maandag 17 november 2014

Niets en niemand kan je tegenhouden

“Kan iemand je dwingen om iets te doen wat je niet wilt?”
‘Ja, natuurlijk. Als iemand me met de dood of iets anders bedreigt dan kan hij me laten doen wat hij maar wil.’
“Wat als de dood of geweld je koud zouden laten? Zou je je dan nog tot iets laten dwingen?”
‘Nee, dan niet meer.’
“Is het al dan niet verachten van dood en geweld iets wat in je macht ligt, of ligt het in de macht van een ander?”
‘Het ligt in mijn macht.’

Epictetus boek IV, hoofdstuk 1



Epictetus is hier in gesprek met één van zijn studenten. Net als de meesten van ons denkt de student dat andere mensen ons kunnen dwingen om dingen te doen die we eigenlijk helemaal niet willen doen. Maar Epictetus vertelt de student dat dat helemaal niet klopt.

Toen we klein waren werd ons al gezegd dat we dingen moesten doen die we eigenlijk niet wilden doen. Het waren vooral dingen die we onzinnig en vervelend vonden. Maar als we niet braaf en gehoorzaam waren werden we gestraft. Hoewel de meeste ouders en scholen zullen zeggen dat ze hun kinderen zo willen opvoeden dat ze sterk en onafhankelijk worden, is de opvoeding die ze in werkelijkheid geven daar mee in tegenspraak.

Als volwassenen hebben die kinderen van hun ouders en school geleerd dat het beter is om gehoorzaam en volgzaam te zijn. Zelfs als er niet één of andere autoriteit op je vingers staat te kijken hebben de meesten van ons de neiging om toch maar aan de veilige kant te blijven en te doen wat je denkt dat de meeste mensen zouden doen.

Epictetus probeert de student duidelijk te maken dat hij afstand moet nemen van zijn aangeleerde twijfels en angsten. De student moet de levenslange indoctrinatie om braaf te zijn van zich afschudden. Het is een extreem voorbeeld, maar Epictetus gebruikt vaak nogal extreme voorbeelden, met dood en geweld. Wat onder extreme omstandigheden geldt, zal in een normale situatie zeker ook gelden.

“Kan iemand je dwingen om naar iets te verlangen dat je niet wilt hebben?“
‘Niemand kan dat.’
“Of kan iemand je dwingen om ergens een bepaalde mening over te hebben of om iets te willen?”
‘Nee dat ook niet. Maar hij kan me wel tegenhouden in wat ik wil doen.’
“Als je iets wilt dat intern aan je wezen is, dat in je eigen macht ligt, hoe zou hij je dan kunnen tegenhouden?”
‘Helemaal niet.’
“Hoe kom je er dan bij dat je vrij kunt zijn als je je zinnen zet op iets wat extern aan je is?”

Epictetus boek IV, hoofdstuk 1


We beperken onze vrijheid vaak meer dan nodig is. Bijvoorbeeld door iets te willen wat extern aan ons is. Iets wat niet in onze macht, maar in de macht van een ander ligt. In plaats van je op jezelf te richten, richt je je dan op anderen. 

Waarom zou je jezelf zo beperken? Wat houd je tegen? Wie of wat zou je kunnen stoppen? Als je een bepaald persoon wilt zijn, als je iets wilt bereiken, waarom begin je daar dan niet meteen aan? Je weet wat in je macht ligt en wat niet. Ga dus koppig door met te worden wat en wie je wilt zijn. Niets en niemand kan je tegen houden.Wees dat akelige kindje dat maar steeds blijft vragen: waarom? En daarna opnieuw waarom? Waarom? Waarom? Tot je uiteindelijk de echte reden van iets hebt gevonden. En zelfs dan moet je nog vragen waarom. Want de kans is groot dat ook de echte reden niet klopt.