Het stoïcijnse determinisme en de menselijke autonomie
lijken elkaar uit te sluiten. De wetenschap probeert alle natuurlijke
verschijnselen te verklaren als het gevolg van causale processen. Alles wat er
gebeurt is het resultaat van voorafgaande oorzaken. De moderne wetenschap stelt
dat de beweging van objecten in de natuur wordt veroorzaakt door van buitenaf
inwerkende doelloze krachten. Ze stelt vast dat indien zich bepaalde oorzaken
voordoen zich ook bepaalde gevolgen zullen gaan manifesteren. Als je alle
oorzaken zou kennen zou je in principe alle gebeurtenissen in de werkelijkheid
kunnen voorspellen. Maar als dit ook geldt voor het menselijk bewustzijn, zijn
alle menselijke keuzes van te voren gedetermineerd door oorzaken als
biologische behoeften, opvoeding en maatschappelijke verwachtingen. Als het
determinisme waar is wordt uw wil volledig bepaalt door uw aangeboren karakter
en biologische drijfveren. Uw keuzes zijn daarmee dus voorspelbaar en daarmee
komt er een abrupt einde aan de zo geliefde menselijke vrije wil. U bent dan ook
niet langer verantwoordelijk voor uw handelen. Om verantwoordelijk te zijn zou
u immers invloed moeten kunnen uitoefenen op wat u wilt en doet. De mens
degradeert zo van een autonoom subject tot niet meer dan een object dat net als
alle andere natuurverschijnselen causaal beïnvloed wordt. Hij wordt een soort
biologische robot die niets anders kan doen dan zijn programma afdraaien.
Een dergelijke redenering is onverenigbaar met het bestaan
van de menselijke vrije wil. Sommige filosofen denken dat die onverenigbaarheid
op een spraakverwarring berust. Vrije wil heeft twee fundamentele kenmerken,
zeggen ze. De eerste is het gevoel om in controle te zijn. U bent de oorzaak
van deze gebeurtenis. De tweede is het gevoel dat u het anders had kunnen doen.
U had een andere keuze kunnen maken. In een volledig gedetermineerde wereld
hebt u geen enkele invloed op uw handelen. U bent noch zelf de oorzaak van wat
u doet, noch had u iets anders kunnen kiezen. Maar doet dat er wel toe? In het
normale spraakgebruik zeggen we dat iemand vrij is als niets er aan in de weg
staat dat hij de dingen doet die hij wil doen. Dat is helemaal niet in tegenspraak
met het idee dat de dingen die hij wil doen het gevolg zijn van voorafgaande
oorzaken. Het feit dat ik nu een slok thee wil nemen uit de mok die hier voor
me op tafel staat wordt veroorzaakt door mijn dorst. Maar dat mijn wil een
oorzaak heeft maakt mijn wil niet minder vrij. Het is helemaal geen onlogisch
idee dat ook mijn verlangens en ideeën een daar aan voorafgaande oorzaak
hebben. Integendeel de gedachte dat iets volkomen zonder oorzaak uit het niets
verschijnt is juist vreemd en onlogisch. Een wereld waarin van alles gebeurt
zonder oorzaak is pas echt gek. Volgens deze redenering wordt u dus niet door
externe factoren belemmerd in uw gedachten. U hebt de mogelijkheid om te willen
wat u wil en te verlangen wat u verlangt. Dat betekent echter nog niet persé
dat die wil en dat verlangen zelf volkomen vrij zijn, dat u zelf kunt kiezen
wat u denkt, wilt of verlangt. Ook uw ‘vrije’ wil heeft immers een oorzaak. U
kunt dan misschien wel doen wat u wil, maar kunt niet ook willen wat u wilt.
Spraakverwarring of niet de vrije wil staat daarmee nog
steeds op losse schroeven. Het is dan ook de moeite waard om toch nog even wat
dieper in te gaan op het probleem van die vrije wil. Wat zegt de wetenschap
over onze vrije wil? We denken natuurlijk graag aan onszelf als zelfstandige denkende
wezens. U hebt immers een levendig bewustzijn van uw subjectieve ervaringen en
het gevoel dat u kunt kiezen hoe u wilt handelen. Met andere woorden, u bent er
van overtuigd dat het uw bewustzijn is dat uw gedrag veroorzaakt. U kunt immers
achteraf uitleggen wat u gedaan hebt en waarom u het gedaan hebt. Maar het
achteraf rechtvaardigen van uw handelingen is iets anders dan het zelfstandig
en onafhankelijk beslissen wat u al dan niet gaat doen. Wacht even, zult u nu
denken, hoe zo achteraf? Ik beslis van te voren of ik iets al dan niet doe. Dat
blijkt echter niet te kloppen, uw bewustzijn doet niets anders dan het achteraf
reageren op de dingen die u al gedaan hebt. Volgens de moderne wetenschap is
dat zelfs het enige waar uw bewustzijn toe in staat is. Het achteraf
rechtvaardigen van wat u denkt en doet.
De Amerikaanse neurofysioloog Benjamin Libet ontdekte dat er
zoiets als een ‘bewustzijnsvertraging’ bestaat. Uit zijn onderzoek blijkt dat
we ons pas nadat een handeling heeft plaatsgevonden bewust worden van die
handeling. We krijgen pas het gevoel dat we iets willen nadat we het al gedaan
hebben. Libet ontdekte dat het signaal naar onze spieren om op een knop te
drukken al vertrokken is op het moment dat we ons bewust worden van de wil om
op die knop te gaan drukken. Dat betekent dat handelen vooraf gaat aan denken.
Het blijkt dat onze waarneming van bewuste controle een illusie is. Een
achteraf door onze hersenen geconstrueerd beeld. Ook veel andere neurowetenschappelijke
en psychologische studies bevestigen dat het doorgaans de 'automatische piloot'
van uw hersenen is die achter het stuur zit. Die ‘automatische piloot’ heeft er
weinig of geen behoefte aan om ‘u’ op de hoogte te houden van wat er speelt.
Vreemd genoeg hebben we ook in de situatie dat de ‘automatische piloot’ aan de
knoppen zit het intense gevoel dat wij zelf de controle hebben over wat we
doen. Als dat niet zo is, waar komt dit gevoel dan vandaan? Het komt in ieder geval niet doordat u rechtstreeks toegang
hebt tot de hersenprocessen die uw acties onderbouwen. U heeft immers geen
enkel inzicht in de elektrochemische details van hoe uw zenuwen elektrische
signalen afvuren of van de wijze waarop neurotransmitters en hormonen door uw
hersenen en bloedvaten stromen. In plaats daarvan lijkt onze ervaring van
controle afkomstig uit afleidingen die we maken over de oorzaken van onze
acties, gebaseerd op ruwe zintuiglijke gegevens. En, net als bij elk soort
perceptie, kan onze ervaring misleid worden.
U kent allemaal wel die afbeeldingen die eerst op een konijn
lijken, maar een paar seconde later ook als een eend kunnen worden gezien. Of
het bekende plaatje van een mooie jonge dame die even later ook als een oude
vrouw kan worden aangemerkt. Het is hetzelfde met uw ervaring van controle en
vrije wil. Ook die perceptie zou verkeerd kunnen zijn en uit wetenschappelijk
onderzoek blijkt dus dat het dat meestal ook is. Zo blijkt uit experimenten dat
het helemaal niet zo moeilijk is om iemand te laten geloven dat hij iets doet
terwijl het in werkelijkheid een ander is die handelt. Net zo makkelijk is het
om iemand te laten geloven dat iemand anders iets doet terwijl hij het
eigenlijk zelf is die de handeling uitvoert.
Dergelijke illusies zijn niet beperkt tot zeer
gecontroleerde laboratorium situaties. Neem bijvoorbeeld de bekende rubberen
hand illusie. Een proefpersoon legt beide handen plat op een tafel. Zijn
linkerhand ligt buiten het zicht door een houten schot, maar naast het schot
ligt een rubberen nep hand. De proefpersoon ziet dus naast zijn eigen
rechterhand een rubberen nep hand liggen. Nu strijkt iemand met een kwastje
over de nep hand en doet dat gelijktijdig over de verborgen linkerhand. Na een
tijdje krijgt de proefpersoon het gevoel dat de nep hand bij zijn eigen lichaam
hoort. Als iemand met een hamer op de nep hand slaat, trekt de proefpersoon in
een reflex zijn echte hand terug. De rubberen hand wordt in zijn perceptie een
onderdeel van zijn lichaam en de verborgen echte hand bestaat niet meer. U kunt
dit in dit filmpje
nog eens nakijken.
Dergelijke waarnemingen wijzen op het bestaan van een
fundamentele paradox in wat we menen te weten over onze vrije wil. We hebben de
sterke indruk dat we zelf van te voren kiezen wat we doen. We houden onszelf en
andere mensen dan ook verantwoordelijk voor hun acties. Toch doen we maar heel
weinig dingen echt bewust. Bijna alles wat we in de wereld tegenkomen en bijna
al onze reacties op die wereld vereisen geen echte bewuste verwerking en worden
op de automatische piloot gedaan. Het gevoel dat u controle hebt over wat u
denkt en doet is dan ook diep misleidend. Het is slechts schijn. Een schijn die
u als alles al achter de rug is door uw brein krijgt voorgeschoteld.
Als uw ervaring van controle over wat u denkt en doet niet
echt is, hoe zit het dan met de vrije wil? Ook de stoïcijnen dachten dat het
gevoel van controle grotendeels misleidend is. Als de wereld een complex
netwerk van onderling verbonden oorzaken en gevolgen is en dus volledig
gedetermineerd is en als er daardoor werkelijk niet zoiets als vrije wil
bestaat waarom willen de stoïcijnen dan dat u probeert een virtuoos leven te
leiden. Het stoïcijns determinisme is in tegenspraak met de stoïcijnse vrije
wil. Als alles gedetermineerd is heeft het toch zeker geen enkel nut meer om te
proberen gelukkig en virtuoos te worden? Wat voor zin heeft het nog om naar uw stoïcijnse
leraar te luisteren als hij u aanraadt om A te doen omdat dat tot een virtuozer
leven leidt? Als van te voren vast staat dat u niet A maar B zult doen heeft
toch geen enkel advies nut. U gaat gewoon doen waartoe u gedetermineerd bent.
Het heeft geen zin meer om te proberen wat dan ook te ondernemen. Waarom zou u
als u ziek bent nog naar de dokter gaan? Het staat toch al vast of u zult
genezen of niet. Chrysippus was het niet eens met deze zogenaamde ‘redenering
van de luilak’. Hij zei: ‘het kan dan wel zo zijn dat het gedetermineerd is of
je zult genezen of niet, maar het zou heel goed kunnen zijn dat je alleen
geneest door bij de dokter een behandeling te ondergaan’. Gebeurtenissen hebben
vaak meerdere oorzaken en sommige oorzaken komen tot stand door de dingen die
je doet. De redenering van de luiaard houdt dus geen stand en het determinisme
is geen excuus om op de bank te blijven liggen.
Chrysippus redenering over meerdere oorzaken voor één gebeurtenis
verandert niets aan het probleem van het determinisme. Dat uw genezing mede
veroorzaakt wordt door uw gang naar de huisarts maakt dat bezoek nog niet
minder gedetermineerd. Het feit dat de meeste gebeurtenissen meerdere oorzaken
hebben werkt dan misschien tegen het argument van de luiaard, maar zegt nog
niets over de vrije wil. Ondanks dat ze geloofden dat het universum vooraf
bepaald wordt door de wetten van de natuur, wilden de stoïcijnen toch het idee
van vrije wil niet volledig opgeven. Voor een stoïcijn bent u meer dan een
biologische voorgeprogrammeerde robot.
Maar ook daarmee schiet u nog niet zo heel veel op. De door
de stoïcijnen gekoesterde vrije wil is nog steeds niet gered uit de klauwen van
hun eigen determinisme. De stoïcijnen denken echter nog een andere oplossing
voor het vraagstuk van de vrije wil te hebben gevonden. Chrysippus komt nu met
het voorbeeld van een cilinder die van een helling wordt afgeduwd. Het naar
beneden rollen van die cilinder heeft volgens hem twee verschillende soorten
oorzaken. In de eerste plaats is er de externe oorzaak. Iemand heeft de
cilinder een duwtje gegeven waardoor die in beweging is gekomen. In de tweede
plaats is er de interne oorzaak. De cilinder rolt alleen naar beneden door zijn
cilindrische vorm. Als het een kubus was geweest zou die misschien een klein
stukje zijn verschoven, maar niet naar beneden zijn gerold.
Er bestaan volgens Chrysippus dus twee soorten oorzaken:
externe oorzaken, het duwtje tegen de cilinder, en interne oorzaken, de ronde
vorm van de cilinder. Beide oorzaken zijn causaal gedetermineerd, maar ze zijn
toch wezenlijk verschillend. Vervolgens past hij dit voorbeeld toe op een mens.
Stel, zegt hij, u ziet een taart op tafel staan. In wezen velt u dan het
oordeel dat uw zintuigen u de indruk geven dat er iets dat u herkent als een
taart op tafel staat. Uw stemt in met de indruk dat er een taart is. Dit hele
proces is de externe oorzaak van uw bevestiging dat er een taartachtig iets op
tafel staat. Het is de duw die de cilinder in beweging bracht. Chrysippus gaat
verder en zegt dat dat nog niet alles is. Er is nog meer nodig om dit mogelijk
te maken. Minstens zo noodzakelijk is het bewustzijn van de persoon die instemt
met de indruk van de taart. Zonder een bewustzijn, een ‘hegemonikon’ dat kan
verlangen, willen en oordelen is er helemaal niets dat met de aanwezigheid van
de taart kan instemmen. Dat bewustzijn is de interne oorzaak, de vorm van de
cilinder. En op de vorm van de cilinder heeft u volgens Chrysippus weldegelijk invloed.
U kunt uw karakter, uw ‘hegemonikon’, trainen en aanscherpen. U schaaft dan als
het ware aan de vorm van de cilinder. U maakt hem aan de ene kant wat gladder
en aan de andere kant wat ruwer om zo de manier waarop hij rolt te beïnvloeden.
Aan de externe oorzaak, het noodlot, kunt u niets veranderen, maar aan de
interne oorzaak, uw karakter, kunt u wel wat veranderen. Wat er gebeurt ligt
buiten uw sfeer van invloed, maar hoe u daar dan vervolgens mee omgaat niet.
“Het noodlot leidt de willige, maar
sleept de onwillige over de grond mee”. (Seneca, Brieven aan Lucilius 107).
Dit bekende gezegde van Seneca illustreert de tegenstelling
tussen voorbeschikking en vrije wil nog eens extra. Aan het noodlot, de externe
oorzaken, kunt u niets veranderen, maar u kunt wel vrijelijk besluiten om u
neer te leggen bij wat u overkomt. Het interne oordeel dat u velt over wat er
in de externe wereld gebeurt is volkomen vrij. Het ‘hegemonikon’ kan het
verloop van de natuurwetten niet veranderen, maar is wel vrij in wat hij daar
over denkt. Een mens is geen biljartbal die volgens de wetten van de dynamica
beweegt als het een zetje krijgt. Een mens kan met zijn ‘hegemonikon’ kiezen om
al dan niet in te stemmen met de indruk die zijn zintuigen hem voorleggen.
Chrysippus zegt dat deze menselijke vrije wil bestaat doordat zijn bewustzijn
(‘hegemonikon’, rede, logos of hoe u het ook maar wilt noemen) een heel klein
stukje van het universele bewustzijn vormt. Doordat ieder mens een minuscuul
partje van het alomvattende kosmisch bewustzijn is kan hij een heel klein
beetje mee bepalen wat er in die kosmos gebeurt. Het zelfbewustzijn is de
innerlijke oorzaak, de vorm van de cilinder, die maakt dat de mens een vrij wil
heeft. De menselijke natuur die dit mogelijk maakt is op zijn beurt natuurlijk
ook weer het gevolg van causale processen. Dat staat er volgens Chrysippus niet
aan in de weg dat het ‘hegemonikon’ vrij is om zijn keus te maken. De
menselijke vrije wil in een deterministisch universum is daarmee gered. Of
misschien toch nog niet helemaal?
Er valt nog wel wat af te dingen op Chrysippus’
scherpzinnige redeneringen. Ook de menselijke natuur is uiteindelijk door
causale processen gevormd. Het is nog maar de vraag hoe veel je wint met het
onderscheid tussen externe en interne oorzaken. Eén ding is in elke geval wel
zeker. Het voelt wel alsof we een vrije wil hebben. De meeste mensen zijn daar van
overtuigd. Als u een stukje van de taart uit het vorige voorbeeld wilt proeven,
dan ervaart u dat als uw persoonlijke keuze. Als u geen vrije wil zou hebben
zou het alternatief zijn dat uw hand zomaar uit het niets naar voren schiet om
een stuk taart te grijpen. Het zou ook nog kunnen dat u een bewustzijn bent dat
geen enkele invloed heeft op wat uw lichaam doet. U bent dan niet meer dan een
toeschouwer die vast zit in een biologische robot die geheel gedetermineerd
zijn programma afdraait. Een minstens net zo onprettig idee als de gedachte dat
ook ons ‘hegemonikon’ niet meer dan een illusie is. De redenering van
Chrysippus is dan misschien wel niet helemaal vlekkeloos, maar voor mij valt
die voorlopig nog wel te prefereren boven de alternatieven.