zaterdag 6 april 2019

STOÏCIJNSE MACHTELOOSHEID

Hoofdstuk 14 van het Handboekje van Epictetus
Als je wilt dat je vrouw, kinderen en vrienden het eeuwige leven hebben, dan ben je een dwaas. Je wilt iets waar je geen controle over hebt, iets wat niet van jou maar van een ander is. Net zo dwaas ben je als je wilt dat je slaafje nooit iets fout doet. Dan wil je dat fouten geen fouten meer zijn, maar iets anders. Als je je toelegt op de dingen waar je wel controle over hebt, kun je slagen in alles wat je doet. Oefen jezelf dan ook in de dingen die je wel kunt.
Iedereen is in de macht van degene die in staat is hem te laten krijgen wat hij wil hebben, of af te pakken wat hij niet kwijt wil. Als je vrij wil zijn moet je dus niets willen of vermijden wat in de macht van anderen ligt, anders word je onvermijdelijk hun slaaf.

Epictetus wijst zijn leerlingen hier voor de zoveelste keer op het feit dat het dwaas en zinloos is om dingen te willen waar je niet toe in staat bent. Iedereen die je lief hebt is nu eenmaal sterfelijk, willen dat ze het eeuwige leven hebben is dwaas. Mensen zijn sterfelijk, gebruiksvoorwerpen en kunstwerken kunnen kapot gaan. Je kunt er maar beter in berusten. Zo zit de natuur nu eenmaal in elkaar.

Het is minstens even dwaas om te willen dat mensen altijd maar doen wat jij wilt dat ze doen. Slaafjes, werknemers en al je medemensen hebben een eigen wil. Ze hebben er lang niet altijd zin in om precies datgene te doen wat jij van ze verlangt. Mensen kunnen niet alleen koppig of ongehoorzaam zijn ze kunnen ook ronduit kwaadaardig worden. Soms zullen ze slechte en zelfs afschuwelijke dingen doen. Hebzucht, haat en wreedheid zijn moeilijk uit te roeien menselijke eigenschappen. Ook daar kun je maar beter aan wennen. Als je verlangt dat fouten en slechtheid uit de wereld verdwijnen ben je gewoon dom. Epictetus vertelt zijn leerlingen dat het toch geen zin heeft om je er druk over te maken. Je kunt je energie beter voor andere dingen bewaren.
Waar je je wel druk om moet maken, zijn de dingen waar je controle over hebt. Dat zijn je eigen meningen, wensen en handelingen. Als je je daar op toelegt kun je nooit meer falen in wat je doet. De mensen en gebeurtenissen in de wereld kun je niet veranderen, maar de manier waarop je met die gebeurtenissen omgaat wel. Misschien dat je er dan zelfs in slaagt om toch nog wat invloed uit te oefenen waardoor akelige gebeurtenissen wat minder akelig worden.

Als je desondanks blijft wensen dat de wereld en de mensen zich aanpassen aan al je nukken word je de slaaf van anderen. Je geeft je vrijheid op en levert je over aan anderen die je kunnen geven of afnemen wat je wilt hebben. Stel dat je heel erg gesteld bent op je mooie huis en luxe leventje. Je denkt dat je niet meer zonder die breedbeeld-tv en die prachtige leaseauto kunt. Als je zo denkt lever je je met huid en haar uit aan je werkgever. Uit angst dat hij je zal ontslaan of degraderen zal je je uit de naad werken en precies doen wat hij van je verlangt. Je legt je levensgeluk in handen van iemand anders en dat is iets wat een stoïcijn nooit mag doen. Epictetus roept zijn leerlingen hier dus op om zelfstandig en vrij te zijn en zich zo weinig mogelijk van de wereld en mensen met tirannieke neigingen aan te trekken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten