In theorie weet u natuurlijk ook wel dat alles eindig is. Het
is een waarheid als een koe. De praktijk is echter weerbarstiger. Als uw
favoriete theekopje aan diggelen ligt, uw laptop het begeeft of uw heilige koe
total loss wordt gereden blijkt al gauw hoe betrekkelijk uw acceptatie van die waarheid
is. Dit zijn gebeurtenissen waar de meeste mensen behoorlijk overstuur van
kunnen raken. En dan gaat dit nog over materiële verliezen. Hoe staat uw
gemoedsrust er voor als één van uw geliefden ziek wordt of zelfs komt te
overlijden? De stoïcijnen kenden oefeningen die u kunnen helpen om de ergste
schok van dergelijke verliezen te verzachten. De stoïcijnse slaaf Epictetus
pakte het meteen grondig aan. In zijn Handboekje zei hij het volgende:
Je zou bij alles wat je mooi vindt,
wat je vaak gebruikt of waar je van houdt even moeten stilstaan bij de vraag wat
het nou eigenlijk is waar je zo gek op bent. Begin met kleine dingen. Als je
van een vaas houdt zeg dan: ‘ik houd van een vaas’. Je zult het dan niet zo erg
meer vinden als hij breekt. Als je je kind of vrouw kust zeg dan bij jezelf dat
je een mens kust. Als ze dan sterven zal je niet zo erg in verwarring worden
gebracht. (Epictetus; Handboekje; Hoofdstuk 3)
Dit is één van de moeilijkste en ogenschijnlijk
hardvochtigste stukjes stoïcijnse theorie die er bestaat. Verwacht Epictetus
werkelijk dat u iedere keer als u uw partner of kind kust bedenkt dat ze sterfelijk
zijn en dat u ze misschien wel nooit meer in levende lijve zult terugzien? Dat is
toch morbide en onacceptabel?
Toch geeft Epictetus hier een best wel verstandig advies. Stoïcijnse
training wil niet alleen uw leven prettiger maken, maar wil u ook op
onvermijdelijke rampen voorbereiden. De wereld lijkt tegenwoordig misschien wel
een stuk veiliger dan in de tijd van onze Romeinse slaaf, maar ook nu ligt een
ongeluk of een dodelijke ziekte op de loer. U zult hoe dan ook met het verlies
van geliefden geconfronteerd worden. Hopelijk hoeft u het nooit mee te maken
een kind te verliezen, maar naar alle waarschijnlijkheid zult u zeker het
overlijden van uw ouders meemaken en ook het verlies van familieleden en
vrienden ligt in de lijn der verwachting. Ook Seneca adviseert u om voorbereid
te zijn op dergelijke verliezen, maar hij brengt het wel op een wat prettigere
toon dan de soms wat cynische Epictetus. In een brief aan zijn vriend Lucilius
adviseert hij hem hoe hij bij een begrafenis de nabestaanden het best kan
troosten.
Raad ik je soms aan om onbewogen als
een standbeeld te blijven? Wil ik dat je de begrafenis met een stalen gezicht
bijwoont? Dat je helemaal niets voelt? Natuurlijk niet. Dat zou onmenselijk
zijn en niets te maken hebben met virtuositeit. (Seneca; Brieven aan Lucilius;
Brief 99)
Seneca adviseert Lucilius om troost te bieden door zelfs de
dood in perspectief te plaatsen. Het leven is nu eenmaal niet eerlijk en de
dood maakt deel uit van het leven. De nabestaanden moeten zich vooral al de
prettige momenten die ze met de overledene hebben meegemaakt herinneren. Ze moeten
zich richten op al de goede dingen die zij zelf nog kunnen doen en op al de
andere mensen die hen nog nodig hebben. Een dergelijk advies maakt u niet hard
en ongevoelig, ook maakt het de dood niet triviaal en onbelangrijk. Dingen in
perspectief zien maakt u sterker en veerkrachtiger en maakt dat u de dingen en
mensen die u hebt meer waardeert.
Epictetus komt misschien wel wat hard over, maar hij wist
ook wel dat het verlies van een geliefde iets afschuwelijks is. Hij adviseert
zijn leerlingen dan ook om ter voorbereiding op het serieuze werk te beginnen
met kleine dingen. U moet eerst leren omgaan met kleine verliezen. Probeer dus
eerst minder belangrijke dingen in perspectief te plaatsen. Zoals bijvoorbeeld
het breken van een theekopje. In plaats van boos of overstuur te raken zegt u
tegen uzelf: ‘Goed dat was dus het kopje waar ik heel wat jaren uit gedronken
heb’. Ik wist dat hij breekbaar was, maar ik heb er in elk geval lang van
kunnen genieten.’ Langzaam maar zeker gaat u over op moeilijkere dingen. Uw auto
is total loss gereden en u zegt tegen uzelf: ‘Auto’s raken nu eenmaal betrokken
bij ongelukken. Ik ben dankbaar voor de vele fijne ritten die ik ermee heb
mogen maken.’
Ook in de tijd voor een daadwerkelijk verlies kunt u zich
voorbereiden. Vervelende gebeurtenissen komen nu eenmaal des te harder aan als
ze onverwacht zijn. De hier beschreven techniek is dan ook een variant op de ‘premeditatio
malorum’ oefening. Door u zelf regelmatig te herinneren aan de vergankelijke
aard van uw bezittingen zult u na verloop van tijd minder overrompelt raken als
u iets akeligs overkomt. Deze oefening is een vaccin tegen verlies. Een inenting
die uw psychologische immuunsysteem weerbaarder maakt tegen de vergankelijkheid
van de wereld om u heen. Het maakt u niet alleen weerbaarder. Het leert u ook
om dankbaar te zijn voor de dingen die u hebt. Door u bewust te zijn van de
vergankelijkheid van uw spullen en geliefden zult u ze des te meer waarderen.
Zoals Seneca zegt is het dan ook niet de bedoeling dat u
harteloos en onverschillig wordt, u moet leren uw gemoedsrust te bewaren. U moet
leren uw virtuositeit en integriteit te behouden bij alles wat het universum op
uw weg plaats. Een stoïcijn probeert gelijkmoedig te blijven bij alles wat hem
of haar overkomt. U moet dan ook proberen rustig en kalm te blijven als u iets
goeds overkomt en u niet door uw enthousiasme laten meeslepen, en u moet net zo
gelijkmoedig blijven als u iets vervelends overkomt. Het hier beschreven vaccin
kan u daar goed bij helpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten