zaterdag 17 mei 2025

Gelukkiger worden met de negatieve en projectieve visualisatie

 Veel mensen leven in een soort wakende droom. Ze slapen niet, maar ze zijn er ook niet echt helemaal bij. Bijna alles gebeurt op de automatische piloot, hun eigen bestaan, dat van hun geliefden en van alle dingen om hen heen zijn een gegeven, een decor in hun droom. U hebt vast weleens gehoord dat mensen die een ernstig ongeluk of een ramp hebben meegemaakt op eens uit die droom kunnen ontwaken. Ze overleven ternauwernood een vliegtuigongeluk, genezen van een levensgevaarlijke ziekte of raken verzeild in een verschrikkelijke aardbeving. Sommigen die iets dergelijks meemaken realiseren zich plotseling hoe bijzonder het leven is en veranderen hun prioriteiten radicaal. De ramp geeft aanleiding tot een ingrijpende persoonlijke transformatie. Het leven van die mensen heeft opeens weer zin. Ze worden wakker en zijn er weer bij. Ze voelen zich veel gelukkiger dan ze ooit waren in hun oude leven.

De stoïcijnen vonden het niet zo’n goed idee om op een dergelijke ramp te wachten om hun leven gelukkig en zinvol te maken. Dit soort levensveranderende rampen hebben bovendien het niet onbelangrijke nadeel dat ze de neiging hebben iemand ook echt het leven te kosten of op zijn minst ernstig te verwonden. Misschien dat u op het moment dat uw vliegtuig bezig is neer te storten opeens weer beseft hoe mooi het leven is en hoeveel u van uw partner houdt. Dat is mooi, maar het is wel een besef waar u niet zo heel lang van kunt genieten, omdat u binnen enkele seconden zal overlijden.

De stoïcijnse techniek van de ‘negatieve visualisatie’, werkt misschien niet zo krachtig als een vliegramp, maar heeft wel het belangrijke voordeel dat u er niet het risico bij loopt om het leven te komen. Bovendien kan zelfs na het overleven van een ramp na een poosje de hierboven omschreven hedonistische adaptatie alsnog toeslaan. Iets wat bij de ‘negatieve visualisatie’ makkelijk valt te ondervangen door de oefening simpelweg met enige regelmaat te herhalen. Bij de ‘negatieve visualisatie’ wordt er van de leerling stoïcijn verwacht dat hij of zij zich voorstelt hoe het zou zijn als hij het zonder bepaalde dingen en mensen zou moeten stellen. Door dit regelmatig te doen kan hij het effect van de hedonistische adaptatie beperken.


Oefening: De negatieve visualisatie

Bij deze oefening gaat het erom om de dingen die u heeft niet langer als vanzelfsprekend te beschouwen. Hoeveel spullen heeft u niet waar u ooit van droomde om ze te bezitten en die nu de gewoonste zaak van de wereld zijn geworden. Zelfs degene die ooit de partner van uw dromen was, is nu een vanzelfsprekendheid die naast u in bed ligt te snurken. Maak er dus een gewoonte van om u regelmatig voor te stellen hoe het zou zijn als u de spullen waar u aan gewend bent geraakt niet meer zou hebben. Stelt u eens voor hoe het zou zijn als er geen water meer uit de kraan zou komen, of als u geen zacht matras meer zou hebben maar op de grond zou moeten slapen. Hoe zou het zijn zonder elektriciteit, een goed gevulde bankrekening, zonder vervoer of zonder voldoende voedsel? Doe hetzelfde met de mensen die u omringen. Hoe zou het zijn als uw partner u zou verlaten (okay toegegeven, voor sommige mensen zou dat een gevoel van opluchting kunnen opwekken), of als u geen familie of vrienden zou hebben.

Door deze oefening regelmatig te herhalen zult u de dingen en mensen die u omringen beter gaan waarderen en kunt u de hedonistische adaptatie te slim af zijn. Misschien komt u zelfs zo ver dat u in plaats van steeds weer nieuwe dingen te willen hebben gaat leren te verlangen naar de dingen die u al heeft. Ik weet dat het makkelijker gezegd is dan gedaan, maar door deze oefening regelmatig te doen kunt u zich gelukkiger gaan voelen. Dat betekent niet dat u zich nu opeens bij iedere slok thee die u neemt blij moet gaan voelen dat u thee hebt en dat u een kopje hebt om die thee uit te drinken. Het is voldoende om een paar keer per dag even stil te staan bij de spullen die u gebruikt en de personen die u omringen.


Met een beetje fantasie zal het de meeste mensen wel lukken om zich een leven zonder comfort en zonder hun geliefden voor de geest te halen. Mocht u echter niet over voldoende fantasie beschikken, dan kunt u altijd nog uw toevlucht nemen tot het voorbeeld van anderen. In een groot deel van de wereld leven mensen in armoede en ellende en ook in uw directe omgeving zult u wel mensen kennen die de nodige tegenslag te verwerken hebben gehad. U zou ook eens kunnen stilstaan bij de manier waarop onze voorouders leefden, zonder elektra, centrale verwarming, stromend water en andere nu vanzelfsprekende luxe. Het hoeft ook niet per se iets dramatisch te zijn. U zou u ook kunnen voorstellen hoe het zou zijn als u ’s ochtends uw koffie zou moeten missen (misschien een slecht voorbeeld, voor sommige mensen zou dat wel dramatisch zijn) of als u met de bus naar uw werk zou moeten in plaats van met de auto.

Maar wat nu als u helemaal niet negatief hoeft te visualiseren omdat de vervelende situatie zich al voordoet? U kunt de rekeningen niet betalen en de elektriciteit is afgesloten, uw man is er met de buurvrouw vandoor gegaan en uw laptop is gecrasht. Voor dat soort situaties hadden de stoïcijnen een andere techniek die erg lijkt op de ‘negatieve visualisatie’. Namelijk de techniek van de zogenoemde ‘projectieve visualisatie’. Okay, de voorbeelden die ik tot nu toe gegeven heb zijn misschien wat te extreem voor een beginnend stoïcijn, maar deze techniek werkt ook heel goed bij klein leed, zoals het breken van een kopje of het missen van de bus. Bij deze techniek leert u vervelende dingen te relativeren door te bedenken hoe u zou reageren als hetzelfde andere mensen zou overkomen. U projecteert als het ware uw eigen situatie op iemand anders en kijkt dan wat dat met u doet. U neemt een beetje afstand van uw eigen zielige ik en probeert wat objectiever naar de werkelijkheid te kijken. Door de dingen zo te relativeren kunt u leren minder snel van uw stuk te raken als er iets mis gaat.


Oefening: De projectieve visualisatie

De stoïcijnse filosoof Epictetus legde deze techniek als volgt uit:

“Als, bijvoorbeeld, andermans slaaf een kopje breekt, zeg je direct: ‘dat kan nu eenmaal gebeuren’. Als het nu jouw beker is die breekt bedenk dan dat je net zo moet reageren als wanneer het een ander overkomt. Dit moet je ook doen bij belangrijkere dingen. Het kind of de vrouw van een vreemde is overleden. Iedereen zegt dan: ‘Zo gaat dat nu eenmaal in het leven’. Maar als je eigen kind of vrouw overlijdt, dan is het meteen: ‘Ach en wee’ en ‘arme ik’.” (Epictetus: Handboekje hoofdstuk 26).

Dat laatste voorbeeld is voor een beginnend stoïcijn echt wel een beetje te extreem. Maar als uw kind een kopje breekt, heeft u waarschijnlijk de neiging boos te worden. Zou u dat ook zijn als het zoontje van de buren hetzelfde overkwam? Vermoedelijk niet. U hebt een griepje onder de leden, maar als overtuigd hypochonder denkt u meteen dat u op zijn minst aan een dubbele longontsteking lijdt. Als uw collega een beetje koortsig is en wat kucht denkt u dan ook direct aan een pneumonie? Ik denk het niet. Door u voor te stellen dat de vervelende dingen die u overkomen niet u, maar iemand anders overkomen, kunt u de gebeurtenissen beter relativeren. Maak er een gewoonte van om iedere keer dat u zich ergens aan ergert of ergens angstig van wordt te bedenken of u net zo zou reageren als hetzelfde iemand anders zou overkomen. U leert zo de vervelende gebeurtenissen in uw leven vanuit een ander, relatief perspectief te bezien. Door wat afstand te nemen en te bedenken hoe u zou reageren als niet u maar uw buurman het lijdend voorwerp zou zijn, kunt u de scherpe kantjes van uw passies afschuren. En dat maakt uw leven en dat van uw medemensen er een stukje prettiger op.


U zou terecht kunnen opmerken dat die negatieve- en projectieve visualisatie nu niet bepaald de meest gezellige oefeningen zijn. Maken zulke oefeningen een stoïcijn niet tot een chagrijn die ieder leuk moment voor zichzelf en zijn omgeving verpest door meteen aan iets vervelends te denken? Tijdens een gezellig dinertje in een romantisch restaurant denkt hij aan de mogelijkheid dat er brand in de keuken uitbreekt, of dat hij en zijn tafelgenoot een voedselvergiftiging oplopen. Het is zeker een risico dat de leerling van dit soort gedachten depressief zou kunnen worden. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van deze techniek. Een stoïcijn zal tijdens een romantisch dinertje aan niets anders dan het eten op zijn bord en de persoon tegenover hem denken. Dat is absoluut niet het moment om de oefening te doen. De negatieve visualisatie techniek zal niet vaker dan een paar keer per week of hooguit een paar keer per dag hoeven te worden toegepast. De projectieve visualisatie hoeft u alleen te gebruiken als u ook echt iets vervelends overkomt. Bovendien is het niet de bedoeling dat u gaat piekeren en zich zorgen gaat maken. Het is juist de bedoeling dat u door zo nu en dan na te denken over een bepaald verlies, de dingen meer gaat waarderen. In plaats van een chagrijnig figuur te worden, zult u daardoor juist vrolijker worden. De beroemde stoïcijnse filosoof Seneca zei het zo:

“Iemand die zich deze techniek heeft eigen gemaakt wordt, of hij dat nu wil of niet, blij en vervuld van een blijvend gevoel van levensvreugde. Hij verheugt zich over wat hij bezit en verlangt niet meer naar wat buiten zijn bereik ligt.” (Seneca: Over het gelukkige leven IV).

Als oplettend leerling stoïcijn of ‘prokopton’ in het oud Grieks, want zo spreek ik u voortaan aan, zou u ook nog kunnen zeggen: ‘Dat is allemaal leuk en aardig voor welvarende mensen die het goed voor elkaar hebben, maar hoe zit het met de mensen die echt in de problemen zitten? Hoe zit het met een dakloze, of een vluchteling in een oorlogsgebied?’ Stoïcisme is zeker niet alleen bedoeld voor mensen met een rijk en comfortabel leven. Ook iemand die financieel of op een andere manier aan de grond zit kan profiteren van de technieken van de negatieve en projectieve visualisatie. Iemand die onder een brug woont en niets anders bezit dan de kleding aan zijn lijf heeft tenminste dat nog. Iemand die ziek is, leeft in elk geval nog. Er bestaat bijna altijd wel een mogelijkheid om deze techniek toe te passen. Het zal dan misschien wel niet tot een groots geluksgevoel leiden, maar kan wel degelijk helpen om het leven iets te verzachten.


zaterdag 10 mei 2025

'Eudaimonia’ en de ‘hedonistische adaptatie’

Veel mensen beschouwen geluk heel traditioneel als de situatie waarin alles loopt zoals zij dat het prettigst vinden. In woordenboekentaal wordt geluk voor hen dan de materiële uitdrukkingsvorm van alle verlangens en hartstochten die ze koesteren. Een mond vol, maar het betekent eigenlijk niets anders dan dat voor hen geluk de situatie is waarin de wereld zich schikt naar al hun wensen. Een groot huis, een mooie auto, een goede baan, uitstekende gezondheid en de vervulling van al hun gastronomische en seksuele verlangens. Het gaat om het hebben van aangename ervaringen. Een geluksgevoel wordt ook nog eens sterk beïnvloed door de menselijke neiging om vergelijkingen te maken. Als u tot de conclusie komt dat uw huidige situatie beter is dan uw situatie in het verleden, voelt u zich gelukkig. De voldoening in uw leven hangt ook vaak af van degenen waarmee u zich vergelijkt. Als de buurman een mooiere auto heeft, een hoger salaris verdient of een mooiere uitbouw heeft gebouwd wil dat nog wel eens tot frustratie aanleiding geven. Geluk is zo een kwestie geworden van het bezit van de juiste goederen, het hebben van prettige ervaringen en de vergelijking met mensen uit de directe omgeving.

Volgens de stoïcijnen was het streven naar dit soort geluk een dure vergissing. Sterker nog, de grootst mogelijke onzin. Mensen die voor hun geluk afhankelijk zijn van dit soort dingen zijn gedoemd om ongelukkig te worden. Zelfs als het mogelijk zou zijn al onze verlangens te bevredigen dan zou dat toch nog niet leiden tot het ultieme geluk, maar alleen tot het ontstaan van weer nieuwe behoeften en verlangens. Of als je er uiteindelijk ondanks al die luxe en genot achter komt dat je toch niet gelukkig bent tot onverschilligheid, afkeer of zelfs depressiviteit.

Voor een stoïcijn draait het leven om de cultivering van zijn karakter en niet om het verzamelen van zoveel mogelijk producten, geld en kortstondige prettige gewaarwordingen. Hij is geen asceet en wil zo veel mogelijk van het leven genieten, maar hij denkt dat hij het gelukkigst wordt van het bewaren van een gepaste afstand van het al te fanatiek najagen van materiële goederen en plezierige ervaringen. Het zal u inmiddels niet meer verbazen dat deze oude stoïcijnse inzichten tegenwoordig door de moderne wetenschap bevestigd worden.

Succes of het winnen van een grote prijs kan een tijdelijk gevoel van vreugde opleveren. Een ongeluk, het overlijden van een dierbare of een ernstige ziekte kan een periode van depressie veroorzaken. Maar vroeg of laat keren we doorgaans terug naar een algemeen gemiddeld geluksniveau. Psychologen noemen dit met een moeilijk aan het Grieks ontleend woord de ‘hedonistische adaptatie’. Ook in het dagelijks leven kun je dit ervaren. Na een derde portie van dat heerlijke aardbeienijs begint u toch echt een beetje misselijk te worden en zelfs die prachtige Médoc gaat u op een gegeven moment tegenstaan. Een nieuwe televisie, een nieuwe iPad of een loonsverhoging kunnen u tijdelijk opbeuren, maar algauw slaat de gewenning toe en keert u terug naar uw gebruikelijke geluksniveau.

Het wegebben van het geluksgevoel dat bijvoorbeeld uw nieuwe baan, uw nieuwe huis, uw nieuwe partner, de prijs in de loterij enzovoorts oplevert komt door die zogenoemde hedonistische adaptatie. U raakt gewend aan het nieuwe en u past u eraan aan. Uw vervulde dromen worden het nieuwe normaal. Al gauw ontstaan er dan nieuwe wensen. Deze aanpassing gebeurt niet alleen met prettige veranderingen, maar ook bij onprettige veranderingen. Dat is de goede kant van de hedonistische adaptatie. Wanneer mensen ziek worden of gehandicapt raken zorgt hun aanpassingsvermogen ervoor dat ze leren omgaan met hun ziekte en daar niet voor de rest van hun leven doodongelukkig onder blijven. Ze passen zich aan aan het onvermijdelijke en kunnen uiteindelijk net zo veel, of weinig, geluk ervaren als hun gezonde medemens.

We zitten eigenlijk bijna allemaal in een soort vicieuze cirkel. Er is iets wat u heel graag wilt hebben: een droombaan, een prachtig huis of de ideale partner. Als u na heel wat inspanningen uiteindelijk datgene wat u zo graag wilde hebben, ook echt gekregen hebt bent u een tijdje zielsgelukkig. Maar u raakt al gauw aan uw nieuwe situatie gewend en gaat op zoek naar een volgende uitdaging. Naar een volgend verlangen dat, denkt u, zodra eenmaal vervuld uw leven perfect zal maken. Maar u zult ontdekken dat ook de vervulling van die volgende wens niet tot het o zo gehoopte stabiele geluk zal leiden. De hedonistische adaptatie slaat ook nu weer toe. Dit mechanisme werkt niet alleen bij triviale zaken, maar zelfs bij ernstige ziekten als MS of kanker. Na de eerste schok en een kortere of langere aanpassingsperiode keren mensen weer terug naar hun oude geluksniveau.

Of u op een bepaald moment gelukkig of ongelukkig bent heeft dus gek genoeg weinig of niets te maken met de omstandigheden waarin u verkeert. U verkeert tijdelijk in de zevende hemel of in de diepste hellekrocht, maar keert al snel weer op Aarde terug. Voor een stabiel geluksgevoel of te wel de stoïcijnse ‘eudaimonia’ is meer nodig. Het bereiken van ‘eudaimonia’ is vooral een kwestie van hoe u uw situatie beoordeelt. Het is een geestestoestand. Zonder innerlijke rust en zonder wijsheid bestaat er geen enkele kans om blijvend gelukkig te zijn. De stoïcijnen wisten dat u, ongeacht de uiterlijke omstandigheden, door de hedonistische adaptatie toch steeds weer terugkeert naar hetzelfde basisniveau van geluk of ongeluk. Het ging hen om de vraag of het mogelijk was om dat basisniveau te verhogen. En belangrijker nog of we zelf in staat zijn onszelf blijvend tot een hoger stabiel geluksniveau op te tillen? De stoïcijnen zochten daarom naar een methode om de vicieuze cirkel van bevrediging, verveling en steeds maar weer nieuwe verlangens te doorbreken. Als het mogelijk is de hedonistische adaptatie te doorbreken, zou je je veel langer tevreden en gelukkig kunnen voelen met de dingen die je hebt. Je zou jezelf de stress van het telkens maar weer nieuwe verlangens na te jagen kunnen besparen.

Geluk wordt volgens de stoïcijnen niet bepaald door uiterlijke omstandigheden, maar door uw geestestoestand. Hoe kalmer uw geest, hoe groter uw gemoedsrust, hoe gelukkiger u zich voelt. U kunt geluk bereiken door uw geest te oefenen. Met een bepaald soort innerlijke discipline kunt u gelukkiger worden. In de moderne tijd heeft psychologisch onderzoek aangetoond dat je je gevoel van levensvoldoening kan veranderen door anders tegen de dingen aan te kijken. U kunt u voornemen om als er een positieve verandering in uw situatie is geweest (een nieuw huis, een huwelijk) dat te blijven waarderen door er bewust regelmatig bij stil te staan. De stoïcijnen hebben daar een speciale oefening voor gemaakt. Ze noemden het de 'negatieve visualisatie’. Maar daarover meer in een volgende paragraaf.


dinsdag 6 mei 2025

Leven in harmonie met de natuur



U denkt bij deze titel misschien in de eerste plaats aan een heel basic zelfvoorzienend leven op een biologische boerderij. Hoewel de stoïcijnen dat op zich prima vinden, is dat toch niet wat ze bedoelen. De stoïcijnen beschouwen een leven in harmonie met de natuur als de weg naar een virtuoos en vervuld bestaan. Om ware aretè (virtuositeit, deugd, excellentie) te bereiken, is het volgens hen essentieel om inzicht te verwerven in de fundamentele aard van de kosmos en onze bescheiden, maar niettemin cruciale, rol daarin. Dit zelfonderzoek reikt verder dan de kosmische orde alleen; het vereist evenzeer een diepgaand begrip van de universele menselijke natuur en de unieke contouren van onze individuele persoonlijkheid. Alleen door deze drie perspectieven te integreren, kunnen we waarlijk in overeenstemming met de natuur leven.

Wanneer we spreken over onze individuele natuur, betreden we het domein van onze unieke talenten, neigingen en eigenaardigheden. Deze innerlijke constitutie onderscheidt ons van ieder ander mens. Uw aanleg voor hardlopen en talen, contrasterend met een mindere affiniteit voor zwemmen en wiskunde, illustreert dit perfect. Dit zijn de specifieke mogelijkheden en beperkingen die inherent zijn aan wie u bent. Het is de erkenning van dit unieke palet aan eigenschappen die ons in staat stelt om onze inspanningen effectief te richten en frustratie te vermijden door te vechten tegen onze natuurlijke inclinaties.

Tegelijkertijd delen we als menselijke wezens een gemeenschappelijke natuur. Onze tweebenige voortbeweging, ons vermogen tot rationeel denken en onze fundamentele sociale aard zijn hier treffende voorbeelden van. Deze menselijke natuur biedt ons collectieve mogelijkheden, denk aan taal, cultuur en complexe samenwerking, maar kent ook inherente grenzen. Het ontbreken van vleugels beperkt onze letterlijke opstijging, maar ons intellect stelt ons in staat om deze beperking te overkomen door de uitvinding van luchtvaart. Het is dit begrip van onze gedeelde menselijkheid dat de basis vormt voor ethiek en samenleven.

Deze menselijke natuur is op haar beurt weer ingebed in de allesomvattende universele natuur. De constante werking van de zwaartekracht, de ecologische realiteit dat bomen niet in de woestijn floreren, zijn onveranderlijke wetten die het kader vormen waarbinnen al het andere zich afspeelt. Deze kosmische orde is neutraal en onverschillig ten opzichte van onze wensen en verlangens. Het vereist van ons een nuchtere acceptatie van de feiten en een aanpassing van onze ambities aan de grenzen van het mogelijke.

De stoïcijnse notie van leven in overeenstemming met de natuur omvat dus deze gelaagde werkelijkheid:

INDIVIDUELE NATUUR

als integrerend deel van


MENSELIJKE NATUUR

als integrerend deel van


UNIVERSELE NATUUR


Het streven is om binnen de grenzen van de universele wetten te leven in lijn met onze algemene menselijke aard en in overeenstemming met onze unieke individuele potentie. Het gaat erom de essentie van wat het betekent om mens te zijn, rede, sociale interactie, virtuositeit, zo goed mogelijk te belichamen, binnen de context van onze persoonlijke sterktes en zwakheden en de onveranderlijke wetten van het universum.

De stoïcijnse leerling begeeft zich daarom op een tweeledig pad van onderzoek. Enerzijds is er de noodzaak tot objectieve observatie van de wereld en de menselijke conditie. Hoe werken de natuurwetten? Wat zijn de fundamentele drijfveren en capaciteiten van de menselijke soort? Anderzijds is er de introspectieve reis naar het zelf. Wie ben ik in de kern? Welke waarden resoneren diep in mij? Waar liggen mijn natuurlijke aanleg en waar mijn blinde vlekken?

Deze zelfkennis stelt de aspirant-stoïcijn in staat om realistische doelen te stellen en zijn energie effectief te kanaliseren. Het besef dat wereldvrede een nobel streven is, maar dat de individuele impact hierop beperkt is, leidt tot een focus op datgene waar men wel invloed op heeft: de eigen gedachten en handelingen. Het erkennen van biologische beperkingen voorkomt nutteloze strijd, terwijl het ontdekken van persoonlijke talenten de weg opent naar een leven van betekenisvolle actie en bijdrage.

De vergelijking van Cato met het rijpen van een vrucht is treffend. Een virtuoos (deugdelijk) mens is inderdaad als een vrucht die tot volle wasdom is gekomen, die zijn inherente potentieel volledig heeft ontplooid. Het is de persoon die authentiek is, die leeft in overeenstemming met zijn ware zelf binnen de context van de bredere natuurlijke orde. Wie zijn eigen beperkingen negeert, riskeert inderdaad een gevecht tegen de realiteit, een leven vol frustratie en misplaatste inspanningen. De ware stoïcijn daarentegen omarmt de realiteit in al haar facetten en vindt daarin de vrijheid om een zinvol en virtuoos leven te leiden.

zaterdag 3 mei 2025

Eudaimonia: stoïcijns geluk

 Geluk is in de mode. Glossy tijdschriften en zelfhulpboeken staan vol met adviezen die ons zouden moeten helpen om een gelukkig leven te leiden. Voor sommige mensen is geluk daardoor een vies woord geworden. Niets meer dan sentimentele illusies en platitudes. In de ogen van die mensen is het iets onmogelijks en kun je je er beter op toeleggen om te proberen zo min mogelijk ongelukkig te zijn. Als je je geluk zou willen afmeten aan de kunstmatige en geplastificeerde versie die Facebook en de andere sociale media ervan maken, dan kan ik deze, doorgaans zelfverklaarde, intellectuelen geen ongelijk geven.

Toch is geluk belangrijk, niemand wil ongelukkig zijn en iedereen is op de één of andere manier wel bezig te proberen gelukkig te worden. Ondanks het belang dat iedereen aan geluk hecht, is het een nogal vaag begrip. Niemand lijkt echt goed te weten wat er nu precies mee wordt bedoeld en wat er nodig is om het te verkrijgen. Dat is eigenlijk jammer, want het is wel een toestand die iedere seconde van ons leven bepalend is voor hoe we ons voelen. Het is de gemoedstoestand die bepaalt of u een prettig leven hebt of niet. Dus wat is dat nou ‘geluk’?

Volgens het woordenboek is geluk: ‘De aangename toestand waarin men al zijn verlangens en wensen bevredigd ziet’. Een mond vol, maar het betekent eigenlijk niets anders dan dat geluk de situatie is waarin de wereld zich schikt naar al uw wensen. Een groot huis, een mooie auto, een goede baan, uitstekende gezondheid en de vervulling van al uw gastronomische en seksuele verlangens. Ook zaken als het behalen van een diploma of het winnen van een sportwedstrijd vallen onder deze definitie. Zelfs simpele dingen als het genot van een boswandeling, een kop hete thee op een koude dag of de glimlach op het gezicht van een geliefde kunnen, met wat fantasie, onder deze definitie worden geschoven. Het gaat hierbij dus vooral om het hebben van aangename ervaringen. Geluk is zo een kwestie geworden van het bezit van de juiste goederen en het hebben van prettige ervaringen.

Er bestaan nog alternatieve definities van geluk. Volgens allerlei sociologische onderzoeken zouden wij hier in Nederland tot de gelukkigste mensen ter wereld behoren. Laten we daarom eens kijken wat die sociologen in hun grootschalige geluksonderzoeken als definitie gebruiken. De definities verschillen per onderzoek, maar in grote lijnen is geluk volgens hen: ‘De mate waarin een persoon de kwaliteit van zijn leven als een geheel positief beoordeelt’. Het gaat bij deze definitie dus niet zo zeer om het hebben van losse positieve ervaringen, maar om een oordeel over het leven in zijn geheel. Op basis van deze definitie zouden Nederlanders dus ronduit gelukkig moeten zijn. Toch klaagt iedereen over stress, burn-out en depressies. Hoe valt dat te rijmen met de conclusies uit deze onderzoeken? In de door sociologen gebruikte definities is geluk afhankelijk van het oordeel over de aanwezigheid van bepaalde externe factoren. Factoren die blijkbaar in voldoende mate tot onze beschikking zouden moeten staan om gelukkig te zijn. Het gaat dan vooral om zaken als toegang tot gezondheidszorg, voedsel, sport, goed onderwijs en zo voort. Maar het zijn net als bij de woordenboekdefinitie wel weer factoren die onafhankelijk van je persoon al dan niet aanwezig zijn. Het is bij deze definities vooral de buitenwereld en het lot die bepalen of de noodzakelijke ingrediënten voor geluk aanwezig zijn.

Dergelijke definities zijn niet erg bemoedigend. Geluk is zo afhankelijk van de mate waarin je al dan niet over bepaalde bronnen van behoeftebevrediging beschikt. Hoe rijk en gezond je ook bent, het zal niemand ooit lukken om een leven lang alles te verkrijgen wat hij verlangt. Dat is jammer want er is meer in het leven dan alleen pleziertjes en behoeftebevrediging. En dat meer heb je nu net nodig om je gelukkig te kunnen voelen.

Stoïcijnen wisten dat een volle buik, een warm huis en volop lol niet genoeg zijn om gelukkig te worden. Ze hanteren daarom een nogal afwijkend geluksbegrip of ‘eudaimonia’ zoals zij het noemen. Voor de stoïcijnen is geluk meer dan een paar momenten van plezierige gevoelens, meer dan het gevoel van euforie bij het behalen van een diploma, of een bijzondere sportprestatie en ook meer dan die korte momenten van sereniteit of vreugde die de natuur of onze geliefden bij ons kunnen oproepen. Het gevoel van opluchting en rust dat je voelt tijdens een boswandeling, bij het behalen van een overwinning of bij het volbrengen van een moeilijke taak kan ons wel iets leren over het wezen van geluk. De gemeenschappelijke factor bij al deze geluksmomenten lijkt het ontbreken van innerlijke conflicten te zijn. Het is een gevoel van harmonie met de wereld en met jezelf, zonder gedachten over het verleden, plannen voor de toekomst en zelfs het heden. Een gevoel dat vrij is van allerlei mentale constructies en hersenspinsels. Het is er eenvoudigweg in het hier en nu, open en vrij. Dat gevoel bedoelt het stoïcisme als het over geluk gaat. Voor een stoïcijn is geluk dus een manier van zijn, een wijze om tegen de wereld aan te kijken, een blijvende mentale toestand die onafhankelijk is van omstandigheden en gebeurtenissen. De wereld dwingen om u de dingen te geven die u hebben wilt is ondoenlijk, maar het veranderen van uw kijk op de wereld is weldegelijk mogelijk.

Het is niet de bedoeling dat u de wereld met een kunstmatig optimisme door een roze bril gaat bekijken. De wereld is allesbehalve perfect en er gaat gewoon ongelofelijk veel mis. Het stoïcijnse geluk is daarom meer een blijvende levenshouding dan een kortdurende ervaring. Het is onafhankelijk van externe omstandigheden. Mislukking of succes, ziekte of gezondheid, rijkdom of armoede spelen geen rol van betekenis bij de stoïcijnse geluksbeleving. Een stoïcijn ondergaat voorspoed en tegenslag met precies dezelfde sereniteit. Het gaat om een manier om tegen het leven aan te kijken waarbij u beseft dat negatieve gevoelens net zo vluchtig en vergankelijk zijn als positieve gevoelens. Al uw gevoelens, zowel de positieve als de negatieve, zijn discutabele oordelen over toestanden in de buitenwereld. Oordelen die niet objectief zijn, maar zuiver subjectief. Niet iedereen beoordeelt immers dezelfde omstandigheden op dezelfde wijze. Wat voor de één enorm deprimerend is kan in de ogen van een ander neutraal, of zelfs prettig zijn.

Het gaat erom dat u de dingen in perspectief leert zetten om zo de kloof tussen de door uw oordelen gefabriceerde werkelijkheid en de realiteit te dichten. Om dat mogelijk te maken willen de stoïcijnen dat u een studie maakt van de werking van uw brein en de werking van de natuur. Veel ellende komt voort uit te hoog gespannen verwachtingen en een verkeerd beeld van de aard van de werkelijkheid. Veel dingen die we als een gegeven beschouwen zijn in de realiteit heel wat minder stabiel dan we denken. Niets bestaat onafhankelijk van de wet van oorzaak en gevolg. Het hele universum is een constant in beweging zijnd netwerk van relaties. Niets is blijvend, alles stroomt zoals Heraclitus het al zei. Als u er in slaagt om u dit concept volledig eigen te maken, dan zult u niet langer verbaasd en geschokt zijn als de wereld om u heen zich opeens tegen u lijkt te keren. U zult een sereen geluksgevoel beleven dat onafhankelijk is van voor- of tegenspoed. Dat is wat stoïcijnen bedoelen als ze het over’eudaimonia’ hebben.