zaterdag 22 mei 2021

4.4 De vier deugden en de stoïcijnse drietand gecombineerd

 

Er werd door de stoïcijnen een verband gelegd tussen de antieke deugden en de indeling van de filosofie in ethiek, logica en fysica. Deze combinatie leverde de drie hoofdthema’s van hun lesprogramma op. Een lesprogramma dat bestond uit de leer van de juiste wilskracht, de leer van de juiste denkkracht en de leer van de juiste daadkracht. Dit waren de thema’s waarop de stoïcijnse leraren hun lessen richtten. Die thema’s staan dus rechtstreeks in verband met de stoïcijnse drietand. Het is in feite de praktische uitwerking van de theoretische verdeling van de filosofie in fysica, ethiek en logica. Deze lesthema’s werden de drie ‘topoi’ genoemd. ‘Topoi’ is het meervoud van het Griekse woord ‘topos’ dat plaats of plek betekent (denk maar aan ons woord topografie). Het gaat hier om de drie dingen waarover u volgens de stoïcijnen een directe en volledige controle kunt uitoefenen: namelijk uw verlangens en angsten (uw wilskracht), uw meningen en oordelen (uw denkkracht) en uw doen en laten (uw daadkracht). Ons zelfbewustzijn kan alleen deze drie dingen echt helemaal beheersen, al het ander ligt op z’n minst gedeeltelijk buiten ons vermogen. Dat menselijk zelfbewustzijn komt later nog uitgebreid aan de orde maar het speelt een zo’n belangrijke rol in de stoïcijnse filosofie dat het nu al een klein nader onderzoekje verdient.

Zelfbewustzijn is dat deel van onze geest waarmee we ons eigen bestaan beseffen. Het omvat herinneringen aan gebeurtenissen uit het verleden, gedachten over de toekomst, maar vooral ook de beleving van lichamelijke gevoelens, het besef van een beeld van de omgeving, actuele stemmingen en gedachten. Het is het vermogen waarmee ik niet alleen de mok met thee hier op mijn bureau zie staan, maar ook het vermogen waarmee ik besef wat het is wat ik zie (het begrip dat het om een mok thee gaat) en het vermogen om te denken ‘ik zie een mok met thee’. De stoïcijnen noemden dit bewuste deel van de menselijke geest het ‘hegemonikon’, letterlijk het leidende deel (denk maar aan ons woord ‘hegemonie’). Het is alleen dit ‘hegemonikon’ waar we een volledige controle over kunnen uitoefenen. Dichter bij uzelf dan uw ‘hegemonikon’ kunt u niet komen. Als u al iets bent dan bent u uw ‘hegemonikon’. In de rest van dit boek zal ik dit deel van de menselijke geest het ‘centrum van zelfbewustzijn’, maar vooral net als de stoïcijnen het ‘hegemonikon’ noemen. Het ‘hegemonikon’ wordt door de stoïcijnen ook weer in een deel dat wil, een deel dat denkt en een deel dat handelt verdeeld. De thema’s en doelstellingen op een stoïcijnse school vormen tegelijkertijd een soort onderverdeling van ons zelfbewustzijn. Bij het stoïcisme draait het dus voor een belangrijk deel om het zo goed mogelijk gebruik te leren maken van uw eigen ‘hegemonikon’. U gaat in deze cursus dan ook vooral dat deel van uzelf oefenen dat de kern van uw wezen vormt.

Zoals we zagen stond de onderverdeling van het ‘hegemonikon’ niet alleen aan de basis van de indeling van de filosofie maar ook van de lesstof op een stoïcijnse school. Er bestond niet een bepaalde volgorde of voorkeur in de vakken die de leerlingen moesten bestuderen. De drie ‘topoi’ werden naast en door elkaar heen gegeven en niet achter elkaar. Er lopen dwarsverbanden tussen alle drie de gebieden. Ze kunnen dan ook niet los van elkaar bestudeerd worden. Toch zijn, volgens Epictetus, bepaalde ‘topoi’ belangrijker voor een beginnend stoïcijn dan andere. Een leerling moet overal les in krijgen, maar sommige dingen verdienen in het begin wat meer nadruk. Hij formuleert het als volgt.

“Er zijn drie gebieden waarin je je moet oefenen om een virtuoos mens te worden. Het eerste is het gebied van het streven en het vermijden, om te voorkomen dat je niet bereikt waar je naar streeft of terechtkomt in wat je wilt vermijden. Het tweede gebied heeft betrekking op je handelen, om te zorgen dat je daarbij gericht, rationeel en niet zorgeloos te werk gaat. Het derde gebied gaat over je denkvermogen en zorgt ervoor dat je je niet laat misleiden en niet lukraak alles gelooft. Het belangrijkst en meest urgent is het terrein van wat je wilt: passies ontstaan immers alleen wanneer je niet bereikt waar je naar streeft of terechtkomt in wat je wilt vermijden. Daardoor ontstaan verwarring, onrust, frustraties, mislukkingen, verdriet, gejammer, afgunst, angsten en jaloezie. Luidruchtige passies waardoor we de rustige stem van de rede niet eens meer kunnen horen. Op de tweede plaats komt het handelen: ik moet immers niet gevoelloos zijn als een standbeeld, maar de natuurlijke en sociale verhoudingen in het oog houden, en mijn rol als mens, als zoon, als broer, als burger spelen. Op de derde plaats komt het terrein dat toebehoort aan hen die al wat verder gevorderd zijn: de onwankelbare zekerheid betreffende al die genoemde dingen, zodat je zelfs in je slaap of in dronkenschap of in een sombere bui niet ongemerkt een indruk accepteert zonder die eerst te onderzoeken.” (Epictetus; Colleges 3; hoofdstuk 2).

Op een stoïcijnse school werd naast de meer traditionele vakken als retorica, geschiedenis, wiskunde en natuurwetenschap dus vooral les gegeven in de drie ‘topoi’. Om het u goed in te prenten volgt hieronder eerst nog een korte schematische uiteenzetting van de leerdoelen op zo’n school. Later zal dan in de volgende lessen dieper op het een en ander ingegaan worden.

 

·        De topos van de stoïcijnse wilskracht (verbonden met de fysica)
In de eerste plaats moesten de leerlingen dus leren hun verlangens en angsten onder controle te krijgen. Het gaat hier dus om de klassieke deugden van matigheid en moed (ik noem ze samen de zelfbeheersing). De beginnende stoïcijnen moesten hun negatieve emoties, ontspoorde verlangens en angsten, onder de duim zien te krijgen. Ze moesten hun verlangens beperken tot die dingen waar ze ook werkelijk controle over hadden. Met andere woorden: hun verlangens moesten gericht worden op het worden van een virtuoos mens. Al het andere is onbelangrijk en moet ook als zodanig worden behandeld. Het zal u misschien op het eerste gezicht verbazen dat de stoïcijnen deze doelstelling relateerden aan de fysica. Toch zit er, zoals altijd bij de stoïcijnen, wel degelijk een logische redenering achter. Hierboven zagen we al dat een beginnend stoïcijn moet leren om zoveel mogelijk in overeenstemming met de natuur te leven. In overeenstemming met de universele natuur, de wereld van natuurwetten en oorzaak en gevolg. Een wereld waarvan hij moet gaan beseffen dat hij er nauwelijks of geen invloed op kan uitoefenen. En daarnaast moet hij ook in overeenstemming met zijn individuele en met zijn menselijke natuur leren leven. De fysica is nu juist het deel van de filosofie waarin de natuur wordt bestudeerd. Het is dus best logisch dat de topos van de juiste wilskracht onder de fysica wordt geschaard. In dit boek zijn met name de lessen vijf tot en met tien aan dit vak gewijd.

·        De topos van de stoïcijnse denkkracht (verbonden met de logica)
In de tweede plaats moesten de leerlingen hun denkvermogen trainen. Het gaat hier om de aan de logica gerelateerde deugd van de wijsheid. Misschien wel het belangrijkste vak, omdat deze ook behulpzaam moet zijn bij de andere twee vakken. De aspirant stoïcijnen moeten hun hersenen en redeneervermogen aanscherpen, zodat ze in staat zijn om iedere gebeurtenis op zijn waarde te schatten. Als een leerling iets overkomt, om het even wat, moet hij onmiddellijk en eigenlijk automatisch de afweging maken of het gaat om iets wat binnen zijn vermogen ligt, of om iets wat daarbuiten ligt en dus in wezen onbelangrijk is. Daarbij moeten ze leren alle situaties en problemen die zich voordoen op een rationele manier te analyseren. Ongeacht de mate waarin ze daar zelf emotioneel bij betrokken zijn. Hier leren ze om niet onmiddellijk met iedere indruk van buiten in te stemmen, maar die indruk eerst grondig te onderzoeken voordat er iets mee gedaan wordt. Stoïcijnen worden vaak met de emotieloze mr. Spock uit Star Trek vergeleken. U weet ondertussen dat de stoïcijnse wijze meer op een Jedi-ridder uit de concurrent Star Wars lijkt. Alleen bij de topos van de stoïcijnse denkkracht komt de vergelijking met de Star Trek held wat beter tot zijn recht. In de rest van dit boek zal ik dit vak vooral de leer van het stoïcijnse denkkracht noemen. In de lessen elf tot en met dertien zal dieper op dit vak worden ingegaan.

·        De topos van de stoïcijnse daadkracht (verbonden met de ethiek)
In de derde plaats moeten de beginnend stoïcijnen leren hun handelen onder controle te krijgen. Deze doelstelling vloeit voort uit de ethiek en vertegenwoordigt de klassieke deugd van de rechtvaardigheid. De uit de vorige twee doelstellingen voortkomende juiste verlangens en juiste oordelen moeten hier omgezet worden in de juiste actie. De leerlingen moeten zich aanleren de juiste dingen te doen voor zichzelf, hun gemeenschap en de mensheid in zijn geheel.
Dit is geen oproep om altruïstisch te worden en van alles in uw leven ten behoeve van anderen op te geven. Het is evenmin een oproep om u volledig terug te trekken in een innerlijk kasteel en een rustig teruggetrokken leven te leiden. Het is een oproep om midden in de maatschappij virtuoos van het leven te genieten of zoals Seneca het zei.

“Filosofie is niet een kunststukje voor het publiek, het is niet iets dat als een vertoning bedoeld is; zij ligt niet in woorden, maar in de praktijk. Zij wordt niet gebruikt om de dag een beetje genoeglijk door te brengen, om verveling in de vrije tijd te voorkomen; zij vormt en bewerkt de geest, ordent het leven, geeft richtlijnen voor ons handelen, laat zien wat wij moeten doen en laten, neemt plaats aan het roer en houdt vaste koers door verraderlijke stromen. Zonder haar kan niemand vrij van angst en zorgen leven: er gebeuren elk uur talloze dingen die vragen om een advies dat alleen van haar te verwachten valt.” (Seneca, Brieven aan Lucilius 16-3)

Seneca laat hier zien dat ethiek niet voor de buitenkant, niet voor de show is. Het gaat zelfs niet om het resultaat. Een stoïcijn moet zich terdege realiseren dat het gaat om de intentie en niet om het eindresultaat. Hoe u ook uw best doet de universele natuur, waaronder ook tegenwerking door medemensen valt, kan roet in het eten gooien. Als, alle goede bedoelingen ten spijt, het beoogde resultaat van het handelen tegenvalt mag u zich daardoor niet uit het veld laten slaan. Uw wil (het eerste vak) was er immers op basis van uw beste oordeelsvermogen (het tweede vak) op gericht om te doen wat redelijkerwijs in uw vermogen lag (het derde vak) en niet op het bereiken van een bepaald resultaat. De universele natuur kan de gewenste handelingen zelfs totaal onmogelijk gemaakt hebben. Maar daar gaat het een stoïcijn niet om. Het gaat om de intentie om iets te doen, niet om de handeling zelf of het resultaat. In de rest van deze cursus zal ik dit dan ook de stoïcijnse leer van het juiste handelen of de stoïcijnse daadkracht noemen. In de lessen veertien tot en met achttien wordt extra aandacht aan dit onderwerp geschonken. De daarop volgende lessen worden gebruikt om de drie thema’s weer samen te laten vloeien tot een harmonieus geheel.

Het gaat u misschien wat duizelen, maar toch zit de stoïcijnse filosofie behoorlijk logisch in elkaar. Voor de duidelijkheid geef ik u hier eerst een overzichtje en vervolgens ook een schema.

Het overzicht

·        De stoïcijnse drietand

1.      De fysica: Hoe steekt de kosmos in elkaar? Gaat over de universele natuur.

2.      De logica: Hoe werkt het menselijke verstand? Gaat over de persoonlijke natuur.

3.      De ethiek: Wat moet je doen om een goed leven te leiden? Gaat over de menselijke natuur.

·        De vier stoïcijnse deugden en ondeugden:

1.      Wijsheid tegenover domheid.

2.      Rechtvaardigheid tegenover onrecht.

3.      Matigheid tegenover overdaad.

4.      Moed tegenover lafheid.

·        Het stoïcijnse lesprogramma of de drie ‘topoi’ (thema’s):

1.      De leer of ‘topos’ van de juiste wilskracht verbonden met de fysica en de deugden moed en matigheid.

2.      De leer of ‘topos’ van de juiste denkkracht verbonden met de logica en de deugd wijsheid.

3.      De leer of ‘topos’ van de juiste daadkracht verbonden met de ethiek en de deugd rechtvaardigheid.

Schematisch komt de verbinding tussen de stoïcijnse lesthema’s, de kapitale deugden en de indeling van de antieke filosofie er dan zo uit te zien:

DE TOPOI

HOOFDDEUGDEN

DRIETAND

NATUUR

PSYCHE

De stoïcijnse wilskracht

Zelfbeheersing

(Moed/Matiging)

Fysica

Universele natuur

Verlangen, afkeer, emotie,

gevoel

De stoïcijnse denkkracht

Wijsheid

Logica

Persoonlijke natuur

Denken, oordelen,

verstand

De stoïcijnse daadkracht

Rechtvaardigheid

Ethiek

Menselijke natuur

Handelen, doen,

intentie

 

De drie ‘topoi’ waren in het stoïcijnse lesprogramma gescheiden maar toch volledig met elkaar verweven. De ene discipline kon niet behandeld worden zonder ook naar de anderen te verwijzen. Epictetus zegt in het hierboven behandelde citaat wel dat in het begin de nadruk op het beheersen van de wil van de leerling moet worden gelegd. Als daar niet eerst een begin van controle over bereikt wordt heeft de bestudering van de andere onderdelen niet zo veel nut meer. Iemand die door allerlei passies (negatieve emoties, verlangens en angsten) in beslag wordt genomen kan ook zijn gedachten niet goed op orde krijgen en wie zijn gedachten niet op orde heeft weet ook hoe hij moet handelen. Om de passies onder controle te krijgen moet je echter ook leren de situatie juist te beoordelen en daar dan naar te handelen. Hier ziet u al meteen dat de drie ‘topoi’ niet los van elkaar onderwezen kunnen worden, maar door elkaar heenlopen en onlosmakelijke met elkaar verbonden zijn.

De ‘topoi’ verwijzen dus telkens weer naar onderwerpen die onder de andere twee thema’s thuis horen. In de stoïcijnse scholen werden ze dan ook niet na elkaar, maar naast elkaar onderwezen. Stoïcisme is een levensfilosofie een filosofie die gericht is op het leven in het hier en nu van de huidige maatschappij. Daarbij moeten alle aspecten van de drie disciplines steeds voor ogen worden gehouden. De ‘topoi’ van de denkkracht (het juiste oordeel) en de wilskracht (de juiste verlangens en aversies) zijn nodig om uw karakter te vormen en om een stevige basis te hebben van waaruit u uw virtuoze handelingen (de stoïcijnse daadkracht) kunt uitvoeren.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten