Hoofdstuk 26 van het
Handboekje van Epictetus
Als, bijvoorbeeld,
andermans slaaf een kopje breekt, zeg je direct: ‘dat kan nu eenmaal gebeuren’.
Als het nu jouw kopje is dat breekt bedenk dan dat je net zo moet reageren als
wanneer het een ander overkomt. Dit moet je ook doen bij belangrijkere dingen.
Het kind of de vrouw van een vreemde is overleden. Iedereen zegt dan: ‘Zo gaat
dat nu eenmaal in het leven’. Maar als je eigen kind of vrouw overlijdt, dan is
het meteen: ‘Ach en wee’ en ‘arme ik’.
De stoïcijnen kenden een heel scala aan psychologische
technieken om beter met de ups en downs van het leven om te kunnen gaan. In dit
hoofdstukje legt Epictetus de techniek van de ‘projectieve visualisatie’ uit. Deze
techniek is bedoeld om allerlei tegenslag beter het hoofd te kunnen bieden. Het
laatste voorbeeld dat Epictetus geeft is voor een beginnend stoïcijn echt wel
een beetje te extreem. Maar als uw kind een kopje breekt, heeft u
waarschijnlijk de neiging boos te worden. Zou u dat ook zijn als het zoontje
van de buren hetzelfde overkwam? Vermoedelijk niet. Door u voor te stellen dat
de vervelende dingen die u overkomen niet u, maar iemand anders overkomen, kunt
u de gebeurtenissen beter relativeren. Maak er een gewoonte van om iedere keer
dat u zich ergens aan ergert of ergens angstig van wordt te bedenken of u net
zo zou reageren als hetzelfde iemand anders zou overkomen. U leert zo de
vervelende gebeurtenissen in uw leven vanuit een ander, relatief perspectief te
bezien.
Deze techniek werkt vooral goed bij klein leed, zoals het
breken van een kopje of het missen van de bus. Bij deze techniek leert u
vervelende dingen te relativeren door te bedenken hoe u zou reageren als
hetzelfde andere mensen zou overkomen. U projecteert als het ware uw eigen
situatie op iemand anders en kijkt dan wat u dat doet. U neemt een beetje
afstand van uw eigen zielige ik en probeert wat objectiever naar de
werkelijkheid te kijken. Door de dingen zo te relativeren kunt u leren minder
van uw stuk te raken als er iets mis gaat.
Stoïcisme is zeker niet alleen bedoeld om klein leed te
verzachten. Epictetus noemt niet voor niets, naast het breken van een kopje ook
het overlijden van vrouw of kind als voorbeeld. Ook iemand die emotioneel, financieel
of op een andere manier totaal aan de grond zit kan profiteren van de techniek
van de projectieve visualisatie. Iemand die onder een brug woont en niets
anders bezit dan de kleding aan zijn lijf heeft tenminste dat nog. Iemand die
ziek is, leeft in elk geval nog. Er bestaat bijna altijd wel een mogelijkheid
om deze techniek toe te passen. Het zal dan misschien wel niet tot een groots
geluksgevoel leiden, maar kan weldegelijk helpen om het leven iets te
verzachten.