Uit onderzoek blijkt dat mensen die zich altruïstisch
inzetten voor anderen zich gelukkiger voelen dan mensen die dat niet doen. Ook
de stoïcijnen wisten dat mensen op hun best zijn wanneer ze zich onbaatzuchtig
inzetten voor de gemeenschap. Ze hielden daarbij wel in hun achterhoofd dat het
welzijn van anderen bij uitstek een externe aangelegenheid is waar je geen
directe invloed op hebt. Het is voor een stoïcijn dan ook voldoende om zijn of
haar best te doen om anderen te helpen, of al die inspanningen ook vruchten
afwerpen doet er eigenlijk niet zo heel erg toe. Het gaat om de intentie. Tegelijkertijd
waren ze realistisch genoeg om te beseffen dat je bij je bij je altruïstische
daden niet te ver moest gaan. Als je je emotionele en financiële grenzen te ver
oprekt leiden je goede bedoelingen er alleen maar toe dat je jezelf ellendig
gaat voelen. En dat is iets wat een stoïcijn nu juist wil vermijden.
Er is veel ellende in de wereld. U hoeft niet al te ver om u
heen te kijken om allerlei rampspoed en tegenslag te ontdekken. Oorlogen,
milieurampen, ziektes, uitbuiting en armoede zijn aan de orde van de dag. De wereld
zit vol met mensen die buiten hun schuld en totaal onverdiend in de ellende
zitten. De wereldproblemen zijn overweldigend en het lijkt voor u als individu
onbegonnen werk om zelfs maar een poging te wagen daar iets aan te doen. Het is
om moedeloos van te worden. U wordt geconfronteerd met enorme problemen als
klimaatverandering, religieus of populistisch fanatisme, oorlogen en
economische uitbuiting. Toch verlangt het stoïcisme van u dat u uw steentje
bijdraagt aan de oplossing van die problemen.
Het stoïcisme roept u daarbij niet op om als een rasechte
idealist de barricaden op te gaan en te strijden voor een betere wereld. Een
stoïcijn weet veel te goed dat een dergelijk radicalisme alleen maar tot nog
meer ellende leidt. Maar het stoïcisme roept u ook niet op om fatalistisch de
handdoek in de ring te werpen en alles maar op zijn beloop te laten. Het roept
op tot een pragmatische en vooral realistische houding. Een houding die
trouwens best radicale gevolgen voor uw beslissen en handelen zou kunnen
hebben. Seneca verwoordde het zo:
Wie zich op virtuositeit toelegt moet
zich, volgens mij, als volgt gedragen: Als het noodlot toeslaat en je het
handelen onmogelijk wordt gemaakt moet je niet meteen de handdoek in de ring
werpen en een schuilplaats zoeken (alsof er een schuilplaats zou bestaan waar
het lot je niet weet te vinden). […] Zelfs in een totalitair en corrupt land
weet een wijze nog een manier te vinden om zich virtuoos te gedragen en zelfs
in een vrij en welvarend land vind je wreedheid, afgunst en andere ellende. Afhankelijk
van de politieke en ander omstandigheden kun je je inzetten voor de maatschappij
of je terugtrekken uit het gewoel. Maar je zult hoe dan ook iets ondernemen en
je niet door angst of wanhoop laten verlammen. […] Je terugtrekken uit het strijdgewoel
is niet hetzelfde als je overgeven. (Seneca; Over de gemoedsrust; hoofdstuk 4.2
en 5.3)
Dit is een schoolvoorbeeld van wat je ‘stoïcijns pragmatisme’
zou kunnen noemen. Seneca herinnert u er aan dat hoe moeilijk de omstandigheden
ook zijn en hoe beperkt de mogelijkheden tot handelen ook zijn er altijd wel
een manier is om toch een nuttige bijdrage aan de maatschappij te leveren. Hij sprak
uit eigen ervaring. Aan het eind van zijn leven had hij zijn invloed op Nero
volledig verloren. Deze totaal ontspoorde keizer zocht naar een aanleiding om
zich van zijn voormalig leraar en eerste minister te ontdoen. Seneca had dus
alle reden om voor zijn leven te vrezen. Hij trok zich terug op één van zijn
landgoederen op het platteland, maar bleef zeker niet bij de pakken neerzitten.
Hij wijdde zich aan zijn filosofie en schreef een groot aantal brieven en
boeken en toen de gelegenheid zich voordeed raakte hij betrokken bij een poging
om Nero te onttronen. Een couppoging die hem uiteindelijk fataal zou worden.
Seneca bewees daarmee dat het zelfs als je handen gebonden lijken nog mogelijk
is om iets te ondernemen.
Zover als Seneca, die zijn leven gaf voor zijn filosofie,
hoeft u niet te gaan. Er zijn heel wat minder verstrekkende mogelijkheden om u
voor het welzijn van anderen in te zetten. Zoals uit bovenstaand citaat blijkt
besefte hij ook wel dat er omstandigheden zijn waaronder je het gevoel bekruipt
dat de wereld je boven het hoofd groeit. Wat kunt u nog betekenen in tijden van
globalisering, milieurampen en grootschalige economische en politieke omwentelingen?
Uw gedrag als kiezer of consument zal geen merkbare invloed op de politiek,
economie of het milieu hebben. Toch bent u minder machteloos dan u zich misschien
voelt. U kunt in uw eigen sociale netwerk, bij uw familie, vrienden en collega’s
weldegelijk invloed uitoefenen. Uw beslissingen bij uw aankopen, uw voorbeeld
voor uw naasten en alle andere kleine dingetjes die u kunt doen kunnen
bijdragen aan een betere wereld. Misschien zijn het stapjes die wegvallen in
het grote geheel, maar dat betekent niet dat u ze niet toch moet nemen.
U hoeft uzelf niet op te offeren voor anderen, maar u kunt
binnen uw financiële en emotionele grenzen uw bijdrage leveren. Het stoïcijns
pragmatisme vraagt van u dat u de mogelijkheden die u ter beschikking staan
onderzoekt. U moet realistisch zijn en u aan de omstandigheden aanpassen. Misschien
dat u weinig kunt uitrichten, maar stil zitten is geen optie. Al was het maar
omdat de wereld u hoe dan ook inhaalt en u uit uw schuilplaats verjaagt. Zoek dus
uit waar uw talenten en beperkingen liggen. Kijk wat de omstandigheden mogelijk
of onmogelijk maken? En maak uw keuze. Misschien dat u onvermoede kansen
ontdekt om een wereldverbeteraar te worden. Misschien dat u tot de conclusie
komt dat uw gestel en uw omstandigheden u dwingen om u terug te trekken in een
schuilhoekje. Maar bedenk wel dat u zelfs vanuit dat hoekje de hemel kunt
bestormen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten