zaterdag 29 juni 2024

Veelvoorkomende misvattingen over stoïcisme

 Het stoïcisme is een filosofische stroming die vaak verkeerd begrepen wordt. De meeste mensen denken dat stoïcijnen vooral stoïcijns zijn, maar niets is minder waar. De Engelse ‘stiff upperlip’ mag dan stoïcijns zijn in de gebruikelijke betekenis van het woord maar heeft niet zoveel met de stoïcijnse filosofie te maken. Ik begrijp dat dat allemaal behoorlijk vreemd klinkt. Laten we daarom eens kijken hoe dat zit. 


Stoïcijnen zijn niet emotieloos en streven dat ook helemaal niet na. Veel mensen denken dat stoïcisme inhoudt dat je  helemaal geen emoties hebt of deze juist onderdrukt. Ze zien stoïcijnen als koude, ongevoelige personen die niet geraakt worden door wat er om hen heen gebeurt. Maar het stoïcisme leert niet dat u geen emoties mag hebben, maar dat u uw emoties moet beheersen en zelfs dat u moet leren om uw emoties zelf te kiezen. De focus ligt op het ontwikkelen van een innerlijke rust en stabiliteit, ongeacht externe omstandigheden. Stoïcijnen erkennen dat emoties een natuurlijk onderdeel van het menselijk leven zijn, maar zij streven ernaar om niet door deze emoties overweldigd te worden. Het gaat erom rationeel en deugdzaam te reageren op situaties, in plaats van impulsief en emotioneel. Emoties moeten vooral rationeel zijn. Met andere woorden, ze moeten passen binnen de omstandigheden. U mag dus best verdrietig zijn bij het overlijden van een vriend of partner en u mag best bang zijn als er een neushoorn op u af komt stormen, maar als u ook verdrietig bent als u een kopje laat vallen of als u bang wordt als er een muisje op u af komt dribbelen dan maakt u voor een stoïcijn een belangrijke inschattingsfout. Voor een stoïcijn zijn alle emoties toegestaan zolang ze maar rationeel passend zijn voor de situaties waarin ze opkomen. Zou u eenmaal het niveau van een stoïcijnse wijze weten te bereiken, dan wordt het een heel andere zaak en zult u zelfs kunnen kiezen welke emoties u wilt voelen.


Een andere veelvoorkomende misvatting is dat stoïcisme passiviteit en pessimisme aanmoedigt, dat stoïcijnen zich terugtrekken uit het leven en geen actie ondernemen, omdat ze alles als onvermijdelijk accepteren. Stoïcisme is allesbehalve passief en pessimistisch. Stoïcijnen geloven niet dat het leven inherent slecht is. Ze geloven echter dat er zowel goede als slechte dingen in het leven zullen gebeuren, en dat het belangrijk is om met beiden op een rationele manier om te gaan. Stoïcijnen richten zich op het ontwikkelen van de innerlijke kracht en veerkracht om de uitdagingen van het leven aan te gaan. Het moedigt actief betrokken zijn bij het leven aan, maar met een focus op datgene waar u controle over heeft. Stoïcijnen geloven in het nemen van verantwoorde en rationele actie, terwijl ze tegelijkertijd accepteren dat de uitkomst van die acties vaak buiten hun controle ligt. Het doel is om de beste versie van jezelf te zijn door deugdzame daden te verrichten en wijsheid na te streven, zonder verstrikt te raken in zorgen over externe gebeurtenissen.


Die stoïcijnse deugdzaamheid ligt ten grondslag aan nog zo’n misvatting. Een stoïcijn doet zijn best om zo deugdzaam mogelijk te zijn. Dat klinkt enorm braaf en netjes. Zijn stoïcijnen echt van die saaie brave Hendrikken die nooit iets spannends of opwindends ondernemen? Nee, in het stoïcisme gaat het niet alleen om de vraag hoe u een deugdzaam leven kunt leiden, dus niet alleen om de vraag wat u tot een moreel goed mens maakt. De stoïcijnen waren geïnteresseerd in een veel bredere kwestie en niet alleen in wat wij tegenwoordig deugdzaam, moreel en ethisch gewenst gedrag zouden noemen. Wanneer zij zich afvragen wat het goede, deugdzame voor een mens is, willen zij weten wat het doel is van het menselijke leven. Waarin vindt een mensenleven zijn ultieme vervulling? De term deugdzaamheid stond bij hen voor een optimale mentale toestand. Een toestand van geestelijk welbevinden en intellectuele scherpte. Deugd wordt door de stoïcijnen dus niet alleen als ethisch correct, maar eigenlijk vooral in de moderne betekenis van deugdelijk gebruikt. Alles wat goed en efficiënt functioneert, zoals een deugdelijke hamer, heeft deugd 'arrêté' of 'virtus'. Een deugdzaam mens is voor een stoïcijn een mens die goed functioneert, die gelukkig is en zich volledig heeft weten te ontplooien. Het is iemand die zijn talenten kent en tot bloei heeft gebracht maar tegelijkertijd ook weet waar zijn zwakke punten liggen.


Deugdzaam heeft  in onze taal, zo'n enorme ondertoon van kuis, braaf en netjes gekregen dat ik in de rest van dit boek het woord ‘virtuoos’ ga gebruiken. Dat woord heeft een associatie met elegant en kunstzinnig en geeft daardoor veel beter weer wat de stoïcijnen onder virtuositeit verstonden. Ze zien die virtuositeit als een verworven staat van volkomenheid die bestand is tegen de onvermijdelijke ups en downs van het leven. Het is een vorm van ‘savoir vivre’, van elegantie, die iedere houding of handeling ondersteunt die overal in doorklinkt en die alle vreugde en pijn omvat. Een diepgaand geluk dat door niets valt te verstoren. Het is ook een staat van wijsheid, onaangetast door mentale verstoringen, en van inzicht dat vrij is van onwetendheid ten aanzien van de ware aard van de wereld.


Met die stoïcijnse deugdzaamheid hangt nog een andere misvatting samen. Sommige mensen denken dat stoïcisme betekent dat je geen plezier of genot mag ervaren. In werkelijkheid geloven stoïcijnen dat het ware geluk (eudaimonia) voortkomt uit het leven in overeenstemming met de natuur en de rede, en dat dit dieper en duurzamer is dan oppervlakkig genot. Dit betekent trouwens absoluut niet dat genot en plezier uit de boze zijn. Stoïcisme is daarmee nog geen gemakkelijke filosofie om te volgen. Het vereist discipline, oefening en toewijding. De voordelen van het leven volgens de stoïcijnse principes zijn de inspanning echter meer dan waard. Stoïcisme kan leiden tot een gelukkiger, tevredener en zinvoller leven. 


Ook het idee dat stoïcijnen onverschillig staan ten opzichte van anderen klopt niet. Stoïcijnse filosofie benadrukt juist het belang van gemeenschapszin en medemenselijkheid. Ze streven een leven in overeenstemming met de natuur na. Dit omvat het leven in harmonie met andere mensen en het bijdragen aan het algehele welzijn. Stoïcijnen geloven dat we allemaal met elkaar verbonden zijn en dat onze acties anderen beïnvloeden. Het ideaal is om een goede burger te zijn en bij te dragen aan het welzijn van anderen, terwijl u onverschillig blijft ten opzichte van dingen die buiten uw controle liggen.

Dit zijn slechts enkele van de meest voorkomende misvattingen over de stoïcijnse filosofie. Naast deze misvattingen is het belangrijk op te merken dat stoïcisme geen starre monolithische filosofie is. Er bestaan in de loop van de geschiedenis verschillende stromingen binnen het stoïcisme, en individuele stoïcijnen interpreteerden en pasten de stoïcijnse principes op hun eigen manier toe. Stoïcijnen zien hun filosofie dan ook als een ‘work in progress’, het is nog lang niet af en er kan altijd iets aan worden bijgesteld. Seneca zei dan ook dat hij ontzag had voor zijn voorgangers, maar dat hij nog meer ontzag had voor de waarheid. Het is ook belangrijk om te onthouden dat stoïcisme een praktische filosofie is. Het is bedoeld om te worden toegepast in het dagelijks leven, niet alleen om over na te denken of over te discussiëren. De beste manier om stoïcisme te begrijpen, is door het zelf te beoefenen en te zien hoe het uw leven beïnvloedt. Het streeft naar een goed en gelukkig leven van innerlijke rust en stabiliteit, met een focus op persoonlijke verantwoordelijkheid, ontplooiing en betrokkenheid bij de wereld, zonder u te laten beïnvloeden door oncontroleerbare externe factoren.


zaterdag 22 juni 2024

Een kennismaking met oude en nieuwe stoïcijnen

 Laten we eerst eens kijken waar dat stoïcisme vandaan komt en wie die oude stoïcijnen waren. Het stoïcisme was een van de invloedrijkste filosofische stromingen uit de oudheid en werd in de vroege 3e eeuw voor Christus opgericht door ene Zeno van Citium. Zijn leer verspreidde zich snel en door de eeuwen heen, van de stoïcijnen van het oude Griekenland en Rome tot moderne beoefenaars. Zeno van Citium begon zijn reis naar de filosofie op een nogal ongewone manier. Volgens de overlevering kwam Zeno in Athene aan nadat hij een schipbreuk had overleefd, en terwijl hij in een boekhandel aan het bladeren was, vroeg hij de eigenaar waar hij mannen zoals Socrates kon vinden. De boekhandelaar wees naar een man genaamd Crates, een beroemde cynische filosoof die toevallig voorbij liep. De ironie dat Zeno de weg naar de wijsheid vond dankzij een schipbreuk, was niet verloren aan hem, en hij omarmde deze tegenslag als een voorbeeld van het stoïcijnse idee dat we het beste moeten maken van wat het lot ons toewerpt.


Het stoïcisme is van nature geen statische filosofie en heeft zich over een periode van vijf eeuwen steeds verder ontwikkeld. Traditioneel wordt die ontwikkeling in drie periodes ingedeeld:

  • Oude Stoa (300-150 v.Chr.): Deze periode werd gedomineerd door Zeno van Citium (336-263 v.Chr.) stichter van de stoïsche school, Cleanthes van Assos (331-231 v.Chr.), opvolger van Zeno en Chrysippus van Soli (280-207 v.Chr.), systematiseerder van de stoïsche filosofie. Zij legden de fundamenten met nadruk op logica, natuurkunde en ethiek.

  • Midden-Stoa (150-50 v.Chr.): Belangrijke figuren in deze periode waren Panaetius van Rhodos (185-129 v.Chr.) die zich toelegde op de toepassing van stoïcisme op politiek en recht en Posidonius van Apamea (135-51 v.Chr.) verbinder van stoïcisme met wetenschap en kosmologie. Zij pasten het stoïcisme toe op gebieden als wetenschap, politiek, recht en retorica.

  • Nieuwe Stoa (50 v.Chr. - 200 n.Chr.): Deze periode werd gekenmerkt door Seneca (4 v.Chr. - 65 n.Chr.), stoïsch adviseur van keizer Nero, Epictetus (50-138 n.Chr.), bevrijde slaaf en oprichter van een eigen stoïcijnse universiteit en Marcus Aurelius (121-180 n.Chr.) een Romeins keizer die het stoïcisme in zijn beleid toepaste. De Romeinse stoïcijnen richtten zich vooral op de praktische toepassing van stoïsche principes in het dagelijks leven.


De naam "stoïcisme" komt van de "Stoa Poikile" (een half open beschilderde overdekte markthal) aan het forum van Athene waar Zeno, gratis en in het openbaar, les gaf. Zijn ideeën waren een combinatie van ethiek, logica en fysica, maar het was vooral de ethiek die de grootste impact had. Hij leerde dat deugd (arete of virtus) het enige ware goed is en dat we ons moeten richten op wat in onze macht ligt, terwijl we accepteren wat buiten onze controle ligt. Zijn belangrijkst opvolger Chrysippus wordt weleens de tweede oprichter van de stoa genoemd, hij was de systematiseerder van de filosofie. Chrysippus, die de leerling was van Zeno's opvolger Cleanthes, was bekend om zijn briljante maar soms voor zijn tijd bizarre argumentaties. In navolging van Zeno bepleitte hij de gelijkheid van alle mensen. Dat was revolutionair en werd door zijn tijdgenoten belachelijk gemaakt. Het idee dat slaven, vrouwen en barbaren allemaal dezelfde rechten en capaciteiten hadden was absurd, maar dat werd wel degelijk door de stoïcijnen bepleit. Chrysippus  zou honderden boeken hebben geschreven, maar helaas behalve een paar losse snippers heeft niet één daarvan de opkomst van het christendom en de Middeleeuwen overleefd.


Het stoïcisme bereikte zijn hoogtepunt in het Romeinse Rijk, met prominente figuren zoals Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius. Seneca, een superrijke adviseur van keizer Nero, had een scherpzinnige kijk op het leven en de ironie van rijkdom. Hij merkte eens op dat het hebben van een groot fortuin meer problemen met zich meebrengt dan het waard is: "Rijkdom is de knecht van een wijs man, en de meester van een dwaas." Het is heel goed mogelijk dat Seneca als belangrijkste adviseur van Nero de volgende beroemde stoïcijn Epictetus gekend heeft. Epictetus was namelijk de slaaf en assistent van de secretaris van Nero. Het is dus heel goed mogelijk dat de oude Seneca het jonge slaafje een zetje op de weg van het stoïcisme heeft gegeven. Als leraar bracht Epictetus zijn lessen over op een praktische en ludieke manier. Hij benadrukte dat onze meningen over gebeurtenissen belangrijker zijn dan de gebeurtenissen zelf. Een bekende anekdote vertelt hoe zijn meester hem dreigde zijn been te breken, waarop Epictetus kalm antwoordde: "Als je dat doet, moet je niet vergeten dat het mijn been is dat gebroken wordt, niet mijn geest." Hij hield hier een lam been aan over en moest de rest van zijn leven met een stok lopen.


De laatste beroemde stoïcijn is Marcus Aurelius. Deze Romeinse keizer, paste stoïcisme toe in zijn dagelijkse leven en bestuur. Zijn dagboek (Meditaties), geschreven in het Grieks terwijl hij op militaire campagnes was, bevat vele wijze reflecties. Een beroemde en ironische anekdote vertelt hoe hij ondanks zijn keizerlijke macht soms meer gefrustreerd was door kleine irritaties dan door grote politieke problemen. Hij schreef eens: "Ik ben er nog lang niet. Vandaag ontsnapte ik aan de verontrusting van de wereld, en wierp ik de grote problemen van me af, maar ik maakte me nog wel kwaad om een foutje van mijn adjudant."


Met de opkomst van het christendom worden alle filosofen vervolgd en verdwijnt dus ook het stoïcisme uit het zicht. Onder de oppervlakte blijven er echter nog steeds crypto-stoïcijnen bestaan. Aan het eind van de 16e eeuw duikt het stoïcisme weer op en ontstaat het zogenaamde neostoïcisme. Het haalde zijn inspiratie uit de klassieke stoïcijnse filosofie, met name die van Seneca, maar combineerde deze met christelijke ideeën. De grondlegger van deze stroming was de Nederlandse humanist Justus Lipsius  (1547-1606). In zijn werk "Manuductio ad Stoicam Philosophiam" (1596) probeerde hij de stoïcijnse ethiek samen te brengen met christelijke deugden.


Het bleef niet bij Lipsius. Andere belangrijke neo-stoïcijnen waren:

  • Pierre Charron (1541-1603): Franse essayist die de nadruk legde op de praktische toepassing van stoïcijnse principes in het dagelijks leven.

  • Michel de Montaigne (1533-1592): Hoewel hij niet strikt een neo-stoïcijn was, werden zijn essays sterk beïnvloed door stoïcijnse filosofie. Montaigne was vooral geïnteresseerd in de stoïcijnse benadering van het leven en de dood.

  • Hugo Grotius (1583-1645): Nederlandse jurist en staatsman die het neostoïcisme gebruikte om internationale betrekkingen en rechtstheorie te ontwikkelen. U weet wel, hij was het die in een boekenkist ontsnapte aan de calvinistische Oranjes.

  • Guillaume du Vair (1556-1621: Franse filosoof en staatsman die de rede en de plicht benadrukte als fundamenten voor een goed leven.


Het neostoïcisme was populair onder intellectuelen en staatslieden in de 17e en 18e eeuw. De stroming bood troost en begeleiding in een tijd van religieuze en politieke omwentelingen. De nadruk op rede, deugd en plichtsbesef sprak velen aan in deze periode. De poging om het christendom te verzoenen met het stoïcisme was niet zo succesvol en na het neostoïcisme verdwijnt onze levensfilosofie weer uit beeld. Maar het stoïcisme is hardnekkig en heeft de tand des tijds doorstaan. Het beleeft een heropleving in de moderne tijd. Veel van zijn principes zijn nog steeds relevant, vooral in de huidige tijden van stress en onzekerheid.


In de 21e eeuw is er dan ook een hernieuwde interesse in het stoïcisme. Mensen wenden zich tot de stoïsche filosofie op zoek naar richtlijnen voor het omgaan met de uitdagingen van het moderne leven. Er zijn tal van boeken, websites en workshops beschikbaar die mensen kennis laten maken met stoïsche principes en deze toepasbaar maken in het dagelijks leven. Moderne aanhangers zoals William Irvine: Amerikaanse professor die stoïcijnse filosofie toegankelijk maakt voor een breed publiek, Massimo Pigliucci: Italiaanse filosoof en wetenschapper die het neostoïcisme gebruikt om hedendaagse problemen aan te pakken, Donald Robertson, psycholoog en filosoof die boeken schrijft over hoe je een modern stoïcijn kunt worden en Ryan Holiday: Amerikaanse auteur en influencer die stoïcijnse principes toepast op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en zelfverbetering. Het neostoïcisme biedt nog steeds een waardevol kader voor het omgaan met de uitdagingen van het moderne leven. De nadruk op rede, veerkracht en deugd (virtuositeit) kan ons helpen om een gelukkiger en zinvoller leven te leiden en een manier te vinden om persoonlijke effectiviteit en innerlijke rust te bereiken.


zaterdag 15 juni 2024

Waarom zou u stoïcijn willen worden?

 Klimaatverandering, oorlogen opkomend fascisme, alle zekerheden waar we op dachten te kunnen bouwen vallen in rap tempo onder onze voeten weg. In een dergelijke wereld die constant verandert en waar we voortdurend worden geconfronteerd met uitdagingen, is het meer dan ooit nodig om een manier te vinden om met kalmte en veerkracht de uitdagingen van het leven het hoofd te kunnen bieden. Het stoïcisme, een filosofie die meer dan 2.300 jaar geleden in het oude Griekenland is ontstaan, biedt ons hiervoor een waardevol kader. Het stoïcisme is gebaseerd op het idee dat geluk en vrijheid voortkomen uit het beheersen van onze emoties en verlangens, en door in harmonie te leven met de natuur en de rede. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken zijn stoïcijnen niet stoïcijns. Stoïcisme gaat uitdrukkelijk niet over het onderdrukken van emoties of het ontkennen van tegenslag. Het gaat er juist om om hiermee te leren omgaan op een rationele en constructieve manier. Door onze gedachten en handelingen af te stemmen op wat binnen onze macht ligt, kunnen we meer rust en controle in ons leven creëren. Een rust en controle die o zo nodig is om de verwarrende tijden die ons wachten het hoofd te kunnen bieden.


Stoïcijnen geloven dat onze gedachten en reacties de enige dingen zijn die volledig binnen onze controle liggen. Externe gebeurtenissen en omstandigheden kunnen we niet beheersen, maar we kunnen wel kiezen hoe we erop reageren. Om dit mogelijk te maken moeten we leven in overeenstemming met de natuurwetten en ons ware zelf. Het houdt ook in dat we de rede moeten volgen, die volgens de stoïcijnen een essentieel onderdeel is van de menselijke natuur. Door een goed gebruik van de menselijke rede te maken kunnen we onderscheiden wat wel en wat niet onder onze controle valt. Onze waarden, overtuigingen en handelingen vallen binnen onze controle; zaken als rijkdom, gezondheid en roem niet. Deze tweedeling (dichotomie van de controle zoals de moderne stoïcijnen het noemen om het makkelijker te maken) helpt om ons te concentreren op wat we wel kunnen beïnvloeden en ons niet te laten verstoren door wat buiten onze macht ligt. Alles wat buiten onze macht ligt kan maar beter als vaststaand feit geaccepteerd worden. Stoïcijnen oefenen zich daarom in het accepteren van het onvermijdelijke als onderdeel van een groter geheel. Dit concept staat bekend als 'amor fati', de liefde voor het lot. Daarbij is deugd, of virtuositeit zoals zij het noemen, het enige ware goed. De stoïcijnse deugd is meer dan alleen ethisch verantwoord handelen, het is een levensstijl gericht op het leiden van een optimaal leven. Een leven waar alles uitgehaald wordt, waarin al uw menselijke vermogens worden aangesproken en waarin u het beste uit uzelf haalt. Al het andere, zaken zoals rijkdom of plezier kunnen bijdragen aan een gelukkig leven, maar zijn op zichzelf niet voldoende zonder die virtuositeit of deugdzaamheid. U verwacht het misschien niet, waarde lezer, maar het stoïcisme is een enorm intense filosofie die u aanspoort om het onderste uit de kan van uw leven te halen.


De laatste tijd wordt het stoïcisme herontdekt als een praktische filosofie voor het dagelijks leven, maar het is natuurlijk veel meer dan dat. Het is een volwaardige alomvattende filosofie met een wereldbeeld dat verdomd veel lijkt op de laatste wetenschappelijke inzichten. Het kan u een kader geven om uw leven vorm te geven en het is een levensfilosofie die u kan helpen om een volkomen mens te worden en uzelf te ontplooien tot de beste versie van uzelf. In dit boek duiken we dieper in de wereld van het moderne stoïcisme. We verkennen de kernprincipes van deze filosofie, zoals de scheiding tussen wat we wel en niet kunnen controleren, het belang van deugdzaamheid en het leven in overeenstemming met de natuur. We bekijken ook hoe we deze principes in ons dagelijks leven kunnen toepassen, om zo meer geluk, zingeving en veerkracht te ervaren. Het stoïcisme kent een heel scala aan technieken en oefeningen die u hierbij kunnen helpen. Maar pas op! Stoïcisme is geen magische formule die alle problemen oplost. Het is een manier van denken en leven die ons helpt om met meer wijsheid en berusting om te gaan met de uitdagingen die het leven ons onvermijdelijk brengt. Of u nu worstelt met stress, angst, onzekerheid of andere obstakels, of alles uit uw leven wilt halen wat erin zit, het stoïcisme kan u waardevolle inzichten en praktische handvatten bieden om een gelukkiger en meer vervuld leven te leiden.



zaterdag 8 juni 2024

Pas op voor uw gedachten

 In de tijd dat mensen als jager-verzamelaars in kleine groepjes over de savanne trokken was het van cruciaal belang om snel te kunnen beslissen of je ging aanvallen of wegvluchten. Het in een fractie van een seconde kunnen filteren van alle relevante informatie betekende het verschil tussen een geslaagde jachtpartij en het veranderen in het avondmaal van een sabeltandtijger. Ieder individu dat tijdens de jacht vol bewondering naar de zonsondergang stond te kijken, moest zonder eten naar bed of werd het diner van een of ander roofdier. Deze gevoelige en bedachtzame voorouder slaagde er dan ook niet in om zijn genen door te geven. Eigenschappen die er voor zorgen dat je snelle, eenvoudige en vooral efficiënte oordelen velt zijn zo door de natuurlijke selectie deel gaan uitmaken van het menselijke genoom.

Dergelijke mentale shortcuts werkten prima op de savanne, maar in de stadsjungle doen ze het een stuk minder goed. Ze leiden tot voor de moderne tijd vreemde oordelen en zijn bovendien niet bepaald onfeilbaar. Het is een evolutionaire bron van veel denkfouten, drogredeneringen of ‘biases’ zoals ze tegenwoordig in plaats van vooroordelen genoemd schijnen te moeten worden.

U bent dus belast met een heel scala aan ingebakken gedragspatronen, vooroordelen en denkfouten. Dat betekent echter niet dat u met huid en haar uitgeleverd bent aan die denkfouten. U weet dat ze bestaan en uw rede is in staat ze te vermijden. Sterker nog, het stoïcisme verwacht van u dat u zich er constant bewust van bent dat u een denkfout zou kunnen maken. Door u daar voortdurend bewust van te zijn kunt u zich er tegen verzetten en kunt u voorkomen dat u die fouten maakt. Dat zal niet natuurlijk aanvoelen en het zal de nodige inspanningen en doorzettingsvermogen van u vergen, maar u kunt er wel heel wat onnodige ellende mee voorkomen.

Als leerling stoïcijn of ‘prokopton’ zult u dus moeten proberen u aan de beschikbare feiten te houden en zo kloppend mogelijk te redeneren. U moet uw best doen om alles wat u in uw leven tegenkomt op een zo rationeel mogelijke manier te behandelen. Dat is niet makkelijk. Uw meningen zijn zelden weloverwogen en uw beslissingen zijn zelden rationeel. Snel, irrationeel en onlogisch denken gaat u veel makkelijker af dan rationeel nadenken. De hersenen zijn energieverslinders en het is efficiënter en makkelijker om nieuwe informatie snel in een bekend kadertje weg te zetten. Rationeel denken gaat in tegen uw aangeboren instincten en zal u door uw medemensen zeker niet altijd in dank worden afgenomen. Mensen hebben nu eenmaal bepaalde vooroordelen, ideeën en manieren van denken waar ze niet zomaar afstand van willen nemen. Als leerling stoïcijn wordt er echter van u verwacht dat u afstand kunt nemen van uw vooringenomen ideeën en objectief naar de werkelijkheid kunt kijken. De stoïcijnse manier om tegen de wereld aan te kijken heeft veel weg van wat in de moderne tijd de wetenschappelijke methode wordt genoemd. Analyseer de feiten, wantrouw uw gedragsregels of uitgangspunten, controleer uw redeneringen op hun correctheid en wees vooral heel kritisch op u zelf. Probeer bewuste of onbewuste denkfouten of drogredeneringen te herkennen en te voorkomen. Een drogreden is een redenering die correct lijkt, maar dat niet is. Dat valt niet altijd even eenvoudig te ontdekken, maar is wel belangrijk. Niet alleen om te voorkomen dat u zelf fouten maakt in uw redeneringen, maar ook om te voorkomen dat u zich laat meeslepen door de oneigenlijke argumenten van volksmenners, politici, populisten en reclamebureaus.


zaterdag 1 juni 2024

Stoïcijns panpsychisme onwaarschijnlijk, maar misschien wel onvermijdelijk?

 Het is een van de grootste wetenschappelijke en filosofische raadsels hoe een klomp in principe dode en onbewuste materie tot zoiets vreemds als bewustzijn kan leiden. Tegenwoordig wordt er vaak geopperd dat bewustzijn vanzelf ontstaat als je materie op een bepaalde complexe manier structureert, zoals bijvoorbeeld in een mensenbrein. Met dit antwoord schiet je echter niets op, het blijft onduidelijk waar dat bewustzijn dan opeens vandaan komt. Als je er wat dieper op ingaat blijkt zelfs dat het eigenlijk een heel raar antwoord is. De vraag hoe bewustzijn kan ontstaan uit een combinatie van onbewuste deeltjes is analoog aan de vraag hoe je een ruimtelijk voorwerp uit een combinatie van niet ruimtelijke deeltjes zou kunnen vormen. Dat kan natuurlijk niet, om een ruimtelijk materieel voorwerp te maken heb je ruimtelijke, materiële deeltjes nodig. Zo kun je bijvoorbeeld uit allerlei onregelmatig gevormde puzzelstukjes een rechthoekige puzzel maken, maar de puzzelstukjes moeten wel uit ruimtelijke materie bestaan. De kleinste fundamentele deeltjes van de puzzel zijn allesbehalve rechthoekig, maar ze moeten op zijn minst iets van een ruimtelijke structuur bezitten om een rechthoek te kunnen creëren. Geldt hetzelfde dan niet ook voor bewustzijn? Heb je om een bewuste geest te maken niet ook puzzelstukjes nodig die zelf geen geest zijn, maar toch een bewuste structuur hebben. De kleinste fundamentele deeltjes van bewustzijn zijn zelf niet bewust op de manier zoals wij dat zijn, maar om iets als het bewustzijn te creëren zullen ze toch iets van een bewuste structuur moeten bezitten. Dit betekent dat je om een bewust geheel te maken ook bewuste onderdelen nodig hebt. Maar betekent dat dan ook dat bewustzijn helemaal door moet lopen tot de kleinste fundamentele deeltjes aan toe? Inderdaad, dat betekent dat bewustzijn overal moet zitten, van grote objecten als sterren tot een ordinaire steen. Of tenminste een vonkje van wat nog voor een heel basaal bewustzijn kan doorgaan.

Deze redenering leidt tot de bizarre theorie van het panpsychisme. Panpsychisme heeft geen al te beste naam. Het werd gepromoot door mystici, natuuraanbidders, mensen die geloven in een wereldziel en ja, ook door de stoïcijnen. Tegenwoordig is er echter een materialistische, empirische en wetenschappelijke kijk op panpsychisme, die aan invloed wint en die bij nadere bestudering helemaal zo gek nog niet blijkt te zijn. Het is natuurlijk niet zo dat elektronen en quarks een bewustzijn hebben, maar het is wel zo dat de fundamentele bouwstenen van het universum zich in zekere zin 'bewust' zijn van hun omgeving. Ze reageren immers op andere deeltjes en/of velden. Dit is, volgens het panpsychisme, een primitieve vorm van bewustzijn. Ik weet het, waarde lezer, dat klinkt weer enorm zweverig. Maar geef het idee een kans voor het meteen te verwerpen. Ja, u hebt gelijk, het is een nogal ongewone manier om tegen de fysica en de natuurwetten aan te kijken, maar in wezen is het niets anders dan de normale wetenschappelijke blik op de wereld. Alleen de benaming is anders. In deze theorie worden krachten en natuurwetten gezien als een soort van primitief bewustzijn, een manier van reageren op de omgeving. Dat is in wezen gewoon wat er in de fysieke wereld gebeurt. Dat betekent niet dat we nu opeens in een wereld vol met rivier- en boomgeesten leven. De normale wetenschappelijke kijk op de wereld blijft volledig overeind, daar hoeft niets aan te worden aangepast. Ook in het stoïcijnse panpsychisme ondergaan alleen volledig ontwikkelde complexe systemen als mensen het soort bewuste ervaringen dat wij hebben.

Ik begrijp het als u het idee van het panpsychisme op het eerste gezicht nogal vreemd en esoterisch vindt, maar wat is het alternatief? Het alternatief is dat bewustzijn een emergent fenomeen is. Het zou betekenen dat bewustzijn zomaar spontaan uit het niets ontstaat als materiedeeltjes op een bepaalde complexe manier met elkaar gecombineerd worden. Als bewustzijn dus een emergente eigenschap is, dan moet het mogelijk zijn dat complexe systemen andere eigenschappen hebben dan de samenstellende delen. Dat is wel een probleem. Het maakt namelijk neerwaartse causatie noodzakelijk. Complexe moleculaire systemen beïnvloeden elkaar op talloze manieren, maar er is geen enkele aanwijzing dat die systemen door andere via neerwaartse causatie werkende ‘hogere’ wetten of krachten beïnvloed worden. Ze houden zich gewoon aan de normale regels voor elementaire deeltjes. Het is volstrekt onduidelijk en onbewezen dat ze door iets anders emergents beïnvloed zouden worden. En dat zou wel moeten als bewustzijn een emergente eigenschap zou zijn. De vooronderstelling van het bestaan van neerwaartse causatie geeft nogal wat problemen.

Neerwaartse causatie is een raar woord dat wordt gebruikt om het concept te beschrijven waarbij hogere niveaus van een systeem invloed uitoefenen op de lagere niveaus van dat systeem. Het benadrukt de wederzijdse afhankelijkheid van verschillende niveaus binnen een systeem, waarbij hogere niveaus niet louter resultaten zijn van lagere niveaus, maar er ook actief invloed op uitoefenen. Dat blijft een beetje vaag, laten we eens naar een voorbeeld kijken. Een klassiek voorbeeld van neerwaartse causatie komt uit de biologie. Stel u voor dat iemand besluit om zijn hand op te steken. Deze beslissing, een cognitieve gebeurtenis op het niveau van het brein, beïnvloedt de neuronen en hun activeringspatronen om de spieren in de arm te bewegen. Hier zien we dat de intentie of beslissing (hoger niveau) direct invloed uitoefent op de activiteiten van individuele neuronen (lager niveau), wat resulteert in een fysieke beweging.

Dit heeft implicaties voor wat wij als bewustzijn omschrijven. Bewustzijn is een complex fenomeen dat niet gemakkelijk kan worden verklaard door alleen de werking van neuronen en synaptische verbindingen (het lagere niveau). Bewustzijn zou  gezien kunnen worden als een emergente eigenschap van het brein (het hogere niveau), wat betekent dat het ontstaat uit de interacties van neuronen op een manier die niet direct kan worden voorspeld door de eigenschappen van de individuele neuronen zelf. Neerwaartse causatie stelt dat deze emergente eigenschappen van het bewustzijn vervolgens invloed kunnen hebben op de neurale processen. Het bewustzijn kan daarbij dan ook functioneren als een regulerende factor voor de neurale activiteit. Wanneer een persoon bewust kiest om zijn hand op te tillen, kan deze bewuste intentie (een hogere-orde mentale toestand) invloed uitoefenen op de specifieke patronen van neurale activiteit (het lagere niveau van materiële deeltjes) die nodig zijn om die handeling uit te voeren.

Klinkt u misschien plausibel in de oren, maar dit is wel strijdig met de uitgangspunten van de moderne fysica. In de materialistische, causale fysica van de wetenschap bestaat er geen ruimte voor oorzaken buiten het fysische domein, zoals mentale of spirituele oorzaken die fysische gebeurtenissen beïnvloeden. In een causaal gesloten fysica is de neerwaartse causatie van een emergent bewustzijn problematisch, omdat dit impliceert dat hogere-niveau eigenschappen invloed zouden kunnen uitoefenen op fysische gebeurtenissen die volgens de principes van causale geslotenheid volledig door fysische oorzaken zouden moeten worden verklaard. 

Dat is echt wel een dingetje en dan is dit nog maar één probleem, een ander probleem zijn de emergente eigenschappen en krachten waaraan de hogere complexe niveaus gebonden zouden zijn. Het is maar de vraag of die eigenlijk wel bestaan. Om dit te illustreren gaan we weer naar onze puzzel. De stukjes van een puzzel bestaan allemaal uit uitstulpsels en inhammen. Maar als je een puzzel legt dan krijg je, meestal, een rechthoekig ding als eindresultaat. Is die rechthoekigheid dan een emergente eigenschap van de gelegde puzzel? Bestaat er naast de eigenschappen van alle afzonderlijke puzzelstukjes nog een extra eigenschap van de puzzel als geheel? U bent misschien geneigd om die vraag bevestigend te beantwoorden. Niet één van de stukjes bevat de eigenschap rechthoekig, maar het geheel van de gelegde puzzel wel. Maar wat is de drager van die eigenschap? Zijn complexe gehelen, de gelegde puzzel, werkelijk dragers van andere eigenschappen dan de samenstellende delen? De rechthoekigheid van de puzzel is gewoon een toevoeging, niet een extra eigenschap van de complexe samenstelling van de puzzelstukjes. Hetzelfde zou voor bewustzijn gelden. Waar komt dat bewustzijn opeens vandaan als bewustzijn niets anders is dan een complexe structuur van materiedeeltjes? Bewustzijn verschijnt dan op magische wijze als een door een hogere macht gegeven ziel in een op een bepaalde manier georganiseerde materieklomp. Magie en religie zijn volgens de stoïcijnen niet per se onmogelijk maar wel een noodgreep. En dan ook nog een nogal onaannemelijke noodgreep.

Stel dat bewustzijn werkelijk een emergente eigenschap van materie zou zijn. Wat zou dat dan betekenen? Hoe zou het er, bijvoorbeeld, uitzien als ruimtelijke eigenschappen net zo emergent als mentale eigenschappen zouden zijn? Dat zou betekenen dat je uit niet ruimtelijke en immateriële deeltjes een puzzel zou kunnen leggen. Je kunt moeilijk zeggen dat het gewoon een rauw feit is dat uit niet ruimtelijke deeltjes materiële vormen ontstaan. Het is absurd om te denken dat uit immateriële, niet echt bestaande, deeltjes solide ruimtelijke brokjes materie kunnen ontstaan. Toch is dat precies waar je niet omheen kunt op het moment dat je panpsychisme verwerpt. Je komt onvermijdelijk in de problemen als je er vanuit gaat dat mentale eigenschappen iets heel anders zijn dan materiële eigenschappen. Je moet een beroep doen op het religieuze of magische om te kunnen verklaren hoe mentale eigenschappen uit materiële substanties tevoorschijn komen. 

Dat wordt pas anders op het moment dat je ervan uitgaat dat materie uitgerust is met een bepaalde vorm van bewustzijn. Als het complexe systeem van uw brein niets anders is dan een ingewikkeld organisatie van al de onderdelen en als de bijzondere eigenschappen van uw brein niets anders zijn dan de eigenschappen van de op een bepaalde complexe manier georganiseerde delen dan kan bewustzijn onmogelijk een emergente eigenschap zijn die als bron van een neerwaartse causatie zou kunnen fungeren. Daar komt nog eens bij dat ook emergentie eigenlijk helemaal niet verklaart waarom onbewuste materie op een bepaald niveau van complexiteit opeens bewust zou worden. Het alternatief voor panpsychisme is dus het magisch uit het niets verschijnen van het fenomeen bewustzijn. Dat is dus eigenlijk heel wat vreemder dan het beschouwen van bewustzijn als een ingebakken eigenschap van de materie zelf. Het door de stoïcijnen aangehangen panpsychisme stelt dat bewustzijn een fundamenteel en alomtegenwoordig aspect van de realiteit is. Dit betekent dat alles in het universum, van de kleinste deeltjes tot de grootste sterren, op een of andere manier bewust is. Dit panpsychisme gaat ervan uit dat bewustzijn een basiseigenschap van de materie zelf is. Dit kan betekenen dat zelfs objecten die we niet als "bewust" beschouwen, zoals stenen of planeten, toch een rudimentaire vorm van bewustzijn hebben. 

Panpsychisme is een oud idee dat de laatste jaren weer populairder is geworden, mede door de nieuwe ontdekkingen in de kwantummechanica. Een toenemend aantal wetenschappers gelooft dat de vreemde verschijnselen van de kwantumwereld alleen kunnen worden verklaard door te veronderstellen dat deeltjes op de een of andere manier bewust zijn. Dat lijkt ver te gaan, maar het duizenden jaren oude stoïcijnse panpsychisme is zoals we zagen heel wat minder onwaarschijnlijk dan het op het eerste oog lijkt. Toegegeven, panpsychisme blijft raar en zweverig, maar het alternatief is nog een stuk vreemder en pas echt zweverig.