zaterdag 6 maart 2021

2.4 Neem niet te veel hooi op uw vork

 

Betekent dit nu dat u dan al uw doelen maar overboord moet gooien en achteroverleunend in uw stoel afwacht wat er op uw pad komt? Nee zo werkt het toch niet helemaal. U mag weldegelijk plannen maken en doelen stellen, maar u moet zich daarbij wel realiseren dat die doelen helemaal niet zo belangrijk zijn. Het gaat voor een stoïcijn om hoe u die doelen kiest en de manier waarop u aan die doelen werkt, en niet om het behalen van de doelen zelf. Uw levenswaarden spelen de hoofdrol.

Dat is niet helemaal zonder gevaar. Stel dat u als moderne workaholic hardwerken en vlijt als één van uw levenswaarden hebt gekozen, dan loopt u het risico om uzelf heel deugdzaam een ‘burn-out’ in te werken. De maatschappij verwacht immers veel van u. Uw vrienden, collega’s maar vooral uw managers willen u tot het uiterste drijven. En ze verwachten van u dat u uw grenzen steeds weer een stukje oprekt. U moet steeds zwaardere ‘targets’ halen, permanent leren, u zelf ambitieuze carrièredoelen stellen en tegelijkertijd moet u ook nog een goede ouder zijn en een florerend sociaal leven in stand houden. In stoïcijnse ogen is dit een schoolvoorbeeld van hoe je je leven kunt verspillen. Seneca zei het zo:

In de eerste plaats moeten we ons niet inspannen voor doelen die onbereikbaar zijn, dat zou immers alleen maar vergeefse moeite zijn. We moeten dus niet streven naar doelen die we toch niet kunnen behalen en al evenmin naar dingen waar we als we ze wel verkrijgen later spijt van krijgen. Dat betekent dat we ons niet druk moeten maken om zinloze doelstellingen en ook niet om doelstellingen die al die moeite niet waard zijn. Iemand die faalt in zijn bedoelingen of iets presteert waar hij spijt van heeft voelt zich alleen maar ellendig. (Seneca; Over de zielenrust; hoofdstuk 12)

Seneca beschrijft in bovenstaand citaat twee soorten doelen die u niet zullen helpen uw levensgeluk te vergroten. Doelen die voor u onbereikbaar zijn en doelen die u wel kunt verwezenlijken, maar waar u zich later over schaamt. Het is niet altijd even makkelijk om te bepalen welke doelstellingen onhaalbaar zijn. Om dat te kunnen doen zult u een goede realiteitszin moeten combineren met een uitstekende zelfkennis. Deze stoïcijnse realiteitscheck betekent niet dat u nooit meer een uitdagende taak kunt aannemen, maar het betekent wel dat u een weloverwogen inschatting moet maken van de waarschijnlijkheid dat u in staat bent uw doelstellingen ook echt te verwezenlijken. Critici van het stoïcisme verwijten stoïcijnen weleens een gebrek aan ambitie: ‘Zonder ambitie zouden we nog in berenvellen rondlopen. We moeten onszelf dus blijven uitdagen en steeds ambitieuzere doelen stellen. Als niemand de durf heeft om het onmogelijke toch te proberen komen we nooit ergens.’ Of woorden van die strekking. Bedenk echter wel dat als gezegd wordt dat iemand het onmogelijke heeft weten te bereiken dat per definitie niet waar is. U hoeft heus niet onmiddellijk te geloven dat iets niet kan, maar een beetje stoïcijnse realiteitszin kan echt geen kwaad.

Stoïcijnen hechten heel veel waarde aan hun inspanningen. Ze weten dat ze beschikken over een beperkte hoeveelheid energie en ze beseffen ook dat hen maar een beperkte hoeveelheid tijd is toebedeeld. Die tijd en energie is veel te waardevol om te verspillen aan zinloze of waardeloze activiteiten. Hoe groot de externe druk ook wordt voel u dus nooit verplicht om dingen te doen die voor u te moeilijk, te zwaar of gewoon niet waardevol genoeg zijn. Daar is niets onredelijks aan en stoïcijnen proberen voor alles redelijk te blijven.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten