Hoofdstuk 21 van het Handboekje van Epictetus
Aan dood, ballingschap en alle andere dingen die je angst in boezemen moet je dagelijks denken, maar vooral aan de dood. Dan zal je nooit meer een slechte gedachte koesteren of al te sterk naar iets verlangen
Aan dood, ballingschap en alle andere dingen die je angst in boezemen moet je dagelijks denken, maar vooral aan de dood. Dan zal je nooit meer een slechte gedachte koesteren of al te sterk naar iets verlangen
Epictetus moedigt hier zijn leerlingen aan om elke dag aan
hun op handen zijnde dood te denken. De stoïcijnse oefening van de ‘premeditatio
mortis’. Iedere dag kan je laatste zijn. Betekent dit dat Epictetus adviseert
om er maar op los te leven? Als dit de laatste dag van je leven zou zijn, dan
zou je toch kunnen eten, drinken en feesten zoveel als je maar wilt. Geef al je
geld uit en neem het er nog maar even van, morgen ben je toch dood. De
consequenties van je handelen hoef je niet meer te dragen. Een uitstekend
excuus voor hedonistische uitspattingen. Je zult ondertussen wel vermoeden dat
dit niet helemaal was wat de oude stoïcijnen bedoelen als ze het over hun
stoïcijnse ‘memento mori’ (gedenk te sterven) hadden. Door zo nu en dan even
bij hun eigen sterfelijkheid stil te staan willen de stoïcijnen voorkomen dat
de tijd zomaar tussen hun vingers door glipt. Ze willen zich realiseren dat het
leven bijzonder en wonderbaarlijk is. Hoeveel uren en dagen gaan er niet
voorbij terwijl je bezig bent één of ander doel na te streven. Je bent hard aan
het werk om een target van je bedrijf te halen, je bent druk bezig een nieuwe
auto uit te kiezen, of je steekt al je energie in het vinden van een baan. Het
is doorgaans niet verkeerd om die dingen te doen, maar je moet ontzettend
oppassen dat je in al die drukte niet vergeet om ook te leven.
Voor een stoïcijn is dan ook niet zozeer je levensduur van
belang, maar de vraag wat je met je leven doet. Leid je een virtuoos leven en
ontplooi je al je talenten? Ook anderen beoordelen we vooral op de dingen die
ze doen en niet op hun leeftijd. De stoïcijnen wezen daarbij op het voorbeeld
van Alexander de Grote. Deze veldheer wordt vooral herinnerd voor zijn
veroveringen en niet voor de korte duur van zijn leven. Het zou hypocriet zijn
om voor ons eigen leven een andere standaard aan te houden. Kortom het gaat om
de kwaliteit van je leven, niet om de kwantiteit. Met dit soort meditaties wil
Epictetus zijn leerlingen dwingen om zich in het hier en nu met hun
persoonlijke levenskunst bezig te houden.
Een stoïcijn wil dus voorkomen dat hij zijn leven verdroomt.
Ongeacht de lengte van zijn bestaan wil hij voor alles intens en virtuoos
leven. Zelfs de duur van zijn leven is voor een stoïcijn daarbij niet van
belang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten