Als je een hedendaags filosoof naar het doel van het leven
vraagt, haalt hij zijn schouders op en trekt een vies gezicht. Filosofie is
tegenwoordig een volledig theoretische bezigheid geworden. Zo’n tweeduizend
jaar geleden was dat wel anders. Iedere filosoof was het er over eens dat het
leiden van een gelukkig en geslaagd leven het echte doel van filosoferen was.
De volgende vraag was dan natuurlijk hoe je een gelukkig en geslaagd leven
moest leiden. De antieke filosofiescholen hadden allemaal een ander antwoord op
die vraag, maar waren het er wel over eens dat dat nu net de belangrijkste
vraag van de filosofie was. Een goed en gelukkig leven daar ging het om in de
filosofie. Volgens de oude Grieken is de werkelijke zin van ons leven dus niet
iets esoterisch of hoogdravends, maar gewoon het zoeken en vooral vinden van
levensgeluk. De stoïcijnen vormen daar geen uitzondering op. Ze beweerden zelfs
dat hun levensfilosofie de beste garantie voor geluk was die je maar kon
krijgen.
Maar waarom zou u een levensfilosofie nodig hebben voor een gelukkig en geslaagd leven? We zijn nog nooit
zo gelukkig geweest. Volgens allerlei ‘geluksonderzoekers’ hoeven we ons
eigenlijk helemaal geen zorgen te maken over ons geluk. We zijn volgens die
onderzoekers bijna allemaal al ontzettend gelukkig en tevreden. Maar klopt dat
eigenlijk wel? In dergelijke onderzoeken en ook in de alledaagse betekenis van
het woord wordt geluk gewoonlijk aan een aantal basisfactoren afgemeten. Zo
wordt gezondheid meestal gezien als een noodzakelijk element voor een gelukkig
leven. Daarnaast spelen materiële omstandigheden, inkomen en sociale status een
belangrijke rol. In die traditionele opvatting over geluk komt ook het hebben
van een relatie en een vriendenkring als belangrijk naar voren. Dit zijn
allemaal gunstige uiterlijke omstandigheden die traditioneel van belang zijn om
een gelukkig leven te kunnen leiden. Het lijkt wel snor te zitten met onze
welvaart, gezondheid en sociale contacten. Maar voelen we ons ook echt zo
gelukkig en tevreden als al die onderzoekers ons willen doen geloven?
Wat die onderzoekers ook mogen beweren, veel mensen lijken
niet echt tevreden te zijn met hun leven. Er zijn nog nooit zoveel
antidepressiva en kalmeringsmiddelen voorgeschreven als in de laatste tien
jaar. Iedereen lijkt het druk te hebben en zich gestrest te voelen. Op papier
zijn we nog nooit zo gelukkig geweest, maar blijkbaar voelen we dat toch niet
echt zo. Doen we maar alsof we ons gelukkig voelen, omdat we ons schamen om te
zeggen dat we ons eigenlijk klote voelen? We hebben tenslotte alles wat je
volgens de onderzoekers nodig hebt om gelukkig te zijn: huis, auto, vakanties,
een goed betaalde baan en een leuk gezinnetje. Het kan dan toch niet anders dan
dat we gelukkig zijn? Maar waar komt dat wijdverbreide gevoel van stress en
onbehagen dan vandaan? Heeft het misschien iets te maken met de onechtheid van
het geluk dat ons tegenwoordig wordt voorgeschoteld door de media,
bordkartonnen vakantieparken en de altijd vrolijk lachende gezinnetjes en opa’s
en oma’s uit de reclame? Een schijnwereld vol met blije baby’s en vitale
oudjes. Zonder de wrange realiteit van poepluiers, doorwaakte nachten,
overuren, irritante collega’s, files, eenzaamheid en allerlei kwaaltjes. Ligt
hier het bewijs van de ontoereikendheid van de middelen waarmee we gelukkig
denken te worden?
Volgens de stoïcijnen is het een vergissing om te denken dat
geluk afhankelijk is van materiële bezittingen, sociale netwerken en het doen
van leuke dingen. Ze weten dat het onmogelijk is om je altijd en onder alle
omstandigheden prettig te voelen. De permanente aanwezigheid van een goede
stemming en de permanente afwezigheid van lichamelijke en psychische pijn is
onbereikbaar. De aan- of afwezigheid van dingen die je een prettig gevoel
geven, zoals goede vrienden en veel geld, is onbelangrijk. Volgens hen spelen
deze dingen zelfs helemaal geen rol bij het verkrijgen van een stabiel
geluksgevoel.
Het gaat hierbij volgens hen namelijk om factoren die niet
per definitie en onder alle omstandigheden een gunstig effect op ons geluk
hebben. Verkeerde vrienden kunnen u op het slechte pad brengen, rijkdom kan ook
gebruikt worden voor het bevredigen van een drugs- of alcoholverslaving, lekker
eten leidt tot obesitas en lichamelijke gezondheid en kracht kan gebruikt
worden voor het plegen van overvallen. Zo is er voor al deze traditionele
geluksfactoren wel een donkere kant te vinden. De stoïcijnen denken dat het
tragisch is dat we ons zo sterk vergissen in de middelen om gelukkig te worden.
Het streven naar geluk wordt steeds weer ondermijnt door onze eigen onwetendheid.
Wie in zijn leven heen en weer geslingerd wordt tussen hoop en twijfel,
uitbundigheid en verveling, begeerte en ontmoediging, verspilt zijn leven
zonder ooit echt gelukkig te zijn. Geluk is volgens hen een geestestoestand,
een innerlijke staat die niet ligt in gunstige externe omstandigheden en de
vervulling van oneindig veel verlangens.
Ze wisten dat zonder de juiste geesteshouding al deze
factoren geen enkele gunstige invloed hebben op het geluksgevoel. Als u
depressief bent hebt u niets aan vrienden, gezondheid, een groot landhuis en
alle comfort van de wereld. Als u daarentegen een rustige geestestoestand kunt
bewaren kunt u ook als u arm of ziek bent een gelukkig mens zijn. Onze westerse
samenleving is vanuit materieel oogpunt bezien hoog ontwikkeld, maar dit geeft
geen enkele garantie voor een werkelijk gelukkig leven. Onder het glanzende
oppervlak van onze materiële welvaart ligt een wereld van mentale onrust en
stress. Hieruit blijkt wel hoe groot de invloed van de geest is op uw innerlijk
welzijn.
Dat is allemaal mooi en aardig en er zit misschien wel iets
van waarheid in, maar waarom zou u nu juist stoïcijn willen worden? Stoïcisme is een
moeilijke en veeleisende levensfilosofie en heeft eerlijk gezegd een vrij
slechte pers. Veel mensen, en daaronder zitten zelfs beroepsfilosofen, denken
dat het vooral een filosofie voor moeilijke tijden is. Een filosofie die
‘diehards’ moet helpen het hoofd boven water te houden in tijden van crisis. De
eigenschappen die in het normale spraakgebruik aan een stoïcijn worden
toegedicht zijn dan ook helemaal niet zo aantrekkelijk. Volgens het woordenboek
is een stoïcijn iemand die leed en pijn onverstoord en zonder klagen draagt.
Dat lijkt een nogal harde en sombere levenshouding. Helemaal niet leuk en
gezellig en zeker niet geschikt voor het dagelijks leven in een welvarend land.
Is er naast al dat leed nog ruimte voor plezier? Als u het woordenboek mag
geloven niet. Dus ja, waarom zou u de moeite nemen om u in een veeleisende filosofie als het stoïcisme te verdiepen?
Ik zou deze levensfilosofie toch niet meteen opzij leggen, als
misschien leuk voor een commando op weg naar het slagveld, maar niets voor het
dagelijks leven van de gemiddelde mens. Het stoïcisme heeft zeker ook een
antwoord op extreme situaties, maar gaat toch vooral over het gewone leven. Het
is wel stevige kost die u op alles wil voorbereiden, ook op ellende en
rampspoed. Toch is deze filosofie in de eerste plaats bedoeld om houvast te
bieden in een doodnormaal leven, met gewone alledaagse problemen. Het is een
filosofie voor iedereen. Uiterlijkheden spelen een ondergeschikte rol. Het
maakt niet uit of u hoog- of laag opgeleid bent, rijk of arm, gezond of ziek.
Stoïcijnen willen u vooral leren de mogelijkheden die uw leven u biedt zoveel
mogelijk te benutten. Ze willen u helpen u zo volledig mogelijk te ontplooien.
Volgens de stoïcijnen bent u altijd en onder alle omstandigheden in staat om
een moreel hoogstaand en gelukkig leven te leiden. Het stoïcisme wil u een
alomvattende levensleer bieden. Een leidraad voor een mensenleven. Absoluut de moeite waard om eens wat van dichterbij te bekijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten