vrijdag 16 oktober 2015

Het leven van Lucius Annaeus Seneca in vogelvlucht


Lucius Annaeus Seneca was de zoon van een vermogend lid van de ridderstand, na de senatoren de belangrijkste Romeinse stand. Hij werd geboren omstreeks het begin van onze jaartelling in Corduba (Cordova in het huidige Spanje) en ontving zijn opvoeding te Rome waar zijn (gelijknamige) vader bekendheid genoot als schrijver over retorica. Op ongeveer 30-jarige leeftijd vestigde hij zich als advocaat en verwierf zich zo een aanzienlijk vermogen. Daarnaast wijdde hij zich aan de letterkunde, en de studie van de filosofie en de natuurwetenschappen, toen nog geen duidelijk gescheiden onderzoeksgebieden.

Op aandringen van Messalina, de vrouw van keizer Claudius, werd hij in 41 door deze keizer naar Corsica verbannen. Acht jaar later werd hij op verzoek van Claudius' tweede vrouw Agrippina (de dochter van Germanicus) teruggeroepen en aangesteld tot leraar van haar zoon Nero, de latere keizer.
Seneca had aanvankelijk een grote invloed op Nero, ook nog tijdens de eerste jaren van diens keizerschap. De leerling toonde zijn dankbaarheid door zijn leermeester grote kapitalen te schenken, wat hem tot de rijkste man van zijn tijd maakte, op Nero zelf na. Maar geleidelijk nam Seneca's gezag af, vooral toen Poppaea Sabina, de vrouw van Nero's vriend Otho, keizerin werd. In 62 trok hij zich terug uit het publieke leven. In 65 werd hij gedwongen zelfmoord te plegen omdat hij medeplichtig zou zijn aan een samenzwering tegen Nero.

Seneca is een eclectisch filosoof, dat wil zeggen dat hij van verschillende wijsgerige richtingen gedachten overnam en die probeerde in een persoonlijke levensvisie te verzoenen. Zijn voorkeur ging hierbij echter duidelijk uit naar de Stoa, maar hij verwijst in zijn brieven aan Lucilius ook naar Epicurus, misschien omdat Lucilius een (gewezen) aanhanger van het Epicurisme was.

Hij schreef onder andere:
  • De Clementia (Over de zachtmoedigheid), een pleidooi voor een milde uitoefening van het gezag, bedoeld als advies voor Nero.
  • De Ira (Over de woede), waarin voor het eerst gepleit wordt voor een betere behandeling van slaven.
  •  De Beneficiis (Over weldaden), uitvoerig en met veel voorbeelden moraliseert dit over het geven en ontvangen van weldaden.
  • Ad Lucilium epistularum moralium libri, in totaal 124 ethische brieven aan Lucilius, een verder onbekende procurator op Sicilië, die in een mix van anekdotes, alledaagse wederwaardigheden en diepgaande wijsgerige observaties Seneca's levenshouding illustreren. Dit is ongetwijfeld zijn meest boeiende werk.
Hij schreef naast filosofische werken ook over natuurkunde en zijn tragedies waren vroeger minstens zo beroemd als zijn filosofieboeken. Het gaat hier bijna uitsluitend om navolgingen van Griekse originelen, vooral van Euripides. Het zijn in hoofdzaak monologen, afgewisseld door (meestal los van de inhoud staande) koorliederen. Handeling ontbreekt bijna helemaal, zodat zij zich naar de gewoonte van die tijd meer lenen voor declamatie of lectuur dan opvoering. Zo schreef hij Hercules Furens (De razende Hercules); Hercules Oetaeus (Hercules op de Oita); Medea; Phaedra; Troades (Trojaanse Vrouwen); Phoenissae (Phoenicische Vrouwen); Oedipus; Agamemnon en Thyestes. Zijn Naturales Quaestiones (Vraagstukken van de natuur), bevat voornamelijk geofysische verhandelingen, vol moraliserende uitweidingen.


Naast de filosoof Seneca heeft ook de toneelschrijver een belangrijke rol gespeeld in de cultuurgeschiedenis. Direct na de Middeleeuwen was de Griekse toneeltraditie nog onbekend. Er bestonden alleen nog maar Latijnse bewerkingen van de Griekse komedies en tragedies. De tragedies van Seneca leverde in de 16e en 17e eeuw een belangrijke impuls tot de herleving van de belangstelling voor de klassieke tragedie. Speciaal de Franse dichters Corneille en Racine en de Nederlander Vondel werden sterk door hem beïnvloed, maar ook bij Shakespeare zijn zijn invloeden terug te vinden. Pas toen de Griekse handschriften binnen bereik kwamen en men Grieks ging leren drongen de originele teksten de bewerkingen naar de achtergrond. Intussen had Seneca de band met de oudheid gelegd en tot in onze tijd worden zijn toneelteksten nog nagevolgd, bijoorbeeld door Hugo Claus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten