donderdag 7 maart 2019

STOÏCIJNSE GEVOELENS



De stoïcijnen zijn van oordeel dat ieder mens kan werken aan zijn eigen geluk en dat iedereen de voorwaarden voor het bereiken van geluk in eigen hand heeft. Daarom ligt geluk niet in het bereiken van iets externs als rijkdom of eer, of zelfs in gezondheid; al die dingen liggen buiten iemands controle en kunnen zomaar worden afgepakt of voorbijgaan. Alleen door een virtuoos leven te leiden en een geestelijke rust te bereiken die niet wordt verstoord door overbodige negatieve emoties kan een mens gelukkig worden; al het overige (iemands rijkdom of armoede, ziekte of juist gezondheid, leven of dood) moet als 'indifferent', als onverschillig, worden beschouwd.

De wereld werd door de Stoa gezien als een mooi geordend geheel, waarin een bepaalde voorzienigheid en wetmatigheid kan worden herkend. Dit redelijke principe, de ‘logos’ is tegelijk God en de Natuur. Wie de rationele Natuur leert kennen, begrijpt hoe de wereld in elkaar zit en weet wat goed en slecht is en zal daarover de juiste oordelen hebben. Het zijn onjuiste oordelen die een mens in verwarring brengen en hem ongelukkig maken. De gewone mens maakt zich druk om van alles, terwijl dat eigenlijk niet de essentiële zaken van het leven zijn.

De menselijke geest bestaat bij de Stoa uit slechts één deel, de rede, van waaruit alle strevingen (gedachten, gevoelens en impulsen tot handelen) voortkomen. Hierin verschillen de stoïcijnen van filosofen als Plato en Aristoteles die emoties als irrationele impulsen voorstelden: een emotie was voor hen een streving die los staat van de rede en vaak tegenovergesteld is aan de rede. Een emotie is bij de Stoa echter een bepaald soort oordeel dat wel degelijk cognitief is en uit de rede voorkomt. Pas op het moment dat er een oordeel is geveld over een bepaalde situatie of gebeurtenis ontstaat er een emotie. Zo’n oordeel kan zowel rationeel als irrationeel zijn. Met rationeel wordt bedoeld dat het een oordeel betreft dat correct is, dat met de werkelijkheid overeenstemt. Met irrationeel wordt dan bedoelt dat het oordeel niet aan de juiste norm van rationaliteit voldoet, dat het oordeel onjuist is.

Een rationele positieve emotie is het gevolg van een correct oordeel. Een irrationele negatieve emotie is het gevolg van een fout oordeel. Op die manier wordt een negatieve emotie bij de stoïcijnen niet meer dan een vergissing, een denkfout. Het is een oordeel dat niet past bij de werkelijke situatie. Dat betekent dat eenzelfde emotie de ene keer rationeel en positief en de andere keer irrationeel en negatief kan zijn. Het is heel rationeel om bang te worden van een op je afstormende stier, maar irrationeel om bang te worden voor een langs trippelend muisje.

Het is niet gemakkelijk om onder alle omstandigheden het juiste oordeel te geven en de juiste bijpassende emotie te voelen. Alleen de legendarische stoïcijnse wijze weet perfect te oordelen en voelen. Hij is een ideaal persoon die een virtuoos leven leidt en die enkel juiste oordelen geeft omdat hij kennis heeft van de rationele orde die de wereld bestuurt. Het ontbreken van onjuiste oordelen houdt ook het ontbreken van negatieve emoties in. De stoïcijnen noemen die negatieve op foutieve oordelen gebaseerde emoties ook wel de passies. De wijze verkeert in een toestand van ‘apatheia’, van passieloosheid. ‘Apatheia’ is een gemoedsrust die niet door irrationele negatieve emoties wordt verstoord.

Een passie is dus een verkeerd oordeel over een gebeurtenis of toestand in de wereld. Wie zich door zijn passies laat leiden, hecht een irrationele waarde aan zaken die eigenlijk onbelangrijk en 'indifferent' zijn. Het vellen van een oordeel is aan ons en dus is het hebben van passies, oftewel negatieve emoties, onze eigen verantwoordelijkheid en iets waarop we controle kunnen uitoefenen. Een passie is immers niet meer dan een bepaalde reactie op een impressie die zich aan ons voordoet. Reageren vanuit een passie (in plaats van op een redelijke manier) is nooit de beste reactie en maakt je onnodig ongelukkig. De meeste mensen zullen het er mee eens zijn dat het soms niet verstandig is te reageren vanuit je passies. De Stoa gaat zelfs nog een stap verder. Zij maakt de claim dat het in geen enkel geval goed is om vanuit je passies te reageren.

Dat maakt stoïcijnen nog niet tot emotieloze robots. Het is fout om vanuit een passie op de wereld te reageren, maar de stoïcijnen kenden naast de negatieve emoties van de passies ook positieve emoties die zij in het Grieks de ‘eupatheiai’ noemden. Deze ‘eupatheiai’ zijn emoties die niet excessief en irrationeel zijn. Het zijn juiste rationele oordelen die in de gegeven situatie passend zijn. Dit zijn gevoelens die een stoïcijn juist wel mag hebben. Hij mag er zelfs naar streven die emoties op te wekken. De stoïsche wijze is dus vrij van negatieve emoties, maar is geen gevoelloos persoon. In plaats van de vervelende passies heeft hij de ‘eupatheia’. Een stoïcijn kan dus weldegelijk vriendelijk, sociaal, tolerant, liefdevol, vrolijk en zelfs gepassioneerd zijn. Maar dan staat gepassioneerd wel voor enthousiast en nieuwsgierig en zeker niet voor de negatieve emoties.

Het verschil zit hem er in dat de wijze zich niet laat meeslepen door zijn gevoelens, doordat zijn strevingen in de juiste mate overeenkomen met de waarde van het object of subject waar ze op zijn gericht. Omdat zijn strevingen rationeel zijn en doordat hij over de aard van elk object het juiste oordeel vormt is hij in staat altijd de juiste gevoelens aan een situatie te verbinden. De wijze weet precies wat wel en niet binnen zijn macht ligt. Doordat hij weet waar hij wel en geen controle over heeft kan een wijze de staat van ‘apatheia’ oftewel passieloosheid bereiken. Die absolute innerlijke rust betekent dus niet dat de wijze geen emoties meer heeft. Hij heeft geen passies, geen negatieve emoties meer, maar de prettige ‘eupatheiai’ zal hij zeker nog blijven voelen.

Zelfs de stoïcijnen dachten dat een echte wijze nog nooit bestaan had. Ze zeiden dat hij net zo legendarisch en zeldzaam was als de Ethiopische feniks. En onze stoïcijnen wisten echt wel dat dat fabeldier niet bestond. Betekent dit nu dat wij arme gewone mensjes gedoemd zijn om allerlei negatieve emoties (passies) te moeten ondergaan? Gelukkig niet helemaal. Ook als gewoon dwaas mensje kun je vooruitgang boeken op je pad naar wijsheid en virtuositeit. Zo kunt u leren niet langer bang te zijn voor het muisje van hierboven en kunt u leren allerlei onvermijdelijk ongemak te accepteren. Door te beginnen met kleine dingetjes als muisjes en ergerlijke rijen voor de kassa kunt u uw ‘passies’ steeds een beetje verder indammen. Hoe minder negatieve gevoelens u hebt hoe prettiger u zich zult voelen. Tegelijkertijd kunt u ook leren uw prettige gevoelens te koesteren en te stimuleren. Wees u bewust van de momenten dat u zich plezierig voelt en probeer die momenten zoveel mogelijk te rekken. De stoïcijnen hebben een heel arsenaal aan technieken tot hun beschikking om zo min mogelijk vervelende passies te ondervinden en zoveel mogelijk geluksmomenten mee te maken.

Zelfs een gevorderd stoïcijn zal niet aan zijn persoonlijke dosis ellende kunnen ontsnappen, maar hij zal zich gemiddeld toch al beter voelen dan een beginneling en helemaal een stuk beter dan een gewone sterveling. Hierboven beschreef ik de ‘eupatheiai’ als emoties die passen bij een bepaalde situatie of gebeurtenis. Een goede rationele inschatting leidt zo automatisch tot een passende emotie. Een passie is dan een emotie die niet past bij de situatie. Een irrationeel oordeel dat leidt tot een verkeerde emotie. Zo kan dezelfde emotie onder de ene omstandigheid een rationele en passende ‘eupatheia’ zijn en onder andere omstandigheden een irrationele niet passende passie zijn.

Er is nog een verschil. Hoe verder u als leerling stoïcijn gevorderd bent hoe minder snel u een situatie als vervelend of bedreigend zult gaan beoordelen. Voor een leerling stoïcijn is het absoluut een ‘eupatheia’ om bang te worden voor een aanstormende stier, terwijl dergelijke angstgevoelens voor een gevorderde stoïcijn misschien wel als een passie moeten worden aangemerkt. Wat voor een leerling nog een positieve passende emotie was is dat voor een gevorderde niet meer. Dat neemt trouwens niet weg dat ook de gevorderde stoïcijn in een boom zal proberen te klimmen om de stier te ontwijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten