vrijdag 6 december 2019

WORD GEEN KAMERGELEERDE


Hoofdstuk 49 van het Handboekje van Epictetus
Als iemand er trots op is dat hij de boeken van Chrysippus begrijpt en kan uitleggen zeg dan tegen jezelf: Als Chrysippus niet zo moeilijk had geschreven dan had die man niets gehad om over op te scheppen. Maar wat wil ik nu eigenlijk? Ik wil de natuur begrijpen en in harmonie met de natuur leven. Ik zoek dus iemand die me de weg kan wijzen en ik hoor dat ik daarvoor bij Chrysippus moet zijn, dus wend ik me tot hem. Maar ik begrijp zijn boeken niet, dus zoek ik iemand die ze voor me kan uitleggen. Zover is er nog niets om trots op te zijn. Wanneer ik iemand gevonden heb die me die boeken kan uitleggen dan moet ik ze nog wel in de praktijk brengen: pas als ik dat doe heb ik echt iets om trots op te zijn. Maar als ik alleen maar bewondering heb voor de uitleg dan ben ik een kamergeleerde geworden en geen filosoof. Het maakt dan niet uit of ik Chrysippus uitleg of Homerus. Als iemand me dus vraagt: ‘Wil je me die tekst van Chrysippus eens uitleggen’? Dan schaam ik me als ik alleen met woorden maar niet met daden in staat ben te laten zien dat ik hem begrepen heb.

Epictetus noemt hier Chrysippus (280-207 v.Chr.), de derde scholarch (schooldirecteur) van de stoïcijnse school in Athene. Hij wordt wel de tweede grondlegger van de stoa genoemd. De biograaf Diogenes Laërtius vertelt dat hij op zeer hoge leeftijd aan een lachbui is overleden. Hij is de grondlegger van de stoïcijnse kennistheorie en logica en schijnt, nog al brutaal, tegen zijn leraar Cleanthes (330-232 v.Chr) gezegd te hebben dat die hem alleen maar de uitkomst van de stoïcijnse theorie hoefde te vertellen. De argumenten zou hij er dan zelf wel bij zoeken.

De stoïcijnse logica en taalfilosofie die met Chrysippus begon is tot op de dag van vandaag vermaard. Er zijn zelfs delen van de stoïcijnse propositielogica die tweeduizend jaar vergeten en onbegrepen zijn gebleven. Pas toen deze vorm van logica in de vorige eeuw door moderne logici weer opnieuw werd uitgevonden, begreep men hoe geavanceerd de stoïcijnse logica eigenlijk was geweest. Zijn redeneringen liggen aan de basis van het goed onderbouwde stoïcijnse systeem. Er woedde in zijn tijd een heftige concurrentie strijd tussen zijn stoïcijnse school en de, op dat moment, sceptische door Plato gestichte Academie. Een strijd die hij uiteindelijk glansrijk wist te winnen. In de Oudheid werd, waarschijnlijk terecht, gezegd dat er zonder Chrysippus geen stoa zou hebben bestaan. Hij wordt dan ook wel eens de tweede oprichter van de stoïcijnse filosofie genoemd.

Chrysippus heeft volgens Diogenes Laërtius meer dan 700 boeken geschreven over de meest uiteenlopende onderwerpen. Hij stond bekend als een groot geleerde en schreef naast boeken over kennistheorie, logica, politiek en ethiek ook boeken over seks en erotiek. Net als bij de meeste stoïcijnse filosofen hebben geen van zijn boeken de Middeleeuwen overleefd. Zijn boeken schijnen geen makkelijke kost te zijn geweest. Zonder hulp van een leraar was er voor een beginnend student nauwelijks uit te komen. Saaie geschriften met redeneringen die door de briljante logicus Chrysippus op een rigoureuze manier kloppend werden gemaakt.

Deze moeilijke boeken van Chrysippus waren verplichte kost voor Epictetus’ leerlingen en waren volgens hem dus zeker nodig voor een goed begrip van de stoïcijnse theorie. Epictetus waarschuwt zijn studenten in dit hoofdstukje echter wel voor de ivorentoren van de kamergeleerde. Het onderzoeken van dit soort teksten heeft een eigen aantrekkingskracht. Intellectueel ingestelde studenten hebben de neiging om helemaal op te gaan in het ontleden van de logica en stijl van de gevoerde redeneringen. Het is verleidelijk om zo een echte theoreticus weggekropen in zijn ivoren toren te worden. Maar het stoïcisme mag dan een ingewikkelde en logisch kloppende theorie hebben, het is toch vooral een praktische filosofie. Een filosofie die bedoeld is om te worden toegepast in het dagelijkse leven. Het beheersen en kunnen uitleggen van de stoïcijnse theorie alleen is niet voldoende. Een stoïcijns filosoof is geen kamergeleerede. Volgens Epictetus is theoretische kennis eigenlijk pas het begin. Het gaat erom die theorie ook echt in de praktijk te brengen. Het stoïcisme is in de eerste plaats een filosofie die geleefd moet worden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten