Spreken is één van de belangrijkste bezigheden waarmee u uw
dag vult. U staat de hele dag door in contact met anderen. U bent nooit meer
verbonden geweest met de mensen om u heen dan tegenwoordig. Sociale media maken
het u mogelijk om 24-uur per dag contact te houden met ‘vrienden’ van over de
hele wereld. Iedere stap die u zet, iedere hap die u eet, ieder flintertje nepnieuws,
elk leuk kattenfilmpje deelt u terstond met uw vriendenkring. En uw vrienden
delen hun eigen leukigheidjes en wederwaardigheden weer met u. Online en bij
contacten in levenden lijve wordt u met heel wat onzinnige en totaal overbodige
interacties geconfronteerd. Interacties waar u als stoïcijn iets mee zult
moeten of u dat nu wilt of niet. Tweeduizend jaar geleden had Epictetus al een
advies voor ons.
Leg voor jezelf een houding en
levensstijl vast waar je je aan houdt zowel als je alleen bent als wanneer je
in gezelschap verkeert.
Houd in gezelschap liever je mond en zeg alleen het hoogst noodzakelijke. Praat alleen als de situatie het eist, maar dan niet over ditjes en datjes: niet over gladiatorengevechten, paardenrennen, sporters, eten en drinken of één van de andere dingen waar mensen zo graag over praten. Roddel niet over anderen ook niet om ze te prijzen. Probeer het gesprek indien mogelijk op zinnigere onderwerpen te brengen. Als mensen het niet met je eens zijn, val ze dan niet aan en houd je mond. (Epictetus; Handboekje; Hoofdstuk 33)
Houd in gezelschap liever je mond en zeg alleen het hoogst noodzakelijke. Praat alleen als de situatie het eist, maar dan niet over ditjes en datjes: niet over gladiatorengevechten, paardenrennen, sporters, eten en drinken of één van de andere dingen waar mensen zo graag over praten. Roddel niet over anderen ook niet om ze te prijzen. Probeer het gesprek indien mogelijk op zinnigere onderwerpen te brengen. Als mensen het niet met je eens zijn, val ze dan niet aan en houd je mond. (Epictetus; Handboekje; Hoofdstuk 33)
In dit hoofdstuk uit zijn Handboekje geeft Epictetus
voorbeelden van de houding die zijn leerlingen in hun openbare leven zouden
moeten aannemen. Het is duidelijk geen complete lijst. Het geeft een indicatie
van de manier waarop een stoïcijn in opleiding zich hoort te gedragen. Op het
eerste gezicht lijkt het er vooral op neer te komen dat de leerling sociale
contacten zo veel mogelijk moet zien te vermijden. Vooral niet in filosofie
geïnteresseerde personen moeten worden ontlopen en als de leerling dan toch met
andere mensen in contact komt geldt het gezegde ‘spreken is zilver, maar
zwijgen is goud’ en kan hij maar beter zoveel mogelijk zijn mond houden.
De gladiatorengevechten en wagenrennen waar Epictetus het
over heeft zullen tegenwoordig geen belangrijk onderwerp van gesprek meer zijn,
maar daar staan tegenwoordig voetbalwedstrijden en autoraces tegenover. Er is
sinds Epictetus dit schreef niet zo heel veel veranderd. Natuurlijk betekenisloos
gebabbel en geroddel zijn ook nu nog een belangrijk sociaal bindmiddel, maar
dat betekent niet dat u daar als aspirant stoïcijn aan mee moet doen. Er zijn
ontelbaar veel boeiendere en belangrijkere gespreksonderwerpen. Onderwerpen waarmee
u uw inzicht in de wereld en haar problemen kunt vergroten. U mag gerust
proberen het niveau van uw conversaties een beetje op te krikken.
Dat zal trouwens niet makkelijk zijn. Er zijn nu eenmaal
minder mensen in filosofie geïnteresseerd dan in de laatste roddels over Pietje
en Klaasje. Domme en irritante mensen zijn nu eenmaal een onderdeel van onze
werkelijkheid. Jammer genoeg weten we vaak niet van te voren wanneer we met een
exemplaar van deze categorie te maken hebben. Epictetus wil dat zijn leerlingen
een manier ontwikkelen om met mensen van wat voor categorie dan ook om te
kunnen gaan. Een stoïcijn komt er niet onderuit om deel te nemen aan het
sociale verkeer. Hij raadde zijn leerlingen daarom aan om zichzelf een bepaalde
vaste houding tegenover andere mensen aan te wennen. Hij wil dat ze vriendelijk
en beleefd tegen anderen zijn. Tegen iedereen zelfs tegen domme mensen en
mensen waar ze eigenlijk een hekel aan hebben. Ze worden geacht een beetje
afstand te houden, niemand tegen te spreken, zelfs niet als ze zeker weten dat
ze het bij het verkeerde eind hebben. Dat betekent niet dat Epictetus wil dat
zijn leerlingen over zich heen laten lopen, het betekent dat hij wil dat de
mening van ‘domme’ mensen hen koud laat. Als onbelangrijke en oninteressante
onderwerpen, voetbal, auto’s, roddels, seks, vakanties en dergelijken,
besproken worden kunnen ze zich beter stil houden of hooguit zo nu en dan met
een geïnteresseerde blik doen alsof ze het besprokene interessant vindt. Er is tenslotte
geen enkele reden om onvriendelijk te worden en anderen te beledigen.
Voor de buitenwereld spelen ze een rol en lijken ze binnen
de groep te passen, maar het is ondertussen wel de bedoeling dat de leerlingen
zich steeds minder gaan aantrekken van wat anderen over ze denken. Ze leven ten
slotte niet om applaus te krijgen voor wat ze doen en al helemaal niet om de
afkeuring van anderen te ontwijken. Stoïcijnen zullen altijd proberen zo min
mogelijk op te vallen en houden zich ogenschijnlijk dus zo veel als mogelijk
aan de normen en zeden van de samenleving waar ze in leven. Maar het is
onvermijdelijk dat ze toch met enige regelmaat dingen zullen doen of zeggen die
hun gemiddelde medemens niet aanstaan. Epictetus weet dat het niet makkelijk is
om dingen te doen die de groep afkeurt, maar hij wil dat zijn leerlingen er aan
wennen dat zij het zelf zijn die uiteindelijk bepalen wat ze wel en niet willen
doen. Om dat makkelijker te maken moeten ze zich van hem een vriendelijke, aristocratische,
maar wel wat afstandelijke houding tegenover hun medemensen aanleren.
Dag Gerard,
BeantwoordenVerwijderenVakantie kan toch ook een interessant gespreksonderwerp zijn?
Groet, Wim