zaterdag 22 juni 2024

Een kennismaking met oude en nieuwe stoïcijnen

 Laten we eerst eens kijken waar dat stoïcisme vandaan komt en wie die oude stoïcijnen waren. Het stoïcisme was een van de invloedrijkste filosofische stromingen uit de oudheid en werd in de vroege 3e eeuw voor Christus opgericht door ene Zeno van Citium. Zijn leer verspreidde zich snel en door de eeuwen heen, van de stoïcijnen van het oude Griekenland en Rome tot moderne beoefenaars. Zeno van Citium begon zijn reis naar de filosofie op een nogal ongewone manier. Volgens de overlevering kwam Zeno in Athene aan nadat hij een schipbreuk had overleefd, en terwijl hij in een boekhandel aan het bladeren was, vroeg hij de eigenaar waar hij mannen zoals Socrates kon vinden. De boekhandelaar wees naar een man genaamd Crates, een beroemde cynische filosoof die toevallig voorbij liep. De ironie dat Zeno de weg naar de wijsheid vond dankzij een schipbreuk, was niet verloren aan hem, en hij omarmde deze tegenslag als een voorbeeld van het stoïcijnse idee dat we het beste moeten maken van wat het lot ons toewerpt.


Het stoïcisme is van nature geen statische filosofie en heeft zich over een periode van vijf eeuwen steeds verder ontwikkeld. Traditioneel wordt die ontwikkeling in drie periodes ingedeeld:

  • Oude Stoa (300-150 v.Chr.): Deze periode werd gedomineerd door Zeno van Citium (336-263 v.Chr.) stichter van de stoïsche school, Cleanthes van Assos (331-231 v.Chr.), opvolger van Zeno en Chrysippus van Soli (280-207 v.Chr.), systematiseerder van de stoïsche filosofie. Zij legden de fundamenten met nadruk op logica, natuurkunde en ethiek.

  • Midden-Stoa (150-50 v.Chr.): Belangrijke figuren in deze periode waren Panaetius van Rhodos (185-129 v.Chr.) die zich toelegde op de toepassing van stoïcisme op politiek en recht en Posidonius van Apamea (135-51 v.Chr.) verbinder van stoïcisme met wetenschap en kosmologie. Zij pasten het stoïcisme toe op gebieden als wetenschap, politiek, recht en retorica.

  • Nieuwe Stoa (50 v.Chr. - 200 n.Chr.): Deze periode werd gekenmerkt door Seneca (4 v.Chr. - 65 n.Chr.), stoïsch adviseur van keizer Nero, Epictetus (50-138 n.Chr.), bevrijde slaaf en oprichter van een eigen stoïcijnse universiteit en Marcus Aurelius (121-180 n.Chr.) een Romeins keizer die het stoïcisme in zijn beleid toepaste. De Romeinse stoïcijnen richtten zich vooral op de praktische toepassing van stoïsche principes in het dagelijks leven.


De naam "stoïcisme" komt van de "Stoa Poikile" (een half open beschilderde overdekte markthal) aan het forum van Athene waar Zeno, gratis en in het openbaar, les gaf. Zijn ideeën waren een combinatie van ethiek, logica en fysica, maar het was vooral de ethiek die de grootste impact had. Hij leerde dat deugd (arete of virtus) het enige ware goed is en dat we ons moeten richten op wat in onze macht ligt, terwijl we accepteren wat buiten onze controle ligt. Zijn belangrijkst opvolger Chrysippus wordt weleens de tweede oprichter van de stoa genoemd, hij was de systematiseerder van de filosofie. Chrysippus, die de leerling was van Zeno's opvolger Cleanthes, was bekend om zijn briljante maar soms voor zijn tijd bizarre argumentaties. In navolging van Zeno bepleitte hij de gelijkheid van alle mensen. Dat was revolutionair en werd door zijn tijdgenoten belachelijk gemaakt. Het idee dat slaven, vrouwen en barbaren allemaal dezelfde rechten en capaciteiten hadden was absurd, maar dat werd wel degelijk door de stoïcijnen bepleit. Chrysippus  zou honderden boeken hebben geschreven, maar helaas behalve een paar losse snippers heeft niet één daarvan de opkomst van het christendom en de Middeleeuwen overleefd.


Het stoïcisme bereikte zijn hoogtepunt in het Romeinse Rijk, met prominente figuren zoals Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius. Seneca, een superrijke adviseur van keizer Nero, had een scherpzinnige kijk op het leven en de ironie van rijkdom. Hij merkte eens op dat het hebben van een groot fortuin meer problemen met zich meebrengt dan het waard is: "Rijkdom is de knecht van een wijs man, en de meester van een dwaas." Het is heel goed mogelijk dat Seneca als belangrijkste adviseur van Nero de volgende beroemde stoïcijn Epictetus gekend heeft. Epictetus was namelijk de slaaf en assistent van de secretaris van Nero. Het is dus heel goed mogelijk dat de oude Seneca het jonge slaafje een zetje op de weg van het stoïcisme heeft gegeven. Als leraar bracht Epictetus zijn lessen over op een praktische en ludieke manier. Hij benadrukte dat onze meningen over gebeurtenissen belangrijker zijn dan de gebeurtenissen zelf. Een bekende anekdote vertelt hoe zijn meester hem dreigde zijn been te breken, waarop Epictetus kalm antwoordde: "Als je dat doet, moet je niet vergeten dat het mijn been is dat gebroken wordt, niet mijn geest." Hij hield hier een lam been aan over en moest de rest van zijn leven met een stok lopen.


De laatste beroemde stoïcijn is Marcus Aurelius. Deze Romeinse keizer, paste stoïcisme toe in zijn dagelijkse leven en bestuur. Zijn dagboek (Meditaties), geschreven in het Grieks terwijl hij op militaire campagnes was, bevat vele wijze reflecties. Een beroemde en ironische anekdote vertelt hoe hij ondanks zijn keizerlijke macht soms meer gefrustreerd was door kleine irritaties dan door grote politieke problemen. Hij schreef eens: "Ik ben er nog lang niet. Vandaag ontsnapte ik aan de verontrusting van de wereld, en wierp ik de grote problemen van me af, maar ik maakte me nog wel kwaad om een foutje van mijn adjudant."


Met de opkomst van het christendom worden alle filosofen vervolgd en verdwijnt dus ook het stoïcisme uit het zicht. Onder de oppervlakte blijven er echter nog steeds crypto-stoïcijnen bestaan. Aan het eind van de 16e eeuw duikt het stoïcisme weer op en ontstaat het zogenaamde neostoïcisme. Het haalde zijn inspiratie uit de klassieke stoïcijnse filosofie, met name die van Seneca, maar combineerde deze met christelijke ideeën. De grondlegger van deze stroming was de Nederlandse humanist Justus Lipsius  (1547-1606). In zijn werk "Manuductio ad Stoicam Philosophiam" (1596) probeerde hij de stoïcijnse ethiek samen te brengen met christelijke deugden.


Het bleef niet bij Lipsius. Andere belangrijke neo-stoïcijnen waren:

  • Pierre Charron (1541-1603): Franse essayist die de nadruk legde op de praktische toepassing van stoïcijnse principes in het dagelijks leven.

  • Michel de Montaigne (1533-1592): Hoewel hij niet strikt een neo-stoïcijn was, werden zijn essays sterk beïnvloed door stoïcijnse filosofie. Montaigne was vooral geïnteresseerd in de stoïcijnse benadering van het leven en de dood.

  • Hugo Grotius (1583-1645): Nederlandse jurist en staatsman die het neostoïcisme gebruikte om internationale betrekkingen en rechtstheorie te ontwikkelen. U weet wel, hij was het die in een boekenkist ontsnapte aan de calvinistische Oranjes.

  • Guillaume du Vair (1556-1621: Franse filosoof en staatsman die de rede en de plicht benadrukte als fundamenten voor een goed leven.


Het neostoïcisme was populair onder intellectuelen en staatslieden in de 17e en 18e eeuw. De stroming bood troost en begeleiding in een tijd van religieuze en politieke omwentelingen. De nadruk op rede, deugd en plichtsbesef sprak velen aan in deze periode. De poging om het christendom te verzoenen met het stoïcisme was niet zo succesvol en na het neostoïcisme verdwijnt onze levensfilosofie weer uit beeld. Maar het stoïcisme is hardnekkig en heeft de tand des tijds doorstaan. Het beleeft een heropleving in de moderne tijd. Veel van zijn principes zijn nog steeds relevant, vooral in de huidige tijden van stress en onzekerheid.


In de 21e eeuw is er dan ook een hernieuwde interesse in het stoïcisme. Mensen wenden zich tot de stoïsche filosofie op zoek naar richtlijnen voor het omgaan met de uitdagingen van het moderne leven. Er zijn tal van boeken, websites en workshops beschikbaar die mensen kennis laten maken met stoïsche principes en deze toepasbaar maken in het dagelijks leven. Moderne aanhangers zoals William Irvine: Amerikaanse professor die stoïcijnse filosofie toegankelijk maakt voor een breed publiek, Massimo Pigliucci: Italiaanse filosoof en wetenschapper die het neostoïcisme gebruikt om hedendaagse problemen aan te pakken, Donald Robertson, psycholoog en filosoof die boeken schrijft over hoe je een modern stoïcijn kunt worden en Ryan Holiday: Amerikaanse auteur en influencer die stoïcijnse principes toepast op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en zelfverbetering. Het neostoïcisme biedt nog steeds een waardevol kader voor het omgaan met de uitdagingen van het moderne leven. De nadruk op rede, veerkracht en deugd (virtuositeit) kan ons helpen om een gelukkiger en zinvoller leven te leiden en een manier te vinden om persoonlijke effectiviteit en innerlijke rust te bereiken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten