zondag 6 december 2020

EEN NATUURLIJKE LEVENSSTIJL

De stoïcijnen propageren een natuurlijke manier van leven, een leven in harmonie met de natuur. Een dergelijke manier van leven doet tegenwoordig al gauw denken aan geitenwollensokken types die hun eigen groente verbouwen en zelf een stinkende drab die ze bier noemen, brouwen. Hoewel een stoïcijn een ecologische manier van leven wel zou bevallen is dit toch niet wat ze met een leven in overeenstemming met de natuur bedoelen. Het gaat er bij hen om te leren om zowel in overeenstemming met hun individuele menselijke natuur als in overeenstemming met de universele kosmische natuur te leven. U zult al gauw merken dat het eigenlijk om één en dezelfde natuur gaat. Het onderscheid is kunstmatig, maar wel makkelijk voor een beter begrip.

De universele, kosmische natuur omvat al het bestaande. Ruimte, tijd, energie, materie en de zogenaamde natuurwetten. De mens maakt daar deel van uit en is onderworpen aan de gang van zaken in het universum. Hij kan zich er niet aan onttrekken en moet accepteren dat de wereld is zoals hij is. Volgens de stoïcijnen heeft dit universum een bewustzijn. Al het bestaande is niet alleen maar dode materie en ruimtetijd, nee het is zich bewust van zijn bestaan. Het weet dat het er is en het beseft dat er dingen in en met hem gebeuren. Dat klinkt een beetje gek en zweverig, maar is eigenlijk heel logisch. In de ogen van de stoïcijnen kan het gewoon niet anders dan dat nu de mens zich al bewust is van zijn bestaan, iets dat veel groter en ingewikkelder is dan die mens ook bewustzijn moet hebben. Een heel ander en meeromvattend bewustzijn natuurlijk, maar weldegelijk een soort van bewustzijn. Dat klinkt vreemd, maar wordt al wat minder raar als u bedenkt dat alleen al door het bestaan van de zelfbewuste mens ook het heelal zich via die mens, die daar immers deel van uitmaakt, bewust moet zijn van zijn eigen bestaan. Stoïcijnen worden daarom ook wel pantheïsten genoemd, de leer dat al het bestaande in de natuur als goddelijk en bewust kan worden aangemerkt.

De stoïcijnse leraren vinden dat een leerling niet alleen theoretisch moet beseffen dat hij een onderdeel van dat bewuste universum is, hij moet zich ook echt een onderdeel van het geheel gaan voelen. Er bestaan zelfs een paar speciale stoïcijnse meditatietechnieken, ‘de panoramablik’ ook wel ‘het kosmische gezichtspunt’ genoemd en de ‘anakhoresis-meditatie’, om dat gevoel op te wekken. Het besef dat er iets groters bestaat waar we aan onderworpen zijn kan troostend werken. We zijn niet voor alles verantwoordelijk, een groot deel van de dingen die ons overkomen vallen buiten ons bereik. Het enige dat we kunnen doen is het accepteren.

Dood, natuurrampen, ziektes en dergelijken zijn zo geen straffen van een boze godheid. Het zijn gewoon de manier waarop de dingen in de natuur zich ontvouwen. De manier waarop een van zichzelf bewuste natuur zich realiseert. De stoïcijnen lijken soms zelfs te suggereren dat die universele natuur ons expres allerlei tegenslag laat ondergaan om ons ‘hegemonikon’ zo de kans te geven zich te trainen. Op die manier biedt het universum ons de mogelijkheid om te laten zien dat we de les over wat wel en wat niet onder onze controle is goed hebben geleerd. Het christendom heeft deze gedachte later in zijn doctrines opgenomen. Een dergelijk ‘geloof’ zou inderdaad troost kunnen brengen in moeilijke omstandigheden, maar desondanks lijkt het mij persoonlijk waarschijnlijker dat een universeel bewustzijn, als dat al echt zou bestaan, onverschillig staat tegenover het wel en wee van een individuele mens.

De individuele natuur van de mens is dus een onderdeel van die grote universele natuur. Hij omvat zowel de fundamentele eigenschappen die alle mensen met elkaar delen, de dingen die een mens tot mens maken, als uw hoogst persoonlijke eigenschappen, de eigenschappen en talenten die u maken tot wie u bent. U beschikt net als ieder ander mens over de algemene eigenschappen en karaktertrekken die eigen zijn aan ons mensen en ons doen verschillen van bijvoorbeeld een orang-oetan. Dit noemen de stoïcijnen, heel origineel, de menselijke natuur. Daarnaast heeft u uw eigen persoonlijke eigenschappen, talenten en levensgeschiedenis die u maken tot wie u als individueel persoon bent. Uw eigen individuele natuur. Ook met die unieke eigenschappen moet u terdege rekening houden bij de keuzes die u maakt. Voor u iets onderneemt moet u zich rekenschap geven van uw talenten en beperkingen. Van een leerling stoïcijn wordt verwacht dat hij op zoek gaat naar zijn rol op het wereldtoneel. Epictetus zegt het als volgt:

“Als je een rol op je neemt die je niet ligt, dan faal je twee keer: je slaagt niet in de rol die je op je genomen hebt, en je hebt de rol laten lopen die je wel had kunnen vervullen.” (Epictetus, Handboekje 37).

De aceptatie van de onveranderlijke universele natuur en het cultiveren van uw menselijke en vooral van uw persoonlijke natuur is dus wat de stoïcijnen bedoelen als ze u oproepen tot een leven in overeenstemming met de natuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten