Het leven loopt lang niet altijd zoals we dat het liefst zouden willen. We krijgen slecht nieuws te horen. We ergeren ons of worden verdrietig omdat de wereld zich maar niet naar onze wensen wil schikken. Verbeten proberen we de controle te herwinnen en we blijven hopen en zelfs verwachten dat alles uiteindelijk goed zal komen. Toch lopen we keer op keer weer tegen de muur van de realiteit op. We raken telkens weer gefrustreerd en onze hooggespannen verwachtingen maken dat we ons regelmatig niet al te prettig voelen.
Het is een vicieuze cirkel waar de meeste mensen nooit uit
los lijken te kunnen breken. De stoïcijnse filosoof Epictetus (50-130) had een
methode om dat toch voor elkaar te krijgen. Hij wil dat u zich de simpele vraag
stelt: ‘Waar heb ik nou echt controle over?’ Het zal u verrassen hoe weinig
dingen u werkelijk onder controle hebt. Over wat werkelijk tot uw wezen behoort.
Als u laag na laag hebt afgepeld zult u merken dat uiteindelijk als laatste
alleen uw wil overblijft. Uw vermogen tot nadenken en oordelen is het enige
waar u werkelijk een volkomen controle over kunt uitoefenen.
Het kan troostend werken als u beseft hoe weinig van uw
wereld u werkelijk kunt beheersen. De meeste dingen liggen gewoon buiten uw
vermogen. U kunt er helemaal niets aan doen en kunt uzelf dan ook niets
verwijten. Over de realiteit hebt u geen macht, maar over de manier waarop u
die realiteit beleeft hebt u wel controle. Het is het ‘zelf’ waardoor we de
wereld binnen krijgen. Alles wat er om ons heen en in ons gebeurt wordt beleefd
door ons ‘zelf’. Het is dus ook dat ‘zelf’ dat bepaalt wat we daar over denken.
We zijn nooit volledig in controle over wat er met ons gebeurt, maar we hebben
weldegelijk de volledige controle over wat we daar van vinden.
Epictetus leert ons dat het niet de gebeurtenissen zijn die
ons overstuur maken, maar onze oordelen over die gebeurtenissen. Diep van
binnen weet u dat waarschijnlijk ook wel, maar toch raakt u telkens weer
gefrustreerd, verdrietig of kwaad over dingen waarvan u weet dat u er niets aan
kunt doen. Epictetus oplossing voor dit probleem is in de twintigste eeuw
herontdekt door de beroemde psychiater Albert Ellis. Hij geeft onze stoïcijnse
filosoof alle credits als inspiratiebron voor de door hem ontwikkelde cognitieve
gedragstherapie (CGT).
Van Epictetus zelf zijn geen geschreven teksten
overgeleverd, maar zijn leerling Arrianus (90-175) heeft zijn
collegeaantekeningen aan de openbaarheid prijsgegeven zodat we nu toch over
geschreven bronnen beschikken. Arrianus was een hoge ambtenaar onder keizer
Hadrianus (76-138) en hij stond goed aangeschreven als filosoof en geleerde. Misschien
was het wel deze Arrianus die keizer Hadrianus in contact heeft gebracht met zijn
oude leraar Epictetus. Het schijnt dat de keizer en onze stoïcijnse filosoof
het goed met elkaar konden vinden en zelfs vrienden zijn geworden. Naast de omvangrijke
collegeaantekeningen heeft hij ook nog het beroemde ‘Handboekje’ of ‘Encheiridion’
geschreven. Dit ‘Handboekje’ bestaat uit korte pakkende stukjes tekst die uit
het hoofd geleerd moesten worden om in spannende situaties onmiddellijk een
stoïcijnse spreuk bij de hand te hebben. Het was één van de door Epictetus
gebruikte lesmethodes.
Een belangrijk deel van zijn leven heeft Epictetus
doorgebracht in slavernij. Als slaaf werd hij niet beschouwd als een volwaardig
mens en was hij beroofd van zijn identiteit en waardigheid. De naam Epictetus
betekent in het Grieks zoiets als ‘verkregen eigendom’ en werd hem dus
waarschijnlijk door zijn meester gegeven. Hij liep mank wat het gevolg zou zijn
geweest van een pak slaag dat hij van zijn meester Epaphroditus kreeg. Die
Epaphroditus was de persoonlijk secretaris van keizer Nero. Een andere beroemde
stoïcijn Seneca was in die periode de belangrijkste adviseur van Nero. Het is
dus helemaal niet zo’n gekke gedachte dat Seneca en Epictetus elkaar gekend
hebben. Misschien was het wel de oudere Seneca, die er om bekend stond slaven
als zijn gelijken te behandelen, die Epaphroditus er van overtuigde om
Epictetus in de leer te sturen bij de stoïcijnse leraar Musonius Rufus (30-102).
Epictetus was zich er dus als geen ander van bewust dat hij
maar heel weinig invloed op het verloop van zijn eigen leven had. Het zelfbegrip
dat Epictetus hanteert was een stuk beperkter dan wat de gemiddelde vrije moderne
mens daaronder begrijpt. Ook u beschouwt misschien zaken als uw lichaam en
reputatie of uw bezittingen als behorend tot uw ‘zelf’, tot uw identiteit. Als
slaaf bezat Epictetus helemaal niets en was hij volledig uitgeleverd aan de
grillen van zijn meester. Hij was zich er daardoor extra goed van bewust dat
alleen zijn wil, zijn oordeelsvermogen volledig vrij en in zijn bezit was. In
één van zijn lessen zei hij daarover:
De meeste mensen zijn
bang voor een tiran en zijn lijfwacht. Maar dat is helemaal niet nodig. De van
nature vrije geest kan alleen door zichzelf in verwarring gebracht worden, niet
door iets van buiten. Het zijn je eigen opvattingen die je bang maken. Wanneer een
tiran tegen je zegt: ‘Ik laat je in de boeien slaan’, dan zegt iemand die zich te
veel identificeert met zijn lichaam: ‘Heb medelijden, doe dat toch niet.’ Iemand
die zich identificeert met zijn wil en oordeelsvermogen zegt: ‘Doe vooral wat
je niet laten kan.’ ‘Dat kan je dus niets schelen?’ ‘Nee dat doet me niets.’
Dan zal ik je laten voelen wie de baas is.’ ‘Jij? Hoezo? Zeus [de natuur] heeft
van mij een vrij man gemaakt’. (Epictetus; Colleges; boek I hoofdstuk 19)
Epictetus legt hieruit dat zelfs je lichaam niet echt van
jou is. Als dat wel zo zou zijn dan zou u ziektes en andere ongemakken gewoon
weg kunnen wensen. Dat kunt u niet, hoe graag allerlei zweverige groeperingen u
dat ook willen laten geloven. Dus uw lichaam is één van die dingen die u niet
volledig in uw macht hebt. De zaken waar u geen volledige controle over hebt
kunnen uw welzijn en bewegingsvrijheid inperken, maar ze hebben geen grip op uw
oordeelsvermogen. Dat oordeelsvermogen is het enige waar u een volledige
controle over kunt uitoefenen en dat is dus de kern van uw ‘zelf’. Dat is wat u
werkelijk bent.
Epictetus wil dat zijn leerlingen leren om hun geluk en
gemoedsrust aan niets anders toe te vertrouwen dan aan hun eigen
oordeelsvermogen. ‘Gemakkelijker gezegd dan gedaan’, zult u wel denken. In de
moderne tijd zijn we allemaal in min of mindere mate de slaaf van werkgevers,
hypotheekverstrekkers, reclamebureaus en sociale media. We worden geleefd en
hebben heel wat minder invloed op ons eigen bestaan dan we denken. Ondanks al
onze rijkdom en welvaart hebben we misschien niet eens zo heel veel meer werkelijke
bewegingsruimte dan een slaaf in de tijd van Epictetus.
Epictetus raadt u aan om iedere dag wanneer u zich weer in
de ‘ratrace’ van de moderne maatschappij stort met uzelf af te spreken dat u
zich op een natuurlijke manier zult gaan gedragen. Voor een stoïcijn betekent
dat dat hij zich voorneemt om zo rationeel mogelijk te zijn. Het is natuurlijk
en rationeel om niet te snel van streek te raken als het even tegenzit. Een stoïcijn
wil niet alleen de drukke bezigheden van de dag tot een goed einde brengen,
maar daarnaast ook nog eens zijn gemoedsrust bewaren. En dat bewaren van zijn
gemoedsrust is zelfs een stuk belangrijker dan het al dan niet tot een goed
einde brengen van zijn taken. Epictetus gebruikte een als ontspannend bedoeld bezoek
aan het badhuis als voorbeeld. In de Oudheid was zo’n badhuis een soort
combinatie van een luxe zwemparadijs en een sportschool. Een in die tijd, en ongetwijfeld
ook bij Epictetus’ leerlingen, zeer geliefde tijdsbesteding. Hij verwoordde het
zo:
Realiseer je bij alles
wat je gaat doen, wat het is dat je gaat doen. Als je naar het badhuis gaat
haal je dan voor de geest wat er zoal gebeurt in een badhuis: mensen die je
natspatten, die tegen je op lopen, die je uitschelden of van je stelen. Je loopt
minder risico als je tegen jezelf zegt: ‘Ik wil niet alleen een bad nemen, maar
ook mijn gemoedsrust bewaren.’ Dit moet je bij alles wat je onderneemt doen. Want
als er dan iets gebeurt dat je belemmert dan kun je meteen zeggen: ‘Dit was
niet het enige wat ik wilde doen, ik wilde ook mijn gemoedsrust bewaren. En dat
zal niet lukken als ik me boos maak over wat er gebeurt.’ (Epictetus;
Handboekje; hoofdstuk 4)
U wil flink trainen in de sportschool, maar het is druk en
al de apparaten zijn bezet. Tot overmaat van ramp wordt ook nog eens uw
portemonnee gerold. Uw bezoek aan de sportschool heeft niet helemaal opgeleverd
wat u er van verwacht had, maar u had nog een ander doel in uw achterhoofd toen
u op pad ging. U wilde uw gemoedsrust bewaren. Een al dan niet prettig verblijf
in de sportschool heeft u niet uw macht, maar u hebt wel de volledige controle
over het bewaren van uw gemoedsrust. Als u dat voor elkaar weet te krijgen dan
is uw ‘mislukte’ bezoek aan de sportschool toch nog een succes geworden.
Het is natuurlijk alles behalve eenvoudig om bij alles wat u
doet in uw achterhoofd te houden dat u ook nog eens van plan bent om uw
gemoedsrust te bewaren. Maar u zou er een gewoonte van kunnen maken om iedere
ochtend onder de douche of tijdens het eten bij u zelf te zeggen dat u vandaag
gaat proberen om uw gemoedsrust te bewaren. Dat zal u zeker niet steeds lukken,
maar al zou u daar maar één op de vier keer in slagen dan zou uw leven er toch
al weer een stukje prettiger door geworden zijn. En dat is nou precies wat
Epictetus voor ogen had.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten