donderdag 10 mei 2018

WAAROM IK EEN STOÏCIJN BEN GEWORDEN


Stoïcijnen dat zijn toch die norse, chagrijnige zuurpruimen uit de Oudheid die hun leven wijdden aan een sober en somber leven? Altijd in afwachting van een volgende ramp of tegenslag om die dan onbewogen als een standbeeld te kunnen ondergaan? Kille gevoelloze mensen, die na een leven van hard werken en sombere gedachten het einde van hun vreugde- en passieloze bestaan met enthousiasme verwelkomen?

Dat dacht ik tenminste altijd. Totdat mijn leraar antieke talen me de werken van Seneca, Marcus Aurelius en Epictetus liet lezen. Er ging een wereld voor me open. Ze bleken heel anders te zijn dan ik had gedacht. Alles wat ik meende te weten over die antieke Mr. Spocks was fout. Stoïcijnen waren alles behalve ‘stoïcijns’ in de moderne betekenis van het woord. Als ik ze nu zou moeten beschrijven dan zou ik ze juist vrolijk en optimistisch noemen. Voor ik het wist was ik aan het experimenteren met de stoïcijnse technieken voor een prettig leven.

Zo gebeurde het dat ik op weg naar huis weer eens geërgerd op een winderig en regenachtig perron stond te wachten op een hopeloos vertraagde trein plotseling aan het advies van Epictetus moest denken. ‘Maak het jezelf niet onnodig moeilijk en maak je alleen druk om de dingen waar je echt iets aan kunt doen’. Ik vroeg me af welk aspect van de situatie in mijn macht lag en welk aspect niet. Ik had al snel door dat hoe kwaad en geërgerd ik ook werd, ik de trein daar geen seconde eerder het station mee binnen zou krijgen. Ik kon mijn energie veel beter steken in dingen waar ik wel controle over had. Zoals het voorkomen dat de vertraagde trein mijn humeur zo zou verpesten dat ook mijn hele avond bedorven zou zijn.

Ik besefte opeens dat stoïcisme niet alleen maar gaat over het met een ‘stiff upper lip’ ondergaan van allerlei vreselijke rampen en ziektes, maar eigenlijk vooral over kleine ergernisjes en probleempjes. Kleine ongemakken die ongemerkt je humeur behoorlijk kunnen verzieken. En niet alleen je eigen humeur, maar ook dat van je omgeving. Niet alleen vrolijkheid werkt aanstekelijk. Ook boosheid kan behoorlijk besmettelijk zijn. Ik herinnerde me dat de stoïcijnen een heleboel eenvoudige technieken kenden waarmee je kunt voorkomen dat dit soort kleinigheden je dag verstieren.

Zo ging ik, bijvoorbeeld, de stoïcijnse techniek van de ‘negatieve visualisatie’ gebruiken. Een van de ‘heftigste’ technieken, die op het eerste gezicht behoorlijk akelig lijkt te zijn, maar die je wel leert om ook van kleine eenvoudige dingen te kunnen genieten. Het begint er mee dat je je allerlei persoonlijke rampen en tegenspoed voor de geest haalt. Als ik ’s ochtends naar mijn werk vertrok bedacht ik me dat dit wel eens de laatste keer zou kunnen zijn dat ik mijn vrouw had gekust. Of als ik in een trein stapte dacht ik dat die trein wel eens een frontale botsing met een tegenligger zou kunnen krijgen. Dit klinkt natuurlijk nogal morbide en zelfs vrij afschuwelijk. Maar het helpt je wel om de wereld en de mensen in je omgeving niet zo maar als vanzelfsprekend te beschouwen. Negatieve visualisatie kan je helpen om te genieten van ieder moment in je leven en van ieder moment dat je samen bent met je geliefden.

Dit betekent niet dat je als stoïcijn de hele dag bezig bent te bedenken wat er nu weer allemaal mis zou kunnen gaan. Dat soort gedachten zouden je inderdaad een miserabel leven geven. Wat de stoïcijnen aanraden is niet dat je blijft hangen in pessimistische vooruitzichten, maar dat je in gedachten houdt dat het niet uitgesloten is dat dingen fout gaan, ‘Shit happens’. Een paar keer per dag een korte gedachte is genoeg om je te laten realiseren hoe gelukkig je eigenlijk wel niet bent. En ja, het is misschien niet zo verstandig om dan meteen te beginnen met het je inbeelden van het verlies van je partner en kinderen. Maar je zou ook kunnen beginnen met de gedachte dat er helemaal geen trein zou komen en dat je een uur door de regen zou moeten lopen om weer thuis te komen. Met dat in het achterhoofd wordt zo’n vertraging van een paar minuten al wat minder irritant.

Op deze manier ‘reset’ de techniek van de negatieve visualisatie het referentiekader waaraan je je geluk afmeet. Dingen die je tot nu toe als vanzelfsprekend beschouwde kunnen nu een onverwachte bron van geluk worden. Je baan, je huis, je vrouw, je gezondheid, je bestaan, een zonnestraal door de wolken al die heel gewone dingen kunnen plotseling de basis gaan vormen voor een gevoel van innerlijk geluk. Je leert hoe kleine dingen je een beetje vrolijker kunnen maken en dat is een stuk prettiger dan je avond te laten verpesten door een vertraagde trein.

Daar op dat regenachtige station realiseerde ik me dat stoïcisme over veel meer gaat dan een ‘stiff upper lip’ als het je tegen zit. Het is een manier om in het leven te staan waarmee je je bestaan behoorlijk kunt opvrolijken. Het heeft ook iets te vertellen over de kleine dingen uit het dagelijks leven en kan de sleur van een doorsnee leven behoorlijk veraangenamen. Niks somber en streng, maar juist blij en lichtvoetig. Stoïcisme kent geen verlichting of het na jaren van meditatie opgaan in het nirwana, er wacht geen hemel na een leven van soberheid, bidden en hard werken. Niets van dat alles. Het geeft een set van adviezen en strategieën voor het dagelijks leven (negatieve visualisatie is maar één van de vele technieken). Adviezen die je leven in het hier en nu aangenamer kunnen maken en ook nog eens betekenis kunnen geven. De adviezen zijn eenvoudig en makkelijk te gebruiken (het zou me niets verbazen als u stiekem al een poging tot negatieve visualisatie heeft gedaan). Dat neemt niet weg dat het behoorlijk moeilijk kan zijn om de stoïcijnse filosofie ook echt een deel van je leven te laten worden. Om hun volledige werking te krijgen zouden de adviezen een soort reflex een automatisme moeten worden.

Mijn experimenten met stoïcisme waren zo succesvol dat ik besloot er mee door te gaan en in de voetsporen te treden van Zeno van Citium. De Griek die meer dan tweeduizend jaar geleden de stoïcijnse school heeft opgericht. Ik besloot een levend anachronisme te worden. Een eenentwintigsteeeuwse aanhanger van een al geruime tijd ten onrechte dood verklaarde levensfilosofie. Hier op deze plek wil ik u deelgenoot maken van mijn pogingen om mezelf een stoïcijnse levensstijl aan te meten en wil ik u een verslag geven van mijn worstelingen op het pad van de Stoa.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten