Stoïcijns genoemd worden: voor de een een belediging, voor de ander een compliment. Het stoïcisme staat bekend als een filosofie waar geen ruimte is voor emoties. Veel mensen denken dat een echte stoïcijn in elke situatie haast als een psychopaat hoort te handelen: berekenend, kil, emotieloos met alles compleet onder controle. Alhoewel sommige van deze attributen inderdaad aan de ideale stoïcijnse wijze toe te schrijven vallen, is het ronduit fout om te denken dat een stoïcijn geen emoties ervaart. Integendeel, het voelen en ervaren van emoties speelt een hoofdrol binnen het stoïcisme
Wat wij tegenwoordig emoties noemen, werd door de stoïcijnen onderverdeeld in een heel scala aan patheia. Pro-patheia, patheia, eupatheia en om het rijtje compleet te maken streeft een stoïcijn dan ook nog eens naar apatheia. Pro-patheia zijn pre-emoties, patheia of passies zijn negatieve emoties en eupatheia zijn positieve emoties. Het stoïcijnse streven naar apahteia komt neer op het zoveel mogelijk voorkomen van negatieve emoties (patheia) en het zoveel mogelijk opwekken van positieve emoties (eupatheia).
De patheia, negatieve emoties of passies moeten dus zo veel mogelijk voorkomen worden. De stoïcijnen beschouwen deze passies als niet rationele emoties. Emoties komen op, ongeacht of je dit op een bepaald moment wilt of niet. Het stoïcisme stelt dus dat pre-emoties (pro-patheia) onontkoombaar zijn, maar dat je door gebruik van je ratio kunt voorkomen dat pre-emoties uitlopen op de negatieve passies. Je kunt voorkomen dat je lichamelijk en mentaal reageert. Het opkomen van de pre-emotie is onbeheersbaar, maar als volleerd stoïcijn zal je de emoties kunnen rationaliseren. Een stoïcijn kan onderscheiden op welke externe factoren actief te handelen en welke externe gebeurtenissen buiten zijn macht liggen en dus geen onnodige energie verdienen.
De situatie waarbij iemand de negatieve emoties volledig controleert wordt apatheia genoemd. Ten onrechte wordt het vaak geassocieerd met de onverschilligheid die het woord apathie opwekt. Apathie is echter een incorrecte weergave van het begrip apatheia. Met onverschilligheid wordt geïmpliceerd dat een stoïcijn geen emoties ervaart, verdriet en blijdschap zouden onbekend zijn. Dit stelt het stoïcisme onnodig in een kwaad daglicht. Apatheia is beter te vertalen met onbewogenheid. Het verschil zit hem daarin dat een stoïcijn werkelijk dezelfde emoties kan ervaren als ieder ander, maar een volleerd stoïcijn kan deze emoties reguleren en zelfs in het geheel controleren. De eigen wil is compleet controleerbaar en stuurbaar, mits de emoties de persoon niet meer beheersen. Wanneer iemand volledig in apatheia verkeert, is diegene niet emotieloos, integendeel; de persoon in kwestie voelt een volledige staat van tevredenheid (eudaimonia) aangezien alles wat de persoon doet, het rationeel juiste is. De persoon wordt niet meer beheerst door de emoties, maar hij of zij beheerst de eigen emoties en kan er afstand van nemen om situaties op een juiste, rationele wijze te benaderen. Apatheia is het doel op zich voor de stoïcijnen.
Apatheia (ἀπάθεια) verwijst dus naar een toestand van innerlijke kalmte en controle over storende emoties, zoals onterechte en irrationele angst, woede en verdriet. Patheia of passies staan bij de stoïcijnen voor irrationele onterechte emoties die niet passend zijn voor de situatie. Apatheia betekent dus “vrijheid van passies”, waarin passies staan voor irrationele emoties. De stoïcijnen zagen deze negatieve emoties of passies, als het resultaat van verkeerde oordelen over wat werkelijk goed of slecht is. Apatheia leidt tot de positieve emotie (eupatheia) chara. Het bevrijdt de geest van de onrust die voortkomt uit overbodige verlangens en afkeer. Wanneer een persoon apatheia bereikt, ontstaat er ruimte voor een diepere vreugde. Deze vreugde is niet afhankelijk van externe factoren, maar vloeit voort uit de zekerheid dat men virtuoos leeft in overeenstemming met de natuur.
Het Griekse woord chara (χαρά) verwijst naar een serene maar toch extatische vreugde. Euforie zou geen slechte vertaling zijn. Voor de stoïcijnen is chara geen oppervlakkige emotie die afhangt van externe omstandigheden, zoals het winnen van een prijs of het ontvangen van lof. In plaats daarvan is het een diepe en blijvende vreugde die voortkomt uit het leven in harmonie met de natuur en het handelen volgens de virtuositeit (aretê). Chara is een van de drie positieve stoïcijnse emoties (eupatheia) en is de tegenhanger van de negatieve emotie (patheia) plat jolijt. De andere positieve emoties zijn voorzichtigheid en verlangen als tegenhangers van angst en begeerte. U ziet hier maar weer eens dat geen enkele emotie taboe is bij de stoïcijnen. Het draait allemaal om de vraag of een emotie rationeel en passend is.
De stoïcijnse chara is dus niet brallerig, luidruchtig of uitbundig, maar straalt een stille intensiteit uit. Het is een vorm van geluk die niet kan worden aangetast door tegenslagen, omdat het wortelt in interne stabiliteit en een juiste houding tegenover het leven. U hebt nu waarschijnlijk de indruk dat de stoïcijnse chara een verstild gevoel van tevredenheid is. Dat is het ook, maar daar blijft het niet bij. Chara is geen slap aftreksel, het kan weldegelijk ook een intens en euforisch zelfs extatisch gevoel zijn. Het is een harmonieuze volkomenheid. Wanneer een stoïcijn chara ervaart, is dat een teken dat hij of zij in overeenstemming leeft met de rede en de kosmische orde. Waar apatheia de vrijheid van negatieve emoties benadrukt, erkent eupatheia dat er positieve, rationele emoties bestaan die voortkomen uit een virtuoos leven. Eupatheia zijn het natuurlijke gevolg van apatheia. Zodra de negatieve passies verdwijnen, maken ze plaats voor deze positieve, harmonieuze gevoelens. Chara is de belangrijkste van die eupaheia.
Chara, apatheia en eupatheia vormen samen een dynamisch geheel. Apatheia fungeert als de fundering, een noodzakelijke voorwaarde om innerlijke rust en controle over negatieve emoties te bereiken. Vanuit deze staat van kalmte kan eupatheia ontstaan, met chara als het hoogtepunt: een serene, extatische vreugde die getuigt van een leven geleid door rede en virtuositeit. Chara is dus geen toevallige emotie, maar een doelbewuste toestand die voortvloeit uit een filosofische levenshouding. Het weerspiegelt een diepe verbondenheid met de kosmische orde en het besef dat geluk niet ligt in externe bezittingen of successen, maar in de innerlijke keuze om volgens de rede te leven. In chara vinden we niet alleen innerlijke sereniteit, maar ook een extatische verbondenheid met het universum, een diepe, onverstoorbare vreugde die de kern vormt van het stoïcijnse ideaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten