Zo ervoer Heraclitus
(544-484 v. Chr.) het universum. Hij gebruikte het Griekse woord Logos om
dit verstand, de menselijke kennis en inherente orde van het universum te
kenschetsen, een wetmatigheid die in het gehele universum aanwezig is.
Letterlijk betekent Logos:
Woord, Rede en Evenwicht. In de eerste betekenis zal het later vooral door
gnostici en door joodse en christelijke mystici worden gebruikt. Zo begint bijvoorbeeld
het Johannesevangelie met ‘In de beginne was het Woord, het Woord was
bij God en het Woord was God’. Drie keer achter elkaar het woord Logos.
In de twee laatste
betekenissen werd het begrip gebruikt en verder uitgewerkt door Zeno (334-263
v. Chr.) en door de door hem gestichte stoïcijnse school. De Stoïcijnen verstonden
onder Logos de levenskracht van het universum. De Logos vormt de oorsprong van
het universum, een soort oerfenomeen, waar alle werkingskracht uit voortkomt. Logos
symboliseert hiermee bijvoorbeeld het principe van oorzakelijkheid. Het is een
principe dat van binnenuit werkt, het staat niet tegenover de materie; maar is
er transcendent aan.
De grondgedachte van
de Logos is steeds dezelfde gebleven. Het hele universum is gebaseerd op een
redelijkheid, die alles schept en in alles de harmonie bewerkt.
In ieder mens zetelt
een vonk van deze Logos. Als hij deze vonk erkent, is hij opgenomen in de
kosmische harmonie, en bereikt hij dat doel van zijn leven, dat niet in een
hiernamaals, maar in dit leven ligt: het geluk. De weg naar dit diepste binnen
wordt bepaald door een systeem van deugden en ondeugden. Maar het wezenlijke
van de weg is de gemoedsrust, het onbewogen aanvaarden van het noodlot.
Het lijkt alsof met de term Logos een universeel beginsel
kan worden aangeduid dat in de loop der tijd in meerdere culturen post heeft
gevat. Oosterse filosofieën hebben uiteraard niet het Grieks als hun
oorspronkelijke taal, en gebruiken derhalve ook het woord Logos niet, maar ze
kennen wel concepten die vergelijkbaar zijn, zoals Tao, Aum en Dharma. Misschien
zit er wel iets van waarheid in het stoïcijnse idee van de Logos.