zaterdag 6 april 2024

25.5 De zelfgekozen dood: stoïcijnse euthanasie

De meeste mensen vrezen de dood, toch zijn er ook mensen die hem juist opzoeken. De stoïcijnen hadden een uitgesproken en in onze ogen heel moderne visie op euthanasie. In de oudheid stierven stoïcijnse filosofen zelden een natuurlijke dood. Veel stoïcijnen vonden de dood door de hand van een tiran die niet blij was met de onverholen kritiek op hun manier van regeren. Zeno en Cleanthes pleegden zelfmoord. Zeno zou aan het eind van zijn leven zo ziek en verzwakt zijn geweest dat hij besloot met eten te stoppen. Volgens een andere overlevering stierf Zeno trouwens niet door euthanasie maar aan een enorme lachbui toen hij zag dat een brutale ezel zijn lunch had opgegeten. De stoïcijnse politicus Cato pleegde zelfmoord om als laatste ‘democratische’ tegenstander niet in handen van de dictator Julius Caesar te vallen. Seneca werd gedwongen zelfmoord te plegen na een poging Nero af te zetten en Marcus Aurelius zou gestopt zijn met eten toen hij zijn dood voelde naderen.

Zelfdoding is altijd een belangrijk thema geweest in de filosofie. Veel Westerse denkers keuren iedere vorm van zelfdoding categorisch af. Ook in de oudheid was euthanasie alles behalve vanzelfsprekend. Zo beschouwde Plato zelfdoding als een teken van zwakte en lafheid, die erop duidde dat een persoon niet opgewassen was tegen de ontberingen van het leven. Zijn leerling Aristoteles zag zelfdoding zelfs als een misdaad tegen de staat. Iemand die zelfmoord pleegt zou zijn verantwoordelijkheid als burger van de staat niet nemen. De stoïcijnen waren op dit punt de uitzondering op de overheersende visie. Het christendom doet daar nog een schepje bovenop. Wie zelfmoord pleegt, komt in opstand tegen zijn schepper door het leven dat hij ons in bruikleen had gegeven te beëindigen. Zelfdoding is volgens het christendom dan ook een misdaad jegens god en de gemeenschap waarvan een mens deel uitmaakt. Het is een doodzonde, een snelweg naar de hel. Het heeft eeuwen geduurd voordat euthanasie weer bespreekbaar werd. Pas sinds 2002 mag een arts in Nederland op grond van de Euthanasiewet hulp bij zelfdoding verlenen. Maar de discussie over de toelaatbaarheid is nog lang niet verstomd. De stoïcijnse visie op euthanasie heeft dan ook nog steeds niets aan actualiteit ingeboet.

De stoïcijnen zijn van mening dat, als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, euthanasie niet alleen toegestaan, maar soms zelfs de enige virtuoze oplossing is. Volgens Seneca wacht de wijze niet tot het laatste moment, maar zodra het lot hem verdacht voorkomt, vraagt hij zich gewetensvol af of nu het moment gekomen is om op te houden. In al zijn bewondering voor Socrates wijst Seneca diens opvatting en die van Plato af dat men het eigen lichaam geen geweld mag aandoen en dat het verboden is zichzelf van het leven te beroven. Men zou volgens Plato op het einde moeten wachten dat de natuur bepaalt. Maar de stoïcijnen zeggen dat je zo de weg naar de vrijheid blokkeert. Seneca, die tegenwoordig ook wel eens de ‘philosopher of suicide’ wordt genoemd, zegt het zo:

“Niets beters heeft de eeuwige orde bepaald dan dat ons één ingang tot het leven gegeven is, maar talrijke uitgangen. Zou je moeten wachten op de wreedheid van een ziekte of een mens terwijl je in staat bent heen te gaan? Dit is het bijzondere aan het leven, waarover we niet kunnen klagen: het houdt ons niet vast.” (Seneca; Brieven aan Lucilius; brief 78)


In de stoïcijnse filosofie werd juist een grote nadruk gelegd op zelfbeschikking en persoonlijk welzijn. De stoïcijnen vonden zelfdoding gelegitimeerd als iemand niet langer over de mogelijkheden beschikte om een virtuoos en zinvol leven te leiden, bijvoorbeeld door fysieke pijn, maar ook bij wat wij tegenwoordig een voltooid leven zouden noemen. Daarmee waren zij de belangrijkste voorlopers van de moderne opvattingen over euthanasie.

Voor een stoïcijn is de dood dus niet alleen niet beangstigend, maar soms zelfs iets dat te prefereren valt boven het leven. Er zijn dingen die belangrijker zijn dan het eigen leven. Stoïcijnen verwijzen in dit verband vaak naar antieke helden die hun leven opofferen om het leven van anderen te redden, of naar ouders die hun leven geven voor hun kinderen. Ook tegenwoordig worden mensen die hun leven geven voor een ‘hoger’ doel nog steeds als helden beschouwd. Maar niet alleen deze vorm van euthanasie is in stoïcijnse ogen geoorloofd. Ongeneeslijk zieken en mensen die hun leven als voltooid zien en het zinloos vinden verder voort te bestaan, kiezen er soms voor om euthanasie te plegen. Ook in hun ogen zijn er blijkbaar omstandigheden waaronder de dood te verkiezen valt boven het leven. Stoïcijnen vinden ook dit een legitieme reden voor zelfdoding.

De stoïcijnen herinneren zich er regelmatig aan dat de deur altijd open staat. Als het leven te zwaar en pijnlijk wordt, als er echt geen uitweg meer te vinden is, dan is zelfmoord altijd een mogelijkheid. Het klinkt misschien vreemd, maar een stoïcijn leeft omdat hij wil leven, niet omdat het moet. Als het leven ondragelijk of in zijn of haar ogen zinloos wordt, dan kiest een stoïcijn bewust voor de dood. Epictetus ziet het zo:

“Een dictator zegt: - ‘je mag niet meer in Nicopolis wonen.’
-‘Dan verlaat ik Nicopolis.’
- ‘Maar je mag ook niet in Athene wonen.’
- ‘Dan ga ik wel ergens anders heen’.
- ‘Ook Rome mag je niet meer in.’
- ‘Dan ga ik niet naar Rome.’
- ‘Op Gyaros moet je wonen en nergens anders’
-.‘Goed, dan woon ik daar wel.’ ‘Maar leven op Gyaros betekent voor mij ‘te veel rook’. Ik ga daarom ergens heen waar je me niet kan tegenhouden, naar een plek die voor iedereen vrij toegankelijk is.’
(Epictetus, Colleges, Boek I)

Wat bedoelt Epictetus met 'te veel rook’? Even later legt hij dat uit:

“Is het rokerig in iemands huis? Als het te verdragen is dan blijf ik, maar als het te erg wordt dan ga ik weg. Bedenk dat de deur altijd open staat en gedraag je zoals kinderen dat doen als ze geen zin meer hebben om te spelen. Als kinderen het spel zat zijn zeggen ze: ‘Ik doe niet meer mee.’ Als jij er geen zin meer in hebt, zeg dan ook: ‘Ik doe niet meer mee, ik ga weg.’ Maar als je het leven nog de moeite waard vindt en toch blijft, hou dan op met klagen.” (Epictetus, Colleges I boek 24)

Epictetus had het vaak over ‘de open deur’ als hij met zijn leerlingen over euthanasie wilde discussiëren. Hij zegt daarbij twee dingen. In de eerste plaats dat het altijd een persoonlijke keuze is of je wel of niet door de ‘open deur’ het leven wilt verlaten. Niemand anders kan voor jou bepalen of het leven nog waarde voor je heeft. In de tweede plaats zegt hij dat die ‘open deur’ je in staat stelt om de zwaarste omstandigheden te doorstaan. Door te beseffen dat er altijd een alternatief bestaat als het voor jou echt te bar wordt. Zo geeft de gedachte aan de dood voor de stoïcijnen aan de ene kant betekenis en urgentie aan het leven, en aan de andere kant een middel om te doen wat je moet doen onder omstandigheden die zonder de mogelijkheid om uit het leven te stappen ondragelijk zouden zijn.

In de tijd van de Romeinse stoïcijnen waren alle filosofen, maar vooral de stoïcijnen, hun leven niet zeker. Stoïcijnen namen geen blad voor hun mond en lieten zich niet de les lezen door hun meerderen. De toenmalige keizers hadden vaak lange tenen en waren daar niet van gediend. Heel wat stoïcijnse filosofen werden dan ook verbannen, tot zelfmoord gedwongen of ter dood gebracht. Maar niet alleen de politieke situatie maakte het leven voor een stoïcijn tot een vaak hachelijke onderneming. Hoewel de hygiënische en sociale omstandigheden stukken beter waren dan later in de Middeleeuwen was de kans om door ziekte of een ongeluk getroffen te worden toch nog veel groter dan tegenwoordig. De kans om door politiek of ziekte in een levensbedreigende situatie terecht te komen was dan ook heel reëel. Een stoïcijn die euthanasie overwoog stond er gelukkig niet alleen voor. Net als tegenwoordig behoorde het tot de normale taken van een stoïcijnse arts om zijn patiënten bij hun zelfdoding behulpzaam te zijn. Euthanasie was voor de stoïcijnen een prima methode om mensonwaardig en uitzichtloos lijden door een ernstige ziekte te voorkomen, of om marteling, slavernij of andere vernederingen te ontlopen. Euthanasie werd dan ook niet als iets slechts beschouwd. Het was vaak zelfs een virtuoze daad, een indirecte beschuldiging aan het adres van een tiran of een teken van ultieme moed en waardigheid.

De beroemde door Tacitus beschreven dood van Seneca kan hierbij als voorbeeld dienen. Seneca, de voormalig leraar en eerste minister van keizer Nero, was betrokken bij een couppoging tegen zijn, tot een meedogenloze tiran verworden, oud-leerling en werd daarom ter dood veroordeeld. Als aristocraat werd hem daarbij echter wel de gelegenheid geboden om door eigen hand te sterven.

“Zonder een krimp te geven vroeg hij om pen en papier om zijn testament op te maken, toen de centurio dit weigerde richtte hij zich tot zijn vrienden en zei dat hij nu hij hen niet in zijn testament kon bedanken voor hun vriendschap, hij hen dan maar het mooiste dat hij had, namelijk het beeld van zijn leven, zou nalaten. Als zij dit in gedachten zouden houden zouden zij de roem van een hoogstaand leven als beloning voor hun hechte vriendschap krijgen. Hij riep hen eerst vriendelijk, maar later strenger op tot flinkheid en vroeg hen waar nu de voorschriften van de wijsheid waren gebleven die zij jaren samen hadden bestudeerd. De wreedheid van Nero kwam immers niet onverwacht. Na de moord op zijn moeder en broer restte hem niets anders dan de moord op zijn opvoeder en leraar.

Nadat hij dit gezegd had, omhelsde hij zijn vrouw, en, smeekte haar, aangedaan, om niet voor eeuwig te blijven treuren en zich voor het gemis van haar man te troosten met haar herinneringen aan zijn leven. Zij zei echter dat ze zonder hem niet verder wilde leven en dat het ook voor haar tijd was om te sterven en zij vroeg om hulp bij haar zelfdoding.

Seneca verzette zich niet en zei tegen de vrouw waar hij zo enorm van had gehouden: ‘ik wilde je troosten om je leven voort te kunnen zetten, maar jij verkiest de roem van de dood, ik zal je die voorbeeldfunctie niet misgunnen. Ik hoop dat wij allebei moedig en krachtig de dood in zullen gaan, maar dat jouw levenseinde beroemder zal worden.’ Hierna openden ze samen met één haal van een mes de aderen van hun armen.

Het lichaam van Seneca was oud en door zijn sobere levenswijze ontsnapte het bloed maar traag. Hij liet ook de aderen van zijn benen en knieholten doorsnijden; uitgeput door helse pijnen overreedde hij zijn vrouw om naar een andere kamer te gaan om hun geestkracht niet te laten breken door de aanblik van elkaars lijden. Ook in zijn laatste uur was hij nog in het volle bezit van zijn welsprekendheid. Hij liet zijn schrijvers komen en dicteerde hen nog zeer veel, dat ik nu weglaat omdat dat in zijn eigen bewoordingen is uitgegeven. [….]

Omdat het stervensproces zich maar voortsleepte en de dood geen haast maakte, vroeg Seneca aan zijn vriend en dokter Statius Annaeus om het vergif tevoorschijn te halen dat hij al lang van tevoren had laten bereiden. Hetzelfde vergif waarmee ook degenen die door de rechtbank van Athene veroordeeld waren geëxecuteerd werden. Maar zijn ledematen waren al verkild en het lichaam was ontoegankelijk geworden voor de kracht van het gif. Ook dit vergif dronk hij dus vergeefs.

Tenslotte dompelde hij zich onder in een gloeiend heet bad waarbij hij glimlachend zijn huilende slaven bespatte met water terwijl hij zei ‘dat hij dat vocht plengde als offer aan Jupiter de Bevrijder’. Uiteindelijk is hij naar een stoombad gedragen en in de dampen gestorven. Hij werd zonder enig ritueel gecremeerd zoals hij dat in een codicil had opgenomen in de tijd dat hij nog rijk en machtig was.” (Tacitus, Annalen, hoofdstuk 62 e.v.)

Euthanasie was dus normaal en vaak zelfs prijzenswaardig maar toch ook voor een stoïcijn niet onder alle omstandigheden toegestaan. Het moest een weloverwogen rationele keuze zijn. Een door passies gedreven opwelling, of een door een depressie geïnspireerde zelfmoord was in hun ogen alles behalve virtuoos. Het werd eerder als laf en eerloos beschouwd. Ook ziekte en lijden zijn voor een stoïcijn niet persé een geldige reden om euthanasie te plegen. Als er uitzicht op verbetering bestaat of als iemand ondanks zijn lijden nog redelijk kan functioneren en een, al is het een bescheiden, rol kan spelen is er voor een stoïcijn geen goede reden om zelfmoord te plegen. Zelfs de ‘philosopher of suicide’, Seneca, waarschuwde ervoor niet te snel uit het leven te stappen. Er waren veel slechte redenen om een einde aan je leven te maken.

“Weet je dan niet dat er vaak in een vlaag van verstandsverbijstering zelfmoord wordt gepleegd? Een afgewezen minnaar verhangt zich voor de deur van zijn liefje, een vernederd slaafje stort zich van een dak om niet langer de verwijten van zijn meester te hoeven horen, een verslagen veldheer drijft een zwaard in zijn buik om niet gevangen te worden genomen. Denk je ook niet dat de virtuositeit hierbij een belangrijkere maatstaf zou moeten zijn dan angst of een vlaag van verstandsverbijstering.” (Seneca; Brieven aan Lucilius 4).

Juist bij de zelfgekozen dood is het dus zaak om voor de goede reden en stijlvol te sterven. Seneca waarschuwde ons er dan ook regelmatig voor om niet te makkelijk en ondoordacht uit het leven te stappen. Er moet niet te snel aangenomen worden dat het leven ondragelijk is geworden.

“Je moet er net zo voor oppassen je leven niet boven alles te stellen als je leven te haten. Ook als je verstand je er toe aanzet om euthanasie te plegen mag je niet zomaar aan die drang toegeven. De dappere en wijze man vlucht niet uit het leven, maar stapt er rustig en weloverwogen uit. Je moet hoe dan ook die zwakte waar velen aan lijden vermijden: het doodsverlangen. Want ook de dood oefent een vreemde aantrekkingskracht op ons uit. Een aantrekkingskracht die zowel sterke en actieve mensen als zwakke en passieve karakters kan overmannen. De eerste groep veracht het leven, voor de tweede is het leven een last. Anderen krijgen er genoeg van om steeds maar weer hetzelfde te moeten doen. Ze hebben niet zozeer een hekel aan het leven, maar zijn al het gedoe gewoon zat. De filosofie zelf kan ons onbewust de gedachte opdringen: ‘Hoe lang nog hetzelfde, niets verandert, alles komt weer terug. Ik doe niets nieuws en zie niets nieuws’. Veel mensen vinden het leven niet te zwaar, maar gewoon overbodig.” (Seneca; Brieven aan Lucilius; brief 24)

Een stoïcijn mag zich dus alleen op grond van redelijke overwegingen door een zelfverkozen dood aan benarde omstandigheden onttrekken. Hij dient zijn eigen redelijke vermogens te voegen naar de natuur om in de grote wereldorde op te gaan. Als werktuig van die natuur mag een stoïcijn in principe niet zelf een einde aan zijn leven maken. Hij moet lijdzaam het moment afwachten waarop voor hem de slotakte is beschikt. Onder normale omstandigheden gaat zelfdoding als eigenmachtige handeling tegen de natuur in en is daarom niet toegestaan. Alleen als duidelijk vaststaat dat het levenseinde redelijk, natuurlijk en dus virtuoos is, mag de wijze zichzelf de dood aandoen. Of zoals Epictetus het zei:

“Blijf op je post en ga er alleen vandoor als het echt niet anders kan”. (Epictetus; Colleges boek 2)

2 opmerkingen:

  1. Hai Gerard. Mijn moeder mocht 2 weken geleden dmv euthanasie afscheid nemen van haar leven. Goed dat de mogelijkheid bestaat. Toevallig lees ik vandaag jou tekst over dit onderwerp. Toevallig....
    Groet, Nyme

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zij bleef op haar post en nam op het juiste moment de beslissing. Epictetus.

    BeantwoordenVerwijderen