zaterdag 7 augustus 2021

5.5 Uw geluksthermostaat

 

Dat wat u als een emotie of gevoel ervaart is dus het gevolg van bepaalde biochemische stofjes die een lichamelijke reactie in uw lichaam veroorzaken. Frustrerend genoeg blijkt dit interne biochemisch systeem er op geprogrammeerd te zijn om onze gemoedstoestand relatief stabiel te houden. Er bestaat helaas geen evolutionaire selectie op het hebben van prettige gevoelens. Integendeel, het waren juist uw nogal bezorgde en nerveuze prehistorische voorouders die achter iedere boom een sabeltandtijger vermoedden, die er voor hebben gezorgd dat u bestaat. De vrolijke flierefluiters onder uw voorouders, die als hun buik vol was lekker en onbezorgd onder een boom gingen liggen luieren hebben niet lang genoeg geleefd om hun vrolijke genen te kunnen doorgeven. Het is dus niet verrassend dat de evolutie ons heeft voorgeprogrammeerd om niet al te gelukkig te zijn. Gelukzalige gevoelens zijn doorgaans van korte duur. Als u te lang gelukkig en verzadigd zou blijven, zou u niet snel genoeg op zoek gaan naar uw volgende maaltijd. Als u dagenlang in extase zou blijven na een orgasme zou u niet al te happig zijn op uw volgende copulatie. Dit soort neigingen zouden niet erg behulpzaam zijn voor het doorgeven van uw genen. Aangename sensaties zijn dan ook van korte duur.

U verwacht dat u eindelijk echt gelukkig zult worden op het moment dat u die droombaan krijgt, dat u trouwt, de loterij wint of een kind krijgt. Misschien dat zo’n moment inderdaad uw geluksniveau even een beetje weet op te krikken, maar u zult merken dat u algauw weer terugkeert naar uw normale gemiddelde humeur. Uw persoonlijk biochemisch systeem houdt uw geluksniveau redelijk stabiel. Stabiel betekent niet dat u gemiddeld genomen tevreden bent met wat u hebt en wie u bent. Jammer genoeg is dat niet het geval. Stabiel betekent dat u gemiddeld genomen altijd een beetje ontevreden bent. Er is een bandbreedte waarbinnen uw humeur fluctueert, maar uitschieters worden binnen de perken gehouden.

Toch kent ook u waarschijnlijk wel zo iemand die meestal vrolijk is en iemand die altijd somber en chagrijnig lijkt te zijn. Uw emotionele leven heeft wel iets weg van een thermostaat. Net zoals de temperatuur in het ene huis op achttien graden staat afgesteld en in het andere op vijfentwintig, bestaan er ook verschillen tussen het humeur van verschillende mensen. Als u geluk hebt bent u uitgerust met een relatief opgewekt biochemisch systeem, en als u pech hebt zit u met een wat pessimistischer systeem opgescheept. Staat uw thermostaat op achttien graden dan haalt u op uw meest extatische momenten misschien de vijfentwintig graden die uw genetisch gelukkigere buurman als gemiddelde heeft, maar op uw slechte momenten staat uw geluksthermometer op een ijzige tien graden. En dat terwijl de temperatuur bij uw vrolijkere buurman nooit onder de twintig graden daalt. Uw buurman blijft nog redelijk gelukkig op het moment dat zijn vrouw hem verlaat en zijn bedrijf failliet gaat, terwijl u met een wat somberder afgesteld biochemisch systeem al bij een kleine tegenslag in zak in as zit. Ik weet het, het is niet eerlijk. Maar wie heeft u ooit wijsgemaakt dat de wereld eerlijk is?

Mensen die geboren zijn met een opgewekt biochemisch systeem gaan doorgaans wat blijmoediger door het leven. Dat betekent echter niet dat uw humeur volledig genetisch is vastgelegd. Uw thermostaat heeft een bandbreedte. Het is misschien dan wel onmogelijk om uw boven en benedengrenzen te overschrijden, binnen die grenzen hebt u zeker nog wel invloed. Iemand waarvan de thermostaattemperatuur op vijftien graden staat afgesteld zal nooit een gangmaker op een feest worden, maar met wat oefening zal hij weldegelijk kunnen bewerkstelligen dat zijn temperatuur vaker in de buurt van de twintig graden komt te liggen.

Dit alles betekent trouwens dat geen enkele sociale, ideologische, technologische of economische ‘verbetering’ van uw omstandigheden een zinvolle invloed op uw geluksniveau kan hebben. Natuurlijk aan een paar basisvoorwaarden op het gebied van voeding, beschutting en relaties zal moeten zijn voldaan, maar alles wat daar bovenop komt heeft nagenoeg geen invloed op uw geluksniveau. Een jager-verzamelaar die een mooie struik vol met van die heerlijke rijpe bessen ontdekt zal zich net zo gelukkig voelen als een hedendaagse manager die zijn aandelen in waarde ziet verdubbelen. De biochemie van het geluk van een prehistorische mens is immers niet anders dan die van u en mij. In zijn roman ‘Brave New World’ beschrijft Aldous Huxley een wereld waarin ontevredenheid niet bestaat. Iedereen krijgt een dagelijkse portie van een geluksdrug toegediend en voelt zich volkomen gelukkig. Een wereld zonder oorlogen, hebzucht en geweld. Het klinkt geweldig, wie wil dat nu niet een wereld waarin iedereen altijd gelukkig is. Toch voelt het eng en zelfs macaber. Zou u dagelijks een pilletjes willen slikken om duurzaam gelukkig te worden?

Waarschijnlijk niet en terecht. Zoals we zagen stelt onze biochemie grenzen aan het niveau van ons geluk. Door het met pilletjes te manipuleren zou u zich inderdaad bijna continu prettig kunnen voelen. De meeste mensen en ook de wetenschap gaan er van uit dat geluk een subjectief gevoel is. Dat klinkt u misschien wel logisch in de oren. In onze moderne liberale maatschappij zijn subjectieve gevoelens tenslotte heilig verklaard. Wat goed is en wat slecht, wat mooi is en wat lelijk wordt bepaald door wat we voelen. Populaire liedjes, soapseries, films, reclameboodschappen, onderwijs en zelfhulpboeken indoctrineren u permanent met slogans als: ‘luister naar je hart, ‘volg je gevoel’ en ‘wees jezelf’. Waarom zou u dan geen pilletje slikken om een permanent plezierig gevoel op te wekken?

Als u uw hele leven te horen krijgt dat u uw gevoel moet volgen is het niet gek dat u er van overtuigd bent dat geluk inderdaad een subjectief gevoel is. Een aangename sensatie veroorzaakt door de biochemische samenstelling van uw lichaam. Geluk als aangename lijflijke sensatie. Bestaan er dan werkelijk geen objectieve criteria voor wat voor een mens goed en mooi is?

Volgens de zelfzuchtige genen theorie van de Britse bioloog Richard Dawkins kiezen alle levende organismen en dus ook de mens, voor wat bevorderlijk is voor de voortzetting van hun genen. Dat gaat zelfs op als dat slecht is voor het individu zelf. Onze genen gebruiken vluchtige pleziertjes om ons te verleiden hun zelfzuchtige doelen na te streven. De meeste mensen blijven zelfs als ze hun schaapjes al lang op het droge hebben, hun leven lang zwoegen, concurreren, piekeren en vechten in plaats van op hun lauweren te gaan rusten en zich over te geven aan een stabiel gevoel van gelukzaligheid. Worden we dan door onze zelfzuchtige genen in het ootje genomen en tot het maar steeds ontevreden en hebzuchtig streven naar meer en meer?

Het stoïcisme deelt de inzichten van de wetenschappelijke benadering van emoties en is het er mee eens dat gevoelens het gevolg zijn van genetisch bepaalde biochemische processen in het lichaam. Gebeurtenissen in de buitenwereld staan los van uw gevoelens. Ze kunnen bepaalde reacties triggeren, maar ze zijn nooit werkelijk en rechtstreeks verantwoordelijk voor wat u voelt. Dat verklaart ook dat verschillende mensen van verschillende dingen blij worden, en ook van verschillende dingen verdrietig.

Volgens het stoïcisme associëren de meeste mensen ten onrechte geluk met het ondergaan van aangename gevoelens en ongeluk met het ondergaan van onaangename gevoelens. Mensen hunkeren naar aangename sensaties en doen alles om pijn te vermijden. Daarbij wordt echter vergeten dat alles wat u voelt vluchtig is. Vanochtend voelde u zich misschien wel opgewekt en daadkrachtig, maar nu voelt u zich moe en terneergeslagen. Om op deze manier ‘gelukkig’ te zijn moet u constant op jacht blijven naar prettige sensaties. Tegelijkertijd bent u druk met het vermijden van onaangename gevoelens. Opgejaagd door uw zelfzuchtige genen bent u maar steeds bezig. Zelfs als u voor een korte periode succes hebt bent u nog niet klaar. U moet telkens weer opnieuw beginnen, een duurzaam blijvend geluksgevoel behoort op deze manier niet tot de mogelijkheden.

Geluk is volgens de stoïcijnen dan ook niet hetzelfde als genot. Geluk als biochemisch proces gaat er vanuit dat gelukkig zijn synoniem is met een prettig gevoel. Dat klopt echter niet uw geluk is niet afhankelijk van een rekensommetje waarbij het aantal prettige momenten, het aantal vervelende momenten overtreft. Geluk heeft meer te maken met het gevoel dat uw leven als geheel zinvol en de moeite waard is. Een zinvol leven kan heel bevredigend zijn zelfs als de uiterlijke omstandigheden behoorlijk tegenzitten, en een zinloos leven kan behoorlijk vervelend zijn zelfs als die onder comfortabele omstandigheden wordt doorgebracht. Geluk heeft een sterke cognitieve en ethische component. Als u een ‘waarom’ hebt om voor te leven kunt u bijna ieder ‘hoe’ verdragen.

Het leven in de middeleeuwen was waarschijnlijk behoorlijk zwaar, maar onze voorouders die geloofden in een hemel met eeuwige gelukzaligheid voelden zich misschien wel prettiger dan een modern mens die zijn leven als volkomen zinloos ervaart. Misschien waren de middeleeuwers wel gelukkiger omdat ze geloofden in de collectieve waanvoorstelling van een liefhebbende god en een gelukzalig hiernamaals. Vanuit een wetenschappelijk oogpunt heeft het menselijk leven geen enkele functie. Mensen zijn de uitkomst van blinde en doelloze evolutionaire processen.

Het leven is daarmee zinloos. U zult er zelf een betekenis aan moeten geven. Om betekenis aan uw leven te geven zult u zelf uw waarden moeten kiezen. De stoïcijnen wisten dat een gelukkig leven iets heel anders is dan een prettig leven. Het is eerder het besef dat u een zinvol op waarden gebaseerd leven leidt. Stoïcijnen gebruikten zoals we zagen zelfs een andere term om een waardevol en geslaagd leven uit te drukken. Ze noemden dat een virtuoos leven. Virtuositeit is een leven dat wordt geleid aan de hand van door uzelf uitgekozen waarden. Een dergelijk leven heeft betekenis en geeft voldoening ongeacht de uiterlijke omstandigheden waaronder het wordt doorgebracht.

 

1 opmerking:

  1. Als u een ‘waarom’ hebt om voor te leven kunt u bijna ieder ‘hoe’ verdragen.
    Mooi Gerard

    BeantwoordenVerwijderen