zaterdag 23 maart 2024

25.3 Leren sterven

Op een dag zult u sterven. Daar bestaat geen enkele twijfel over. U ziet dagelijks overal om u heen dat mensen, dieren en planten het leven laten. De natuur overspoelt ons met het bewijs van de sterfelijkheid van alle levende wezens. Iedere seconde komt u dichter bij uw eigen dood. Eigenlijk bent u al begonnen met sterven op het moment dat u geboren werd. Het is niet de laatste minuut van uw leven waarop uw dood intreedt, nee het is begonnen bij uw geboorte. Uw tijd tikt langzaam maar zeker weg. Voor een stoïcijn is het, zoals we zagen, belangrijk om dat feit regelmatig onder ogen te zien. Het gezegde ‘memento mori’ (denk eraan dat je sterfelijk bent) werd tijdens een triomftocht door een slaaf in het oor van de zegevierende Romeinse generaal gefluisterd. De overwinnaar werd als beloning in een parade door Rome toegejuicht door een enorm publiek en zou zich maar illusies maken. Daarom werd hij er telkens aan herinnerd dat ook hij sterfelijk was. Het is goed om doordrongen te zijn van uw sterfelijkheid, maar doodsangst kan uw geluk en gemoedsrust behoorlijk verstieren. Het is voor een stoïcijn dan ook erg belangrijk daar iets op te vinden.

Het hele universum zit vol beweging. Verandering is overal. Niets blijft wat het is. Alles stroomt, zoals Heraclitus het zei. Zo zit de natuur nu eenmaal in elkaar. We zijn een onderdeel van de natuur verbonden met alles wat daarin gebeurt. De dood is daar een duidelijk voorbeeld van. Als we vergeten dat we deel uitmaken van de natuur, vergeten we ook dat we aan haar wetten onderworpen zijn en gaan we handelen alsof we onsterfelijk zijn. Epictetus waarschuwde daarvoor en zei er dit over:

“Het leven is als een zeereis. Ik kan het schip, de zeelui en het moment van vertrek zorgvuldig kiezen. Maar dan steekt er een storm op. Wat kan ik nu nog doen? Alles wat ik kon doen heb ik al gedaan. Het komt nu op de stuurman aan. Maar nu zinkt het schip en ik ga verdrinken. Wat kan ik nu nog doen? Ik doe niets meer dan ik kan doen. Ik raak niet in paniek, ik schreeuw niet, ik beklaag het noodlot niet. Ik weet immers dat wat geboren is, ook moet sterven. Ik leef niet eeuwig, ik ben een mens, een deel van de kosmos, zoals een uur een deel van de dag is. Als een uur moet ook  ik aanbreken en voorbijgaan. Wat maakt het uit op welke manier ik sterf, door verdrinking of door koorts? Want ik moet hoe dan ook sterven. (Epictetus, Colleges 2, boek 5)

Epictetus leerde zijn studenten dat het niet de dood zelf is die je gemoedsrust verstoort, maar de angst voor de dood. Het zijn juist uw angsten en verlangens die u belemmeren om het leven te leiden dat u wilt. Die angsten en verlangens sleuren u mee in een constante jacht en vlucht. U verkeert in een soort droomtoestand waarin u uw angsten probeert te ontvluchten en uw begeertes tracht na te jagen. De enige manier om u echt te bevrijden uit die slavernij van de passies is het overwinnen van uw doodsangst. Pas dan kunt u uzelf echt vrij noemen.

De stoïcijnen beseffen donders goed dat alleen het intellectuele begrip dat de dood iets onbelangrijks is, onvoldoende is om je doodsangst uit te schakelen. Ze weten dat we van nature bang zijn voor onze eigen dood, maar ze weten ook dat het weldegelijk mogelijk is om die natuurlijke angst te laten verdwijnen. Uw virtuositeit maakt u tot een bewust en denkend wezen. Uw vermogen om uzelf en het universum te zien en begrijpen maakt u tot iets bijzonders. Volgens Epictetus bent u door dat vermogen zelfs een klein stukje van het bewustzijn van het universum. In wezen bent u een klein beetje zelf een god. Door dit besef en door u te oefenen in de stoïcijnse praktijk en u uw eigen sterfelijkheid dagelijks voor ogen te houden kan het fundamentele besef dat alleen een virtuoos leven belangrijk is langzaam maar zeker tot uw wezen doordringen. Dit kan uiteindelijk zelfs uw eigen doodsangst tot iets onbeduidends reduceren.

Sterven is voor Epictetus het teruggeven van het leven dat u van de natuur te leen hebt gekregen. De dood wordt daardoor iets natuurlijks en onvermijdelijks. Het grootste deel van de onmetelijke tijd die sinds de Big Bang is verstreken bestond u niet en het grootste deel van de onmetelijke tijd die verstrijkt tot het ‘einde der tijden’ zult u er niet zijn. U hebt een heel klein stukje tijd van de natuur te leen gekregen, waarin u als een bewust wezen mag bestaan. Epictetus wil dan ook dat u voorbereid bent op uw eigen dood en het niet als iets onverwachts beschouwt. Wees er klaar voor om uw lening op ieder moment op een waardige manier af te lossen. De stoïcijnse filosoof-keizer Marcus Aurelius had er ook iets over te zeggen. Hij schreef:

“Wat je overkomt en toebedeeld wordt moet je aanvaarden, alleen al omdat je weet dat het daarvandaan komt, vanwaar je zelf gekomen bent. Je moet vooral de dood in vredige gezindheid afwachten, in de overtuiging dat die niets anders is dan het uiteenvallen van de elementen waaruit ieder levend wezen is opgebouwd. Als er voor de elementen niets angstaanjagends is in het voortdurend overgaan van de ene toestand in de andere, waarom zou je dan opzien tegen de verandering en het uiteenvallen van jezelf? Dat is toch volgens de natuur en wat volgens de natuur is, is nooit slecht”. (Marcus Aurelius Dagboeken Boek 2, hoofdstuk 17)

Waarom zou u zich druk maken over iets dat hoe dan ook gaat gebeuren? Sommige mensen vrezen vooral een bepaalde manier van dood gaan. Bijvoorbeeld door een vliegtuigongeluk of door een slepende ziekte. Volgens de stoïcijnen is dat onzin. Of u nu sterft doordat er bij een aardbeving een heel flatgebouw bovenop u valt, of dat u sterft doordat er een bloempot van een balkon afvalt, dood bent u toch, het is allemaal hetzelfde.

Doodsangst is de ergste en hardnekkigste van alle slechte emoties (passies). Mediteren op de eigen dood is dan ook één van de belangrijkste stoïcijnse oefeningen. Het is een psychologische en ethische oefening die uw manier van denken en handelen op een fundamentele manier overhoop kan halen. Je hoort vaak dat mensen die oog in oog hebben gestaan met de dood hun leven volledig hebben omgegooid. De stoïcijnse meditatie op de dood beoogt op een wat minder drastische manier eenzelfde effect te bewerkstelligen. Door een stoïcijnse houding te leren aannemen tegenover uw eigen dood zal uw hele levenshouding veranderen.

Volgens de stoïcijnen is de dood helemaal niet iets ergs. Als dat wel zo was, zou u het al lang weten. Seneca legt uit dat iedereen weet hoe het is om dood te zijn. In één van zijn brieven schrijft hij aan zijn vriend Lucilius:

“Met de dood heb ik al lang geleden kennisgemaakt. ‘Wanneer dan?’ vraag je. Zelfs al voor ik geboren werd. De dood betekent er niet zijn. Hoe dat is weet ik al lang: na mij zal er zijn wat er voor mij was. Als dat iets verschrikkelijks is, moet het er ook geweest zijn voordat ik geboren werd. Welnu, ik heb toen niets pijnlijks ervaren.” (Seneca, Brieven aan Lucilius, brief 54)

Het is volgens hem net zo dwaas om te wensen dat je nog duizend jaar lang blijft leven als het is om te wensen dat je al duizend jaar leeft. Als dood echt zo afschuwelijk is, dan zou u al eeuwen lang iets vreselijks hebben ervaren. Maar u hebt niets ervaren. Dood zijn is immers de afwezigheid van iedere mogelijke ervaring. Met de dood houdt elke mogelijke gewaarwording op en wat u niet waarneemt, bestaat niet voor u.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten