We zijn geneigd onze eigen gevoelens te rechtvaardigen, maar geen begrip te hebben voor die van anderen. We denken doorgaans dat wij het bij het rechte eind hebben en dat het de anderen zijn die fout zitten. We zijn er zo zeker van dat wij het recht hebben om terug te slaan, omdat het de anderen zijn die verkeerd handelen en gewoon niet deugen. Ze doen niet alleen verkeerde dingen, ze hebben gewoon een slecht karakter. Ze deugen niet, wij wel natuurlijk. Ondertussen zijn we er blind voor dat die anderen de werkelijkheid niet op dezelfde manier zien als wij. We realiseren ons niet dat zij denken dat hun daden gerechtvaardigd zijn en dat wat wij doen het gevolg is van ons slechte karakter.
Toch houden we stug vast aan onze eigen ingekleurde versie van de waarheid en zijn ervan overtuigd dat dat een objectieve weergave van de werkelijkheid is. Dat zou natuurlijk kunnen, maar het is maar de vraag of dat wel altijd zo is. Zo onfeilbaar zijn we nu ook weer niet. Die andere mensen, u weet wel die lui die niet deugen, hebben een eigen kijk op de werkelijkheid en zijn er zelf net zo goed van overtuigd dat hun versie beter is dan ons in hun ogen vertekende beeld van diezelfde werkelijkheid. Zo heeft iedereen zijn eigen waarheid. Maar hoe moet je omgaan met wat door psychologen wel de ‘fundamentele attributiefout’ wordt genoemd?
U zult zich wel afvragen: 'Wat is dat nou weer die attributiefout en wat heeft het met stoïcisme te maken?’ Deze veel voorkomende denkfout zorgt ervoor dat we de acties van anderen toeschrijven aan hun persoonlijkheid, terwijl we de invloed van de situatie onderschatten. We denken bijvoorbeeld snel dat iemand onvriendelijk is omdat hij of zij nu eenmaal zo is, in plaats van te bedenken dat die persoon misschien een rotdag heeft. Laten we eerst naar een paar voorbeelden kijken. Waarschijnlijk herkent u ze wel.
U ergert zich aan een automobilist die te hard rijdt en denkt: "Wat een egoïst!". Maar misschien was die automobilist wel met spoed op weg naar een ziekenhuis.
Uw baas reageert kortaf en u concludeert: "Hij heeft duidelijk een hekel aan me". Misschien is uw baas wel gestresst of heeft hij gewoon slecht geslapen.
Een vriend vergeet uw verjaardag en u voelt u gekwetst: "Hij geeft blijkbaar niet echt om mij". Uw vriend kan het gewoon te druk hebben of zijn telefoon was leeg op het cruciale moment.
In al deze gevallen loopt u het risico om in de valkuil van de attributiefout te trappen. U focust op de persoon en zijn vermeende karakter, terwijl de context van de situatie mogelijk een veel logischere verklaring biedt. Hierdoor kunnen we mensen verkeerd beoordelen en onterecht negatief over hen denken. Ook kan de attributiefout stereotypen bevestigen en discriminatie in de hand werken. Tevens kunnen we ons door deze fout minder goed inleven in anderen en hun situatie. Dit alles leidt weer tot onnodige misverstanden en conflicten. De attributiefout kan zo onze innerlijke rust verstoren. Door anderen snel te veroordelen, creëren we negatieve emoties in onszelf zoals frustratie, boosheid en teleurstelling. Deze emoties staan haaks op de stoïcijnse idealen van kalmte en acceptatie. Bovendien belemmert de attributiefout ons om compassie en empathie te tonen. Door de situatie van de ander te negeren, missen we de kans om begrip op te brengen en verbinding te maken.
Laten we het probleem eens op zijn stoïcijns rationeel analyseren. Stel dat iemand u onheus heeft bejegend. De eerste stap van de analyse is dan om te onderzoeken wat die persoon ertoe heeft gebracht om zich te gedragen zoals hij heeft gedaan. Ga eens in de schoenen van die ander staan en probeer te achterhalen wat voor hem belangrijk is. Dwing uzelf om het perspectief van uw opponent serieus te onderzoeken. Ook al keurt u zijn handelen af, het is toch de moeite waard om te weten waarom hij doet wat hij doet. Door het perspectief van de ander te onderzoeken kunt u voorkomen dat u emotioneel zo gebonden raakt aan uw eigen oordeel dat u wel kwaad moet worden. Het kan helpen om een bij u opkomende driftbui in de kiem te smoren.
Het is jammer genoeg niet zo makkelijk om de attributiefout te vermijden. Het helpt om te weten waarom we deze fout maken? Laten we daarom een paar punten bekijken.
Aandacht: We focussen ons ten onrechte op de persoon en niet op de situatie. De persoon is zichtbaar, de situatie vaak niet.
Cognitieve efficiëntie: Het is makkelijker om gedrag aan persoonlijkheid toe te schrijven dan de complexe achterliggende situatie te analyseren.
Culturele factoren: In individualistische culturen (zoals de Westerse) wordt meer nadruk gelegd op individuele verantwoordelijkheid, wat de fundamentele attributiefout kan versterken.
Wat kunnen we doen om de fundamentele attributiefout het best te vermijden?
Bewustwording: Wees u bewust van deze denkfout en probeer er actief op te letten.
Perspectief nemen: Probeer u in te leven in de ander en de situatie te bekijken vanuit zijn of haar perspectief. Stap eens in zijn of haar schoenen of u het er nu mee eens bent of niet.
Informatie zoeken: Verzamel meer informatie over de situatie voordat u een oordeel velt.
Mildheid: Wees mild in uw oordeel en geef mensen het voordeel van de twijfel.
Door u bewust te zijn van de fundamentele attributiefout, kunt u uw oordeelsvorming verbeteren en beter omgaan met anderen. Begrijp me niet verkeerd. De stoïcijnen willen niet dat u het eens wordt met het standpunt van uw opponent, maar alleen dat u hem de gelegenheid geeft zijn punt te maken. De volgende stap van de analyse is een onderzoek naar uw eigen waarden. Wat vindt u echt van de situatie? Vindt u andere dingen belangrijk dan uw opponent of deelt u misschien wel zijn waarden? Past hij uw gedeelde waarden verkeerd toe? Heeft u het zelf wel bij het rechte eind? Als u daar redelijk van overtuigd bent, dan lijkt het erop dat die ander een fout begaat. Moet u boos worden op iemand die een vergissing maakt of moet u juist medelijden met hem hebben? Wordt u boos als uw kind een rekenfout maakt? Uw opponent lijkt zijn gedrag te hebben gebaseerd op een verkeerd waardeoordeel. Moet dat uw woede opwekken of juist uw medelijden?
Bedenk vervolgens dat ook u weleens een verkeerd waardeoordeel hebt gemaakt. U kunt zich ongetwijfeld situaties herinneren waarbij u er heilig van overtuigd was in uw gelijk te staan terwijl achteraf bleek dat dat toch niet het geval was. U lijdt aan vergelijkbare misvattingen. Moet u uw opponent fouten aanrekenen die u vroeger zelf ook heeft gemaakt en die u in de toekomst ongetwijfeld weer zal maken? Mensen zijn nu eenmaal feilbare wezens. U hebt geleerd van de fouten die u in het verleden heeft gemaakt. Geef ook uw opponent de kans om van zijn fouten te leren. Reken het hem niet te zwaar aan en wees een beetje barmhartig voor uzelf en ook voor die ander.
Stoïcijnen zijn ervan overtuigd dat niemand opzettelijk fouten maakt. Iedereen denkt altijd goede redenen te hebben voor zijn gedrag. Dit zou u moeten aanzetten tot een barmhartige houding tegenover de misstappen van de anderen. Als u telkens woedend reageert wanneer iemand niet doet wat u van hem verwacht, dan maakt u het voor beide partijen zo goed als onmogelijk om nader tot elkaar te komen. U onthoudt uw opponent van de mogelijkheid om zich te verbeteren en u sluit het uit dat ook u het bij het verkeerde eind zou kunnen hebben.
Wat hier bij kan helpen is jezelf te trainen om bij (negatieve) gedachten er aan toe te voegen: “Is dat zo?”
BeantwoordenVerwijderen