De stoïcijnen propageren een natuurlijke manier van leven, een leven in harmonie met de natuur. Een dergelijke manier van leven doet tegenwoordig al gauw denken aan geitenwollensokken types die hun eigen groente verbouwen en zelf een stinkende drab die ze bier noemen, brouwen. Hoewel een stoïcijn een ecologische manier van leven wel zou bevallen is dit toch niet wat ze met een leven in overeenstemming met de natuur bedoelen. Het gaat er bij hen om te leren om zowel in overeenstemming met hun individuele menselijke natuur als in overeenstemming met de universele kosmische natuur te leven. U zult al gauw merken dat het eigenlijk om één en dezelfde natuur gaat. Het onderscheid is kunstmatig, maar wel makkelijk voor een beter begrip.
De universele, kosmische natuur omvat al het bestaande.
Ruimte, tijd, energie, materie en de zogenaamde natuurwetten. De mens maakt
daar deel van uit en is onderworpen aan de gang van zaken in het universum. Hij
kan zich er niet aan onttrekken en moet accepteren dat de wereld is zoals hij
is. Volgens de stoïcijnen heeft dit universum een bewustzijn. Al het bestaande
is niet alleen maar dode materie en ruimtetijd, nee het is zich bewust van zijn
bestaan. Het weet dat het er is en het beseft dat er dingen in en met hem
gebeuren. Dat klinkt een beetje gek en zweverig, maar is eigenlijk heel
logisch. In de ogen van de stoïcijnen kan het gewoon niet anders dan dat nu de mens
zich al bewust is van zijn bestaan, iets dat veel groter en ingewikkelder is
dan die mens ook bewustzijn moet hebben. Een heel ander en meeromvattend
bewustzijn natuurlijk, maar weldegelijk een soort van bewustzijn. Dat klinkt
vreemd, maar wordt al wat minder raar als u bedenkt dat alleen al door het bestaan
van de zelfbewuste mens ook het heelal zich via die mens, die daar immers deel
van uitmaakt, bewust moet zijn van zijn eigen bestaan. Stoïcijnen worden daarom
ook wel pantheïsten genoemd, de leer dat al het bestaande in de natuur als
goddelijk en bewust kan worden aangemerkt.
De stoïcijnse leraren vinden dat een leerling niet alleen
theoretisch moet beseffen dat hij een onderdeel van dat bewuste universum is,
hij moet zich ook echt een onderdeel van het geheel gaan voelen. Er bestaan
zelfs een paar speciale stoïcijnse meditatietechnieken, ‘de panoramablik’ ook
wel ‘het kosmische gezichtspunt’ genoemd en de ‘anakhoresis-meditatie’, om dat
gevoel op te wekken. Het besef dat er iets groters bestaat waar we aan
onderworpen zijn kan troostend werken. We zijn niet voor alles
verantwoordelijk, een groot deel van de dingen die ons overkomen vallen buiten
ons bereik. Het enige dat we kunnen doen is het accepteren.
Dood, natuurrampen, ziektes en dergelijken zijn zo geen
straffen van een boze godheid. Het zijn gewoon de manier waarop de dingen in de
natuur zich ontvouwen. De manier waarop een van zichzelf bewuste natuur zich
realiseert. De stoïcijnen lijken soms zelfs te suggereren dat die universele
natuur ons expres allerlei tegenslag laat ondergaan om ons ‘hegemonikon’ zo de
kans te geven zich te trainen. Op die manier biedt het universum ons de mogelijkheid
om te laten zien dat we de les over wat wel en wat niet onder onze controle is
goed hebben geleerd. Het christendom heeft deze gedachte later in zijn
doctrines opgenomen. Een dergelijk ‘geloof’ zou inderdaad troost kunnen brengen
in moeilijke omstandigheden, maar desondanks lijkt het mij persoonlijk
waarschijnlijker dat een universeel bewustzijn, als dat al echt zou bestaan,
onverschillig staat tegenover het wel en wee van een individuele mens.
De individuele natuur van de mens is dus een onderdeel van die grote
universele natuur. Hij omvat zowel de fundamentele eigenschappen die alle
mensen met elkaar delen, de dingen die een mens tot mens maken, als uw hoogst
persoonlijke eigenschappen, de eigenschappen en talenten die u maken tot wie u
bent. U beschikt net als ieder ander mens over de algemene eigenschappen en
karaktertrekken die eigen zijn aan ons mensen en ons doen verschillen van
bijvoorbeeld een orang-oetan. Dit noemen de stoïcijnen, heel origineel, de
menselijke natuur. Daarnaast heeft u uw eigen persoonlijke eigenschappen,
talenten en levensgeschiedenis die u maken tot wie u als individueel persoon
bent. Uw eigen individuele natuur. Ook met die unieke eigenschappen moet u
terdege rekening houden bij de keuzes die u maakt. Voor u iets onderneemt moet
u zich rekenschap geven van uw talenten en beperkingen. Van een leerling
stoïcijn wordt verwacht dat hij op zoek gaat naar zijn rol op het wereldtoneel.
Epictetus zegt het als volgt:
“Als je een rol op je neemt die je
niet ligt, dan faal je twee keer: je slaagt niet in de rol die je op je genomen
hebt, en je hebt de rol laten lopen die je wel had kunnen vervullen.”
(Epictetus, Handboekje 37).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten