maandag 9 september 2019

WAAROM MOEILIJK ALS HET MAKKELIJK KAN?

De stoïcijnen zeggen dat we om gelukkig te worden moeten leren ons alleen druk te maken over de dingen die echt belangrijk zijn. Ze zeggen dat de wereld van het menselijk geluk valt in te delen in een intern en een extern deel. De meeste mensen houden zich vooral bezig met het externe deel, met de buitenwereld. De wereld van auto’s, huizen, stoelen en tafels, werk, vrienden en familie. Ze denken gelukkig te kunnen worden door zo veel mogelijk personen en spullen uit de externe wereld om zich heen te verzamelen. De gemiddelde mens zal u zeggen dat u om gelukkig te worden aan het werk moet, u moet studeren, een baan zoeken, carrière maken, om salarisverhoging vragen en een mooie partner veroveren. Uiteindelijk zult u dan dat voorbeeld gezinnetje, dat droomhuis, die prachtige auto, vakanties naar exotische oorden en die 3D-tv hebben die u gelukkig zullen maken.

De stoïcijnen geloven daar niet in. Ze zien te veel voorbeelden van rijke, succesvolle mensen die in wezen diep ongelukkig zijn. Het klinkt als tegeltjeswijsheid maar het klopt wel: succes in de wereld biedt geen enkele garantie voor geluk. Het kost bovendien heel wat moeite om succesvol te worden en stoïcijnen zijn niet zo van het moderne keiharde werken. Soms zijn ze zelfs een beetje lui. Zij vinden dat u het zich zelf niet te moeilijk moet maken, u moet u gaan concentreren op de dingen die binnen handbereik liggen. Ze zeggen dan ook dat u moet leren alleen die dingen te willen die makkelijk te verkrijgen zijn. Dingen die volledig vrij zijn die niemand u kan afpakken. U moet uw geluk niet in de externe wereld zoeken, maar juist in uzelf. Daar bevindt zich een wereld waar u altijd bij kunt en waar u de volledige controle over hebt. Een stoïcijn zoekt virtuositeit en geluk daarom in zijn interne wereld. In wat hij zijn innerlijke kasteel noemt. Daar zetelt een wereld die vrij en altijd toegankelijk is.

‘Van al het bestaande hebben wij over sommige dingen controle en over andere niet. Controle hebben wij over onze meningen, onze wil, onze verlangens en angsten. Al deze dingen zijn eigen aan ons wezen.
Over ons lichaam hebben wij geen controle. Ook niet over bezit of over reputatie en carrière. Kortom, alles wat niet eigen is aan ons wezen. Bedenk, dat de dingen waar we controle over hebben van nature vrij zijn. Zij kunnen niet gehinderd of belemmerd worden. Maar de dingen waar we geen controle over hebben, zijn krachteloos, onderworpen, vol belemmeringen en vreemd aan ons wezen.’ (Epictetus, Handboek 1).


Zo begint het Handboekje (het Encheiridion in het Grieks) van Epictetus. Hij zegt hier eigenlijk dat feiten als feiten niet te veranderen zijn, dat is nu eenmaal hun realiteit. Het weer, de politiek, andere mensen, de economie, onze carrière, zelfs ons eigen lichaam vallen buiten onze directe controle. Wat we wel volledig kunnen beheersen zijn onze meningen over die feiten en onze wijze van observeren. Deze paar zinnetjes van Epictetus zijn enorm belangrijk. Ze vormen de kern van de stoïcijnse filosofie en gaan dan ook helemaal terug tot de grondlegger van deze levensleer, Zeno. Het wordt echter nergens zo duidelijk en kort weergegeven als in deze eerste paragraaf van het ‘Handboekje’.

De werkelijkheid wordt door de stoïcijnen dus in twee categorieën opgedeeld: dat deel waar we wel volledige controle over hebben en dat deel waar we geen of slechts een heel beperkte controle over kunnen uitoefenen. Een simpele tweedeling die, mits echt doorleeft, uw leven volledig op zijn kop kan zetten. Alleen de dingen die u werkelijk zelf kunt beheersen zijn nodig om een virtuoos leven te leiden. Al het andere is daarvoor overbodig, misschien wel leuk en misschien ook wel rationeel om na te streven, maar voor een goed en gelukkig leven uiteindelijk niet noodzakelijk. Als u zich nu eens alleen maar druk zou maken over de dingen waar u echt invloed op hebt dan zou het leven er een stuk makkelijker op worden. Waarom moeilijk doen als er ook een makkelijke weg bestaat?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten