Stoïcisme is een filosofische stroming die zijn oorsprong vindt in het oude Griekenland van rond de 3e eeuw v.Chr. Het werd ontwikkeld door Zeno van Citium en kreeg later vorm door figuren als Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius. Tegenwoordig is er een hernieuwde interesse in stoïcisme, wat heeft geleid tot wat het "modern stoïcisme" wordt genoemd. Hoewel deze moderne variant trouw blijft aan veel van de kernprincipes van de klassieke stoïcijnen, zijn er ook aanzienlijke verschillen die het gevolg zijn van de veranderende wetenschappelijke inzichten en maatschappelijke context. In dit blog worden de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen het klassieke en het moderne stoïcisme nog eens op een rij gezet.
De belangrijkste overeenkomsten:
1. Filosofische kernwaarden
Zowel het klassieke als het moderne stoïcisme delen de fundamentele overtuiging dat deugd of virtuositeit, zoals de stoïcijnen het noemen, het hoogste goed is. Virtuositeit verwijst hier niet alleen naar morele karakter eigenschappen of waarden, zoals wijsheid, moed, rechtvaardigheid en matigheid, maar ook naar het optimaal cultiveren van talenten. Zowel de oude als de moderne stoïcijnen richten zich dus op een zo compleet mogelijke zelfontplooiing.
2. Het beheersen van emoties
Een ander gemeenschappelijk punt is de nadruk op het beheersen van emoties. Zowel klassieke als moderne stoïcijnen geloven dat ongecontroleerde emoties zoals angst, woede en jaloezie destructief kunnen zijn. Het streven naar ‘apatheia’ (onverschilligheid) is daarom een belangrijk doel voor alle stoïcijnen. Dit betekent niet dat stoïcijnen geen emoties willen voelen of, nog erger, dat ze emoties onderdrukken, maar wel dat ze zich niet laten leiden door negatieve emoties zoals angst, woede en verdriet. Door het cultiveren van rationele gedachten en een evenwichtige geest, kunnen mensen deze negatieve emoties minimaliseren en innerlijke rust vinden. Daarbij geldt dat externe gebeurtenissen en omstandigheden buiten onze controle liggen en dat alleen onze eigen reacties en handelingen binnen onze macht liggen.
3. Oefeningen en praktijken
Stoïcijnen, zowel klassiek als modern, maken gebruik van verschillende mentale oefeningen om hun filosofie in de praktijk te brengen. Denk hierbij aan het dagelijks reflecteren op de eigen daden (avondmeditatie of het bijhouden van een dagboek), het memento mori (gedachte aan de dood), en het visualiseren van mogelijke tegenslagen (premeditatio malorum). Deze oefeningen zijn bedoeld om de geest voor te bereiden op moeilijkheden en om veerkracht te ontwikkelen.
De belangrijkste verschillen:
1. Religieuze en kosmologische opvattingen
Een van de grootste verschillen tussen klassiek en modern stoïcisme ligt in hun opvattingen over religie en kosmologie. Klassieke stoïcijnen geloofden in een goddelijke rede (logos) die het universum doordringt en het lot bepaalt. Ze zagen de wereld als een bewust georganiseerd geheel, waarin alles volgens een kosmisch plan gebeurt. Modern stoïcisme daarentegen heeft deze metafysische elementen grotendeels losgelaten en richt zich meer op een seculiere interpretatie van de stoïcijnse ethiek. Moderne stoïcijnen gebruiken de filosofie vaak zonder de religieuze onderbouwing, waardoor het toegankelijker wordt voor een breder publiek. Dat neemt niet weg dat ook modern stoïcisme prima te verenigen valt met een meer spirituele levenshouding.
2. Context en toepassingen
De context waarin het klassieke en moderne stoïcisme wordt toegepast, verschilt aanzienlijk. De klassieke stoïcijnen leefden in een tijd van politieke instabiliteit, slavernij en persoonlijke onzekerheid, wat hun filosofie vormgaf. Moderne stoïcijnen passen de principes van het stoïcisme toe in een heel andere wereld, gekenmerkt door technologische vooruitgang, globalisering, klimaatverandering en gedestabiliseerde moderne democratieën die onder de invloed van het populisme dreigen om te vallen. Er zijn belangrijke overeenkomsten, maar genoeg verschillen om de nodige veranderingen te rechtvaardigen. Dit betekent dat sommige klassieke stoïcijnse adviezen moeten worden aangepast of heroverwogen om relevant te blijven voor de uitdagingen van vandaag. De klassieke stoïcijnen hadden te maken met andere uitdagingen en kansen. Moderne stoïcijnen passen de filosofie aan op de huidige tijd, bijvoorbeeld door de nadruk te leggen op zaken als stress management en mentale gezondheid.
3. Pragmatische benadering
Modern stoïcisme wordt vaak gezien als pragmatischer en meer gericht op zelfhulp dan het klassieke stoïcisme. Terwijl de klassieke stoïcijnen filosofie beschouwden als een manier van leven en een pad naar wijsheid, zien veel moderne beoefenaars het stoïcisme als een set tools of technieken om beter om te gaan met stress, werkdruk en andere alledaagse problemen. Deze praktische benadering maakt het stoïcisme aantrekkelijk voor mensen die op zoek zijn naar manieren om hun persoonlijke en professionele leven te verbeteren. Hoewel de kernwaarden hetzelfde zijn, is de focus binnen het stoïcisme verschoven. Moderne stoïcijnen leggen bijvoorbeeld soms meer nadruk op praktische toepassingen, zoals het verbeteren van relaties of het omgaan met tegenslagen. Dit betekent overigens niet dat het moderne stoïcisme desgewenst niet ook als een volwaardige filosofische levenshouding kan worden doorleefd. En eerlijk gezegd ben ik daar persoonlijk een groot voorstander van.
4. Wetenschappelijke integratie
Modern stoïcisme integreert moderne wetenschappelijke inzichten, met name uit de psychologie, om zijn leerstellingen te ondersteunen. Dit is niet in tegenspraak met het klassieke stoïcisme, maar noodgedwongen was deze bijna uitsluitend op filosofische en rationele gronden gebaseerd. Moderne stoïcijnen verwijzen dan ook regelmatig naar onderzoek in mindfulness en cognitieve gedragstherapie (CGT), dat eigenlijk al gebaseerd is op stoïcijnse principes, om hun filosofie te versterken en aan te passen aan de huidige tijd.
Zowel het klassieke als het moderne stoïcisme delen dus een diepe toewijding aan virtuoze principes en het streven naar een goed leven door het beheersen van emoties en rationeel handelen. Toch zijn er ook belangrijke verschillen, vooral wat betreft religieuze opvattingen, de toepassing van de filosofie in verschillende contexten, en door de integratie van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Het moderne stoïcisme is een evolutie van de klassieke leer, aangepast aan nieuwe inzichten en de uitdagingen en behoeften van de hedendaagse wereld, terwijl het trouw blijft aan de kernwaarden die deze filosofie al meer dan twee millennia relevant houden. Het mooie is dat een dergelijke evolutie van de leer volledig in overeenstemming is met het klassieke stoïcijnse principe dat die leer altijd aangepast moet worden als nieuwe inzichten daar aanleiding toe geven.