zaterdag 10 april 2021

3.4 Marcus Aurelius: Keizer en filosoof

 

Na een eerste minister en een slaaf, is het nu tijd voor een stoïcijnse keizer. Marcus Aurelius werd geboren in Rome op 26 april van het jaar 121, in een tijd dat het Romeinse Rijk op het hoogtepunt van zijn macht stond. Als keizer is hij de enige stoïcijn waar de exacte geboorte en sterfdatum van bekend zijn. Hij was de zoon van de vooraanstaande senatoren Annius Verus en Domitia Lucilla. De toenmalige keizer Hadrianus, een vriend van de familie, was zeer gesteld op de jonge Marcus, en op zijn aandringen werd Marcus geadopteerd als zoon van de door Hadrianus als zijn opvolger benoemde Antonius Pius. In 161 besteeg Marcus, na jarenlang tweede man van keizer Antonius Pius te zijn geweest, zelf de troon.

Marcus had les gehad van stoïcijnse leraren en beschouwde zich zelf als een stoïcijn. Hij was de laatste keizer uit de periode die bekend staat als de tijd van de vijf goede keizers. De regeerperiode van de keizers Nerva, Trajanus, Hadrianus, Antonius Pius en Marcus Aurelius wordt beschouwd als de gouden eeuw van Rome. Opvallend, en misschien niet helemaal toevallig, waren al deze keizers in meer of mindere mate door het stoïcisme geïnspireerd. Hadrianus, de peet opa van Marcus, was zelfs speciaal naar Nicopolis gereisd om lezingen van de destijds al oude Epictetus bij te kunnen wonen. Van Marcus zelf weten we dat hij de boeken van Epictetus in zijn bezit moet hebben gehad.

Het was tijdens zijn veldtochten tegen invallende Germaanse stammen dat Marcus rond het jaar 170 een dagboek begon bij te houden. Hij noemde ze in het Grieks ‘Ta eis heauton’, geschriften aan zich zelf gericht. Deze beroemde ‘Meditaties’ of ‘Dagboeken’ van Marcus Aurelius waren eigenlijk helemaal niet voor publicatie bestemd. ‘De Dagboeken’ zijn in het Grieks geschreven en waren niet meer dan de gedachten van Marcus voor eigen gebruik. De stoïcijnse leraren gaven hun leerlingen vaak de opdracht om een dagboek bij te houden, waarin ze alle gebeurtenissen die hen uit hun evenwicht brachten moesten noteren. De dagboeken zijn dan ook niet zomaar een feitelijke weergave van gebeurtenissen, maar vooral een filosofische analyse waarin Marcus zich zelf toespreekt en aanmoedigt om zich voortaan beter aan de adviezen van zijn stoïcijnse leraren te houden.

Marcus stierf op 18 maart van het jaar 180 tijdens een veldtocht in de buurt van Vindobona, het Romeinse Wenen. Hij had opdracht gegeven om zijn dagboeken na zijn dood te verbranden. Gelukkig voor ons heeft iemand zich niet aan zijn bevelen gehouden. De tekst zoals we die nu kennen, is ingedeeld in twaalf kleine boeken en is één van de bekendste authentieke stoïcijnse teksten. Ook in historisch opzicht zijn ‘De Dagboeken’ waardevol, omdat ze ons kennis laten maken met de diepste overtuigingen en twijfels van de heerser van een wereldrijk. Het boek neemt dan ook een geheel eigen plaats in binnen de grotere traditie van het stoïcisme. Het werk was bovendien favoriet bij onder anderen de Pruisische koning Frederik de Grote, hielp Nelson Mandela tijdens zijn gevangenschap op Robbeneiland en schijnt zelfs op het nachtkastje van de Amerikaanse president Bill Clinton gelegen te hebben. Een groot deel van de inhoud is tijdloos en heeft na tweeduizend jaar nog niets aan overtuigingskracht ingeboet.

 

Oefening: De spiegel en de pen

'Zelfonderzoek' is dus een belangrijke oefening in het stoïcijnse programma. Alleen al het nadenken over onszelf en ons leven, zoals we gaan doen in deze cursus, draagt bij aan zo'n zelfonderzoek. Maar het schrijven van dagelijkse dagboekberichten is ook een uiterst effectieve methode voor het richten van de geest. Het helpt u om u bewust te worden van verbindingen en inzichten die anders niet opgemerkt zouden worden. Seneca merkt op:

‘Een persoon die zich er niet bewust van is dat hij iets verkeerd doet, heeft ook geen enkele behoefte om dat recht te zetten. Je moet jezelf erop betrappen voordat je er iets aan kan gaan doen.' (Seneca, Brieven aan Lucilius 28-10).

U moet een beetje afstand nemen van uzelf, om een goed beeld te kunnen krijgen van wat voor soort persoon u nu eigenlijk bent, hoe u zich gedraagt en hoe u omgaat met uw zaken en andere mensen. U moet zo nu en dan naast uzelf gaan staan om te zien wie u daadwerkelijk bent en hoe u uw leven leidt. Zo kunnen we onszelf begeleiden, zoals een vriend ons zou helpen om verbeteringen aan te brengen. In dit kader zegt Seneca tegen Lucilius, 'ik begin mijn eigen vriend te worden' (Brief 6.4), hij merkt verder op dat alleen iemand die een vriend voor zichzelf kan zijn ook echt een vriend voor een ander kan zijn. Je moet jezelf kennen voordat je iets voor anderen kunt gaan betekenen.

Voor deze oefening moet u dus een stoïcijns dagboek gaan bijhouden. Voorlopig volstaat het om alleen een feitelijke omschrijving te geven van gebeurtenissen die u raken. Denk daarbij aan dingen waar u vrolijk van wordt, maar vooral aan de dingen waardoor u van slag raakt. Dat kunnen hele kleine dingen zijn zoals het missen van de trein, of het morsen van koffie over uw lesmateriaal. U hoeft er nog niets mee te doen, dat komt in de volgende lessen wel aan bod. Het gaat er nu om dat u door gaat krijgen wat voor persoon u bent. Van wat voor dingen raakt u overstuur? Wat maakt u kwaad of verdrietig en waar wordt u angstig van? U moet zich hierbij niet beperken tot gebeurtenissen die negatieve emoties bij u losmaken. U moet ook gaan onderzoeken van welke dingen u blij en vrolijk wordt. Wat geeft u energie? Welke dingen maken u gelukkig? Lees regelmatig na wat u hebt opgeschreven en kijk of u er bepaalde patronen in kunt ontdekken. Door dit een paar maanden vol te houden leert u zich zelf langzaam maar zeker steeds beter kennen. Een grondige zelfkennis is de eerste stap naar een gelukkiger leven als stoïcijns filosoof.

U kunt uw stoïcijnse dagboek natuurlijk ook gebruiken om bij het lezen van de stoïcijnse filosofen opmerkingen of citaten die u extra treffen, of die u extra interessant vindt op te schrijven. Op den duur krijgt u zo een eigen bloemlezing van die delen van de stoïcijnse filosofie die u het meest aanspreken. U zou zo zelfs uw eigen aforismen (stoïcijnse tegeltjeswijsheden) kunnen gaan maken. Het schrijven over de stoïcijnse principes is een prima methode om u regelmatig bewust te zijn van uw levensfilosofie. Hoe meer u er meer bezig bent hoe verder het in uw wezen doordringt.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten