zaterdag 29 juni 2019

DE STOÏCIJNSE TECHNIEK VAN DE PROJECTIEVE VISUALISATIE


Hoofdstuk 26 van het Handboekje van Epictetus
Als, bijvoorbeeld, andermans slaaf een kopje breekt, zeg je direct: ‘dat kan nu eenmaal gebeuren’. Als het nu jouw kopje is dat breekt bedenk dan dat je net zo moet reageren als wanneer het een ander overkomt. Dit moet je ook doen bij belangrijkere dingen. Het kind of de vrouw van een vreemde is overleden. Iedereen zegt dan: ‘Zo gaat dat nu eenmaal in het leven’. Maar als je eigen kind of vrouw overlijdt, dan is het meteen: ‘Ach en wee’ en ‘arme ik’.

De stoïcijnen kenden een heel scala aan psychologische technieken om beter met de ups en downs van het leven om te kunnen gaan. In dit hoofdstukje legt Epictetus de techniek van de ‘projectieve visualisatie’ uit. Deze techniek is bedoeld om allerlei tegenslag beter het hoofd te kunnen bieden. Het laatste voorbeeld dat Epictetus geeft is voor een beginnend stoïcijn echt wel een beetje te extreem. Maar als uw kind een kopje breekt, heeft u waarschijnlijk de neiging boos te worden. Zou u dat ook zijn als het zoontje van de buren hetzelfde overkwam? Vermoedelijk niet. Door u voor te stellen dat de vervelende dingen die u overkomen niet u, maar iemand anders overkomen, kunt u de gebeurtenissen beter relativeren. Maak er een gewoonte van om iedere keer dat u zich ergens aan ergert of ergens angstig van wordt te bedenken of u net zo zou reageren als hetzelfde iemand anders zou overkomen. U leert zo de vervelende gebeurtenissen in uw leven vanuit een ander, relatief perspectief te bezien.

Deze techniek werkt vooral goed bij klein leed, zoals het breken van een kopje of het missen van de bus. Bij deze techniek leert u vervelende dingen te relativeren door te bedenken hoe u zou reageren als hetzelfde andere mensen zou overkomen. U projecteert als het ware uw eigen situatie op iemand anders en kijkt dan wat u dat doet. U neemt een beetje afstand van uw eigen zielige ik en probeert wat objectiever naar de werkelijkheid te kijken. Door de dingen zo te relativeren kunt u leren minder van uw stuk te raken als er iets mis gaat.

Stoïcisme is zeker niet alleen bedoeld om klein leed te verzachten. Epictetus noemt niet voor niets, naast het breken van een kopje ook het overlijden van vrouw of kind als voorbeeld. Ook iemand die emotioneel, financieel of op een andere manier totaal aan de grond zit kan profiteren van de techniek van de projectieve visualisatie. Iemand die onder een brug woont en niets anders bezit dan de kleding aan zijn lijf heeft tenminste dat nog. Iemand die ziek is, leeft in elk geval nog. Er bestaat bijna altijd wel een mogelijkheid om deze techniek toe te passen. Het zal dan misschien wel niet tot een groots geluksgevoel leiden, maar kan weldegelijk helpen om het leven iets te verzachten.


vrijdag 21 juni 2019

POPULARITEIT HEEFT EEN TE HOGE PRIJS


Hoofdstuk 25 van het Handboekje van Epictetus
Wees blij wanneer iemand terecht een betere plaats heeft gekregen bij een diner of receptie, of wanneer iemand die het beter weet om advies wordt gevraagd. Wordt niet boos als je gepasseerd wordt en iemand anders ten onrechte voor jou wordt uitgenodigd of om advies gevraagd. Bedenk dat je geen aanspraak kunt maken op de dingen waar je geen controle over hebt, zonder daarvoor de prijs te betalen.
Hoe kan iemand die alle feestjes afloopt verwachten hetzelfde behandeld te worden als iemand die dat niet doet? Hoe kan iemand die anderen niet steeds naar de mond praat verwachten hetzelfde behandeld te worden als iemand die dat wel doet. Hoe kan iemand die niet steeds complimentjes uitdeelt verwachten net zo behandeld te worden als iemand die dat wel doet? Je bent dom en onverzadigbaar als je een voorkeursbehandeling verwacht zonder daar de prijs voor te betalen.
Wat betaal je voor een krop sla. Een euro? Denk niet dat je niets hebt als iemand anders een euro betaalt en daar een krop sla voor krijgt terwijl jij die euro niet betaalt en geen sla krijgt. Hij heeft zijn krop sla, maar jij hebt een euro. Zo is het ook met populariteit. Je bent niet uitgenodigd voor een feestje? Natuurlijk niet: je hebt de prijs niet betaald die je daarvoor betalen moet. De uitnodiging wordt verkocht voor complimentje en attenties. Betaal de prijs als je daar beter van wordt. Je bent onverzadigbaar en dom als je de prijs niet wilt betalen en toch wilt worden uitgenodigd. Heb je dan niets in plaats van dat feestje? Natuurlijk wel. Je hebt hem geen complimentjes hoeven maken terwijl je dat niet wilde, je hebt niet voor hem en zijn vriendjes hoeven kruipen.

De stoïcijnen denken dat de meeste mensen ongelukkig zijn omdat ze niet goed weten welke dingen echt belangrijk en waardevol zijn. Ze brengen hun dagen door met het najagen van dingen waar ze ten onrechte van denken dat ze belangrijk zijn voor hun geluk. Ze beseffen niet dat het juist vaak het najagen van die dingen is die de voornaamste oorzaak is van hun ellende. Het lijkt tegenwoordig wel een epidemie, die hedendaagse zucht naar zichtbaarheid. Je hoeft niet persé iets te kunnen, het gaat er gewoon om dat anderen je kennen en leuk vinden. Bijvoorbeeld op YouTube, Facebook, Instagram of televisie. Hoe meer ‘likes’ je weet te verzamelen hoe beter je je voelt. Het gaat daarbij niet alleen om het streven naar internationale of nationale bekendheid, ook de drang om populair te zijn binnen de eigen vriendenkring valt hier onder. Zelfs de mensen die niet actief op zoek zijn naar hun ‘moment of fame’ in de media, streven toch nog naar populariteit binnen hun eigen groep en verlangen daarnaast ook nog eens naar erkenning via hun werk.

Ze denken dat dit soort roem, in de ruimste zin van het woord, hen gelukkig zal maken. Deze eerzucht vindt zijn biologische oorsprong in de evolutie. Voor uw overleven is het belangrijk om een gewaardeerd lid van uw stam te zijn. Hoe populairder en machtiger u bent hoe groter de kans dat anderen u helpen als het even tegen zit. Een heel natuurlijke en sociale emotie, die volgens de stoïcijnen toch een voorname bron van ongemak en negatieve gevoelens kan vormen. Zelfs het simpelweg populair blijven binnen uw eigen vriendenkring kost heel wat energie. U moet op feestjes verschijnen, complimentjes maken, doen alsof u lelijke dingen mooi vindt, op het juiste moment berichtjes op facebook liken en al de activiteiten, grappige katten en andere onzin van uw vrienden op de voet blijven volgen. Kortom een heel gedoe dat u heel wat van uw vrijheid en energie kost. En dan gaat het alleen nog maar om uw populariteit bij uw directe vrienden, om lokale of nationale bekendheid te verwerven moeten er nog veel meer inspanningen worden verricht.

Een stoïcijn maakt zich niet druk om zijn sociale status. Dat scheelt een hoop frustraties en levert een heleboel extra vrijheid op. Stoïcijnen hechten aan hun vrijheid en zijn erg terughoudend met het betalen van de prijs voor wat doorgaans als goede sociale contacten wordt aangemerkt. Door die prijs niet te betalen hoeft u de inspanningen die populariteit vereist niet te maken, en tegelijkertijd bespaart u zich de frustraties van het ondanks al die inspanningen niet uitgenodigd worden. Populariteit is afhankelijk van de reactie van anderen. Als u sociale status najaagt geeft u zich over aan de anderen. U levert uw welzijn en uw geluksgevoel uit aan de instemming van mensen waar u geen grip op hebt.

Door u te beperken tot uw eigen gedrag en er voor te zorgen dat dat gedrag virtuoos is, voorkomt u de stress van het als maar proberen bij anderen in de gunst te komen of blijven. Daar komt nog eens bij dat u nauwelijks invloed hebt op wat anderen over u denken. U kunt nog zo uw best doen om aardig en leuk gevonden te worden, maar uiteindelijk beslissen die anderen er toch zelf over of ze u wel of niet mogen. Het enige waar u wel echte invloed op hebt is op uw eigen gedrag. Zorg er dus gewoon voor dat u de dingen doet waarvan u zelf vindt dat ze goed en virtuoos zijn en laat de mening van anderen aan hen over.

vrijdag 14 juni 2019

DE STOÏCIJN ALS CARRIÈRETIJGER


Hoofdstuk 24 van het Hanboekje van Epictetus
Laat je niet dwarszitten door dit soort gedachten: ‘Ik zal nooit succes hebben, ik zal altijd een loser blijven, een absolute nul.’ Gebrek aan virtuositeit dat is pas echt iets slechts, maar bedenk dat dat niet van iemand anders afhangt, niemand kan je dwingen je virtuositeit op te geven. Jij bepaalt toch niet zelf of je een goede baan krijgt aangeboden of dat je op een belangrijke receptie wordt uitgenodigd? Absoluut niet. Hoe kan zoiets een tekort aan virtuositeit zijn? Hoezo zal je een loser zijn, iemand die niets voorstelt? Je hoeft je toch alleen maar bezig te houden met de dingen die in je macht liggen? Alleen daarmee kun je laten zien wat je echt waard bent.
‘Maar ik kan mijn vrienden niet helpen om rijk te worden en carrière te maken.’ Wat bedoel je daarmee? Ze zullen geen kruiwagen hebben? Ze zullen geen geld van je krijgen, ze zullen door jou geen carrière maken. Wie heeft je dan verteld dat dat dingen zijn waar je controle over hebt en dat dat niet andermans zaken zijn? Wie kan een ander geven wat hij zelf niet heeft? ‘Zorg dan dat je carrière maakt en rijk wordt’, zegt iemand, ‘dan kan je ons helpen.’ Als ik dat kan bereiken zonder mijn zelfrespect, betrouwbaarheid en virtuositeit te verliezen, laat me dan maar zien hoe dat kan en ik zal er voor zorgen dat ik carrière maak. Maar als jullie willen dat ik mijn virtuositeit opgeef om er voor te zorgen dat jullie rijk en succesvol worden, bedenk dan eens hoe onredelijk en dwaas jullie zijn. Wat hebben jullie nu liever, geld of een betrouwbare vriend met zelfrespect? Help me dan liever met dat laatste en vraag me niet om dingen te doen waardoor ik mijn virtuositeit kwijt raak.
Dan zegt iemand: ‘Maar ik zal dan niets bijdragen aan mijn land en de maatschappij.’ Ook hier geldt weer: Om wat voor bijdrage gaat het dan? Nee de gemeenschap zal door jouw inspanningen geen winkelcentra en zwemparadijzen krijgen. En wat zou dat? Je krijgt toch ook geen schoenen van de smid of wapens van de schoenmaker? Het is genoeg als iedereen zijn eigen ding doet. Als jij er nu voor zou zorgen dat je een virtuoos burger met zelfvertrouwen wordt, zou je je gemeenschap dan geen dienst bewijzen? ‘Zeker’. Dan ben je dus helemaal niet nutteloos voor je gemeenschap. ‘Maar’, zegt hij, ‘wat voor werk zou ik dan moeten gaan doen?’ Dat maakt niets uit. Zolang je in je werk je virtuositeit en zelfrespect maar kunt behouden. Wat voor dienst bewijs je je gemeenschap nog als je door je werk vals en onbetrouwbaar zou worden?

Epictetus is hier in gesprek met een leerling die de les uit het vorige hoofdstuk nog niet helemaal tot zich heeft laten doordringen. Hij is bang als een totale mislukkeling te worden gezien als hij niet probeert carrière te maken en rijk te worden. Ook is hij bang dat zijn vrienden zich van hem zullen afkeren als blijkt dat mooie leaseauto’s, het nieuwste model iPhone, hippe barbershops en vakanties met exotische bestemmingen hem voortaan koud laten. Wat heb je aan zo’n loser? Je kunt niet meer normaal met hem praten of feesten en als kruiwagen voor een mooie positie heb je ook al niets meer aan hem.

Epictetus wijst zijn leerling er op dat het daar helemaal niet om gaat. Al die materiële ballast waar de maatschappij van verwacht dat je er gek op bent valt niet te verwerven zonder andere mensen te vleien en smerige trucjes uit te halen. Stoïcijnen propageren niet een leven van armoede en onthouding, maar weten dondersgoed dat de welvaart en rijkdom, de populariteit en status waar iedereen zo naar lijkt te verlangen wel ten koste moeten gaan van anderen. Je moet concurreren met je collega’s en komt alleen vooruit door naar boven te likken en naar beneden te trappen. En alsof dat nog niet erg genoeg is verlies je als carrièretijger bovendien ook nog eens je vrijheid, zelfrespect en betrouwbaarheid. Dit zijn deugden waar een virtuoos stoïcijn onder geen beding afstand van wil doen. Dan maar geen carrière, status en macht.

De leerling sputtert nog tegen dat hij dan ook geen bijdrage aan de gemeenschap kan leveren en van een stoïcijn wordt toch ook een sociale instelling verwacht. In het oude Rome waren het vooral rijke en machtige mensen die publieke gebouwen als luxe markthallen en prachte badhuizen aanlegden. Epictetus vraagt hem of hij door een eerlijk en rechtschapen burger te zijn al niet genoeg aan de maatschappij bijdraagt. Volgens hem heeft de gemeenschap meer aan een virtuoos maar arm en vrij mens dan aan een rijke aan consumptie verslaafde carrièretijger.

Wanhopig vraagt de leerling wat hij dan wel met zijn leven moet gaan doen. Hij volgt een dure opleiding aan de eliteschool van Epictetus en die vertelt hem dan doodleuk dat hij geen carrière mag maken. Onze arme leerling raakt helemaal van slag. Toch is daar geen reden voor. Epictetus vertelt hem dat hij in principe iedere carrière mag kiezen die hij maar wil, zolang hij er maar voor zorgt dat dat niet ten koste gaat van zijn vrijheid, betrouwbaarheid en zelfrespect. Kortom van zijn virtuositeit. Zonder de gebruikelijke vleierij en onderdanigheid naar meerderen betekent dat dan natuurlijk wel dat die carrière heel wat stroever zal verlopen dan bij zijn niet stoïcijnse collega’s. Bovendien loopt onze leerling daarbij ook nog eens een goede kans om als klokkenluider in de goot te eindigen. Maar Epictetus leert hem dat dat allemaal dingen zijn die buiten zijn macht liggen en die voor een virtuoos en gelukkig leven geen rol spelen.

vrijdag 7 juni 2019

BLIJF JEZELF


Hoofdstuk 23 van het Handboekje van Epictetus
Als je jezelf er op betrapt dat je je aanpast om bij iemand in de smaak te vallen, bedenk dan dat je je levensfilosofie hebt verraden. Wees er gewoon tevreden mee dat je een filosoof bent. Je hoeft het niet aan anderen te laten zien dat je dat bent. Het is genoeg om voor jezelf filosoof te zijn.

Epictetus zegt hier dat andere mensen er maar aan moeten wennen dat zijn leerlingen zijn wie ze zijn en niets anders. Ook die leerlingen zelf moeten trouwens leren er tevreden mee te zijn dat ze de persoon zijn die ze zijn. Ze mogen zich in geen geval beter voordoen of de pretentie hebben dat ze iets voorstellen. Sterker nog, ergens anders zegt hij zelfs dat je je zorgen moet gaan maken als mensen tegen je op kijken en denken dat je iets voorstelt. Hij bedoelt daarmee niet dat je bescheiden en timide moet zijn. Maar als je op de één of andere manier uitblinkt in de dingen die de mensen belangrijk en prijzenswaardig vinden, dan is de kans wel heel groot dat je je niet al te goed aan je stoïcijnse waarden houdt. De dingen die de meeste mensen waarderen, zoals een mooie auto, veel volgers op Instagram en een goed betaalde baan, zijn nu net schoolvoorbeelden van dingen die een stoïcijn koud laten.

Dat betekent niet dat je andere mensen maar moet gaan negeren en links moet laten liggen. Je moet weldegelijk de verantwoordelijkheid nemen voor de maatschappelijke rollen die je speelt. Een stoïcijn behandelt andere mensen daarom altijd vriendelijk, hij is geduldig en tolerant. Dat kan tot gevolg hebben dat die mensen je aardig gaan vinden, maar dat kan en mag nooit het doel van het vriendelijke gedrag zijn. De stoïcijnse levensfilosofie is er op gericht een virtuoos mens te worden, niet iemand die geliefd is. Dat is hooguit een prettige bijkomstigheid, maar niet het doel van de filosofie.

Epictetus zegt hier dat zijn leerlingen andere mensen niet mogen ‘pleasen’ door dezelfde kleren te kopen, dezelfde films en muziek te gaan bekijken of door voor een bepaalde carrière te kiezen. Allemaal om er maar bij te horen. Een stoïcijn hoort nergens bij en wil ook nergens bij horen. Hij weet waar hij goed in is en waar hij slecht in is en volgt zijn eigen pad. Hij is niets meer en niets minder dan wat hij werkelijk is. Het enige wat hij echt wil zijn is een stoïcijns filosoof en zelfs dat hangt hij niet aan de grote klok maar houdt hij liever voor zich zelf.