Hoofdstuk 13 van het Hanboekje van Epictetus
Als je vooruitgang wilt boeken moet je er in berusten dat anderen je een sukkel en een loser zullen vinden. Je moet niet doen alsof je ergens verstand van hebt of goed in bent. Als mensen denken dat je iets voorstelt, moet je aan jezelf gaan twijfelen. Het is namelijk ondoenlijk om aan jezelf te werken en een virtuoos mens te willen worden en tegelijkertijd succesvol te zijn in de wereld. Als je aandacht besteedt aan het één is het onvermijdelijk dat je het andere verwaarloost.
Als je vooruitgang wilt boeken moet je er in berusten dat anderen je een sukkel en een loser zullen vinden. Je moet niet doen alsof je ergens verstand van hebt of goed in bent. Als mensen denken dat je iets voorstelt, moet je aan jezelf gaan twijfelen. Het is namelijk ondoenlijk om aan jezelf te werken en een virtuoos mens te willen worden en tegelijkertijd succesvol te zijn in de wereld. Als je aandacht besteedt aan het één is het onvermijdelijk dat je het andere verwaarloost.
Epictetus maakt zijn leerlingen hier duidelijk dat ze er
niet op moeten rekenen succesvol en rijk te worden als ze hun stoïcijnse
studies serieus willen aanpakken. Een stoïcijn maalt niet om dingen als
carrière en zakelijk of politiek succes. Als je het, ondanks Epictetus
waarschuwingen, toch wilt gaan maken in de wereld dan kun je je gemoedsrust wel
op je buik schrijven. Het één gaat niet samen met het andere.
Geen rooskleurig vooruitzicht voor de rijkeluiszoontjes die
nu juist naar de school van Epictetus werden gestuurd om goed voorbereid te
zijn op een carrière in de Romeinse politiek. Epictetus maakt het nog wat bonter
door te voorspellen dat je als stoïcijns filosoof zult worden uitgelachen en
dat er zelfs op je neer zal worden gekeken. En als er dan toch nog iets is waar
je echt goed in bent, dan mag je dat ook nog eens niet laten merken. Dit was
wel het laatste waar die aristocratische haantjes op zaten te wachten.
Macht, eer en rijkdom, daar draaide het om in de Romeinse
maatschappij. Dat is tegenwoordig trouwens niet veel anders. De waarde die
mensen aan zichzelf en aan anderen hechten wordt afgemeten aan de hand van hun
bezittingen en hun maatschappelijke positie. Dit zijn nu net de dingen waar een
echte stoïcijn niet om maalt. Ze zijn onbelangrijk en leiden in hun ogen alleen
maar tot frustraties. De leerlingen moesten proberen virtuoos te worden en niet
rijk of machtig. De meeste mensen zullen een stoïcijn dan ook al snel een rare
snuiter vinden. De dingen waar de hele wereld zich druk over maakt laten hem
koud.
Was het dan stom van die aristocratische ouders om hun
kinderen naar de school van Epictetus te sturen? Toch niet helemaal. Ze wisten
dondersgoed dat juist heel wat stoïcijnen behoorlijk goed terecht waren
gekomen. Zo was Seneca een succesvol en steenrijk jurist, schrijver, zakenman,
filosoof en keizerlijk adviseur, had Epictetus een goed lopende elite school en
was Marcus Aurelius keizer. Hoe valt dat te rijmen met een van de wereld
afgewende blik?
Dat iets je koud laat betekent voor een stoïcijn nog niet
dat je je er niet mee bezig houdt. Het is voor een stoïcijn heel redelijk en
rationeel om te proberen zijn werk zo goed mogelijk te doen. Stoïcijnen zijn
vaak erg goed in hun vak, maar zullen daar nooit over opscheppen. Bovendien
zullen ze zich niet druk maken over mislukkingen of foutjes. Het interesseert
ze eigenlijk niet zoveel of ze nu wel of niet slagen. Het gaat hen er om hun best
te doen en de uitkomst of de mening van anderen doet er verder niet toe. Dit
wil nog wel eens indruk maken. Vreemd genoeg lijkt een dergelijke
onverschillige houding tegenover succes of falen zo voor veel stoïcijnen nu
juist een recept voor maatschappelijk succes te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten