vrijdag 4 oktober 2019

STOÏCIJNSE SEKS EN EMANCIPATIE


Hoofdstuk 40 van het Handboekje van Epictetus
Vrouwen worden vanaf hun veertiende jaar met mevrouw aangesproken. Ze gaan dan algauw denken dat er voor hen niets hogers te bereiken valt dan als sekspeeltje voor een man te fungeren. Ze gaan zich opmaken en sexy kleden en richten al hun hoop op het verleiden van een man. Maar we moeten ze juist laten beseffen dat hun waarde niet in sexappeal maar in zelfrespect en het ontwikkelen van hun karakter ligt.

In de Oudheid werden vrouwen doorgaans als minderwaardig aan de man beschouwd. Ze waren het bezit van hun echtgenoot en waren niet meer dan een seksspeeltje dat ook nog eens geacht werd het huishouden te bestieren. Het volgen van een opleiding of het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling van een meisje was absoluut niet aan de orde.

De Stoa ziet wel verschillen, maar maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen; beiden zijn gelijk qua intelligentie en karakter. De Stoïcijnse school was dus één van de weinige filosofiescholen voor wie vrouwen gelijkwaardig aan de man waren. Vooral de leraar van Epictetus, Musonius Rufus, hamert er regelmatig op dat ook vrouwen onderwezen zouden moeten worden. Hij vond het een gemis dat er geen vrouwelijke filosofen waren. Ondanks dat ze zeker welkom zouden zijn geweest zullen er maar weinig ouders het hebben aangedurfd om hun dochters naar een stoïcijnse school te sturen. Epictetus roept zijn leerlingen hier op om hun vrouwen en dochters er van te doordringen dat er meer in het leven is dan onderdanigheid en dienstbaarheid aan een echtgenoot. Ook vrouwen moeten hun intellect en karakter ten volle kunnen ontplooien.

Dat betekent niet dat stoïcijnen liefde en seksualiteit afwezen. Ze zien het immers als hun hoogste doel om in overeenstemming met de natuur te leven en daaronder valt ook hun eigen natuur als menselijk en seksueel wezen. Een stoïcijn zal het lichamelijke aspect van de liefde dan ook niet afkeuren, maar het zien als een 'te prefereren maar minder belangrijke activiteit'. Hij zal dit niet 'tegen elke prijs' nastreven: door van een ander te houden, zal hij zijn geestelijke onverstoorbaarheid nooit opgeven. Daar komt bij dat de lichamelijke liefde duidelijk van ondergeschikt belang wordt geacht: de ontwikkeling van de virtuositeit van de geliefde is van veel grotere waarde dan een tijdelijk fysiek plezier. Toch wordt seksualiteit als zodanig niet afgewezen. Het kan zelfs een rol spelen om het doel van een virtuoze vriendschap te bereiken, maar ook dan kan het seksuele aspect gewoon blijven bestaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten