donderdag 26 maart 2020

EEN STUKJE STOÏCIJNSE TROOST


Als alles tegenloopt kunt u het noodlot natuurlijk vervloeken. De natuur heeft u een rotstreek geleverd. Er heerst een afschuwelijke ziekte die al uw plannen in de war schopt, een aardbeving heeft uw huis vernield of een storm heeft uw oogst vernield. Maar in plaats van u kwaad te maken over iets waar u toch niets aan kunt veranderen zou u die natuur eens wat aandachtiger kunnen gaan bestuderen. Marcus gebruikte daarvoor een techniek die hij van de Pythagoreeërs had afgekeken.

De Pythagoreeërs zeiden: ‘Kijk iedere ochtend naar de hemel en bedenk daarbij dat al die sterren en planeten altijd op dezelfde manier hun baan doorlopen, ordelijk, clean en voor iedereen zichtbaar. Een ster heeft immers niets om zich achter te verschuilen. (Marcus Aurelius; Dagboeken; Boek 11, hoofdstuk 27)

De stoïcijnen gebruikten deze pythagoreïsche techniek om ze er aan te herinneren dat ze ook zelf een onderdeel van het universum zijn. De hemellichamen trekken zich niets aan van allerlei angsten en zorgen, ze doen gewoon wat de natuur hen opdraagt te doen. Ze verschuilen zich nergens achter en verzinnen geen excuses ze doen gewoon waartoe ze zijn voorbestemd.

Gebeurt alles dan met een reden? Dat hangt er van af wat je onder ‘rede’ wilt verstaan. De oude stoïcijnen waren pantheïsten die dachten dat god samenviel met het universum. Dit goddelijke universum was volkomen materieel van aard en werd geregeerd door de wetten van oorzaak en gevolg. In zekere zin was voor hen de kosmos zelf een levend wezen. Een wezen dat zich bewust was van zijn eigen bestaan. Omdat wij deel uitmaken van dat goddelijke universum spelen ook wij een rol in het universele bewustzijn. Wij weten dat we bestaan, we beschouwen en onderzoeken het universum en vormen op die manier in zekere zin een stukje van het goddelijke universele bewustzijn. Dit maakt mensen tot iets bijzonders. Het geeft mensen toegang tot het wezen van de natuur. Er waren zelfs stoïcijnen die dachten dat sommige mensen in staat waren via een soort meditatieve trance verder in de geest van de wereld door te dringen dan anderen.

De meeste moderne stoïcijnen zijn niet zo spiritueel ingesteld. Ze zijn geen pantheïst maar hangen het wetenschappelijke wereldbeeld aan. Volgens hen is het universum geen levend wezen maar een complex dynamisch systeem van materie en energie. Net als de oude stoïcijnen denken ze dat de wereld materieel is en wordt geregeerd door de wetten van oorzaak en gevolg. Het enige verschil zit dus in de antieke gedachte dat het universum over een bewustzijn en een soortement van doelgerichtheid beschikt. Maar ook de oude stoïcijnen zelf waren er niet volledig van overtuigd dat het universum een bewust wezen was. Marcus, onze stoïcijnse keizer dacht dat het eigenlijk helemaal niets uitmaakte.

Er bestaat of een onontkoombaar noodlot van een bewust universum, of een onontkoombaar noodlot van een warboel van atomen. Waarom zou je je druk maken als er hoe dan ook een onontkoombaar noodlot bestaat? Als er een bewust universum bestaat zorg dan dat je het waard bent. Als het universum een levenloze klomp van atomen is, wees dan blij dat je zelf wel over een bewustzijn beschikt dat je door deze woelige wereld kan leiden. (Marcus Aurelius, Dagboeken; Boek 12, hoofdstuk 14)

Hij vond het een geruststellende gedachte om te geloven dat we deel zijn van een universeel bewustzijn. Maar als dat niet het geval is dan verandert dat niets aan ons dagelijks leven en de manier waarop we met de wereld moeten omgaan. Een pantheïstisch stoïcijn kan troost putten uit de gedachte dat hij een rol speelt in de kosmische orde van een bewust universum. Hoe klein en nietig die rol dan misschien ook mag zijn. Maar als het universum gewoon is wat het is en niets meer, dan kan een stoïcijn altijd nog troost putten uit de gedachte dat hij beschikt over een rationeel bewustzijn dat als een innerlijk kompas kan dienen in woelige tijden.

Het aanschouwen van orde in het woeste kolken van de slagen die de natuur ons toebrengt kan ons met ontzag vervullen. Het besef dat hemellichamen zich al miljarden jaren volgens de wetten van oorzaak en gevolg gedragen kan troostend zijn. Alleen al het loutere feit dat het kleine klompje sterrenstof dat wij zijn leeft, emoties heeft en rationeel kan nadenken is fantastisch. Een materie klompje dat onderworpen is aan dezelfde wetten waar ook de rest van het universum zich naar richt.

Voor de stoïcijnen is kennis van de natuur dan ook wezenlijk voor het leiden van een virtuoos leven. U hoeft geen afgestudeerd natuurkundige te zijn om een goed stoïcijn te worden. Je moet wel weten hoe de natuur in elkaar steekt om een goed leven te kunnen leiden. Hoe kun je je eigen plaats in de wereld begrijpen als je de grondbeginselen van de natuur niet kent? Door jezelf in de wereld te situeren en inzicht te verwerven in de onderliggende patronen kunt u de wereld in perspectief blijven zien. U gaat dan beseffen dat de wereld ongeacht wat er gebeurt gewoon verder gaat.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten