zaterdag 14 mei 2022

Het verschil tussen fatalisme en determinisme

 In de vorige blog had ik u de stoïcijnse reactie op het verwijt dat stoïcijnen  ‘onmenselijk’ zijn beloofd. Je kunt toch van niemand verwachten dat hij onbewogen blijft als de realiteit hem confronteert met de ziekte en dood van een geliefde? De stoïcijnen hadden hier een antwoord op, maar voordat ik u dat kan geven moet er eerst nog een ander probleem aan de orde worden gesteld. Het probleem van de stoïcijnse vrijheid.

In de vorige blog zagen we dat de stoïcijnen van u verlangen dat u de wereld accepteert zoals die zich aan u presenteert. De realiteit is zoals die is en daar zult u het mee moeten doen. Maar wat betekent dat voor de stoïcijnse vrijheid. Als alles volgens bepaalde wetmatigheden verloopt, dan is ook uw reactie op de dingen die er gebeuren het gevolg van soortgelijke wetmatigheden. Kortom alles is gedetermineerd. U kunt er niets aan doen dat u boos wordt als u uw vliegtuig mist. Eigenlijk bent u niets meer dan een soort biologische robot die zijn voorgeprogrammeerde riedeltje afwerkt. En toch beweren de stoïcijnen dat u vrij bent om uw reactie te kiezen. Hoe kan dat?

Cicero presenteert in zijn boek ‘Over het noodlot’ een versie van dit determinisme dat de stoïcijnen relatief makkelijk kunnen pareren.

Als het je lot is om te genezen van deze ziekte, dan wordt je beter ongeacht de vraag of je de dokter laat komen of niet. Als het je lot is om aan de ziekte te sterven dan zul je sterven of je er nu wel of niet een dokter bij roept. Eén van deze uitkomsten staat immers al vast. Het heeft dan ook geen enkele zin om naar de dokter te gaan. (Cicero; Over het noodlot; paragraaf 28)

Deze redenering staat ook wel bekend als ‘het luie argument’ of de ‘redenering van de luilak’. Laten we een wat eigentijdser voorbeeld bekijken. Een student overweegt of ze een avond zal studeren of met vrienden de kroeg in zal gaan. Haar redenering is als volgt.

  • Er zijn twee mogelijke uitkomsten van mijn examen. Noodzakelijkerwijs staat daarom al vast dat ik slaag of zak voor mijn examen.

  • Als vast staat dat ik slaag dan heeft het geen enkel nut om nu nog te gaan studeren.

  • Als vast staat ik dat zak dan is iedere verdere studie totaal zinloos.

  • Het is dus zonde van mijn tijd om te gaan studeren.

Op naar de kroeg! Onze luie student heeft goed naar Cicero gekeken en denkt een onweerlegbaar argument te hebben om de kroeg in te duiken. Als alles van te voren vast staat heeft het immers geen enkele zin meer om wat dan ook te ondernemen. Onze student moet gewoon accepteren wat de wereld haar aan examenresultaten te bieden heeft. Jammer genoeg voor deze kroegtijgerin hadden de stoïcijnen een antwoord op deze redenering. Het is inderdaad zo dat er maar twee mogelijke uitkomsten van het examen bestaan: slagen of zakken, maar onze student ziet over het hoofd dat er nog een stap aan de redenering ontbreekt. Ze kan alleen slagen als ze ook studeert. Natuurlijk het valt niet uit te sluiten dat ze zelfs dan nog voor het examen zakt, maar het staat wel vast dat de voorwaardelijke redenering: je moet studeren om te kunnen slagen, onontbeerlijk is voor het succesvol kunnen afsluiten van haar examen.

De stoïcijnen zouden onze luie student er op wijzen dat ze een belangrijk onderscheid over het hoofd ziet. Het onderscheid tussen determinisme en fatalisme. Bij fatalisme ga je er van uit dat de wereld zich hoe dan ook ontwikkelt zoals hij zich ontwikkelt. Het doet er niet toe wat je doet, je hele leven is door het lot uitgestippeld, alles ligt op voorhand vast. Fatalisten denken met de volgende argumentatie hun fatalistische denkbeelden te kunnen bewijzen. Ze redeneren zo:

  • Als p nu waar is dan is het noodzakelijk dat p het geval is.

  • Als niet p nu waar is dan is het noodzakelijk dat niet p het geval is.

  • Het is altijd het geval dat p waar is, of niet waar is.

  • Het is noodzakelijk dat p waar is, of noodzakelijk dat niet p waar is.

In de fatalistische bewijsvoering zit een dubbelzinnigheid. Je kunt het interpreteren als: ‘het is noodzakelijk waar dat als X dan Y’, of je kunt het interpreteren als: ‘als X dan noodzakelijk Y’.  Als je de eerste interpretatie volgt dan is de conclusie van de redenering onjuist en als je de tweede redenering volgt dan vooronderstel je het fatalisme waardoor je een ongeldige cirkelredenering krijgt.

Betekent dit nu dat de stoïcijnen het bij het verkeerde eind hadden? Gaat hun redenering uit de vorige blog dat je maar beter kunt accepteren wat er gebeurt niet langer op? Nee, deze weerlegging van het fatalisme raakt de stoïcijnen niet. De stoïcijnen waren geen fatalisten, maar deterministen. Zij zeggen dat iedere gebeurtenis een oorzaak heeft. Dat is iets heel anders dan wat onze fatalistische student beweert. Sommige dingen gebeuren alleen maar doordat ik er voor zorg dat ze gebeuren. Mijn handelingen zijn de oorzaak van de gebeurtenis. Dat de student zich in de bibliotheek terugtrekt in plaats van in de kroeg is de oorzaak van haar succes tijdens het examen. In zoverre hebben de stoïcijnen dus niets te vrezen van de fatalistische redenering van de luie student.

Er ligt echter nog een dieper probleem achter het stoïcijnse vrijheidsbegrip verscholen dan het onderscheid tussen fatalisme en determinisme. Maar daarover meer in de volgende blog. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten