natuurlijk niet garandeert dat onze oordelen altijd juist zijn).

U kunt, bijvoorbeeld van mening zijn (oordelen) dat twee plus twee vier is. Uw vermogen om vast te stellen dat dit het geval is kan nooit van u worden weggenomen. Zelfs als een wrede folteraar zou proberen u te dwingen om te geloven dat twee plus twee vijf is, lukt hem dat niet. Misschien dat u onder invloed van extreme pijn zou schreeuwen: ‘Ja! Twee plus twee is vijf!' Maar dan zou u liegen, en u zou weten dat u dat doet. Uw uitroep betekent nog niet dat iemand anders de macht gekregen heeft over uw eigen capaciteit om te oordelen.

Het tweede soort zaken waarvan de stoïcijnen zeggen dat we er controle over hebben is ons vermogen om 'ons ergens op te richten'. Dit valt beter te begrijpen als het vermogen om op een bepaalde manier te willen handelen. Het gaat hierbij dus om een intentie, een neiging en bedoeling om iets te gaan doen. Epictetus noemt lopen als voorbeeld. Of ik kan lopen is niet helemaal in mijn macht: ik kan opgesloten zitten in een kast, mijn benen zouden vastgebonden kunnen zijn, ik kan door een gekke wetenschapper geïnjecteerd zijn met een verlammende middel. Elk van deze beperkingen voorkomt dat ik kan lopen. Toch ligt mijn intentie om te lopen, opgevat als mijn vermogen om te willen lopen, en mijn vermogen om te proberen te lopen, volledig onder mijn controle. Zoals Epictetus zegt, mijn intentie om te lopen kan niet worden tegengehouden. Er kan iets in de buitenwereld zijn dat me tegenhoudt, maar mijn wil om iets te doen kan niet worden belemmerd. Nog een voorbeeld. U wil graag de loterij winnen. De wil om te winnen ligt binnen uw vermogen, maar u hebt geen enkele controle over het al dan niet winnen van de honderdduizend. U moet natuurlijk wel eerst een lot kopen om een kans te maken. Uw wil om een lot te kopen ligt in uw macht. Of het u vervolgens ook lukt om dat lot te kopen (de sigarenboer kan dicht zijn of de website van de loterij kan down zijn) ligt weer buiten uw invloed en of u dan ook nog toevallig het winnende lot koopt is al helemaal niet meer van uw wil afhankelijk.

Tenslotte is er als derde categorie ook nog ons gevoel uitgedrukt in onze verlangens en aversies. Onze verlangens en angsten zijn het gevolg van genetisch vastgelegde instincten. In de prehistorie waren het heel nuttige neigingen die ons in staat stelden te overleven. Door emoties aan bepaalde indrukken uit de wereld te verbinden worden we een bepaalde handelingsrichting op geduwd. Voordat het zover komt hebben we echter nog de kans om een bepaald verlangen op de pijnbank van ons intellect (hegemonikon) te leggen. Is het wel zo verstandig om dat tweede gebakje te nemen? Op een dergelijke manier hebben we dus ook weldegelijk invloed op onze verlangens en afkeren.

De inmiddels vertrouwde reeks uit een vorige les komt hier weer naar voren:

Indruk  ->  pre-emotie  ->  waardeoordeel  ->  emotie/verlangen  ->  intentie tot handelen

De indruk uit de buitenwereld en de (pre-emotie) die het reptielenbrein daaraan verbindt vallen buiten onze macht, maar in de instemming met de pre-emotie (het waardeoordeel), het verlangen (de emoties) en de handeling (de intentie) herkennen we de driedeling van zaken die in onze macht liggen. Zo blijkt dat ons lichaam en de dingen in de wereld buiten ons lichaam niet (volledig) in onze macht zijn. Maar interne dingen, onze gedachten, oordelen over wat na te streven, wat te vermijden en over wat is, verlangens, aversies en onze intenties over de manier waarop we zouden willen handelen, en wat we willen proberen te doen, liggen (volledig) binnen ons vermogen. Samengevat kan er dus gezegd worden dat u de volgende drie aspecten van uw bestaan volledig onder controle kunt hebben:

  1. Uw gedachten. U bent dus verantwoordelijk voor wat u denkt, voor uw mening en de waardeoordelen over wat er om u heen en met u gebeurt.

  2. Uw gevoel. U bent dus verantwoordelijk voor uw emoties, voor de dingen waar u naar verlangt en de zaken die u probeert te vermijden.

  3. Uw intentie. U bent dus verantwoordelijk voor wat u wilt doen, voor uw wil tot handelen.

Daar staat dan dus tegenover dat u geen controle hebt:

1. Over wat er in de wereld gebeurt.
2. Over uw lichaam.
3. Over andere mensen.
4. Over alles wat overblijft.


Oefening: Waar hebt u in uw dagelijks leven controle over?

Beschrijf in uw dagboek een aantal gebeurtenissen uit uw dagelijks leven en maak daarbij onderscheid tussen de dingen die in uw macht liggen en die niet in uw macht liggen. U kunt bijvoorbeeld opschrijven: 'Ging winkelen. In mijn macht: de beslissing om dit te doen. Niet in mijn macht: de mogelijkheid om er te komen (de auto zou stuk kunnen zijn - dat gebeurde niet, maar het had gekund), of de winkel open is (er zou brand geweest kunnen zijn - dat was er niet, - maar het had het geval kunnen zijn); het vinden van de spullen die ik wilde hebben... '

Houdt dit zo lang als u wilt bij, maar doe het in elk geval minimaal een week. Maak u er niet druk over dat het bijna allemaal om triviale gebeurtenissen gaat.

Zorg ervoor dat u juist de dingen die fout gaan meeneemt. Beschrijf uw reactie op tegenslagen en teleurstellingen. U zou iets kunnen opschrijven als: 'Ging winkelen. In mijn macht: de beslissing om dit te doen. Niet in mijn macht: dat de winkel dicht was! In mijn macht: me hier aan ergeren, dus besloten om dit niet te doen'!

Hoewel externe omstandigheden een bepaalde reactie aan u kunnen opdringen (zoals geïrriteerd raken omdat de winkel gesloten was) ligt het toch geheel binnen uw macht of u zichzelf toestaat om u ook daadwerkelijk te ergeren. Zeg daarom regelmatig tegen uzelf: Ik ben alleen verantwoordelijk voor wat ik denk, voel en wil.