zaterdag 30 maart 2024

25.4 Een strategie om uw sterfelijkheid onder ogen te zien

 Het klinkt allemaal wat somber en voor sommige lezers misschien zelfs wel morbide om zoveel aandacht aan je eigen sterfelijkheid en de sterfelijkheid van je naasten te moeten schenken. Stoïcijnen lijken wel een obsessie met de dood te hebben. Dat lijkt misschien wel zo, maar een stoïcijn is juist gek op het leven. Hij geniet met volle teugen van elk ogenblik dat hem gegeven is. Seneca vond dat we veel te weinig waardering hebben voor het beetje tijd dat ons gegeven is. Al in zijn eerste brief aan Lucilius zei hij dan ook:

“Noem mij iemand die waarde hecht aan tijd, die de dag waardeert, die snapt dat hij elke dag een beetje sterft! Je vergist je als je denkt dat je dood in de toekomst ligt: een groot deel is al voorbij. Het deel van ons leven dat achter ons ligt, zit al in de klauwen van de dood.” (Seneca, Brieven aan Lucilius 1)

Door regelmatig aandacht te besteden aan zijn eigen dood zal een stoïcijn voorkomen dat hij zijn tijd zomaar verlummelt. Maar dat neemt niet weg dat hij altijd klaar is om te sterven. Hij accepteert zijn sterfelijkheid en aanvaardt zijn onvermijdelijke dood met waardigheid. Paradoxaal genoeg kun je niet echt leven als je beheerst wordt door angsten. En dat geldt in het bijzonder voor doodsangst. Je bent een speelbal van het lot zolang je je doodsangst niet kunt controleren. Als leerling moet u er daarom naar streven het leven niet alleen met plezier, maar ook met doodsverachting tegemoet te treden.

Ook hierbij kan het drie stappen plan van Epictetus uit één van de vorige lessen zijn nut bewijzen. Als onderdeel van de topos over het juiste verlangen en de juiste afkeer komt Epictetus met een strategie waarmee zijn leerlingen aan het idee van hun eigen sterfelijkheid kunnen wennen.

  • Stap 1: Vertel uzelf dat u het zag aankomen
    Volgens Epictetus moet u zich regelmatig voor de geest halen dat u sterfelijk bent. Als u dan uiteindelijk oog in oog met uw eigen dood komt te staan, moet u kunnen zeggen dat het niet onverwacht komt. Het heeft er alle schijn van dat we onze eigen sterfelijkheid en de sterfelijkheid van onze geliefden telkens weer vergeten. En dat terwijl het de grootste, en misschien wel de enige, zekerheid van ons bestaan is. Over iets waar u zeker van bent dat het gebeurt, hoeft u zich geen zorgen meer te maken.
    De dood wordt vaak omschreven als de grote nivelleerder. Multimiljardair of bedelaar: iedereen wordt door de dood als een gelijke behandeld. Dit wordt prachtig weergegeven in het gedicht Ozymandias van Shelley:

In Egypt's sandy silence, all alone,
Stands a gigantic Leg, which far off throws
The only shadow that the Desert knows:
I am great OZYMANDIAS," saith the stone,
"The King of Kings; this mighty City shows
"The wonders of my hand."
The City's gone,
Nought but the Leg remaining to disclose
The site of this forgotten Babylon.

  • Stap 2: Vertel uzelf dat de dood geen rol speelt voor een virtuoos leven
    De dood is niet een ‘kwaad’. We moeten ons telkens weer voor ogen houden dat ‘leven en dood’ niet iets is waar we invloed op kunnen uitoefenen. Het is onafhankelijk van onze wil, het is iets externs waar we geen directe macht over hebben. Onze eigen dood is net zo extern aan onze wil als de dood van een vreemdeling aan de andere kant van de wereld. Volgens Epictetus betekent dit, dat het onbelangrijk is voor ons persoonlijk geluk. In zijn Handboekje zegt hij hierover:

    Het zijn niet de dingen zelf die de mensen in verwarring brengen, maar hun meningen over die dingen. Zo is ook de dood helemaal niet angstaanjagend, maar het is de mening dat de dood angstaanjagend zou zijn die juist angstwekkend is’. (Epictetus Handboekje Hoofdstuk 1)

    Voor een stoïcijn is leven niet iets wat op zichzelf goed is. U kunt uw leven immers slecht gebruiken: u zou een massamoordenaar of tiran kunnen zijn bijvoorbeeld. Dat betekent dat leven op zich zelf niet iets goeds is. U kunt het zowel goed als slecht gebruiken. Of u leeft of sterft is iets onverschilligs. Alleen dat wat u met uw leven doet kan als goed of slecht worden aangemerkt.
    Leven is niet iets goeds of slechts en hetzelfde geldt ook voor de dood. Maar de stoïcijnse toverstaf van Hermes kan uw dood tot iets goeds maken. Door regelmatig over uw eigen sterfelijkheid te mediteren gaat u uw leven intenser beleven. Zelfs van de manier waarop u sterft, kunt u nog iets goeds maken. Door op een waardige manier te sterven kunt u uw dood tot een onderdeel van een virtuoos leven maken. Misschien dat u zelf maar heel weinig, of eigenlijk heel kort, iets aan uw virtuoze dood heeft, maar die dood kan dan altijd nog een troost of voorbeeld voor anderen zijn.


  • Stap 3: Vertel uzelf dat het natuurlijk en onvermijdelijk is
    De dood is iets natuurlijks. Het is een onderdeel van de wetmatigheid waaraan het universum is onderworpen. Uw sterfelijkheid ligt buiten uw macht, het is een schoolvoorbeeld van iets waar u geen controle over hebt. Als leerling stoïcijn weet u dat het daarom iets onbelangrijks, indifferents is. Leven valt doorgaans weliswaar te prefereren boven de dood, maar omdat u er geen invloed op hebt speelt het in een gelukkig virtuoos leven geen rol. Ook het stoïcijns determinisme vertelt u dat uw dood onvermijdelijk is. De natuurwetten van oorzaak en gevolg maken het onontkoombaar. Het enige wat u dus kunt doen is het accepteren.

Het drie stappenplan van Epictetus kan u helpen u een beetje te verzoenen met uw eigen sterfelijkheid. Maar eigenlijk bent u er al mee vertrouwd. Niet alleen bent u voor uw geboorte al een eeuwigheid dood geweest, u bent al vanaf die geboorte bezig met sterven. Seneca wees zijn vriend Lucilius daar al op:

“Iedere dag van ons leven delen we met de dood. Net zoals een waterklok niet leeg raakt door de laatste druppel die er uit valt, maar door alles wat er voor die tijd is uitgestroomd, veroorzaakt niet ons laatste uur onze dood, maar alle uren die daar aan vooraf gingen. We waren al die tijd al bezig met sterven.” (Seneca; Brieven aan Lucilius; brief XXIV-20)

Stoïcijnen realiseren zich dat de dood niet een moment in de tijd is, maar iets wat zich al vanaf hun geboorte afspeelt. Angst voor de dood beperkt zich echter niet tot het moment van de dood zelf, ook wat er na de dood gebeurt kan angstaanjagend lijken. ‘Wat gebeurt er na mijn dood? Ga ik naar een hiernamaals of verdwijn ik gewoon? Word ik misschien herboren en start er een nieuwe levenscyclus?’ Een stoïcijn interesseert het geen lor wat er na zijn dood gebeurt. Hij beseft dat het echte raadsel van het leven niet is wat er gebeurt na uw dood, maar wat er gebeurt voor uw dood. Als u de dood wilt begrijpen, zult u eerst het leven moeten begrijpen.

Bij het stellen van vragen over de dood wordt er als vaststaand feit vanuit gegaan dat er een ‘zelf’ is dat van geboorte tot dood blijft bestaan. De vraag is dan: wat gebeurt er met dat ‘zelf’ als ik kom te overlijden? Maar is er wel zo’n ‘zelf’ dat van geboorte tot dood blijft bestaan? Uw lichaam verandert constant. Uw huidcellen worden iedere twee weken vervangen en uw darmcellen zelfs iedere vier dagen. Uw hele lichaam wordt regelmatig vervangen door een nieuwere versie. Het is dus zeker niet uw lichaam dat als ‘zelf’ blijft bestaan. Maar ook uw hersenen en gedachten zijn aan permanente veranderingen onderhevig. U leert nieuwe dingen, doet allerlei ervaringen op en ontmoet steeds weer andere mensen. U bent niet meer dezelfde die u was als kleuter of tiener. U hebt niet alleen veel meer herinneringen en kennis verworven, maar ook uw persoonlijkheid is nu hopelijk anders dan in uw kleutertijd. Hoe nauwkeuriger u uzelf bestudeert, hoe duidelijker het wordt dat er niets in u zelf aanwezig is wat duurzaam blijft bestaan.

Misschien zegt u wel dat de ziel blijft bestaan en dat de menselijke ziel het constante is in uw leven. Maar wat is een ziel? Heeft u ooit een ziel gezien of is het gewoon één van die sprookjes? Een van de vele verhaaltjes waarmee we het leven betekenis proberen te geven. Wat houdt u uw hele leven dan bij elkaar? Zolang u geen antwoord op die vraag kunt geven begrijpt u het leven niet en zult u ook zeker de dood niet snappen. U kunt trouwens nu al onderzoeken hoe het in elkaar steekt. Kijk goed naar wat er met u gebeurt als het ene moment ophoudt en het andere moment begint. U sterft niet alleen op het moment van uw dood, maar met iedere ademhaling sterft u een beetje. U bent eigenlijk al uw hele leven bezig met sterven. Observeer dus aandachtig wat er gebeurt tijdens zo’n ademhaling. Als u er in slaagt u volledig bewust te zijn, zult u zowel het leven als de dood kunnen begrijpen.

Door u zo te realiseren dat de dood een natuurlijk en continu proces is, waar u eigenlijk al lang mee vertrouwd bent, kunt u leren uw doodsangst beter onder controle te houden.


Oefening: Een oefening in sterfelijkheid

Om u hierbij te helpen zou u iedere avond bij het slapengaan tijdens de nabeschouwingsoefening met een gevoel van dankbaarheid aan uw leven tot nu toe kunnen terugdenken. Ook zou u er iedere ochtend bij het plannen van uw dag (de voorbeschouwingsoefening) even bij kunnen stilstaan dat dit zomaar uw laatste dag zou kunnen zijn. De doodsmeditatie valt goed in te passen in de al bij u bekende stoïcijnse meditaties. Zoals gezegd kunt u in uw ochtend- en avondmeditatie even kort aandacht besteden aan uw sterfelijkheid. Ook in de oefening van de panoramablik en de blik op de eeuwigheid valt een meditatie op uw sterfelijkheid goed in te passen. U zou ook de volgende aan de dood gerelateerde oefeningen kunnen uitproberen:

  • Maak een mentale voorstelling van uw eigen dood, alsof u zelf van een afstandje naar uw eigen dood kijkt. U kunt daarbij verschillende doodsoorzaken de revue laten passeren. Dood na een lange en slepende ziekte, euthanasie of een onverwachte dood ten gevolge van een verkeersongeluk of hartaanval bijvoorbeeld.

  • Maak vervolgens ook een mentale voorstelling van uw eigen uitvaart. Welke mensen komen u de laatste eer bewijzen? Besteed vooral aandacht aan de toespraken. Wat zullen ze over u zeggen? Hoe zult u herinnerd worden? Komt dat overeen met de manier waarop u herinnerd zou willen worden? Wees zo objectief mogelijk. Betekent dit dat u uw leven misschien anders moet gaan inrichten?

  • Lees in de literatuur over de dood van beroemde personen. Bijvoorbeeld de dood van Socrates, Cato of Seneca. Maar het hoeven niet alleen prijzenswaardige sterfgevallen te zijn. U kunt ook kijken naar de dood van minder illustere personen. Bijvoorbeeld de dood van Nero, Hitler of Mussolini. Wat vindt u van hun manier van sterven? Zou u zelf op zo’n manier het leven willen verlaten?

  • Zeg met een zekere regelmaat tegen uzelf dat u over niet al te lange tijd moet sterven (de ‘memento mori’ techniek), dat u misschien morgen wel zult overlijden. Wat doet dat met u? Wat betekent dat voor de manier waarop u de dag van vandaag beleeft?

  • Mediteer over de vergankelijkheid van alle materiële zaken in het algemeen en het menselijk lichaam in het bijzonder. Alles vergaat. Continenten verschuiven, bergen worden vlaktes, diersoorten sterven uit en ook het menselijk ras en dit menselijk individu in het bijzonder zal op een gegeven moment niet meer bestaan. U kunt dit een onderdeel maken van de panorama oefening of de oefening van de  blik op de eeuwigheid.

  • Bedenk u dat u het grootste deel van het bestaan van de Aarde, ja van het bestaan van het universum niet geleefd hebt. Dat niet bestaan voor uw geboorte was niet anders dan het niet bestaan na uw dood. Seneca zegt dat het net zo belachelijk is om duizend jaar oud te willen worden als dat het idioot is om duizend jaar geleden geboren te willen zijn. We keren terug naar dezelfde toestand van niet bestaan als waar we altijd al in verkeerd hebben. Was de tijd voor uw geboorte zo verschrikkelijk? Wat betekent dit voor uw doodsangst?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten