zaterdag 29 mei 2021

4.5 Tenslotte

 



Zo dat was een behoorlijke brok theorie. Voor u misschien vooral een hoop abstract geneuzel. Ik hoop dat ik u met deze les niet al te erg heb afgeschrikt met mijn verhaaltjes over indelingen van de filosofie, stoïcijnse drietanden en de vier klassieke hoofddeugden. In de komende lessen gaan we de drie stoïcijnse lesvakken eens van wat dichterbij bekijken. Ik kan u echter niet beloven dat het nu afgelopen is met de theorie en abstractie, maar het gaat in elk geval wel een behoorlijke stuk praktischer worden. In de volgende les wordt een begin gemaakt met de stoïcijnse leer van de juiste wilskracht.

Als klein zoenoffer voor dit nogal abstract hoofdstuk wil ik u tot slot toch alvast een voorproefje geven van de stoïcijnse praktijk. Daarom wil ik deze nogal theoretische en abstracte les niet afsluiten zonder u al wat stoïcijnse wapens in handen te geven om u meteen al de goede kant op te sturen. Volgens Epictetus is het leven datgene wat er nu om u heen gebeurt. Hij vergeleek het leven vaak met de Olympische Spelen. U bent allemaal Olympisch atleet. De wedstrijden zijn al bezig, u moet oefenen en leren terwijl de strijd om u heen al in alle hevigheid gaande is. Om u daar meteen een beetje bij te helpen volgen hieronder een paar eenvoudige tips en oefeningen waarmee u een begin kunt maken om alvast een beetje stoïcijn te worden. Het zijn wel oefeningen in de stijl van ‘lifestyle magazines’ en zelfhulpboeken, verwacht er dan ook niet te veel van. Stoïcisme is geen ‘quick fix’, maar het zal u allicht een beetje op weg helpen. Voor de komende twee weken kunt u eens aan de slag gaan met de stoïcijnse tips. Kijk wat ze voor u doen en kom er achter welke tips u het meest aanspreken. Vergeet ondertussen niet om ook aan uw nieuwe deugdenlijstje ingedeeld naar de vier kardinale deugden te werken.

Oefening: Tien stoïcijnse tips

Tip 1 Word een binnenvetter
Houd uw emoties binnen en laat ze zo min mogelijk aan de buitenwereld zien. Wanneer er iets gebeurt waardoor er een emotionele respons bij u wordt opgewekt, probeer dan fysiek zo weinig mogelijk te reageren. Houd uw gezichtsuitdrukking in bedwang, laat niet merken dat u boos of verdrietig wordt. Uit onderzoek blijkt dat ons reptielenbrein, zoals u later zult zien de bron van onze emoties, sterk reageert op onze lichaamsgesteldheid. Als u verdrietig bent en uw mond toch tot een glimlach dwingt, vermindert dat uw verdriet. Als u gespannen bent kunt u rustig gaan ademen en uw lichaam dwingen zich te ontspannen. Dit geeft uw reptielenbrein automatisch het signaal om de negatieve emotie af te zwakken of misschien zelfs te stoppen. Probeer uw reptielenbrein af te leiden. Neurie in gedachten een liedje of herhaal een van te voren ingestudeerde zin. Dwing uw gezicht in een rustige plooi, probeer te glimlachen en zeg in uw zelf zoiets als: ‘Dit raakt me niet en doet me niks. Ik ben volkomen rustig en ontspannen’.

Tip 2 Zeur niet
In het verlengde van de vorige tip kunt u ook proberen uw verbale reactie in te perken. Door mondeling te reageren op een emotionele situatie bevestigt u dat er iets aan de hand is. Klaag niet en vraag niet meteen om hulp, maar probeer een probleem zoveel mogelijk zelf op te lossen. Als u verbaal reageert zien niet alleen de mensen om u heen dat iets u aangrijpt, maar ook uw reptielenbrein wordt bevestigd in zijn overtuiging dat er iets mis is, en doet er dan zelfs nog een schepje boven op. Door niet te zeuren en weinig te zeggen lokt u ook geen tegenreactie van uw omgeving uit. Een negatieve reactie maakt u alleen maar emotioneler, maar ook een vriendelijke begrijpende reactie is olie op het vuur van uw reptielenbrein. Dat reageert meteen: ‘Zie je wel er is toch iets mis’. En uw negatieve emoties krijgen een extra impuls.

Tip 3 Stel uit tot morgen
Dit alles betekent niet dat u uw emoties volledig moet wegstoppen en onderdrukken. Ervaar ze wel, maar laat ze niet zien. Houd het ondergaan van uw emoties beperkt tot uw innerlijk. Emoties onderdrukken is zinloos. Ze komen gegarandeerd op een ander moment weer terug en dat is altijd een moment dat u het nou net niet kunt gebruiken. Emoties opkroppen en die niet aanpakken, iets waar de bovengenoemde methoden toe zouden kunnen leiden, is bovendien erg ongezond. Uitstellen is echter wat anders dan onderdrukken. Kies een vast tijdstip uit waarop u uw emoties de vrije loop kunt laten. Zorg dat u alleen bent en niet gestoord kunt worden en laat alle zorgen en emoties van de afgelopen dagen op u afkomen. Zorg dat u een gezonde manier vindt om uw emoties te uiten. Dit kan betekenen dat u in een kussen schreeuwt, uw gevoelens en gedachten opschrijft in een dagboek, of wat voor u maar een geschikte manier is. Beperk het uiten van emoties tot dit zorgenuurtje en stel emoties ook uit tot dit vaste tijdstip. Zeg tegen uw reptielenbrein zodra u een negatieve emotie voelt opkomen: ‘Even wachten jij komt straks wel aan de beurt’.

Tip 4 Word een realist
Onze negatieve emoties kunnen ervoor zorgen dat we verkeerde beslissingen nemen die ons leven slechter maken. Omdat emoties vaak onlogische reacties zijn op gebeurtenissen, zoekt het stoïcisme naar oplossingen voor emotionele problemen door logica toe te passen. Misschien klopt uw oordeel dat iets slecht, verdrietig of angstaanjagend is wel helemaal niet. Als u bang bent voor muizen zal dat weliswaar niet zo maar verdwijnen door alleen te denken dat een muis geen enkel gevaar oplevert, maar door dat consequent te blijven volhouden dringt het uiteindelijk toch ook tot uw reptielenbrein door dat er niets aan de hand is. Zodra u merkt dat u negatieve emoties krijgt over iets dat in uw omgeving gebeurt: stop dan even. Denk na. Zal die emotie de situatie oplossen? Ja, als er een neushoorn op u af komt stormen dan is een emotionele reactie zeker op zijn plaats. Maar meestal zal de emotionele reactie weinig uithalen om de situatie te verbeteren. Het gaat om uw daden, die kunnen eventueel de veranderingen teweeg brengen die u wilt zien. Wanneer dingen u emotioneel maken, ga dan op zoek naar wat er gedaan zal moeten worden om het probleem op te lossen en doe dat vervolgens dan ook.
Veel van uw emotionele reacties zijn trouwens het gevolg van een vaste ingesleten manier van denken en reageren. Een bepaalde situatie leidt dan automatisch tot een negatieve emotionele reactie. U heeft uzelf ongemerkt een bepaalde standaard reactie aangeleerd, maar die manier van denken kan veel onnodige negatieve emoties in de hand werken. Dat gebeurt vooral wanneer de dingen niet gaan zoals u wilt, of als mensen niet doen wat u van ze verwacht, of het niet met u eens zijn. Denk na over uw vooroordelen en automatische reacties en verzin andere manieren om naar die situaties te kijken. Dit zal het makkelijker maken om met de daaraan verbonden emoties om te gaan.

Tip 5 Sta eens in de schoenen van een ander
Wees mild voor anderen. Als een persoon u boos maakt of frustreert, probeer dan het probleem door diens ogen te bekijken. Realiseer u dat we allemaal fouten maken. Mensen doen slechts zelden iets om bewust kwaadaardig te zijn of opzettelijk problemen te veroorzaken. Meestal denken ze dat ze het juiste doen. Probeer te begrijpen waarom ze in uw ogen de fout in zijn gegaan en vergeef ze daarvoor. Ook u bent niet perfect en maakt geregeld fouten. Realiseer u dat en ga verder met het verbeteren van de situatie. Zeg bij uzelf: ‘Hij maakt een fout, maar beseft het niet en denkt dat hij het goed doet’.

Tip 6 Leef in het moment
De mens heeft de neiging om steeds plannen te maken voor de toekomst en zo te vergeten waar hij hier en nu mee bezig is. Sta zo nu en dan even stil en laat de malle molen van het leven en de stroom van uw gedachten even voor wat ze zijn. Door dit regelmatig te doen zult u merken dat u veel meer van het leven geniet. Laat uzelf overstelpt raken door verbazing en verwondering. Geniet van dat wat u op het moment aan het doen bent, terwijl u het aan het doen bent. Geniet even van wat u nu ziet, proeft, hoort, ruikt en voelt. Het verleden is voorbij, de toekomst moet nog komen, het enige moment en de enige plaats is het hier en nu.

Tip 7 Word een zwartkijker
Stoïcisme probeert uw brein opnieuw te trainen zodat u leert om gelukkiger te zijn met de dingen die u hebt. Een onderdeel van leren om gelukkiger te zijn met de dingen die we hebben is leren om geluk te vinden in de wereld om ons heen. Mensen raken snel verveeld als ze iets nieuws hebben, of dat nu een nieuwe auto of een nieuwe partner is. Stel u zo nu en dan eens voor hoe het zou zijn als u al die dingen niet meer zou hebben. Als u geen auto had, geen koelkast en als uw partner zou komen te overlijden. Hoe zou uw leven er dan uitzien? Door daar zo nu en dan bij stil te staan gaat u de dingen die u nu hebt veel meer waarderen. Dit is de hierboven behandelde techniek van de negatieve visualisatie. Negatieve visualisatie is een veel gebruikte trainingsmethode en dagelijkse oefening voor stoïcijnen. Hierbij maakt u zich er een voorstelling van hoe uw leven er uit zou zien zonder iets dat erg belangrijk voor u is. Deze oefening klinkt als iets waar je erg van streek door kunt raken en is zeker niet leuk om te doen, maar het kan er wel voor zorgen dat u meer geniet van de goede dingen in uw leven, en het zal u leren om te gaan met verlies door u er op voor te bereiden.

Tip 8 Geniet van kleine dingen
De mens neigt er van nature naar om zich een beetje ontevreden en ongelukkig te voelen, ongeacht wat we doen. Die neiging maakt u rusteloos, het is nooit genoeg. Handig voor een oermens die pakken moet wat hij pakken kan, maar voor onze tijd toch vooral vervelend. U kunt zich hier tegen verzetten door de situatie waarin u nu verkeert te waarderen. Vergeet gewoon niet dat de wereld een geweldige plek is, ongeacht hoe slecht het lijkt te gaan. Net zo goed als u kunt leren om negatieve emoties te verminderen kunt u ook leren om positieve emoties te stimuleren. Negativiteit en het uitbannen van blije gedachten is voor sommige mensen bijna een gewoonte geworden. Doorbreek die gewoonte en koester uw positieve momenten. Leer te genieten van kleine dingen als een zingende vogel, de regen die op het dak tikt of een slok warme thee.

Tip 9 Neem afstand
Probeer uzelf los te maken van de situatie. Als er iets vervelends gebeurt en u te maken hebt met iets waardoor u van streek raakt, kunt u een, echte of denkbeeldige, stap achteruit doen en er van een afstandje naar kijken. Het idee hierbij is dat u zich een voorstelling maakt waarbij het vervelende dat u overkomt iemand anders overkomt. Dit is, zoals u misschien al is opgevallen, een variant op de hierboven behandelde techniek van de projectieve visualisatie. Wat voor advies zou u die persoon dan geven? Wordt de situatie hierdoor anders? Meestal zullen we, als iemand iets vervelends overkomt, diegene vertellen dat we het erg naar voor hem/haar vinden, maar dat dit soort dingen nu eenmaal gebeuren. En dat is de waarheid: er gebeuren dingen waar we geen controle over hebben en u er overmatig zorgen over maken zal de zaken niet verbeteren. Pas deze ideeën toe op uw eigen situatie en wie weet helpt het u om u beter te voelen.

Tip 10 Weet dat ook dit voorbij zal gaan
Stoïcijnen vechten tegen het gevoel van bestendigheid, tegen het gevoel dat dingen altijd hetzelfde zullen of horen te blijven. Wanneer we gehecht raken aan dingen, mensen of situaties zijn we meer ontvankelijk voor grote emotionele schommelingen op het moment dat we dingen verliezen. De stoïcijnse filosofie leert ons open te staan voor veranderingen en deze te accepteren. Geef het ingebakken gevoel van bestendigheid op. Dit gevoel is desastreus op een moment dat u te maken krijgt met verlies. Hoe groot of klein dat verlies ook is. U moet onthouden dat verandering onlosmakelijk met het leven verbonden is. Wanneer dingen waar u van houdt ophouden te bestaan, dan kan dat moeilijk zijn om te accepteren, maar het is wel onvermijdelijk. Wanneer het allemaal tegenzit en het lijkt alsof er nooit een eind aan de ellende komt, dan blijft het belangrijk om eraan te denken dat ook dit niet klopt. De wereld is constant in beweging, niets blijft zoals het is.

En als laatste tip:
Leer meer over het stoïcisme. Er zijn veel interessante dingen geschreven over en door stoïcijnen. Beroemde historische figuren als Cicero, Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius waren toegewijde stoïcijnen die uitvoerig over hun overtuiging schreven. Veel van hun werken zijn prettig leesbaar en behoren tot op de dag van vandaag tot de wereldliteratuur. Kijk nog eens naar het lijstje met boeken dat u de vorige les hebt gemaakt, zoek de boeken op op het internet, leen ze in de bibliotheek of koop ze, en lees ze! Het is de moeite waard.

Ik hoop dat u iets aan deze eerste serie tips hebt. Het zijn in dit stadium niet veel meer dan een rijtje stoïcijnse tegeltjeswijsheden. Nietszeggend en soms misschien zelfs een beetje banaal. Toch raad ik u aan om deze tien tegeltjes uit uw hoofd te leren en ze de komende tijd zo nu en dan eens voor de geest te halen. In het vervolg van deze cursus zullen deze tegeltjeswijsheden verder worden uitgewerkt en komen er nog heel wat tips bij. Er worden theoretische uiteenzettingen afgewisseld met allerlei oefeningen en technieken die het u mogelijk maken om het geleerde direct ook echt in de praktijk te gaan brengen. U heeft er in het voorgaande al met een paar kennis gemaakt. Eigenlijk vormen de oefeningen de kern van de cursus, stoïcisme leer je nu eenmaal niet uit een boek of van een leraar, maar door het te doen. Ik raad u dan ook aan de cursus niet in één keer te doorlopen. De cursus kan in een half jaar worden doorlopen, maar heeft het meeste effect als u er meer dan een jaar voor uittrekt. Neem de tijd om de oefeningen te doen en u vertrouwd te maken met de technieken. Lees de lessen een paar keer door zodat u zich de theorie eigen kunt maken en tot u door kunt laten dringen.

In de volgende les maken we een begin met de topos van de juiste wilskracht. Deze eerste topos van het stoïcijnse lesprogramma gaat, zoals we zagen, over lust en angst. Het wordt in verband gebracht met de fysica omdat de leerling hier moet leren hoe hij in overeenstemming met de natuur kan leven. Hij moet een harmonie met de universele, de menselijke en zijn eigen persoonlijke natuur zien te bereiken. In het kader van een leven in harmonie met de universele natuur zou u moeten leren alles wat de universele natuur op uw bordje legt te accepteren. Daarnaast hebben mensen een aantal natuurlijke neigingen gemeen. Die neigingen waren in de prehistorie essentieel om te kunnen overleven, maar ze veroorzaken in de moderne tijd heel wat moeilijkheden. Het ongebreideld najagen van uw instincten leidt niet alleen tot lichamelijke problemen. Het veroorzaakt ook veel onnodige psychische ellende. De stoïcijnen gebruiken de menselijke ratio om deze op drift geraakte instincten binnen de voor onze moderne tijd natuurlijke grenzen te houden. Op die manier kunt u leren om in harmonie met uw menselijke natuur te leven. Tenslotte moeten de leerlingen ook leren om in harmonie met hun eigen persoonlijke natuur te leven. Om dit te kunnen moet u uzelf eerst goed leren kennen.

 

Stoïcijnse tegeltjeswijsheden

De stoïcijnse tegeltjeswijsheden van deze les. Het is een onderdeel van de oefening van de stoïcijnse hersenspoeling, waarbij het de bedoeling is dat u er één van uitkiest en uit uw hoofd leert. Kies het aforisme dat u het meest aanspreekt en herhaal het regelmatig in gedachten op verloren momenten. Bijvoorbeeld als u op de WC zit, als u op de trein staat te wachten, in de file staat of tijdens het reclameblok voor de nieuwsberichten. De tien tips uit de oefening van deze les lenen zich natuurlijk ook uitstekend om als tegeltjes wijsheid te worden gebruikt.

·        Alles stroomt, niets is blijvend.

·        Ook dit gaat weer voorbij.

·        Blijf bij de feiten. De wereld is zo als ze is.

·        Dit raakt me niet en doet me niets. Ik ben volkomen rustig en ontspannen.

·        Zeur niet.

·        Bij een vervelende emotie: Even wachten jij komt straks aan de beurt.

·        De toekomst moet nog komen, het verleden is al voorbij. Leef in het heden.

 

Overzicht van stoïcijnse technieken per les

Les 0

De stoïcijnse belofte

 

 

·        Een paar fundamentele vragen

·        De stoa-meter

Les 1

Wat is stoïcisme?

 

1.6

·        Negatieve visualisatie

·        Projectieve visualisatie

1.7

·        Wat maakt u gelukkig en wat maakt u ongelukkig

Les 2

Virtuositeit

 

2.2

·        Wat zijn uw onbewuste doelen?

2.3

·        Een onderzoek naar uw waarden en deugden

Les 3

Een eerste ontmoeting met de stoïcijnen

 

3.3

·        De stoïcijnse hersenspoeling

3.4

·        De spiegel en de pen

3.7

·        Stoïcijnse aforismen

Les 4

De stoïcijnse drietand

 

4.2

·        Kijk nog eens naar uw deugdenlijstje

4.5

·        Tien stoïcijnse tips

 

 

zaterdag 22 mei 2021

4.4 De vier deugden en de stoïcijnse drietand gecombineerd

 

Er werd door de stoïcijnen een verband gelegd tussen de antieke deugden en de indeling van de filosofie in ethiek, logica en fysica. Deze combinatie leverde de drie hoofdthema’s van hun lesprogramma op. Een lesprogramma dat bestond uit de leer van de juiste wilskracht, de leer van de juiste denkkracht en de leer van de juiste daadkracht. Dit waren de thema’s waarop de stoïcijnse leraren hun lessen richtten. Die thema’s staan dus rechtstreeks in verband met de stoïcijnse drietand. Het is in feite de praktische uitwerking van de theoretische verdeling van de filosofie in fysica, ethiek en logica. Deze lesthema’s werden de drie ‘topoi’ genoemd. ‘Topoi’ is het meervoud van het Griekse woord ‘topos’ dat plaats of plek betekent (denk maar aan ons woord topografie). Het gaat hier om de drie dingen waarover u volgens de stoïcijnen een directe en volledige controle kunt uitoefenen: namelijk uw verlangens en angsten (uw wilskracht), uw meningen en oordelen (uw denkkracht) en uw doen en laten (uw daadkracht). Ons zelfbewustzijn kan alleen deze drie dingen echt helemaal beheersen, al het ander ligt op z’n minst gedeeltelijk buiten ons vermogen. Dat menselijk zelfbewustzijn komt later nog uitgebreid aan de orde maar het speelt een zo’n belangrijke rol in de stoïcijnse filosofie dat het nu al een klein nader onderzoekje verdient.

Zelfbewustzijn is dat deel van onze geest waarmee we ons eigen bestaan beseffen. Het omvat herinneringen aan gebeurtenissen uit het verleden, gedachten over de toekomst, maar vooral ook de beleving van lichamelijke gevoelens, het besef van een beeld van de omgeving, actuele stemmingen en gedachten. Het is het vermogen waarmee ik niet alleen de mok met thee hier op mijn bureau zie staan, maar ook het vermogen waarmee ik besef wat het is wat ik zie (het begrip dat het om een mok thee gaat) en het vermogen om te denken ‘ik zie een mok met thee’. De stoïcijnen noemden dit bewuste deel van de menselijke geest het ‘hegemonikon’, letterlijk het leidende deel (denk maar aan ons woord ‘hegemonie’). Het is alleen dit ‘hegemonikon’ waar we een volledige controle over kunnen uitoefenen. Dichter bij uzelf dan uw ‘hegemonikon’ kunt u niet komen. Als u al iets bent dan bent u uw ‘hegemonikon’. In de rest van dit boek zal ik dit deel van de menselijke geest het ‘centrum van zelfbewustzijn’, maar vooral net als de stoïcijnen het ‘hegemonikon’ noemen. Het ‘hegemonikon’ wordt door de stoïcijnen ook weer in een deel dat wil, een deel dat denkt en een deel dat handelt verdeeld. De thema’s en doelstellingen op een stoïcijnse school vormen tegelijkertijd een soort onderverdeling van ons zelfbewustzijn. Bij het stoïcisme draait het dus voor een belangrijk deel om het zo goed mogelijk gebruik te leren maken van uw eigen ‘hegemonikon’. U gaat in deze cursus dan ook vooral dat deel van uzelf oefenen dat de kern van uw wezen vormt.

Zoals we zagen stond de onderverdeling van het ‘hegemonikon’ niet alleen aan de basis van de indeling van de filosofie maar ook van de lesstof op een stoïcijnse school. Er bestond niet een bepaalde volgorde of voorkeur in de vakken die de leerlingen moesten bestuderen. De drie ‘topoi’ werden naast en door elkaar heen gegeven en niet achter elkaar. Er lopen dwarsverbanden tussen alle drie de gebieden. Ze kunnen dan ook niet los van elkaar bestudeerd worden. Toch zijn, volgens Epictetus, bepaalde ‘topoi’ belangrijker voor een beginnend stoïcijn dan andere. Een leerling moet overal les in krijgen, maar sommige dingen verdienen in het begin wat meer nadruk. Hij formuleert het als volgt.

“Er zijn drie gebieden waarin je je moet oefenen om een virtuoos mens te worden. Het eerste is het gebied van het streven en het vermijden, om te voorkomen dat je niet bereikt waar je naar streeft of terechtkomt in wat je wilt vermijden. Het tweede gebied heeft betrekking op je handelen, om te zorgen dat je daarbij gericht, rationeel en niet zorgeloos te werk gaat. Het derde gebied gaat over je denkvermogen en zorgt ervoor dat je je niet laat misleiden en niet lukraak alles gelooft. Het belangrijkst en meest urgent is het terrein van wat je wilt: passies ontstaan immers alleen wanneer je niet bereikt waar je naar streeft of terechtkomt in wat je wilt vermijden. Daardoor ontstaan verwarring, onrust, frustraties, mislukkingen, verdriet, gejammer, afgunst, angsten en jaloezie. Luidruchtige passies waardoor we de rustige stem van de rede niet eens meer kunnen horen. Op de tweede plaats komt het handelen: ik moet immers niet gevoelloos zijn als een standbeeld, maar de natuurlijke en sociale verhoudingen in het oog houden, en mijn rol als mens, als zoon, als broer, als burger spelen. Op de derde plaats komt het terrein dat toebehoort aan hen die al wat verder gevorderd zijn: de onwankelbare zekerheid betreffende al die genoemde dingen, zodat je zelfs in je slaap of in dronkenschap of in een sombere bui niet ongemerkt een indruk accepteert zonder die eerst te onderzoeken.” (Epictetus; Colleges 3; hoofdstuk 2).

Op een stoïcijnse school werd naast de meer traditionele vakken als retorica, geschiedenis, wiskunde en natuurwetenschap dus vooral les gegeven in de drie ‘topoi’. Om het u goed in te prenten volgt hieronder eerst nog een korte schematische uiteenzetting van de leerdoelen op zo’n school. Later zal dan in de volgende lessen dieper op het een en ander ingegaan worden.

 

·        De topos van de stoïcijnse wilskracht (verbonden met de fysica)
In de eerste plaats moesten de leerlingen dus leren hun verlangens en angsten onder controle te krijgen. Het gaat hier dus om de klassieke deugden van matigheid en moed (ik noem ze samen de zelfbeheersing). De beginnende stoïcijnen moesten hun negatieve emoties, ontspoorde verlangens en angsten, onder de duim zien te krijgen. Ze moesten hun verlangens beperken tot die dingen waar ze ook werkelijk controle over hadden. Met andere woorden: hun verlangens moesten gericht worden op het worden van een virtuoos mens. Al het andere is onbelangrijk en moet ook als zodanig worden behandeld. Het zal u misschien op het eerste gezicht verbazen dat de stoïcijnen deze doelstelling relateerden aan de fysica. Toch zit er, zoals altijd bij de stoïcijnen, wel degelijk een logische redenering achter. Hierboven zagen we al dat een beginnend stoïcijn moet leren om zoveel mogelijk in overeenstemming met de natuur te leven. In overeenstemming met de universele natuur, de wereld van natuurwetten en oorzaak en gevolg. Een wereld waarvan hij moet gaan beseffen dat hij er nauwelijks of geen invloed op kan uitoefenen. En daarnaast moet hij ook in overeenstemming met zijn individuele en met zijn menselijke natuur leren leven. De fysica is nu juist het deel van de filosofie waarin de natuur wordt bestudeerd. Het is dus best logisch dat de topos van de juiste wilskracht onder de fysica wordt geschaard. In dit boek zijn met name de lessen vijf tot en met tien aan dit vak gewijd.

·        De topos van de stoïcijnse denkkracht (verbonden met de logica)
In de tweede plaats moesten de leerlingen hun denkvermogen trainen. Het gaat hier om de aan de logica gerelateerde deugd van de wijsheid. Misschien wel het belangrijkste vak, omdat deze ook behulpzaam moet zijn bij de andere twee vakken. De aspirant stoïcijnen moeten hun hersenen en redeneervermogen aanscherpen, zodat ze in staat zijn om iedere gebeurtenis op zijn waarde te schatten. Als een leerling iets overkomt, om het even wat, moet hij onmiddellijk en eigenlijk automatisch de afweging maken of het gaat om iets wat binnen zijn vermogen ligt, of om iets wat daarbuiten ligt en dus in wezen onbelangrijk is. Daarbij moeten ze leren alle situaties en problemen die zich voordoen op een rationele manier te analyseren. Ongeacht de mate waarin ze daar zelf emotioneel bij betrokken zijn. Hier leren ze om niet onmiddellijk met iedere indruk van buiten in te stemmen, maar die indruk eerst grondig te onderzoeken voordat er iets mee gedaan wordt. Stoïcijnen worden vaak met de emotieloze mr. Spock uit Star Trek vergeleken. U weet ondertussen dat de stoïcijnse wijze meer op een Jedi-ridder uit de concurrent Star Wars lijkt. Alleen bij de topos van de stoïcijnse denkkracht komt de vergelijking met de Star Trek held wat beter tot zijn recht. In de rest van dit boek zal ik dit vak vooral de leer van het stoïcijnse denkkracht noemen. In de lessen elf tot en met dertien zal dieper op dit vak worden ingegaan.

·        De topos van de stoïcijnse daadkracht (verbonden met de ethiek)
In de derde plaats moeten de beginnend stoïcijnen leren hun handelen onder controle te krijgen. Deze doelstelling vloeit voort uit de ethiek en vertegenwoordigt de klassieke deugd van de rechtvaardigheid. De uit de vorige twee doelstellingen voortkomende juiste verlangens en juiste oordelen moeten hier omgezet worden in de juiste actie. De leerlingen moeten zich aanleren de juiste dingen te doen voor zichzelf, hun gemeenschap en de mensheid in zijn geheel.
Dit is geen oproep om altruïstisch te worden en van alles in uw leven ten behoeve van anderen op te geven. Het is evenmin een oproep om u volledig terug te trekken in een innerlijk kasteel en een rustig teruggetrokken leven te leiden. Het is een oproep om midden in de maatschappij virtuoos van het leven te genieten of zoals Seneca het zei.

“Filosofie is niet een kunststukje voor het publiek, het is niet iets dat als een vertoning bedoeld is; zij ligt niet in woorden, maar in de praktijk. Zij wordt niet gebruikt om de dag een beetje genoeglijk door te brengen, om verveling in de vrije tijd te voorkomen; zij vormt en bewerkt de geest, ordent het leven, geeft richtlijnen voor ons handelen, laat zien wat wij moeten doen en laten, neemt plaats aan het roer en houdt vaste koers door verraderlijke stromen. Zonder haar kan niemand vrij van angst en zorgen leven: er gebeuren elk uur talloze dingen die vragen om een advies dat alleen van haar te verwachten valt.” (Seneca, Brieven aan Lucilius 16-3)

Seneca laat hier zien dat ethiek niet voor de buitenkant, niet voor de show is. Het gaat zelfs niet om het resultaat. Een stoïcijn moet zich terdege realiseren dat het gaat om de intentie en niet om het eindresultaat. Hoe u ook uw best doet de universele natuur, waaronder ook tegenwerking door medemensen valt, kan roet in het eten gooien. Als, alle goede bedoelingen ten spijt, het beoogde resultaat van het handelen tegenvalt mag u zich daardoor niet uit het veld laten slaan. Uw wil (het eerste vak) was er immers op basis van uw beste oordeelsvermogen (het tweede vak) op gericht om te doen wat redelijkerwijs in uw vermogen lag (het derde vak) en niet op het bereiken van een bepaald resultaat. De universele natuur kan de gewenste handelingen zelfs totaal onmogelijk gemaakt hebben. Maar daar gaat het een stoïcijn niet om. Het gaat om de intentie om iets te doen, niet om de handeling zelf of het resultaat. In de rest van deze cursus zal ik dit dan ook de stoïcijnse leer van het juiste handelen of de stoïcijnse daadkracht noemen. In de lessen veertien tot en met achttien wordt extra aandacht aan dit onderwerp geschonken. De daarop volgende lessen worden gebruikt om de drie thema’s weer samen te laten vloeien tot een harmonieus geheel.

Het gaat u misschien wat duizelen, maar toch zit de stoïcijnse filosofie behoorlijk logisch in elkaar. Voor de duidelijkheid geef ik u hier eerst een overzichtje en vervolgens ook een schema.

Het overzicht

·        De stoïcijnse drietand

1.      De fysica: Hoe steekt de kosmos in elkaar? Gaat over de universele natuur.

2.      De logica: Hoe werkt het menselijke verstand? Gaat over de persoonlijke natuur.

3.      De ethiek: Wat moet je doen om een goed leven te leiden? Gaat over de menselijke natuur.

·        De vier stoïcijnse deugden en ondeugden:

1.      Wijsheid tegenover domheid.

2.      Rechtvaardigheid tegenover onrecht.

3.      Matigheid tegenover overdaad.

4.      Moed tegenover lafheid.

·        Het stoïcijnse lesprogramma of de drie ‘topoi’ (thema’s):

1.      De leer of ‘topos’ van de juiste wilskracht verbonden met de fysica en de deugden moed en matigheid.

2.      De leer of ‘topos’ van de juiste denkkracht verbonden met de logica en de deugd wijsheid.

3.      De leer of ‘topos’ van de juiste daadkracht verbonden met de ethiek en de deugd rechtvaardigheid.

Schematisch komt de verbinding tussen de stoïcijnse lesthema’s, de kapitale deugden en de indeling van de antieke filosofie er dan zo uit te zien:

DE TOPOI

HOOFDDEUGDEN

DRIETAND

NATUUR

PSYCHE

De stoïcijnse wilskracht

Zelfbeheersing

(Moed/Matiging)

Fysica

Universele natuur

Verlangen, afkeer, emotie,

gevoel

De stoïcijnse denkkracht

Wijsheid

Logica

Persoonlijke natuur

Denken, oordelen,

verstand

De stoïcijnse daadkracht

Rechtvaardigheid

Ethiek

Menselijke natuur

Handelen, doen,

intentie

 

De drie ‘topoi’ waren in het stoïcijnse lesprogramma gescheiden maar toch volledig met elkaar verweven. De ene discipline kon niet behandeld worden zonder ook naar de anderen te verwijzen. Epictetus zegt in het hierboven behandelde citaat wel dat in het begin de nadruk op het beheersen van de wil van de leerling moet worden gelegd. Als daar niet eerst een begin van controle over bereikt wordt heeft de bestudering van de andere onderdelen niet zo veel nut meer. Iemand die door allerlei passies (negatieve emoties, verlangens en angsten) in beslag wordt genomen kan ook zijn gedachten niet goed op orde krijgen en wie zijn gedachten niet op orde heeft weet ook hoe hij moet handelen. Om de passies onder controle te krijgen moet je echter ook leren de situatie juist te beoordelen en daar dan naar te handelen. Hier ziet u al meteen dat de drie ‘topoi’ niet los van elkaar onderwezen kunnen worden, maar door elkaar heenlopen en onlosmakelijke met elkaar verbonden zijn.

De ‘topoi’ verwijzen dus telkens weer naar onderwerpen die onder de andere twee thema’s thuis horen. In de stoïcijnse scholen werden ze dan ook niet na elkaar, maar naast elkaar onderwezen. Stoïcisme is een levensfilosofie een filosofie die gericht is op het leven in het hier en nu van de huidige maatschappij. Daarbij moeten alle aspecten van de drie disciplines steeds voor ogen worden gehouden. De ‘topoi’ van de denkkracht (het juiste oordeel) en de wilskracht (de juiste verlangens en aversies) zijn nodig om uw karakter te vormen en om een stevige basis te hebben van waaruit u uw virtuoze handelingen (de stoïcijnse daadkracht) kunt uitvoeren.

 

zaterdag 15 mei 2021

4.3 De vier zonden

 

Naast de vier klassieke hoofddeugden kent het stoïcisme ook vier hoofdzonden. Iedere deugd had zijn eigen ondeugd tegenover zich staan. Net zo belangrijk als het was om de deugden na te streven was het om deze vier belangrijkste stoïcijnse zonden te vermijden. Hieronder in het kort de vier belangrijkste deugden en ondeugden zoals de stoïcijnen ze zagen:

·        De deugd wijsheid staat tegenover de ondeugd van domheid en irrationaliteit. Bij wijsheid gaat niet alleen om het verwerven en toepassen van kennis. Wijsheid werd in verband gebracht met de logica en heeft dan ook vooral te maken met een goede manier van denken. Het gaat de stoïcijnen dan ook niet zo zeer alleen om theoretisch kennis. Het gaat ze vooral om de praktische wijsheid waarmee de dingen en gebeurtenissen die een mens in zijn leven tegenkomt op een rationele en verstandige manier kunnen worden beoordeeld. Zaken als creativiteit, oordeelsvermogen en nieuwsgierigheid vallen er allemaal onder. De ondeugd van de irrationaliteit moet zoveel mogelijk vermeden worden. Een ‘ideale’ stoïcijn laat zich niet meeslepen door emotionele oprispingen en probeert altijd de feiten onder ogen te zien. Hij weet dat mensen, en hij dus ook, de neiging hebben om de wereld door de gekleurde bril van hun vooroordelen en emoties te bekijken. Toch probeert hij zo dicht mogelijk bij de realiteit te blijven. Als u zich laat meeslepen door irrationele passies, alles wat u wordt voorgeschoteld voor zoete koek aanneemt of zonder na te denken achter de meute aanrent begaat u dus een stoïcijnse doodzonde.

·        De deugd rechtvaardigheid heeft onrechtvaardigheid als tegenhanger. Rechtvaardigheid staat in verband met de ethiek en richt zich op de juiste manier van omgaan met de medemens. Het gaat de stoïcijnen vooral om het op een eerlijke, integere en vriendelijke manier benaderen van andere mensen. Hieronder valt ook de stoïcijnse plicht om zich als een sociaal dier nuttig te maken voor de samenleving. Dingen als mildheid, vriendelijkheid en hulpvaardigheid vallen hier onder. Een stoïcijn probeert zo eerlijk mogelijk te zijn en vermijdt het om met zijn handelen andere mensen te benadelen. Hij houdt daarbij rekening met wat hij koopt en hoe hij leeft. Dat betekent misschien dat hij van bepaalde als vanzelfsprekend beschouwde luxe moet afzien en dat hij bepaalde soorten werk niet zal willen uitvoeren. Weet dus dat u een stoïcijnse zonde begaat als u toch tot aankoop overgaat op het moment dat u weet of kunt vermoeden dat dat spotgoedkope truitje door kinderhandjes of een semi-slaaf in elkaar gezet is, of als u weet dat die kiloknaller dierenleed en milieuvervuiling veroorzaakt.

·        Tegenover de deugd matigheid staat de ondeugd hebberigheid en gulzigheid. Het wordt tot de fysica gerekend, omdat het over de natuurlijke biologische neigingen gaat. De stoïcijnen denken hierbij vooral aan bescheidenheid en zelfbeheersing tegenover verleidingen. Maar ook zaken als een sobere en gezonde levensstijl, netheid en geordendheid vallen voor hen onder deze deugd. Overdreven luxe wordt afgewezen, bezittingen mogen best mooi en elegant zijn, maar moeten vooral nuttig en functioneel (deugdelijk dus eigenlijk virtuoos) zijn. Overdaad moet worden vermeden en is ook nog eens slecht voor uw gezondheid.

·        De deugd moed heeft lafheid als tegenhanger. Deze deugd wordt net als de matigheid tot de fysica gerekend. Het gaat hier niet om de ridderlijke moed op het slagveld. Dapperheid vormt wel een onderdeel van moed, maar stoïcijnse moed gaat toch meer over ijver en volharding bij tegenslag of tegenwerking. Deze deugd heeft bij de stoïcijnen dan ook meer met doorzettingsvermogen dan met heldhaftigheid te maken. Een stoïcijn geeft dus niet snel op als het een beetje tegenzit. Toch kiest hij zijn strijd nauwkeurig. Hij kent zichzelf goed genoeg om te weten wat binnen zijn vermogens ligt en zal weliswaar ambitieus zijn, maar geen gevecht aan gaan dat zijn krachten te boven gaat. Als u uw plannen echter al bij de eerste tegenslag opgeeft dan maakt u zich schuldig aan de stoïcijnse zonde van de lafheid.

Zelf vind ik het onderscheid tussen de deugden matigheid en moed een beetje kunstmatig. Vooral doordat de stoïcijnse moed afwijkt van wat zeker in de oudheid, maar ook tegenwoordig nog als moedig wordt aangemerkt. Stoïcijnse moed ziet op het controleren van de emotie angst en dat omvat meer dan moed op het slagveld, het gaat ook om de durf om een andere mening te uiten dan de groep waar u toe behoort of de durf om uw angst voor spinnen, muizen hoogtes of voor wat dan ook onder ogen te zien en te overwinnen. Matigheid richt zich op het beheersen van verlangens en moed richt zich op het beheersen van angsten. Beide deugden zien dus op het controleren van emoties en neigingen. Ze kunnen naar mijn idee prima onder de noemer zelfbeheersing worden gevangen. Het zou door de drietand indeling in fysica, logica en ethiek van de antieke filosofie ook beter binnen de algemene systematiek van hun filosofie en leerplan passen. Misschien dat de oude stoïcijnen zich op dit punt vooral door de traditionele indeling in vier deugden lieten beïnvloeden. Het maakte ze trouwens toch al niet zo veel uit. Volgens de stoïcijnen waren alle deugden één en was de vierdeling niet meer dan een praktische methode om over de deugd te kunnen praten.

In stoïcijnse ogen bestonden de ondeugden trouwens niet echt. Het was vooral een gebrek aan kennis en inzicht wat tot de zogenaamde ondeugden leidde. Als iemand iets doms of lafhartigs deed dan maakte hij volgens de stoïcijnen gewoon een vergissing. Iedereen doet datgene waarvan hij denkt dat dat het beste voor zijn eigen welzijn en dat van zijn groep is. Als hij daarbij iets ‘slechts’ en ‘ondeugdelijks’ doet maakt hij een inschattingsfout. Hij ziet gewoon niet goed wat het beste voor zijn eigen welzijn is. Zodra hij door heeft wat wel goed voor hem en zijn groep is kiest hij automatisch voor een meer virtuoze en deugdzame weg.

zaterdag 8 mei 2021

4.2 De vier kardinale deugden

 

U herinnert zich vast nog wel de oefening uit een vorige les waarbij u een lijstje van de voor u belangrijkste levenswaarden of deugden moest maken. De filosofiestudenten uit de oudheid zouden weinig moeite hebben gehad met het maken van zo’n lijstje. Zoals we in een eerdere les hebben gezien beschikten ze over een kant-en-klaar deugdensysteem. Naast de drie hoofdvakken van de filosofiestudie, de stoïcijnse drietand, werden er vier kardinale hoofddeugden onderscheiden. De deugden van de wijsheid, de matigheid, de rechtvaardigheid en de moed.

DE VIER KARDINALE DEUGDEN:

Wijsheid: Het vermogen om juiste oordelen te vellen en zo te bepalen wat waarlijk goed is.

Matigheid: Het vermogen om het verlangen naar externe zaken die niet volledig in uw macht liggen te beperken.

Moed: Het vermogen om volhardend het goede te doen ondanks uw angst voor of aversie tegen externe zaken.

Rechtvaardigheid: Het vermogen om mensen eerlijk en vriendelijk te bejegenen.

De antieke filosofen vonden deze deugden zo bijzonder omdat ze onder alle omstandigheden goed waren. Andere doorgaans als goed aangemerkt dingen zijn alleen onder bepaalde omstandigheden goed. Rijkdom is meestal beter dan armoede, maar als je je rijkdom gebruikt om drugs te kopen of om een huurmoordenaar in te huren verwordt die rijkdom al gauw tot iets slechts. Slimheid is beter dan domheid, maar niet als je je slimheid gebruikt om andere mensen te bedriegen. Een goede gezondheid wordt een stuk minder prettig als een dictator overweegt u te selecteren als lid van één van zijn doodseskaders. Deze wenselijke maar volgens de stoïcijnen niet echt belangrijke dingen zijn alleen maar goed als je ook weet hoe je er mee om moet gaan. Je hebt wijsheid, rechtvaardigheid, matigheid en moed nodig om in deze ingewikkelde wereld te weten wat je moet doen. In tegenstelling tot de andere doorgaans als goed aangemerkte zaken zijn ze altijd en onder alle omstandigheden goed. De hoofddeugden zijn absoluut en dus altijd goed, terwijl de meeste andere dingen relatief en dus alleen onder bepaalde omstandigheden goed zijn.

 

Oefening: Kijk nog eens naar uw deugdenlijstje

Het is een goed moment om nog eens naar uw eigen deugdenlijstje te kijken. Misschien wilt u er nog een paar aan toevoegen, of wilt u er na wat u net gelezen hebt wat van afhalen. Bekijk dan meteen eens of uw lijstje uit voornamelijk absolute deugden bestaat. Of zijn het vooral relatieve deugden? Uw lijstje zou eigenlijk alleen uit deugden moeten bestaan die onder alle omstandigheden gelden. Voldoet uw lijstje aan die test? Heeft u misschien zelfs onbewust één van de klassieke hoofddeugden op uw lijstje gezet? Het is niet zo erg als dat niet zo is, want de vier hoofddeugden werden gezien als een verzameling van allemaal andere, kleinere, deugden. Zo waren bijvoorbeeld deugden als voorzichtigheid en intelligentie onderdeel van de hoofddeugd wijsheid, werden deugden als mildheid, zorgzaamheid en vriendelijkheid onder de rechtvaardigheid geschoven, een sobere levensstijl en gemoedsrust vielen onder de deugd matigheid en volharding en durf hoorden bij moed. De vier klassieke deugden werden dan ook vooral als een soort overkoepelende indeling van alle andere deugden beschouwd. Waarschijnlijk kunt u wel een aantal van uw deugden kwijt onder één van de koepels van de hoofddeugden. Neem even de tijd om uw waardenlijstje te herschikken en kijk of het u lukt uw waarden onder te brengen bij de vier kardinale deugden.

 

Zoals u zich zult herinneren ligt het doel van het menselijk bestaan, volgens de stoïcijnen, in het leiden van een virtuoos en gelukkig leven, en dat is te bereiken door het zo volledig mogelijk realiseren van de mogelijkheden die iemand van nature heeft. Een goed leven is een leven waarin u al uw mogelijkheden heeft weten te realiseren. Alles wat u als mens en als individu in potentie redelijkerwijs kunt volbrengen moet u volgens de stoïcijnen ook proberen te verwerkelijken. Een stoïcijn is ambitieus en wil zoveel mogelijk uit zichzelf halen. Die ambitie is echter niet in de eerste plaats op het bereiken van een extern doel gericht, maar vooral op het ontplooien van zijn eigen persoonlijke mogelijkheden. Voor een dergelijk virtuoos leven moet u er wel naar streven in harmonie te leven met de universele natuur, uw persoonlijke natuur en, niet te vergeten, met de rest van de mensheid.

Een virtuoos persoon leeft dus in harmonie met zichzelf, de mensen uit zijn omgeving en de wereld om hem heen. Een niet virtuoos, ondeugdelijk persoon, leeft in disharmonie met zichzelf en zijn omgeving. Het denkvermogen is zoals we zagen een essentieel onderdeel van de menselijke natuur. Maar daar blijft het niet bij. Mensen zijn ook groepsdieren, zonder de ondersteuning van andere mensen kunnen ze niet overleven. De mens is van nature dan ook een rationeel en sociaal dier. Een virtuoos leven moet, naast een heleboel andere dingen, dus in elk geval ook iets met de menselijke ratio en zijn sociale karakter te maken hebben. In het menselijke denkvermogen, zijn ratio, zit de antieke deugd van de wijsheid verborgen en in zijn sociale aard verstopt zich de deugd van de rechtvaardigheid. De andere twee antieke deugden: de matigheid en de moed, zijn nodig om de irrationele angsten en verlangens te overwinnen die de andere deugden in de weg zitten. Seneca zei het als volgt:

“Een virtuoos leven wordt door ons in vieren verdeeld: het beteugelen van begeerten, het onderdrukken van angst, het van te voren bedenken wat er te doen staat en het aan de ander geven wat hem toekomt. Zo vormden wij het idee van matigheid, moed, wijsheid en rechtvaardigheid waarop wij het virtuoze leven bouwden. Wij ontdekten dit door de orde die zij brengt, door haar schoonheid, haar volharding, door haar harmonie en door de grootsheid waardoor zij boven alles uitstijgt. Op grond hiervan is ook de voorstelling ontstaan van een gelukkig leven dat in rust verloopt en waarin de mens volkomen meester is van zich zelf.” (Seneca; Brieven aan Lucilius; 120-11).

De stoïcijnen hielden vast aan de vier klassieke deugden maar gaven er wel een eigen draai aan. Wijsheid gaat bij hen niet over studie en geleerdheid, maar over de kunst om de juiste beslissingen te kunnen nemen om een gelukkig en virtuoos leven mogelijk te maken. Rechtvaardigheid gaat niet over een bepaalde indeling van de samenleving, maar over de manier waarop je je eerlijk en waardig tegenover je medemens moet gedragen. Matigheid leert u vooral hoe u uw begeerten in goede banen kunt leiden en bij moed gaat het niet zo zeer om fysiek heldendom, maar om volharding onder moeilijke omstandigheden.

Met deze zogenoemde kardinale deugden lijken we trouwens echt iets fundamenteels in de menselijke ethiek op het spoor te zijn. Uit modern onderzoek blijkt namelijk dat deze karaktertrekken in alle culturen en samenlevingen als belangrijk worden beschouwd. Ook in religieuze tradities als het christendom, boeddhisme, hindoeïsme, taoïsme en confucianisme komen deze deugden voor. Zelfs in onze moderne tijd waarin het cultureel relativisme de boventoon voert, blijken de klassieke deugden nog steeds overal ter wereld in ere te worden gehouden. Het feit dat in verschillende historische tijdperken en in verschillende culturele en religieuze tradities een soortgelijk pakket aan deugden tot ontwikkeling is gekomen wijst er op dat deze voor de mens als een rationeel en sociaal wezen van groot belang zijn. Ik vermoed zelfs dat deze deugden een biologische oorsprong hebben omdat ook bij andere sociale dieren en dan vooral bij mensapen, soortgelijke karaktertrekken een rol lijken te spelen.

 

zaterdag 1 mei 2021

4.1 De stoïcijnse drietand

 

LES 4

DE STOÏCIJNSE DRIETAND

 

4.1 De stoïcijnse drietand

En hoe nu verder? U heeft gelezen dat het leiden van een gelukkig en virtuoos leven het doel van de stoïcijnse filosofie is. Daarnaast heeft u een overzicht van de geschiedenis van deze school bestudeerd en zo al een eerste idee van hun belangrijkste leerstellingen gekregen. U hebt stoïcijnse linzensoep geproefd en hebt een paar oefeningen en technieken bekeken. Interessant, misschien zelfs wel leuk om te doen, maar wat moet u ermee? Heeft het ook betekenis voor uw dagelijks leven? U voelt zich aangesproken door deze filosofische stroming, anders was u nooit aan deze cursus begonnen. Maar hoe wordt u nu een echte stoïcijn?

“Wie maakt er vorderingen? Iemand die een stapel boeken van Chrysippus heeft gelezen? Maar virtuositeit bestaat toch niet alleen uit het begrijpen van Chrysippus?” (Epictetus; Colleges I; hoofdstuk 4)

Zoals Epictetus hier aan één van zijn leerlingen uitlegt komt u met alleen een theoretisch begrip van de lesstof niet verder. Ik kan het niet genoeg benadrukken: stoïcisme is een filosofie die vooral geleefd moet worden. In de stoïcijnse scholen werd dan ook geprobeerd de studenten dat bij te brengen. Niet alleen de theorie moest bestudeerd worden de leerling moest zich die theorie volledig eigen maken, de leer moest geïnternaliseerd worden om zo tot levenspraktijk te worden. Het werd wel vergeleken met een schaap dat gras at. Het gras moest worden verteerd en worden omgezet in waardevolle producten als melk en wol. Alleen het gras opeten, de theorie bestuderen, was dus niet genoeg, de leerlingen moesten zich de theorie zo eigen maken dat die kon worden verteerd en omgezet in een blijvende karakterverandering.

Het stoïcisme is een allesomvattende levensfilosofie die niet alleen vertelt hoe u moet leven, maar die ook ideeën heeft over logica, natuurkunde, kennisleer en spiritualiteit. Om te weten hoe u een goed, gelukkig en vooral virtuoos leven kunt leiden moet u al die onderdelen van de filosofie bestuderen. U moet iets weten over de wezenlijke aard van de wereld (metafysica en spiritualiteit), over de manier waarop de wereld werkt (fysica) en over de manier waarop en de mate waarin u in staat bent om daar iets van te begrijpen (logica en epistemologie). De oude stoïcijnen hadden daar allerlei theorieën over die nu grotendeels zijn achterhaald door nieuwe wetenschappelijke en filosofische inzichten. Het stoïcisme was en is echter een open filosofie die altijd ruimte heeft gegeven voor het aanpassen van de eigen leerstellingen. Het is een dynamische filosofie die open staat voor nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en die kritiek van andere scholen serieus neemt. Seneca zei het zo:

“Zij die ons zijn voorgegaan zijn niet onze heren, maar onze gidsen. De waarheid kan door iedereen ontdekt worden, zij staat nog allerminst vast. Veel ligt nog braak en wacht op toekomstige generaties om ontdekt te worden. (Seneca; Brieven aan Lucilius; XXXIII-11)

Kortom: het stoïcisme is nooit bang geweest om zo nodig zijn eigen leer aan te passen.

Goed het stoïcisme is dus flexibel en staat open voor nieuwe ontwikkelingen. Het is een levensfilosofie gericht op het bereiken van een gelukkig en vooral virtuoos leven. Maar wat heeft u daar aan? U hebt nog steeds niet gehoord hoe u stoïcijn kunt worden. Bestaat er een bepaalde strategie een lesprogramma? Ja, waarde ‘prokopton’ (leerling stoïcijn) dat bestaat. De stoïcijnse filosofen hadden een eigen manier om hun leerlingen te onderwijzen. Ze hadden een eigen lesprogramma. Een programma dat wij in deze cursus in grote lijnen zullen gaan volgen.

De filosofie wordt traditioneel in drie onderdelen verdeeld: de fysica. de logica en de ethiek. Het was de oprichter van de stoïcijnse school, Zeno, die voor het eerst deze driedeling toepaste. De stoïcijnen omschreven de filosofie vaak als een tuin, waarbij de logica een beschermende muur om de tuin vormt, de fysica de grond en de planten symboliseert en de ethiek de bloemen en vruchten die door de planten worden voortgebracht. De stoïcijnse leraren gaven les in alle drie de vakken. Deze vakken vormen wat ik hier de stoïcijnse drietand noem Hieronder geef ik u eerst even een kort overzicht van de drie tanden van de stoïcijnse drietand:

·        Fysica
De fysica gaat over de manier waarop het universum in elkaar steekt. Het gaat niet alleen over wat we nu de natuurwetenschappen zouden noemen, maar omvat ook zaken als metafysica, spiritualiteit en zelfs theologie. De stoïcijnse fysica was gebaseerd op de leer van de natuurfilosoof Heraclitus (544-483 v.Chr.). Hij was de vader van wat tegenwoordig dialectiek wordt genoemd.
Volgens zijn dialectiek staat alles in tegenstelling tot iets anders. Zo is er geen licht zonder duisternis, geen gezondheid zonder ziekte, geen oorlog zonder vrede, geen liefde zonder haat. De tegenstellingen zijn nooit werkelijk gescheiden omdat niets zonder zijn tegendeel kan bestaan. Deze voortdurende verandering van dingen in hun tegendeel bestaat niet alleen in de materiële wereld maar ook bij mensen en in de politiek. Heraclitus gebruikte vaak beeldspraak en aforismen om zijn inzichten duidelijk te maken. Die niet altijd even heldere en nogal mystieke zinsneden maken dat hij wel eens de Lao zi van het Westen wordt genoemd. Oordeel zelf:

- “Oorlog is de vader van alles.”

- “De natuur is dag en nacht, zomer en winter, oorlog en vrede, verzadiging en honger.”

- “Alles stroomt, niets is blijvend.”

- “Je kan je voet geen tweemaal in dezelfde stroom dompelen.” (Heraclitus; Fragmenten)

Net als later de stoïcijnen dacht hij dus dat alles veranderlijk is en niets blijft zoals het is. Heraclitus beschouwde vuur als het oerbeginsel. Alle andere elementen (lucht, water, aarde) waren in zijn ogen een soort meer of minder sterk gestold vuur. Vuur zorgt er voor dat alle materie continu verandert. In onze tijd zou je zijn vuur als energie kunnen aanmerken en dan komen Heraclitus ideeën aardig in de buurt van de moderne natuurkunde. Gek genoeg zegt ook Einstein met zijn beroemde E=mc2 dat alle materie in wezen gestolde energie (vuur) is. Zijn theorie was natuurlijk niet meer dan een toevallig goed geslaagde redenering die er vanuit ons moderne standpunt niet eens zo heel erg ver naast blijkt te zitten. Deze fysica is nu zwaar verouderd, maar de grote lijnen lijken toch aardig te passen binnen de moderne natuurkunde. Zoals we zagen zaten de oude stoïcijnen niet met nieuwe ontdekkingen. Hun filosofie was niet star en stond open voor verandering. Nieuwe inzichten en ideeën werden en worden met enthousiasme begroet en geïncorporeerd in hun filosofische stelsel.
Een stoïcijn moet de natuurwetten leren kennen en niet verbaasd zijn dat de dingen gebeuren zoals ze gebeuren. Er zijn bepaalde gebeurtenissen die nu eenmaal volgens bepaalde regels verlopen. Je kunt je er druk om maken, maar gebeuren doen ze nu eenmaal. Een aardbeving of een vulkaanuitbarsting houd je niet tegen door je kwaad te maken op de aardkorst. Er zijn dingen die je niet kan veranderen. Het heeft dan ook geen nut om je druk te gaan maken om die dingen. Bij dit vak kregen de filosofieleerlingen dan ook te horen hoe ze moesten leren de universele natuur te accepteren, de menselijke natuur te begrijpen en hun eigen individuele natuur te kennen. De fysica leerde de stoïcijnen hoe de natuur werkt en wat het meest natuurlijk was om na te streven en te vermijden. Het vak van de fysica was voor de stoïcijnen dan ook de plek (topos zoals Epictetus het noemde) waarbij geleerd werd naar de goede dingen te verlangen. Het ging ze daarbij vooral om de juiste wil. Je moet niet willen dat de werkelijkheid anders is dan dat hij is, dat helpt niet en kost je alleen maar energie. Ik zal het in de rest van deze cursus dan ook het uitgangspunt van de juiste wilskracht noemen, of de stoïcijnse leer van de juiste wil of het juiste verlangen. Door de natuur te bestuderen dachten de stoïcijnen te kunnen achterhalen welke dingen natuurlijk en welke dingen onnatuurlijk zijn om na te streven.

 

·        Logica
De antieke logica, omvatte alles wat we ook tegenwoordig tot de logica rekenen, namelijk de studie van het formele redeneren. De syllogistische redeneringen van Aristoteles en de propositie- en predicatenlogica van de stoïcijnen vallen daar onder. Maar daar bleef het niet bij. Ook onderwerpen die tegenwoordig onder de wiskunde, epistemologie (kennisleer, of hoe je dingen kunt kennen), retorica (spraakkunst, of hoe je het best dingen aan anderen kan overbrengen) en neurologie (hoe de menselijke geest werkt) vormden een onderdeel van de antieke logica. De stoïcijnse logica stond, zelfs naar de huidige begrippen, op een hoog niveau. Sommige onderdelen van deze logica raakten tijdens de middeleeuwen in de vergetelheid en werden pas tweeduizend jaar later, in het begin van de twintigste eeuw weer herontdekt.
Het was een belangrijk vak waar door de stoïcijnse leraren veel aandacht aan werd besteed. De logica was voor de stoïcijnen het vak waarbij geleerd werd goed en verstandig te redeneren en denken. Hierbij werd de leerling geleerd de dingen op de juiste manier te beoordelen. Welke gedachten wel en welke niet redelijk zijn. Een stoïcijn moest zich ontwikkelen en zijn studies niet alleen beperken tot de filosofie. Hij moest onderlegd zijn in natuurkunde en wiskunde en ook op het gebied van kunst en cultuur moest hij kunnen meepraten. Ook in de retorica, de kunst van het spreken en overreden, moest hij goed onderlegd zijn. Ik zal het in de rest van deze cursus dan ook het uitgangspunt van de juiste denkkracht noemen, of de stoïcijnse leer van het juiste oordeel. Door de logica te bestuderen dachten de stoïcijnen te kunnen leren de gebeurtenissen en dingen die hen overkwamen beter te kunnen beoordelen.

 

·        Ethiek
Bij de ethiek gaat het erom hoe je je moet gedragen om een virtuoos leven te leiden. Welke rol moet je in de maatschappij spelen? Hoe moet je omgaan met je medemens? Wat voor taken moet je aanpakken en wat voor dingen moet je links laten liggen? Ook de ethiek omvatte meer dan wat we tegenwoordig als ethiek aanmerken. Vakgebieden als psychologie, sociologie, antropologie en zelfs politicologie zouden door de stoïcijnen onder het kopje ethiek worden gerangschikt. Ethiek had ook te maken met karaktervorming. Het werd zelfs gezien als een soort training. Aan de ene kant trainde je je lichaam met gymnastiekoefeningen en aan de andere kant trainde je je karakter met ethische oefeningen. De ethiek was het vak waarbij de leerling stoïcijn moest aanleren hoe hij het beste kon handelen. Het was het vak waarbij geleerd werd om de juiste dingen te doen en hoe je met andere mensen hoort om te gaan. Ik zal het in de rest van deze cursus dan ook het uitgangspunt van de juiste daadkracht noemen.

Dit wordt de les van de indelingen en onderscheidingen. De stoïcijnen waren in navolging van Aristoteles gek op vakjes en opbergsystemen. Alles kreeg zijn eigen doos in een groot allesomvattend archief. Ze waren zich er van bewust dat de werkelijkheid zich niet in hokjes liet opbergen, maar voor educatieve doeleinden zijn die hokjes onontbeerlijk. Na de stoïcijnse drietand is het nu dan ook tijd voor de vier hoofddeugden en zonden.