Om het allemaal wat beter in zijn verband te kunnen zien
beginnen we met een korte paragraaf over de evolutionaire oorsprong van onze
emoties en rede. Alle levende organismen verzamelen op de één of andere manier
informatie uit hun omgeving, verwerken die en reageren daarop. Bij eenvoudige
organismen blijft de verwerking en reactie beperkt tot simpele pijn- en
genotsreflexen. Ik moet deze kant op bewegen want daar is voedsel, of ik moet
maken dat ik hier wegkom het is hier giftig of gevaarlijk. Bij grotere
organismen wordt goede informatie steeds belangrijker voor het overleven.
Informatie is essentieel bij het vinden van de beste voedselbronnen en het
weten waar roofdieren in een hinderlaag kunnen liggen. Langzaam maar zeker
kregen de eerste grotere organismen ook meer en betere sensoren om hun omgeving
te kunnen waarnemen. Sensoren voor licht, geluid, druk, bepaalde stoffen en
dergelijken ontstonden. Er kwam daardoor steeds meer informatie over de wereld
beschikbaar. Er ontstaat zelfs een soort verlangen naar die informatie. Hoe
meer informatie, hoe beter de overlevingskansen. Informatie en het oplossen van
problemen wordt daarmee een doel op zich. Het oplossen van een probleem of een
lastige puzzel levert u dan ook net zo’n door hormonen gestuurde genotservaring
op als lekker eten of seks.
De verwerking van al die extra informatie wordt steeds
complexer en ook het repertoire aan reacties op gebeurtenissen in de
buitenwereld neemt toe. De aanvankelijk nog heel eenvoudige zenuwknopen van
wormen en insecten groeien uit tot echte hersenen die een soort beeld van de
buitenwereld kunnen creëren. Dat beeld omvat niet alles, alleen informatie die voor
het overleven belangrijk is krijgt een plaats. Hersenen worden steeds geavanceerder
en kunnen op een gegeven moment zelfs modellen van mogelijke toekomstscenario’s
schetsen.
Het is u misschien al wel opgevallen dat dit betekent dat
geen enkel wezen met hersenen, dus ook wij niet, in direct contact met zijn
omgeving staat. We leven allemaal in een virtuele werkelijkheid die ons door
onze hersenen wordt voorgeschoteld. Onze hersenen bouwen een model op van de
belangrijkste informatie die ze door onze sensoren (zintuigen) over ons lichaam
en onze omgeving krijgen aangeleverd. Ze geven ons daarbij alleen die
informatie die nodig is om te kunnen overleven, om snel en passend te kunnen
reageren op de continue maalstroom van veranderingen om ons heen. De beelden
die onze hersenen ons aanbieden zijn dan ook gekleurd en gefilterd. Alle niet relevante
informatie wordt genegeerd en weggelaten. Wat onze hersenen ons voorspiegelen
is dus zeker niet een volledig kloppend beeld van wat er om ons heen gebeurd.
Het is belangrijk om goed te onthouden dat de wereld die u ervaart niet de
echte werkelijkheid is. Alles wat u ervaart is al ingekleurd en bevooroordeeld.
De reactie op de buitenwereld van organismen met hersenen
vindt plaats op verschillende niveaus. Sommige reacties moeten onmiddellijk
plaatsvinden. Uw zenuwcellen voelen iets, krijgen een sensatie, dat potentieel
levensbedreigend is. Er moet direct een respons gegeven worden uitstel is
funest. Uw lichaam reageert direct met wat we reflexen noemen. U trekt uw hand
al terug voordat u zich er zelfs maar van bewust bent dat u een gloeiend hete pan
hebt aangeraakt. Het zijn uw pijnsensoren die dit soort gedrag beheersen. Uw
hersenen komen hier niet eens aan te pas. Het terugtrekcommando wordt al in uw
ruggenmerg gegeven. Pas nadat u uw hand hebt teruggetrokken wordt u zich bewust
van wat er gebeurd is.
Een iets tragere, maar toch ook nog behoorlijk snelle,
reactie vindt plaats via uw emoties. Het deel van uw hersenen dat het limbisch
systeem wordt genoemd bepaalt wat voor emoties u voelt. Via dit limbisch
systeem (ik noem het in dit boek uw reptielenbrein, maar daarover later meer)
komen alle berichten van uw zintuigen uw hersenen binnen. Aan die berichten
worden direct bepaalde neigingen, voorkeuren of een gevoel van afkeer
verbonden. Die neigingen leveren doorgaans behoorlijk goede resultaten op om het
individu zo lang mogelijk in leven te laten. Dat kan ook haast niet anders. De
natuurlijke selectie heeft er wel voor gezorgd dat voorouders die de neiging
hadden om een sabeltandtijger als een leuk en snoezig poesje te zien er niet meer
aan toekwamen om nageslacht voort te brengen.
Emoties werken via hormonen die, onder andere, door de
hypofyse, een onderdeel van ons reptielenbrein, worden afgegeven. Emoties als
angst, woede, verrassing en afkeer lijken zomaar in ons op te wellen. Ze lijken
zich aan onze bewuste controle te onttrekken. Ze zetten u ertoe aan om op
bepaalde voorgeprogrammeerde manieren te reageren op de informatie die uw
zintuigen u geven. Uw reptielenbrein laat hormonen in uw bloedbaan los die u
erop voorbereiden om weg te rennen, aan te vallen, extra voorzichtig te zijn of
te gaan vrijen.
De zoogdieren ontwikkelden naast hun reptielenbrein ook nog
een zogenaamde hersenschors: de cortex. Deze organismen met relatief de
grootste hersenen kennen daardoor nog een ander maar wel wat langzamer
reactiemechanisme. Dit traagste reactiemechanisme is wat we gewoonlijk denken
noemen. Uw gedachten zijn eigenlijk niets meer dan een wat geavanceerdere
besluitvormingsprocedure in de ‘struggle for live’. Ze vormen het verlengde van
uw emoties en net als uw emoties zijn ze voornamelijk gericht op uw overleven.
Dit mechanisme heeft misschien wel wat meer tijd nodig, maar daar staat dan
weer tegenover dat het tot veel betere beslissingen in staat is. Zo kan het
gebruik maken van een geheugen. Met dit vermogen om de resultaten van eerdere
besluiten en reacties te onthouden en daarvan te leren kunnen in het heden
betere beslissingen worden genomen. Met uw geheugen kunt u ook geautomatiseerde
reacties aanleren, waardoor u ingewikkelde dingen als fietsen en computerspelletjes
spelen zonder enige moeite kunt uitvoeren. U zult begrijpen dat vooral het
kunnen spelen van dergelijke computerspelletjes de mens een ongelooflijk
krachtig evolutionair voordeel oplevert.
Sensaties, emoties en gedachten vormen zo gezamenlijk de
subjectieve innerlijke wereld die uw beeld van de werkelijkheid vormt. Dit
beeld is wat de stoïcijnen de rede of het ‘hegemonikon’ noemen en wat wij
tegenwoordig de naam bewustzijn geven. Het is een toestand van scherpgerichte
aandacht die onze hersenen kunnen oproepen op het moment dat een moeilijk
besluit moet worden genomen. Waarschijnlijk heeft ieder dier met relatief grote
hersenen en het vermogen om complexe besluiten te nemen een zekere vorm van
bewustzijn. Het informatie verwerkend en probleemoplossend vermogen van de
menselijke hersenen is gigantisch. Uw rede biedt u daarmee ongekende
mogelijkheden om uw eigen leven en virtuositeit vorm te geven.
Fijne blog weer Gerard. Dank!
BeantwoordenVerwijderen