zaterdag 21 augustus 2021

6.1 Pre-emoties en het reptielenbrein

 

LES 6

OVER KROKODILLEN EN ANDERE MENSEN

 

6.1 Pre-emoties en het reptielenbrein

Zoals we in de vorige les gezien hebben weet een stoïcijn dat zijn natuurlijke instincten uit de pas lopen met de uitdagingen en behoeften van de moderne tijd. Hij weet ook dat zijn natuurlijke denkvermogen hem de mogelijkheid biedt om dat verstoorde evenwicht weer te herstellen. Dat te weten betekent nog niet dat u dat ook zo maar even kunt doen. Het vergt een leven van oefenen en leren om in harmonie met de natuur te kunnen leven. En net als je denkt dat je het evenwicht een beetje hebt hersteld, gebeurt er weer iets waardoor de balans weer helemaal de andere kant uit slaat. De stoïcijnen waren zich daar heel goed van bewust. Een leven in harmonie met de natuur is hard werken. Onze emoties zitten diep verankerd in onze genen en in onze hersenen en ze laten zich niet zomaar om de tuin leiden. Om één en ander wat inzichtelijker te maken krijgt u in deze paragraaf een stukje neurologie voorgeschoteld. Vrees niet we houden het eenvoudig. De werkelijkheid is een stuk gecompliceerder, maar voor een goed begrip van de wetenschap achter de Stoa niet noodzakelijk.

Alles wat u van de wereld te zien krijgt komt via de zenuwen van uw zintuigen in uw brein terecht. Zo sturen uw ogen, oren, neus, gevoel en smaak een constante stroom berichtjes over gebeurtenis om u heen via uw zenuwen naar uw brein. Die zenuwen komen via de hersenstam bij uw brein binnen. Deze hersenstam is de plek waar onze neigingen of driften vandaan komen en is evolutionair gezien het oudste deel van de hersenen. Dit deel van het brein is verantwoordelijk voor het automatisch regelen van dingen als ademhaling, bloedsomloop, hartslag en temperatuur. Daarnaast zitten hier ook onze primaire overlevingsinstincten zoals honger, dorst, lust en pijn. Met andere woorden onze meest primitieve levensfuncties die noodzakelijk zijn voor ons eigen voortbestaan en het voortbestaan van de menselijke soort. Het stamt nog uit de tijd van de dinosauriërs. Daarom wordt het ook wel eens het reptielenbrein genoemd. Dit is het gebied waar de indrukken uit de buitenwereld het eerst de hersenen bereiken. Hier wordt onmiddellijk een gevoel aan de dingen en gebeurtenissen uit de buitenwereld verbonden. Pas als dit reptielenbrein gepasseerd is komen de indrukken uit de buitenwereld terecht in wat ik hier voor het gemak maar het mensenbrein zal noemen. Pas op het moment dat een indruk het mensenbrein bereikt heeft wordt u zich ook echt bewust van die indruk. Pas op dat moment ‘merkt’ u dus dat er iets gebeurt. Dat betekent dat uw reptielenbrein ‘allang’ in de gaten heeft wat er gebeurd voordat u zich ook echt bewust wordt van die gebeurtenis.

Het reptielenbrein veroorzaakt wat de stoïcijnen pre-emoties of driften noemen. Een haast automatische neiging die leidt tot lichamelijke reacties die ons van gevaar weg moeten leiden, of juist richting een beloning moeten voeren. Dit soort driften worden voortdurend in ons opgewekt, al zijn we ons daarvan meestal niet bewust. Onze driften zijn universeel en gelden voor alle tijden en alle plaatsen. Ze liggen vast in onze biologie en zijn genetisch bepaald. De bron van deze driften is heel moeilijk te beïnvloeden. Maar door geduldig over langere tijd vanuit het mensenbrein corrigerend op te treden kunt u dit oerbrein toch een beetje trainen en in het gareel krijgen. Het is bijna ondoenlijk, maar niet totaal onmogelijk. U kent waarschijnlijk wel de verhalen over fakirs die hun ademhaling en hartslag tot bijna nul kunnen terugbrengen, of hun pijnprikkels kunnen uitschakelen om op een spijkerbed te slapen. Over de stoïcijnse wijze worden soortgelijke verhalen verteld. Een wijze zou zelfs gelukkig kunnen zijn terwijl hij in de beruchte stier van Falaris wordt geroosterd. Dat is een martelwerktuig waarbij het slachtoffer in een holle stier van koper wordt opgesloten terwijl daar een vuurtje onder wordt gestookt. Vrees echter niet in deze cursus worden niet van dit soort kunststukjes van u verwacht.

Dat wat ik daarnet het mensenbrein noemde zetelt in de hersenschors, de evolutionair jongste laag van onze hersenen. Het komt vergeleken met het reptielenbrein nog maar net kijken. Dit brein is groot en machtig, maar tegelijkertijd ook zwak. Het levert grote denkkracht, waardoor wij ongeëvenaarde intellectuele prestaties kunnen leveren. Het is zwak, omdat dit brein het vaak moet afleggen tegen de instincten en driften van het reptielenbrein. In vergelijking met andere zoogdieren is deze laag bij de mens het verst ontwikkeld. Dit deel van ons brein kunnen we goed beïnvloeden. Het is altijd in de weer en in beweging, maar het laat zich redelijk makkelijk sturen. Het mensenbrein is vooral verantwoordelijk voor het bewust verwerken van informatie en stelt ons in staat om rationeel te redeneren en plannen te maken. Hier zetelt wat de stoïcijnen het ‘hegemonikon’ of het centrum van zelfbewustzijn noemen.

We denken allemaal van onszelf dat we verstandige, nadenkende mensen zijn, die geen domme impulsieve beslissingen nemen. Toch worden de meeste beslissingen getroffen op basis van driften. Ons reptielenbrein heeft immers sterk de neiging om ons denkende mensenbrein te overheersen. U begrijpt nu hoe dit komt. Uw brein is opgebouwd uit lagen en uw oudste brein reageert als eerste, precies omdat het zo ontzettend snel is (het is immers de eerst verantwoordelijke voor uw voortbestaan). Alles uit de buitenwereld komt via de zenuwen in het ruggenmerg eerst bij het reptielenbrein terecht. Er is geen ontkomen aan, er bestaat gewoon geen andere toegang tot ons mensenbrein. Het reptielenbrein kleurt de binnenkomende informatie onmiddellijk met wat de stoïcijnen een ‘pre-emotie’ of drift noemen. Zo’n drift uit zich bijvoorbeeld door het snel terugtrekken van uw hand als u iets heets aanraakt, het verbleken en krijgen van hartkloppingen bij een luidde knal en het blozen als u denkt dat u voor schut staat, maar het gaat ook over puur lichamelijke reacties als honger, dorst en pijn. Driften zijn heel primitief. Het ziet een indruk simpelweg als goed of slecht voor ons lichamelijk welzijn. Grof gezegd wordt er in het reptielenbrein bepaald of iets goed of slecht is voor ons onmiddellijke overleven. Moeten we vluchten of vechten, of moeten we er juist achteraan omdat het op de één of andere manier lekker is. Kortom voor ons reptielenbrein is de wereld zwart-wit, goed of slecht. Grijs tinten bestaan niet.

Maar het verhaal is daarmee nog niet voorbij. Het mensenbrein in de hersenschors is de plek waar ons bewustzijn zich bevindt. De indruk uit de buitenwereld wordt door het reptielenbrein met ingesloten drift en al aan het mensenbrein gepresenteerd. Dit centrum van bewustzijn (‘hegemonikon’ zoals de stoïcijnen het in het Grieks noemen) krijgt nu de kans om al dan niet in te stemmen met de indruk en de pre-emotie. Klopt de indruk die we krijgen wel? Onze zintuigen kunnen ons bedriegen. Een rechte stok lijkt in het water gebroken. In de schemering blijkt bij nadere beschouwing een touw geen gifslang, maar gewoon een touw te zijn. Uw ‘hegemonikon’ kijkt nog eens goed naar wat het voorgeschoteld krijgt. Is het wel wat het lijkt te zijn? Niet alleen het beeld dat wordt voorgeschoteld, maar ook de aan de indruk verbonden drift kan fout zijn. Het was helemaal niet nodig om te schrikken van het stuk touw. Het heeft nut om alles wat ons reptielenbrein aan ons voorlegt aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Het evolutionair oudste deel van onze hersenen is nou eenmaal niet bepaald het slimste deel.

Het is dus pas nadat er een drift aan verbonden is dat een indruk in onze hersenschors en daarmee in ons mensenbrein terecht komt, en eerst dan worden we ons bewust van de indruk en de daaraan vastgeplakte driften. De stoïcijnen noemen deze driften, zoals we zagen, de pre-emoties. Pre-emoties of driften zijn signalen van lichamelijke behoeften. Ze geven aan dat ons lichaam iets nodig heeft voor zijn voortbestaan. Deze driften zijn altijd gericht op een vast onderwerp. Honger wil voedsel, dorst wil drank, lust wil seks en pijn wil zijn eigen opheffing. Voor de drift maakt het niet uit wat voor voedsel of wat voor drank er beschikbaar komt, het is waardenneutraal. Zolang er maar iets te eten of te drinken komt maakt het niet uit wat dat is. In ons mensenbrein wordt de drift omgezet in een volledige emotie. We gaan emoties voelen bij dingen die in onze behoeften zouden kunnen voorzien. Het voedsel moet lekker zijn en de potentiële partner moet aantrekkelijk zijn.

Een emotie is dus in tegenstelling tot een drift of pre-emotie niet waardenvrij. Voor een emotie maakt het uit wat het onderwerp is. Voor het mensenbrein maakt het uit of u uw honger stilt met een broodje kroket of een broodje halfom. Als u een broodje kroket heerlijk vindt en een broodje halfom maar zozo, voelt u bij het zien van een broodje kroket iets heel anders dan bij een broodje halfom. Hetzelfde geldt voor onze partners. Als u van blond en slank houdt en niet van donker en mollig, dan zijn uw gevoelens bij het zien van een mogelijke sekspartner heel wat intenser als hij of zij slank en blond is. Voor emoties als angst, verdriet, woede en liefde is het onderwerp waar het op gericht is dan ook heel belangrijk. De aard van onze lichamelijke behoeften en driften vormen zo de basis van onze emoties.

In ons mensenbrein wordt de pre-emotie van het reptielenbrein dus omgezet in een volwaardige emotie. Dit hele proces van indruk en drift naar een emotie lijkt onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Het gebeurt allemaal in een fractie van een seconde. Het wekt dan ook de indruk dat het allemaal in één keer gebeurt. We ervaren iets en voelen daar tegelijkertijd iets bij. Drift en emotie vloeien in elkaar over alsof ze één zijn. Het lijkt alsof we in één enkele beweging voor een vastgesteld feit worden geplaatst waar we geen enkele invloed meer op kunnen uitoefenen. U ziet een, in uw ogen, mooie partner en voelt zich direct opgewonden. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar de realiteit is anders. Ons mensenbrein of het ‘hegemonikon’ heeft een keuze. Het kan kiezen of het al dan niet meegaat met de indruk en de driften die het reptielenbrein aan hem voorleggen. Het is geen automatisme ook al lijkt dat wel zo te zijn. U heeft een keuze, het is niet het reptielenbrein dat de leiding heeft maar het mensenbrein of het ‘hegemonikon’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten