De stoïcijnen zeggen dat we ons leven en alle mensen en
spullen die we tijdens dat leven om ons heen verzamelen te leen hebben van
Vrouwe Fortuna. Zij kan alles wat we bezitten op ieder moment weer terug eisen.
Dat geldt niet alleen voor onze materiële bezittingen, maar ook voor onze
geliefden en vrienden. Zonder enige waarschuwing kunnen ze van ons worden terug
gevraagd. Er is dus alle reden voor om van ieder moment dat u samen bent te
genieten. Seneca zei het in zijn ‘Troostschrift voor Marcia’ zo:
“Wat aan ons is uitgeleend moeten we
steeds bij de hand houden, zodat we het direct zonder morren kunnen teruggeven
als dat wordt gevraagd. Wie ruzie maakt met zijn schuldeiser is een slechte
schuldenaar. Iedereen waar we van houden, of ze nu jonger of ouder zijn dan wij
zelf, moeten we dan ook liefhebben alsof ze binnenkort kunnen sterven. We
moeten onszelf op het hart drukken van alles zo te houden alsof het direct door
de eigenaar kan worden teruggevraagd. Alles wat het lot je schenkt moet je als
een lening zien.
Geniet van jullie kinderen zoveel je kunt en geef jullie kinderen de gelegenheid van jullie te genieten. Drink alle bekers vol vreugde direct tot de laatste druppel leeg. Er wordt geen enkele garantie gegeven dat je de nacht overleeft, wat zeg ik dat je het komende uur redt. Schiet op! Ze zitten je op de hielen! Straks klinkt het krijgsgeschreeuw en wordt de groep van mensen om je heen uit elkaar geslagen, de vriendschapsbanden worden doorgesneden. Alles wordt geplunderd. Jullie stakkers weten niet dat je al vluchtend moet leven” (Seneca, Troostschrift voor Marcia, X 2-4).
Geniet van jullie kinderen zoveel je kunt en geef jullie kinderen de gelegenheid van jullie te genieten. Drink alle bekers vol vreugde direct tot de laatste druppel leeg. Er wordt geen enkele garantie gegeven dat je de nacht overleeft, wat zeg ik dat je het komende uur redt. Schiet op! Ze zitten je op de hielen! Straks klinkt het krijgsgeschreeuw en wordt de groep van mensen om je heen uit elkaar geslagen, de vriendschapsbanden worden doorgesneden. Alles wordt geplunderd. Jullie stakkers weten niet dat je al vluchtend moet leven” (Seneca, Troostschrift voor Marcia, X 2-4).
Volgens Seneca moeten we dus als we bij onze geliefden zijn
er zo nu en dan bij stilstaan dat er een einde aan onze relatie komt. Uw
geliefden en vrienden zijn sterfelijk en ook zelf heeft u niet het eeuwige
leven. Epictetus doet er nog een schepje boven op en raadt ons aan om telkens
als we ons kind of kleinkind kussen te beseffen dat het sterfelijk is. We
hebben het nu, maar niet voor de eeuwigheid, het zou morgen kunnen sterven. Hij
zei het zo:
“Als je ergens aan gehecht raakt
bedenk dan dat je het ook weer kwijt kan raken. Als je van een karaf of een
kristallen glas houdt bedenk dan dat het breekbaar is. Als je je kind kust, of
je broer, of je vriend bedenk dan dat je van een sterveling houdt. Je liefde is
niet gericht op iets wat van jou is, het is aan je uitgeleend. [….] Denk
daaraan als je ergens van geniet. Waarom zou je niet als je je kind kust bij je
zelf denken ‘binnenkort zal je sterven’.” (Epictetus; Colleges; boek III
hoofdstuk 24).
Ook bij dit nogal hardvochtig citaat draait het weer om de
betekenis van de fundamentele stoïcijnse tweedeling in de dingen waar u
absolute controle over hebt en de dingen waarover die controle ontbreekt. Als u
deze tweedeling serieus neemt, en dat moet een stoïcijn doen, ontdekt u hoe
langer hoe meer dat u over de meeste dingen in uw leven geen controle hebt. Dat
geldt voor kleine onbelangrijke dingen als een kristallen glas, maar ook voor
grotere dingen als de leden van uw gezin. Epictetus trekt daar de ultieme
conclusie uit dat een stoïcijn zich niet te veel mag hechten aan zijn spullen
en zijn geliefden. Voor u denkt dat de stoïcijnen hier weer eens hun kille kant
laten zien moet u wel bedenken dat je ergens aan hechten voor hen iets heel
anders is dan ergens om geven. Als u ergens om geeft is dat voor een stoïcijn
geen enkel probleem zolang u zich er maar niet te sterk aan hecht. Hechten
leidt tot lijden.
Veel mensen hechten zich echter weldegelijk aan hun spullen
en kunnen woedend worden als die mooie oude vaas van oma per ongeluk aan
diggelen gaat. Toch zullen zelfs die mensen na wat nadenken wel willen toegeven
dat die vaas eigenlijk niet zo heel belangrijk was. Maar als het om mensen gaat
wordt het een ander verhaal. Hoe haalt die halvegare stoïcijn het in zijn hoofd
om me te vertellen dat ik me niet aan mijn geliefden mag hechten. Toch doet
Epictetus hier niets anders dan u er aan herinneren dat niemand onsterfelijk is
en dat u niet een recht hebt op de eeuwige en onafgebroken aanwezigheid van uw
geliefden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten