Een leven zonder passie? Dat klinkt u waarschijnlijk niet al te aantrekkelijk in de oren. Inderdaad, het beeld van een "leven als een grijze muis" roept weinig enthousiasme op. En dan de gedachte: "Is dat wat die stoïcijnen me proberen aan te smeren?"
Het is een veelgehoorde kritiek op het stoïcisme: dat het een pleidooi zou zijn voor emotieloosheid. Maar laten we dit misverstand direct uit de weg ruimen. Geen enkele stoïcijn zou vrolijkheid, enthousiasme of zelfs zinnelijk genot fundamenteel afwijzen. Hun focus ligt elders, namelijk bij de "passies" in een heel specifieke betekenis.
Denk aan de Matthäuspassion, die het lijden van Jezus beschrijft. Hier is "passie" synoniem met lijden, een heftige en onaangename gemoedstoestand. Dit is de betekenis die de stoïcijnen voor ogen hebben, niet de hedendaagse interpretatie van passie als een intense toewijding of een overweldigende bevlogenheid. Een stoïcijn kan dus absoluut een passie voor zijn filosofie hebben, of een diepe liefde voor zijn naasten, of zelfs een gepassioneerde relatie met zijn partner hebben terwijl hij tegelijkertijd probeert zich te bevrijden van zijn passies in de zin van negatieve emoties.
En zelfs die negatieve emoties willen ze niet volledig uitroeien. Het gaat om het leren ze zoveel mogelijk te voorkomen en, als dat niet lukt, ze te accepteren en er niet door overweldigd te worden. De kern van het probleem zijn de ontspoorde verlangens en onnodige angsten. Maar wat verstaan de stoïcijnen nu precies onder die schadelijke "passies"? Het draait voornamelijk om ontspoorde verlangens en overdreven, onnodige angsten. Natuurlijk, het hoort bij het mens-zijn om af en toe angst, boosheid of verdriet te ervaren. Deze emoties hebben een functie en kunnen ons waardevolle informatie geven. Het probleem ontstaat pas wanneer we vaker en intenser last hebben van deze akelige gevoelens dan nodig is, wanneer ze onze gemoedsrust verstoren en ons handelen beïnvloeden op een manier die ons niet ten goede komt.
Volgens de invloedrijke stoïcijnse filosoof Chrysippus wortelen de meeste van deze negatieve emoties in denkfouten. We interpreteren een gebeurtenis op een bepaalde manier, en dit leidt tot angst, boosheid of opwinding. Onze innerlijke balans raakt verstoord, en we voelen een ontevreden onrust. We zijn niet langer tevreden met de gang van zaken en geloven dat er iets zou moeten veranderen. Deze ontevredenheid voedt allerlei vervelende emoties. We voelen ons slecht over wat er gebeurt en concluderen impliciet: "De wereld zou anders in elkaar moeten zitten."
Maar dat is natuurlijk niet zo. Door te leren dat te erkennen en relativeren, zet u een eerste stap op de weg naar beheersing van uw passies. De stoïcijnen geloofden dat we deze negatieve emoties kunnen verminderen door kritisch te kijken naar de oorsprong van de vervelende situatie. Als we de oorzaak van een gebeurtenis nauwkeurig onderzoeken, ontdekken we vaak dat we geen controle hadden over het feit dat iets op die onprettige manier is verlopen. We zien in dat wat er gebeurde eigenlijk onvermijdelijk was, of dat een gebeurtenis die aanvankelijk enorm belangrijk leek, bij nader inzien wellicht minder gewichtig is dan we dachten.
En, zo stelde Chrysippus, over een gebeurtenis waar je toch niets aan kon doen, of een gebeurtenis die eigenlijk onbeduidend is, is het onmogelijk om werkelijk boos of verdrietig te zijn. Zodra we inzien dat veel van onze vervelende gevoelens eigenlijk ongegrond zijn, krijgen we grip op een aanzienlijk deel van onze "passies" en zetten we een belangrijke stap in de richting van zelfbeheersing.
Dit klinkt misschien nog wat abstract, dus laten we een alledaags voorbeeld nemen. Stel, ik wacht op een vriendin met wie ik om acht uur heb afgesproken. Om kwart over acht begin ik ongeduldig te worden. Tegen half negen voel ik irritatie opkomen, en om negen uur ben ik zelfs boos en ongerust. Mijn gedachten slaan op hol. "Hoorde ik daarnet een sirene? Misschien heeft ze een ongeluk gehad en is ze gewond, of erger." Angst bekruipt me. Of ik fantaseer dat ze iemand anders is tegengekomen die haar kennelijk meer boeit dan onze afspraak. Ik begin me te ergeren en word kwaad: "Die zit vast weer te flirten met de eerste de beste."
Om half tien gaat mijn telefoon. Bezorgd of zwaar geïrriteerd neem ik op. Het is mijn vriendin, die vertelt dat ze een lekke band heeft gehad en nu zo snel mogelijk mijn kant op komt. Onmiddellijk verdwijnen mijn kwaadheid en ongerustheid als sneeuw voor de zon, ongeacht welke andere emoties er op dat moment spelen. Het enige wat ik nodig had om van mijn negatieve emoties af te komen, was blijkbaar meer informatie. Was het dan wel zo zinvol om die boosheid en angst toe te laten? Ik heb geleden onder vervelende gevoelens die achteraf volkomen overbodig bleken te zijn.
Dit scenario is representatief voor veel van onze negatieve emoties. Vaak zijn onze "passies" het gevolg van onvoldoende kennis over de werkelijke situatie. De stoïcijnen benadrukten dan ook het belang van vasthouden aan de feiten. Zolang we niet zeker weten wat er aan de hand is, is het verstandig om geen emotioneel oordeel te vellen en ons oordeel uit te stellen. Er is later altijd nog tijd genoeg om ons eventueel rot te voelen.
Sommige lezers zullen terecht opmerken dat de stoïcijnen het zich hier wel erg gemakkelijk lijken te maken. Ze lijken een cruciale stap in het emotionele proces over te slaan. Het is één ding om alle feiten te kennen, maar dat is nog niet hetzelfde als die feiten ook emotioneel te accepteren. Weten en voelen zijn voor de meeste mensen twee verschillende werelden. Terug naar ons voorbeeld: ik kan rationeel beredeneren dat de vertraging van mijn vriendin waarschijnlijk geen gevolg is van een ernstig ongeluk of opzettelijke minachting, maar dat verandert mijn opkomende boosheid en ongerustheid niet direct. Deze gevoelens lijken soms een eigen leven te leiden, ongeacht mijn bewuste, logische gedachten. Het feit dat ik weet dat er waarschijnlijk niets aan de hand is, betekent nog niet dat ik dit ook volledig accepteer en de negatieve gevoelens kwijt ben.
De stoïcijnse denkers waren zich echter terdege bewust van de soms irrationele werking van ons brein. Het stoïcisme besteedt wel degelijk aandacht aan de psychologische aspecten van menselijke emoties. Hun doel was om een manier te vinden om ons leven zo in te richten dat we zo min mogelijk last hebben van deze schadelijke "passies". Hoe kunnen we ons brein zodanig sturen dat die vervelende emoties minder kans krijgen?
Om dit te bereiken, ontwikkelden de stoïcijnen een breed scala aan technieken en oefeningen, gericht op het leiden van een zo goed en prettig mogelijk leven. Helaas is een groot deel van deze praktische wijsheid in de loop der tijd verloren gegaan. Er bestaat geen compleet handboek met stoïcijnse technieken voor een gelukkig leven. Toch valt er nog veel af te leiden uit de teksten die wel bewaard zijn gebleven, en door deze te combineren met moderne psychologische inzichten kunnen we nog veel van deze waardevolle kennis herontdekken. In toekomstige bijdragen zullen we dan ook een aantal van deze uit de oudheid "opgegraven" en zorgvuldig "afgestofte" technieken nader bekijken.
De stoïcijnse technieken helpen bij het bereiken van het uiteindelijke doel van de stoïcijnse filosofie en dat is dus niet het lijdzaam ondergaan van alle tegenslagen. Integendeel, het is het leiden van een zo goed en gelukkig mogelijk leven. Een leven dat leidt tot wat de Grieken "eudaimonia" noemden. Deze term wordt vaak vertaald als "geluk", maar omvat veel meer dan een passief, prettig gevoel. Het is een actieve staat, een manier van leven. Naast wat wij onder geluk verstaan, gaat "eudaimonia" ook over een goed leven, een prettig en zinvol bestaan dat voldoening schenkt aan zowel de persoon zelf als aan zijn omgeving.
Om deze "eudaimonia" te bereiken, moet een mens leren een ware levenskunstenaar te worden. Hij moet leren navigeren tussen de klippen van de "passies" om zo de rustigere wateren van prettige gevoelens te bevaren. Hij moet zichzelf de stuurmanskunst van het leven eigen maken. De stoïcijnse filosofie draait om deze levenskunst en belooft niets minder dan een zinvol en gelukkig leven. Een ambitieuze belofte, zeker, maar voordat we onderzoeken hoe de stoïcijnen dachten deze waar te maken, zullen we in een volgende blog eerst dieper ingaan op de ware betekenis van geluk, ofwel "eudaimonia".