zaterdag 21 september 2024

Panpsychisme en de stoa

 Ons bewustzijn is alles wat we zijn, het staat centraal in onze ervaring, sterker nog, het is onze ervaring. Hoewel het alles is wat we zijn, is het een raadsel wat bewustzijn is. De zoektocht om bewustzijn te begrijpen heeft wetenschappers en filosofen eeuwenlang beziggehouden. Tot nu toe zonder veel resultaat. De afgelopen jaren heeft wat ooit een marginaal filosofisch idee was echter een renaissance doorgemaakt: panpsychisme. Panpsychisme is een theorie die stelt dat bewustzijn een fundamenteel en alomtegenwoordig aspect is van alle realiteit. Hoewel het misschien klinkt als iets uit een fantasy of sciencefictionroman, wordt panpsychisme in academische kringen steeds vaker besproken als een serieuze oplossing voor het zogenaamde ‘hard problem’ van bewustzijn. Deze hernieuwde interesse komt voort uit ontwikkelingen in de neurowetenschap, psychologie en zelfs kwantummechanica, die erop lijken te wijzen dat bewustzijn weleens een fundamentele eigenschap van de werkelijkheid zou kunnen zijn.


Panpsychisme, afgeleid van de Griekse woorden pan (alles) en psyche (ziel of geest), suggereert dat bewustzijn niet beperkt is tot mensen of hogere dieren, maar een essentieel kenmerk van alle materie is. Van elektronen tot hele sterrenstelsels, volgens de theorie van het panpsychisme zou alles in het universum een ​​vorm van bewustzijn kunnen bezitten, zij het zeer rudimentair en heel anders dan het menselijke bewustzijn. Een passende metafoor voor panpsychisme is te vinden in het immens populaire Star Wars. Centraal in dit fictieve universum staat het concept van de 'Force', een mystieke energie die de kosmos samenbindt. Dit idee loopt parallel met de filosofische visie dat bewustzijn een fundamenteel kenmerk is dat alle materie in het universum doordringt.


Hoewel panpsychisme radicaal en contra-intuïtief lijkt, is de theorie niet nieuw. De wortels ervan kunnen worden herleid tot oude filosofische tradities. Volgens Aristoteles geloofde de presocratische filosoof Thales dat "alles vol goden is", wat suggereert dat bewustzijn alle dingen zou kunnen doordringen. Op dezelfde manier ondersteunde de beroemde oude Griekse filosoof Plato ideeën die verwant zijn aan panpsychisme in verschillende van zijn werken. Bijvoorbeeld, in zijn 3e-eeuwse dialoog Timaeus, betoogt Plato dat het universum een ​​levend wezen is begiftigd met een ziel en rede en dat een vorm van bewustzijn of ziel bestaat in al zijn elementen. "Toen de demiurg (schepper) de ziel volgens zijn wil had gevormd, vormde hij binnenin haar het lichamelijke universum, en bracht de twee samen, en verenigde ze van centrum tot centrum," schreef Plato in de Timaeus. En iets verderop: "De ziel, doordringt alles van het centrum tot de omtrek van de hemel". 


Iets later namen de stoïcijnen de panpsychische toorts over. De klassieke stoïcijnen waren eerder pantheïsten dan panpsychisten. Stoïcijns pantheïsme is de filosofische opvatting dat god en de natuur één en hetzelfde zijn. Volgens de stoïcijnen doordringt een goddelijke rede, ook wel logos genoemd, het hele universum en geeft het orde en structuur. Dit betekent dat god niet als een persoonlijk of transcendent wezen wordt gezien, maar eerder als een alomvattende, immanente kracht die in alles aanwezig is. Voor de oude stoïcijnen is het universum een levend, rationeel en samenhangend geheel, waarin alles volgens natuurlijke wetten verloopt en alles deel uitmaakt van een groter kosmisch plan. Volgens hen is de hele kosmos doordrongen van een goddelijke rede (logos), en deze logos is een levenskracht die alles doordringt. Hierdoor heeft alles, van levende wezens tot zogenaamde levenloze objecten, een vorm van innerlijk bewustzijn of psychische kwaliteit. Dit pantheïstische idee impliceert dat het universum in zijn geheel een doelgericht, levend en bewust wezen is. Dit zwakke religieuze aspect werd door de stoïcijnen in de oudheid al niet helemaal serieus genomen, maar verdwijnt bij het moderne stoïcisme volledig uit beeld.


Op vergelijkbare wijze bestaat er in sommige religieuze filosofieën, zoals bepaalde stromingen binnen het hindoeïsme en het boeddhisme, een lange traditie waarin bewustzijn wordt gezien als een fundamenteel aspect van de werkelijkheid, niet beperkt tot individuele wezens, maar eerder als een intrinsieke kwaliteit van de kosmos.Ook Filosofen als Spinoza. Leibniz en Hegel hingen een vorm van panpsychisme aan. Panpsychisme genoot in de loop der eeuwen af ​​en toe populariteit en bereikte zijn hoogtepunt in de 19e eeuw toen beroemde filosofen als William James en psychologen als Gustav Fechner propageerden dat bewustzijn een alomtegenwoordig element van het universum was. Ondanks dat het bijna 2000 jaar populair bleef, raakte panpsychisme in de 20e eeuw uit de gratie toen materialisme en reductionisme, de monistische opvatting dat alle verschijnselen verklaard kunnen worden door fysieke processen, het dominante wetenschappelijke paradigma werd. Het stoïcijnse panpsychisme is het daar trouwens helemaal niet mee oneens, maar voegt bewustzijn als fundamentele eigenschap van de werkelijkheid toe. 


Panpsychisme heeft de laatste jaren een opleving doorgemaakt, gedreven door vooruitgang in de neurowetenschap, psychologie en kwantummechanica, en door hardnekkige problemen met klassieke materialistische en reductionistische verklaringen van bewustzijn. Het ‘hard problem’ van het bewustzijn, een term bedacht door filosoof David Chalmers, wijst op de onmogelijkheid om uit te leggen hoe subjectieve ervaringen (qualia) ontstaan ​​uit fysieke processen in de hersenen. Op materieel niveau begrijpen we dat elektrische impulsen en chemische signalen het bewustzijn tussen neuronen in de hersenen aansturen. Het wil echter maar niet lukken om een overtuigende verklaring te vinden voor hoe hersenactiviteit kan leiden tot bewuste ervaringen.


Begrijpen wat het menselijk brein tot het meest geavanceerde object in het bekende universum maakt, blijft een van de meest uitdagende vragen van de mensheid. Dr. Philip Goff, filosoof en professor aan de Universiteit van Durham, is uitgegroeid tot een van de belangrijkste hedendaagse voorstanders van panpsychisme. Hij beweert dat de theorie een veelbelovende oplossing biedt voor het diepe mysterie van hoe bewustzijn integreert in de structuur van het universum. In ‘Why? The Purpose of the Universe’ betoogt Dr. Goff, dat de materialistische benadering er niet in is geslaagd om bewustzijn te verklaren. Hij suggereert dat we bewustzijn beter kunnen integreren in ons wetenschappelijke wereldbeeld door het te behandelen als een fundamenteel onderdeel van het universum, verwant aan ruimte, tijd, massa en energie. In zijn boek introduceert Dr. Goff ook het concept van "teleologisch kosmopsychisme", dat stelt dat het universum zelfbewust is en een kosmisch doel heeft: zelfbewust leven creëren als een uitdrukking van zijn eigen bewustzijn. Hij komt hiermee dicht bij het klassiek stoïcijnse idee van een bewust en teleologisch universum. Deze teleologische inslag betekent dat alles in het universum een doel heeft dat is ingegeven door de logos. Panpsychisme is niet noodzakelijkerwijs teleologisch; het kan verschillende interpretaties van bewustzijn bevatten zonder een centraal, doelgericht principe. In het modern stoïcisme wordt meestal afstand genomen van het teleologische aspect van het klassieke stoïcisme.


Dr. Goff is niet de enige die panpsychisme steunt. De theorie heeft de aandacht getrokken van verschillende andere vooraanstaande academici die het zien als een haalbaar raamwerk voor het begrijpen van bewustzijn. De filosoof Thomas Nagel is een van de bekendste. Een ander is de Nobelprijswinnende natuurkundige Dr. Brian Josephson, die heeft betoogd dat kwantummechanica, die al veel van onze intuïties over de fysieke wereld uitdaagt, wellicht beter verenigbaar is met panpsychisme dan met traditionele materialistische opvattingen. Panpsychisme kan een belangrijk deel van de  nog niet-begrepen aspecten van de natuurkunde verklaren. "De toekomstige wetenschap zal kwantummechanica beschouwen als de fenomenologie van bepaalde soorten georganiseerde complexe systemen," zei dr. Josephson in een interview in 2002. Kwantumverstrengeling zou een manifestatie van zo'n organisatie zijn. "Tot nu toe is ons begrip van zulke zaken zeer kwalitatief, maar de toepassing van de vaardigheden van de natuurkundige op zulke situaties kan naar verwachting te zijner tijd nauwkeurigere theorieën opleveren."


Voorstanders van panpsychisme beweren dat de theorie op elegante wijze veel van de problemen omzeilt waarmee materialistische beschrijvingen van bewustzijn worden geconfronteerd. Als bewustzijn een fundamenteel aspect van materie is, dan bestaat de kloof tussen het fysieke en het mentale niet, omdat bewustzijn al ingebouwd is in de structuur van de realiteit. Het religieuze dualisme van het beruchte ‘body-mind’ probleem valt weg .Bovendien biedt panpsychisme een inclusievere kijk op de natuur die resoneert met het idee van een verbonden en onderling afhankelijk universum. Dit holistische perspectief is vooral aantrekkelijk in een tijdperk waarin de klassieke benaderingen uit het verleden steeds vaker ontoereikend blijken te zijn om allerlei complexe verschijnselen te verklaren.


Panpsychisme kent echter ook critici. Een van de belangrijkste bezwaren is dat het in strijd is met het gezond verstand. Het idee dat levenloze objecten zoals rotsen of elektronen enige vorm van bewustzijn zouden kunnen bezitten, komt bij velen over als absurd. Critici beweren dat panpsychisme het concept van bewustzijn verwatert tot het punt waarop het zijn betekenis verliest. Als alles bewust is, wat betekent het dan om bewust te zijn? Een andere uitdaging voor panpsychisme is de testbaarheid ervan. In tegenstelling tot fysieke theorieën die kunnen worden getest door middel van experimenten en observaties, leent panpsychisme zich niet gemakkelijk voor empirisch onderzoek. Dit heeft ertoe geleid dat sommigen het afdoen als een speculatieve of zelfs pseudo-wetenschappelijke theorie. Verdedigers van panpsychisme beweren echter dat de theorie niet minder toetsbaar is dan veel van de andere fundamentele aannames van de fysica.


De vraag of panpsychisme empirisch getest kan worden, is dan ook van groot belang. Hoewel de theorie een overtuigend filosofisch kader biedt, blijft de wetenschappelijke validatie ervan een uitdaging. Sommige onderzoekers onderzoeken manieren om panpsychisme indirect te testen, zoals via experimenten in de kwantummechanica en neurowetenschappen. Een veelbelovende weg is de studie van bewustzijn bij niet-menselijke dieren. Als bewustzijn een fundamentele eigenschap van materie is, zouden we kunnen verwachten dat we bewijs vinden in eenvoudigere organismen of zelfs kunstmatige systemen. Onderzoekers hebben al stappen gezet in het begrijpen van de neurale correlaties van bewustzijn bij dieren. Eerder dit jaar ondertekenden veel wetenschappers, filosofen en geleerden een "verklaring" (The New York Declaration on Animal Consciousness) waarin ze zeiden dat huidig ​​onderzoek suggereert dat er een "realistische mogelijkheid" bestaat dat dieren bewustzijn ervaren. "Het empirische bewijs geeft aan dat er ten minste een realistische mogelijkheid is van bewuste ervaring bij alle gewervelde dieren (inclusief reptielen, amfibieën en vissen) en veel ongewervelden (inclusief, op zijn minst, koppotige weekdieren, tienpotige schaaldieren en insecten)", aldus de verklaring. Deze verklaring suggereert dat er een groeiende consensus is over de mogelijkheid van bewustzijn bij een breed scala aan dieren. Aanvullend onderzoek heeft gesuggereerd dat zelfs planten een vorm van bewustzijn kunnen bezitten. Zo ontdekten biologen dat sperziebonen hun groei aanpassen om objecten in hun omgeving te gebruiken om tegenaan te groeien. Een aanpassing die niet kon worden verklaard als een reactie op ‘normale’ stimuli, zoals licht of fysiek contact. Als de groei van planten wordt gecontroleerd en beïnvloed door objecten in hun omgeving, dan hebben we het over complexer gedrag, niet over simpele stimulus-respons reacties, en zou er ook bij planten sprake kunnen zijn van een vorm van bewustzijn.


Het blijft niet bij aanwijzingen voor het bestaan van een of andere vorm van bewustzijn bij levende organismen, ook de kwantummechanica biedt potentiële inzichten. Sommige interpretaties van de kwantumtheorie, zoals het waarnemerseffect, suggereren dat bewustzijn een fundamentele rol zou kunnen spelen in het gedrag van fysieke systemen. De afgelopen jaren is er een intens debat geweest over de vraag of kunstmatige intelligentie (AI) zelfs de meest rudimentaire vormen van bewustzijn zou kunnen vertonen. Naarmate de AI-technologie zich blijft ontwikkelen, zou het onze traditionele ideeën over wat bewustzijn inhoudt, kunnen uitdagen en de theorie van panpsychisme mogelijk veel minder radicaal laten lijken. Bovendien zijn recente empirische studies bewustzijn vanuit een panpsychistisch perspectief gaan benaderen, zelfs indirect. 


De theorie van panpsychisme blijft zeer controversieel. Onderzoek in de afgelopen jaren onthult echter een opmerkelijke trend van panpsychistische ideeën die worden geïntegreerd in de reguliere wetenschap. Deze heropleving markeert een significante verschuiving in hoe we denken over bewustzijn en zijn plaats in het universum. Hoewel panpsychisme voor significante uitdagingen staat met betrekking tot empirische validatie en conceptuele helderheid, biedt het ook een fris perspectief op een van de oudste en diepste vragen in de filosofie. Naarmate ons begrip van de hersenen, het bewustzijn en de kosmos zich blijft ontwikkelen, kan panpsychisme de conceptuele hulpmiddelen bieden om de fysieke en mentale kloof te overbruggen. Ongeacht of het panpsychisme uiteindelijk de overhand krijgt, het feit dat de theorie een renaissance heeft doorgemaakt, onderstreept het blijvende mysterie van het bewustzijn en de menselijke zoektocht naar inzicht in onze plaats in het universum. Het is opmerkelijk dat een moderne versie van het stoïcisme hier een pasklare filosofie voor lijkt te bieden. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten