zaterdag 4 december 2021

8.2 Gevoelens en gedachten

 Na de inleidende beschietingen van de vorige paragraaf is het nu hoog tijd om u wat meer realiteitszin bij te brengen. De dingen waar mensen waarde aan hechten, de dingen die echt belangrijk voor ze zijn stellen hen ook bloot aan de grootste risico’s. Houden van je kinderen, vrienden en geliefden; betrokken zijn bij je medemens en de politiek; het nastreven van een goede gezondheid, al deze strevingen en betrekkingen maken dat iemand die ze belangrijk vindt in minstens een paar opzichten aan het toeval is overgeleverd. Ook geldproblemen, oud worden, ziekte, sterfgevallen, natuurrampen en ongelukken behoren tot de risico’s van een doorsnee mensenleven. Of het noodlot u nu goed of slecht gezind is, u geeft zich er volledig aan over. U stelt zich doelen en werkt daar vol overgave naar toe. Doelen die al dan niet gehaald worden om direct plaats te maken voor weer nieuwe doelen. Het lijkt soms een tijdje goed te gaan, maar dan komen er toch weer allerlei tegenslagen of slaat gewoon de hedonistische adaptatie en verveling toe. De meeste mensen weten zich er wel min of meer doorheen te slaan. Ze voelen zich misschien niet echt ongelukkig, maar ook nooit helemaal en volkomen gelukkig. Ook zijn er veel mensen die zich zelfs ronduit ellendig voelen en aan een burn-out of depressie lijden. Het algemene levensgevoel van de doorsnee mens zwalkt heen en weer tussen redelijk aangenaam en een al dan niet dragelijke malaise.

Sommige mensen proberen hier iets aan te doen door troost te zoeken in het najagen van pleziertjes, welvaart en macht. Ze eten te veel, drinken te veel, gebruiken verdovende middelen, of kopen zich suf aan schoenen, gadgets of wat dan ook. Het werkt niet. Het kan een poosje goed lijken te gaan, maar op een gegeven moment slaat het noodlot of de verveling toch weer toe. Er zijn heel andere en veel radicalere oplossingen nodig om te ontsnappen aan het algemene gevoel van malaise. Toch lijkt het alsof er mensen zijn die zich er wel goed doorheen weten te slaan. Ze slagen er in verlammende neerslachtigheid en ongelukkig zijn, ondanks allerlei tegenslag te vermijden, terwijl anderen bezwijken, apathisch worden of een zenuwinzinking krijgen. Degenen die problemen erkennen als een onderdeel van het menselijk leven en geluk niet afmeten aan aan- of afwezigheid van problemen zijn niet alleen de zeldzaamste, maar ook de meest stoïcijnse mensen die we kennen. De stoïcijnse filosofie wil de hierboven omschreven levensrisico’s niet vermijden, want dat is gewoon onmogelijk, maar wil wel de ermee verbonden negatieve gevoelens beperken ter wille van een virtuoos, stabiel en gelukkig leven.

Leren om uzelf ook onder moeilijke omstandigheden onder controle te hebben vergt een heel nieuwe manier van denken. Een manier van denken die moeilijk zal blijken te zijn. Alleen al omdat veel krachten in onze maatschappij lijken samen te spannen tegen de keuze voor een dergelijke persoonlijke verantwoordelijkheid. U moet vertrouwen op uw eigen capaciteiten om emotioneel te voelen wat u verkiest te voelen, op welk tijdstip in uw leven ook. Dit is een radicaal denkbeeld u bent waarschijnlijk opgegroeid met het geloof dat u uw emoties niet onder controle kunt houden; dat woede, angst en haat, evenals liefde, extase en vreugde dingen zijn die u overkomen. Het zijn natuurkrachten die zonder enig verband met wat we denken, belangrijk vinden of willen bereiken ons als een vloedgolf overspoelen. Een individu beheerst die dingen niet, hij ondergaat ze en accepteert ze. Wanneer er iets vervelends gebeurt, moet u zich wel ellendig voelen en maar hopen dat zich gauw een gelukkige gebeurtenis voordoet zodat u zich weer goed kan gaan voelen. Dit is waar de meeste mensen van overtuigd zijn, maar ze hebben het mis.

Emoties zijn geen natuurverschijnsel, ze gaan ergens over, ze zijn ergens op gericht. Kortom ze hebben een onderwerp. Uw angst, hoop en verdriet hebben een onderwerp. U bent ergens bang voor, u hoopt ergens op en u bent ergens verdrietig over. Bovendien gaat het om iets waar u waarde aan hecht. Het gaat om iets wat voor u van belang is. Hoe meer waarde u ergens aan hecht hoe intenser uw emoties. U ondergaat heel andere emoties wanneer uw dochtertje zelf ziek is dan wanneer zij u vertelt dat een klasgenootje ziek is. U hebt ook een bepaalde overtuiging over het onderwerp van uw emotie. Dat uw dochtertje ziek is, is iets slechts. Dat haar klasgenootje ook ziek is is vervelend, maar een stuk minder erg dan de ziekte van uw eigen dochtertje.

U heeft het waarschijnlijk helemaal niet in de gaten, maar u bent de hele dag bezig met het vellen van waardeoordelen. Uw zintuigen bombarderen uw brein met een onafgebroken stroom van indrukken en iedere indruk uit de buitenwereld krijgt te maken met uw goed- of afkeuring. Deze meestal volkomen impliciete waardeoordelen vormen de grondslag van uw emoties. Of u iets goed- of afkeurt bepaalt hoe u zich daarover voelt. Het zijn dan ook niet de omstandigheden zelf die bepalen hoe u zich voelt, maar uw mening over die omstandigheden. De kwaliteit van uw emoties is daarmee volledig afhankelijk van de kwaliteit van uw oordelen. Volgens de stoïcijnen leidt een incorrect oordeel onvermijdelijk tot een passie, dus tot een verkeerde en meestal vervelende emotie.

Zoals we in de vorige lessen al zagen zijn emoties niet gewoon dingen die je overvallen. Emoties zijn reacties die u verkiest te hebben. Het is een vorm van denken. Het zijn waardeoordelen die uw ‘hegemonikon’ (zelfbewustzijn) op bepaalde indrukken uit de buitenwereld plakt. Het lijkt misschien ongelooflijk maar u heeft in principe evenveel invloed op het opheffen van uw arm als op het krijgen van een bepaalde emotie. Het ligt misschien wel wat gecompliceerder dan het omhoog willen tillen van uw arm, maar in wezen is een emotie net zo afhankelijk van uw wil als uw fysieke bewegingen. Emoties zijn een vorm van denken en denken is bij uitstek iets waar u actief mee bezig bent. Het is niet iets wat u passief ondergaat en maar over u heen laat komen. Gedachten en oordelen zijn iets wat u beheerst, een deel van uw identiteit dat u kunt sturen.

Toch hebben we het meestal niet in de gaten dat we permanent bezig zijn de wereld en mensen om ons heen te beoordelen. Het gebeurt bijna volledig impliciet en vol automatisch. De stoïcijnen vinden het dan ook van het grootste belang dat u zich bewust wordt van de oordelen die u velt. U moet zich bewust worden van de gedachten die ten grondslag liggen aan uw emoties. Epictetus zei het zo:

Oefen jezelf er dan ook in om tegen iedere vervelende gebeurtenis te zeggen: ‘je bent niet meer dan een indruk, je bent helemaal niet wat je lijkt te zijn’. Daarna moet je die gebeurtenis grondig onderzoeken en beoordelen: ‘heb ik wel of geen controle over deze gebeurtenis.’ Als je tot de conclusie komt dat de gebeurtenis behoort tot de categorie van dingen waar we geen controle over hebben, dan moet je zeggen dat het jou niet aangaat. (Epictetus; Handboekje; hoofdstuk 1)

Epictetus roept u hier op om elke keer dat u uzelf erop betrapt een oordeel te vellen over een gebeurtenis of persoon even te stoppen en bij uzelf te zeggen: ‘wacht eens even je bent maar een indruk, en misschien helemaal niet wat je zegt te zijn’. Wen uzelf aan om u even in te houden en na te denken voor u een beslissing neemt en tot voelen en handelen overgaat. Stel bijvoorbeeld dat u op een zwoele zomeravond gezellig met vrienden zit te borrelen. U bent voldaan en al lichtelijk beneveld, maar hebt eigenlijk nog wel zin in een toastje met Franse kaas en een laatste glas van die heerlijke Chardonnay. Stel uzelf dan de vraag of de indruk dat een extra glaasje wijn en een extra brok Roquefort uw welbevinden zal bevorderen wel echt klopt. De impuls om uzelf nog eens in te schenken is het gevolg van uw beslissing dat het u iets goeds oplevert. Epictetus wil dat u voor u toegeeft aan uw eerste indruk en tot handelen overgaat even een denkpauze inlast. Waarschijnlijk zult u dan tot de conclusie komen dat u er verstandiger aan doet om tot een ander waardeoordeel te komen. Er is trouwens niets mis mee als uw doordachte waardeoordeel er in ons voorbeeld toe leidt dat u nog een glaasje wijn neemt. Zolang het maar een bewuste keuze is en u zich niet door uw eerste indruk laat meesleuren.

Het beheersen van uw waardeoordelen en daarmee uw emoties is natuurlijk een stuk moeilijker dan het al dan niet willen optillen van uw arm. Eerst krijgt u te maken met de pre-emotie van uw reptielenbrein, die moet u accepteren daar kunt u niet omheen, maar daarna krijgt u de kans om die emotie al dan niet verder toe te laten. U krijgt de bewuste keuzen om de pre-emotie te accepteren of te verwerpen. Als u uw emoties beheerst, hoeft u dus geen zelfvernietigende reacties te kiezen. Als u eenmaal geleerd hebt dat u kunt voelen wat u verkiest te voelen, bent u al een heel eind op weg een stoïcijns filosoof te worden.

Het enige dat u volgens de stoïcijnen echt kunt beheersen zijn uw gedachten (uw verlangens, oordelen en impulsen tot handelen). Alleen u bepaalt wat als gedachte uw hoofd binnenkomt. U beheerst uw eigen denkapparaat. Uw gedachten zijn van uzelf, uitsluitend van uzelf, u kunt ze voor u houden, veranderen, mededelen of over nadenken. Niemand anders kan in uw hoofd binnendringen en uw gedachten kennen zoals u die ervaart.

Emoties zijn onmogelijk zonder dat er eerst een oordelende gedachte aan vooraf gaat. Een emotie is een fysieke reactie op zo’n gedachte. Misschien vaak een onbewuste gedachte, een nauwelijks merkbaar instemmen met een oordeel, maar niettemin een gedachte. Als u huilt, of bloost, of hartkloppingen krijgt of willekeurig welke van die eindeloze reeks emotionele reacties dan ook, hebt u eerst een signaal van uw denkcentrum, uw ‘hegemonikon’ ontvangen. Uw ‘hegemonikon’ heeft ingestemd met de betreffende reactie. Misschien dat u dat ontgaan is, maar die instemming is er toch echt geweest of u zich er nu bewust van bent geweest of niet.

Als u uw gedachten beheerst, en als uw gevoelens dus voortkomen uit uw gedachten is de conclusie onvermijdelijk dat u in staat bent uw eigen gevoelens te beheersen. U beheerst uw gevoelens door te werken aan de gedachten die eraan voorafgingen. Kortom tot nu toe geloofde u dat dingen of mensen u ongelukkig maken, maar dat is niet zo. U maakt uzelf ongelukkig door de gedachten die u heeft over de dingen en mensen in uw leven. Om een stoïcijn te worden moet u anders leren denken. Dat is alles behalve eenvoudig, maar als u uw gedachten kunt veranderen zal er ook ruimte ontstaan om nieuwe, positieve, gevoelens naar boven te laten komen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten